“Japan: Er waren geen troostmeisjes
Het is niet waar dat het Japanse leger tijdens de Tweede Wereld-oorlog bijna
200.000 vrouwen uit bezette gebieden tot seksslaven heeft gemaakt. Integendeel, er was sprake van ‘prostitutie volgens een vergunningenstelsel’, waarbij sommige vrouwen meer geld verdienden dan Japanse generaals…” Dit stond in een paginagrote advertentie, die op donderdag 14 juni 2007 geplaatst werd in de Amerikaanse krant “The Washington Post”. De adverteerders – Japanse hoog-leraren, journalisten en 44 Japanse parlementariërs – stelden onder de vette kop “De Feiten”, dat zij “het Amerikaanse volk de waarheid wilden vertellen”.
We schrijven inmiddels 2014. Op 27 januari bood de nieuwe topman van de Japanse staatsomroep zijn excuses aan voor de volgens hem
bagetelliserende opmerkingen over de “troostmeisjes”. Omroep-baas Katsuto Momii had zich in de nesten gewerkt door zich openbaar te verbazen over de telkens terugkerende ophef over het onderwerp. Tijdens zijn eerste persconferentie zei hij dat “alle landen die oorlog voerden zulke
Voormalige Troostmeisjes tijdens een manifestatie in Den Haag. Foto V.l.n.r. Ellen van der Ploeg (Nederland, 84 jaar); Menen Medina-Castilli (Philippijnen, 78 jaar); Won-Ok Gil (Zuid-Korea, 80 jaar). Foto: Bas de Meijer.
vrouwen hadden”. Zuid-Koreaanse politici reageerden furieus en ook Amnesty International reageerde boos en noemde Momii’s opmerkingen “een belediging voor de 200.000 vrouwen die tot seksuele slavernij werden gedwongen door het Japanse leger”. Momii bood zijn excuses aan en zei dat zijn uitspraken bij nader inzien “ongerpast” waren. De Japanse regering had al eerder laten weten dat Momii zijn uitspraken “als privépersoon deed” en dus niet namens de omroep.
Op 28 februari 2014 gaat de Japanse regering kritisch kijken naar de excuses die het land in de jaren ’90 heeft gemaakt aan de troostmeisjes. Een speciale commissie gaat onderzoeken hoe de Japanse regering destijds tot haar verklaring is gekomen, zo
wordt door het persbureau Kyodo gemeld. “Wij willen een nieuw onderzoek en de achtergronden begrijpen”, aldus kabinetssecretaris Yoshihide Suga. Hij zei niet of Japan na dat onderzoek met een nieuwe verklaring zou komen. Volgens Suga zal de huidige conservartieve regering van premier Shinzo Abe een “zorgvuldige overweging” maken.
Woedende reacties van voormalige Zuid-Koreaanse troostmeisjes.
De Japanse regering distantieerde zich van recente uitspraken van rechtsnationalistische organisaties over de Tweede Wereldoorlog. Rechtse politici ontkenden onlangs dat de massamoord bij het Chinese Nanjing, waarbij in 1937 en 1938 zo’n 200.000 tot 300.000 doden vielen, ooit had plaats-gevonden. Een andere politicus bagetelliseerde het gebruik van vrouwern als seksslavinnen. China en Zuid-Korea waren woedend over deze uitspraken.
Volgens de Japanse minister van Buitenlandse Zaken Fumio Kishida is de Japanse historische inter-pretatie niet veranderd. “Het is erg jammer dat deze opmerkingen tot mnisverstanden over de positie van de Japanse regering hebben geleid”, aldus Kishida. Hij noemde verder de militaire expansie van China in de regio een serieuze reden tot zorg, maar ging niet zover om dit als bedreigend te bestempelen.
Hoewel schattingen uiteenlopen, denken historici dat Japan ongeveer 200.000 vrouwen uit de bezette gebieden tijdens de Tweede Wewreldoorlog heeft ingezet als seksslavinnen aan het front. Het merendeel bestond uit Koreanen, maar er waren ook minstens 250 Nederlandse troost-meisjes
Op 20 juni 2014 verklaart Japan de excuses, die het land in 1993 heeft gemaakt aan de troost-meisjes, te handhaven. Echter de conservatieve parlementariërs die geloven dat het misbruik nooit heeft plaatsgevonden, wilden een nieuw onderzoek naar de achtergronden van de excuses. De Japanse regering keek daarop kritisch naar de totstandkoming van de verklaring, maar trekt de excuses niet terug. Dat meldde persbureau Kyodo. Een speciale commissie heeft de afgelopen tijd onderzocht hoe de Japanse regering destijds tot haar verklaring is gekomen. De onder-zoekers zijn tot de conclusie gekomen dat die verklaring vooral politiek was. Japan en Zuid-Korea onderhandelden uitvoerig over de tekst die toen werd uitgegeven, maar er was eigenlijk maar weinig onderzoek geweest naar de mis-bruikpraktijken.
De Japanse miloitairen gebruikten tijdens de oorlog stelselmatig vrouwen uit de bezette gebieden in legerbordelen, waaronder ook Nederlandse vrouwen in het bezette Nederlands-Indië. Pas in 1993 erkende Japan dat in de zogeheten Kono-verklaring. Of het Japanse leger zich wel of niet schuldig had gemaakt aan het misbruik in de Tweede Wereld-oorlog is nu nog steeds onderwerp van debat. “Het is afschuwelijk om die gebeurtenissen in twijfel te trekken”, zei de van geboorte Nederlandse ex-seksslavin Jan Ruff-O’Herne (91). “Er zijn zoveel vrouwen die hierover naar buiten zijn gekomen”. Ruff-O’Herne werd
De van oorsprong Nederlandse mevrouw Huff-O’Herne, schrijfster van “Cry of the raped”.
samen met haar Nederlandse ouders gevangen genomen op Java. Later werd de jonge vrouw tewerk gesteld in een bordeel waar ze stelselmatig werd verkracht. 50 jaar lang zweeg ze over haar ervaringen, tot ze begin jaren ’90 naar buiten trad met haar verhaal om Koreaanse vrouwen te steunen die excuses eisten.
Zuid-Koreaanse vrouwen waren toen een rechtszaak begonnen tegen hun eigen regering die hen zou hebben aangemoedigd om als troostmeisjes te dienen voor de Amerikaanse soldaten. De 122 vrouwen stelden dat de overheid hen tijdens de Koreaanse oorlog opleidde tot prostituees en pooiers hielp om een uitgebreid prostitutie netwerk op te zetten. Hierdoor zouden Amerikaanse soldaten aan hun gerief kunnen komen. Volgens de Zuid-Koreaanse vrouwen – inmiddels allemaal bejaard – zijn hun mensenrechten geschonden.
De zaak is uiterst pijnlijk voor de regering in Seoul, die al decennia overhoop ligt met Japan over het gebruik van seksslavinnen door de Japanse militairen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
28 november 2014. De Japanse krant Jomiuri bood zijn excuses aan voor het gebruik van begrippen die impliceerden dat de vrouwen tot seks gedwongen werden. De conservatieve krant zei het ongepasst te vinden dat deze en vergelijkbare termen gebruikt zijn in zijn Engelstalige editie. Het gaat in totaal om 85 artikelen die de krant tussen 1993 en 2013 publiceerde.
Rechtse activisten ageerden al veel langer tegen het gebruik van het woord seksslaven. Zij beweren dat de vrouwen nooit zijn gedwongen tot seks. Zij staven hun beweringen dat in officiële documenten nooit bewijzen zijn gevonden. Dat gegeven wordt nu door conservatieve parlementariërs aangegrepen voor hun stelling dat er dus geen gedwongen troostmeisjes waren. Deze kwestie heeft de betrekkingen met Zuid-Korea ernstig aangetast. Ook elders in de wereld waar de vroegere troostmeisjes nu nog in leven zijn, is met grote verontwaardiging gereageerd.
Bron: De Persgroep Digital.
Opmerkingen