Joop Hueting TV optreden, na 50 jaar bij het programma DWDD bij Mathijs van Nieuwkerk, moeten de verantwoordelijken van deze oorlogmisdaden als nog voor boeten?  

10897407481?profile=originalOp 13 november 2018 verscheen deze publicatie in de Volkskrant, en  twee dagen later op www.icm-online.nl

Gisteren de 17 januari 2019 was het 50 jaar geleden dat Joop Heuting uit de kast kwam, met respect, die als militaire diende 1945-1947 in het voormalige Indie  als onderdeel van 200.000 militairen die naar de republiek Indonesie werd gestuurd.  Deze missie als slechts 1 doel economisch gewin.  Aan tafel bij Mathijs waren aanwezig historicus, journalist en dochter Hannah van Joop om dit verhaal nader te bevestigen. Heuting zelf verteld aan deze moorden te hebben meegedaan, later werd dit door zijn kameraden - mede militairen- bevestigd - in de kampong werden doorzeefd met kogels waar de Indonesische burgers woonden. Bij binnenlopen van de huisjes stroomden het vele bloed overal, was maar een incident van de vele om te noemen, het was structureel. Onbegrijpelijk  wordt het van waar het commando kwam. Den Haag was op de hoogte van deze oorlogmisdaden, maar moest nadruk verzwegen worden dus  in de doofpot blijven. Wat Den Haag niet had verwacht dat de hele wereld hierover zijn minachting uitsprak en de VS tot de orde roep. De historici en journalisten zien de onderzoeken naar de Nederlandse oorlogsmisdaden als een ode aan Heuting.

Dit onderzoek zoals historici en journalisten zien niet alleen in Nederlands onderzoek, maar wordt gelijktijdig uitgevoerd met de republiek Indonesie, dus geen Nederlands onderzoek. De vraag wie moet nu naar het tribunaal, want de daders liggen letterlijk op het kerkhof of zij  het diegenen die het in doofpot hebben gestopt 50 jaar lamg, zijn dus medeplichtig.  Want ook de media werd verboden maar ook iets hierover naar buiten te brengen.




Joop Hueting in 2012. Beeld Joost van den Broek

Na dat ene tv-optreden in 1969 kende iedereen Joop Hueting

Bijna vijftig jaar geleden sprak de zondag overleden Joop Hueting als eerste over Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië. Toen werd hij erom verguisd. Nu is zijn oordeel gemeengoed.

‘Zinloos en misselijk.’ Zo luidde de kop boven het redactioneel commentaar in De Telegraaf van 21 januari 1969. Deze woorden – tamelijk kras naar de maatstaven van die tijd – verwezen niet naar de oorlogsmisdaden tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië die Achter het Nieuws, het actualiteitenprogramma van de Vara, vier dagen tevoren had onthuld, maar naar het feit dat veteraan Joop Hueting daarbij als klokkenluider was opgetreden.

advertentie

Hueting werd in verband daarmee weggezet als matennaaier en nestbevuiler. Niet alleen door De Telegraaf, maar ook door (sommige) Indonesië-veteranen. Hij was tenslotte de eerste die publiekelijk verslag had gedaan van de gruwelen die het Nederlandse leger tijdens de zogenoemde ‘politionele acties’ van 1947 en 1948 stelselmatig had begaan. Met zijn analyse van aard en omvang van de oorlogsmisdrijven liep hij vooruit op de conclusie die historicus Rémy Limpach in 2015 zou trekken. Namelijk dat de begane misdrijven geen excessen waren, zoals de regering nog betoogde als reactie op Huetings ooggetuigenverslag in Achter het Nieuws, maar dat ze vast onderdeel waren van de militaire strategie.

Afgelopen zondag overleed Hueting, gepromoveerd psycholoog, op 91-jarige leeftijd. Hij is zijn naamsbekendheid altijd blijven ontlenen aan dat ene televisieoptreden van nog geen half uur. Dat de impact van zijn woorden groot was, bleek al tijdens de uitzending. De Vara ontving 841 reacties, overwegend negatief tot zeer negatief. Krap een derde van de reacties was waarderend van toonzetting. In de landelijke dagbladen verschenen na de coming-out van Hueting 460 artikelen, Achter het Nieuws kwam nog tweemaal op de kwestie terug en oppositieleider Joop den Uyl (PvdA) drong in de Tweede Kamer aan op opheldering over het Nederlands optreden in Indonesië.

Het kabinet-De Jong reageerde met de instelling van de zogenoemde Coördinatiegroep Indonesië 1945-1950, die onder leiding stond van de jonge Justitieambtenaar Cees Fasseur – die later vooral als historicus bekend zou worden. Fasseur stelde vast dat zijn commissiegenoten, overwegend met een Indische achtergrond, ‘eigenlijk helemaal geen zin hadden in dat onderzoek’. Hij schreef de zogenoemde Excessennota binnen een tijdsbestek van drie maanden dus vrijwel in zijn eentje.

Op de dag dat de nota verscheen – 2 juni 1969 – werd de actualiteit beheerst door ongeregeldheden op Curaçao die de inzet van Nederlandse mariniers vereisten. De Excessennota – niet veel meer dan een inventarisatie van bestaande bronnen – kreeg daardoor nauwelijks aandacht. Toch markeert ze een omslag in de publieke opinie over de dekolonisatie van Indonesië. Voor die tijd werd deze episode met vereende krachten uit het collectief geheugen gehouden. Er was weliswaar al meerdere keren onderzoek – ook kritisch onderzoek – gedaan naar het optreden van het Nederlandse leger, maar de regering en de meerderheid van het Nederlandse volk wensten van de uitkomsten eigenlijk geen kennis te nemen. Dat hing ook samen met het feit dat Nederland nog tot 1962 met Indonesië twistte over het bezit van Nieuw-Guinea.

Maar na 1969 kwam het thema met steeds kortere tussenpozen op de agenda en werd het kritisch oordeel van Hueting over de Nederlandse oorlogsvoering steeds meer gemeengoed. ‘Geschiedschrijver des Rijks’ Lou de Jong moest in 1988 zijn harde oordeel over het regeringsbeleid inzake Indonesië nog matigen onder invloed van verontwaardigde oud-strijders. Maar na publicaties van, onder anderen, de historici Gert Oostindie en Rémy Limpach gaf de regering alsnog opdracht tot een grootschalig, in 2021 af te ronden, wetenschappelijk onderzoek naar de dekolonisatie. In een van de stellingen bij zijn proefschrift had Hueting daar in 1968 al op aangedrongen: ‘Men kan zich afvragen waarom in Nederland nog geen begin is gemaakt met het onderzoek naar de juridische, historische, sociologische en psychologische aspecten van de oorlogsmisdaden, begaan door militairen in dienst van dit land in de periode 1945 tot 1950.’

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Interview met Joop Hueting in de Volkskrant van 19 december 1968, waarin Hueting sprak over de oorlogsmisdaden in Indonesië. Beeld de Volkskrant

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives