Kousbroeks “Het Oostindisch kampsyndroom”.
Besproken door Pjotr.X. Siccama
In deel 8 had ik de gebeurtenissen van Hiroshima en Nagasaki besproken. In dit deel gaat het om de herdenking zelf. Kousbroek had die 20 jaar geleden bijgewoond en schrijft
dat tijdens deze herdenking, 50 jaar na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, de burgemeester van Hiroshima Motoshima Hitoshi een rede hield voor de Foreign (International) Press Club in Tokio waarin hij het afwerpen van die atoombommen een Amerikaanse misdaad vond. “De grootste misdaad tegen de mensheid in de 20e eeuw. (..) waren de atoombommen en de Holocaust”. Niet alleen hij, maar vele vooraanstaande Japanners vonden dat.
De toespraak werd gepubliceerd in de International Herald Tibune op 16.03.1995.
|
foto - Burgemeester van Hiroshima en Nagasaki
De wereld moet zeker geschokt zijn geweest toen deze toespraak in de kranten verscheen, maar ook voor de nabestaanden die de verschrikkingen door Japan veroorzaakt (o.a. in Azië) aan den lijve hadden ondervonden en eronder geleden hebben, moet dit zeer pijnlijk zijn geweest. Het zijn de atoombommen die zoveel slachtoffers hadden gemaakt, maar het gelijk stellen met de Holocaust staat waarachtig buiten de werkelijkheid. Elk slachtoffer is er een te veel, maar meer dan 6 miljoen Joodse burgers bewust vermoorden is heel wat anders. Het is duidelijk dat ik me hier niet wil bewegen in statistieken van aantallen, ze zijn ons immers alle bekend.
Ten eerste ben ik het volstrekt eens dat bovengenoemde Japanse burgemeester een grove en grote fout heeft gemaakt met zijn redevoering door de de slachting door de atoombommen gelijk te stellen met de Holocaust. Het fundamentele verschil schuilt in de pijnlijke constatering dat de slachtoffers in Hiroshima en Nagasaki niet waren geselecteerd om gedood te worden in tegenstelling tot het smartelijke feit dat dat met de Joodse gemeenschap door nazi-Duitsland wel was gedaan.
De onzindelijkheid van denken bij sommigen, brengen mensen tot bizarre en ongeloofwaardige soorten van handelen en uitspraken.
De Japanners vinden bijvoorbeeld (het is zowat uitgegroeid tot een nationale mythe en gaat heel ver) dat Hiroshima - waar in het zogenoemde “Vredesmuseum” zelfs een altaar is gebouwd ter nagedachtenis aan Auswitsch, alsof de Japanners ook slachtoffer zijn geworden – en doet dat blijkbaar om ‘’te worden vergeleken met Auswitsch’’(!), en dat het oordeel en de opinie van de wereld er hier niet toe doen. Japan en de Japanners zijn en blijven echter de oorzaak en daarom ook de auctores horribilis van het Pacificdrama en niet anders. Een bespottelijke situatie. In Japan blijft men doorhameren dat het slachtoffer is van iets wat het zelf had aangericht: te beginnen met onder andere de aanval zonder oorlogsverklaring of waarschuwing op het grote buurland de V.S. en daarna de rest van Azië. Het is werkelijk ongepast, ongehoord en beledigend om nu, zoals ik hiervoor beschreven heb, de algehele onschuld uit te hangen.
De legende dat de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki zijn gebruikt om Japanners zogenaamd uit te roeien en dat van racisme sprake zou zijn geweest, is allang ontzenuwd, zeker als men ook bedenkt dat deze atoombommen tegen nazi-Duitsland moesten worden ingezet. Waar hebben we het hier over? Maar nog ernstiger: wat kunnen we nog meer verwachten bij deze absurde onzindelijkheid van een status quo?
In deel 8 had ik het over de onmogelijkheid van een wapenstilstand met Japan en Duitsland; Kousbroek had in dat verband wel gedacht dat het een mogelijkheid wás in tegenstelling tot ondergetekende om de eenvoudige redden dat het helemaal beslist gene uitgemaakte zaak zou zijn dat Japan zou capituleren, zonder dat de atoombommen zijn gevallen. Er bestaan immers talloze gegevens die dat kunnen bevestigen en ook bewijzen dat Japan zich coûte-que-coûte en centimeter voor centimeter zou verdedigen , wanneer het om “uitroeiing van de Japanse bevolking” ging.
De Japanse militaire elite (dat wat van overgebleven was en nog niet geheel ontwapend) in 1945, had immers serieuze pogingen ondernomen om Hirohito ervan te weerhouden om de rede van de capitulatie over de radio voor te lezen.
Dat werd door deze elitegroep als een ware vernedering beschouwd. Hele complotten werden bedacht om de keizer te ontvoeren, de tekst van de capitulatierede te verbranden en zo meer. Tezelfder tijd was een andere elite eenheid bezig om het keizerlijk paleis te bestormen. Van al deze incidenten gedurende het naoorlogse Japanse machtsvacuüm bestaan uitgebreide verslagen (veel zijn in te zien in het publieke domein).
Een bijzonder saillant detail was dat de overgrote meerderheid van de Japanse bevolking al in 1945/46 Hirohito als “Het Kwaad van de oorlog” beschouwde. Indien toen een referendum zou zijn gehouden onder supervisie van het Internationaal Tribunaal (scheen praktisch onuitvoerbaar, gezien de ernstig beschadigde infrastructuur in het land en de agressieve tot zelfmoord in staat zijnde verzetsbewegingen die overigens een minderheid vormden), was Hirohito niet alleen veroordeeld tot de strop maar had Japan een beginkunnen maken met een gloednieuwe parlementaire democratische republiek, bevrijd van het belastend verleden, waar het nu nog onder gebukt gaat.
Wij dienen ons werkelijk goed te realiseren dat alle mensen in deze wereld slaven zouden zijn geworden awanneer Japan en Duitsland de atoombommen eerder tot ontwikkeling zouden hebben gebracht en dit wapentuig zouden hebben ingezet.
Wordt vervolgd.
PXS
Opmerkingen