Gastdocenten Zuid Oost-Azië

10897296700?profile=originalGastdocenten   Zuid Oost-Azië

De Stichting Gastdocenten Zuid Oost-Azië is opgericht om aan kinderen en jeugd van lagere en middelbare scholen voorlichting te geven over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende Bersiap-periode in voormalig Nederlands-Indië. Belangrijk hierbij is dat de docenten spreken vanuit eigen ervaring en zodoende vanuit een persoonlijke belevenis vragen van  scholieren kunnen beantwoorden. Juist vanuit de positie van een ooggetuige wordt de lesstof overtuigend gebracht, hetgeen zich vertaalt in een aandachtig luisterende schoolklas.

Verslag van een gastles

De kinderen zijn zeer geboeid door verhalen over blubberpap, kamp-nummer en het persoonlijke van het verhaal. Ze mogen raden,    als gastdocente Mieke Huijsman-Engelberts (1934) ze vertelt wat ze in het Jappenkamp te eten kregen. Ze griezelen als ze het potje te zien krijgen: blubberpap, dat eruit zag als stijfsel. Dag in dag uit kregen ze hetzelfde te eten, de kendjil-pap, gemaakt van Asia-meel. “Kunnen jullie je voor-stellen waarom ik nooit meer pap heb gelust?” De kinderen knikken allemaal en trekken een vies gezicht. Mieke heeft haar verhaal al honderden keren verteld, maar toch vertelt ze het iedere keer opnieuw alsof het nieuw is. En ze blijft dat als gastdocente ook doen, zolang ze de kracht heeft om op haar benen te staan. De oorlog in Azië en met name voormalig Nederlands-Indië is voor veel mensen nog onbekend terrein. “Drie jaar geleden nog”, zegt ze, “sprak een vrouw mij aan en zei dat ze nooit had geweten dat het zo erg was geweest”. Door zulke opmerkingen weet je dat je nog steeds een missie hebt. “Ik moet blijven vertellen over Indië, zolang ik het nog kan en er nog mensen zijn die mij willen aanhoren”.

Voor de Indische Nederlanders die de Tweede Wereldoorlog en de Bersiap hebben meegemaakt, is het fnuikend dat er verhoudings-gewijs veel te weinig aandacht is voor hun verhaal. Indië was een “ver-van-mijn-bed” verhaal. En Nederland had bovendien in de jaren na de oorlog, genoeg aan de eigen problemen. In veel steden lagen wijken in puin, er was voor veel mensen geen woonruimte, geen eten genoeg en ook kleding was schaars. De door Indische Nederlanders uitgestoken vlag op 15 augustus om het einde van de oorlog in Azië te vieren werd nogal eens afgedaan met de opmerking: “Wie is er jarig…?”

 

Mieke Huijsman-Engelberts

 

De geschiedenis moet verteld worden

 

De gastdocenten proberen met hun lessen dit kennishiaat te dichten. Aan de hand van eigen ervaringen vertellen ze over       de “onbekende oorlog”. Mieke Huijsman: “Het is evenzeer geschiedenis als de gebeurtenissen in dezelfde periode hier in Europa en met name in Nederland. Sterker nog, het is ook ONZE geschiedenis, want Indië was Nederlands grondgebied. Daarom is het dus ook onlosmakelijk verbonden met onze eigen geschiedenis. Maar het is ook mijn verhaal.”

Huijsman vertelt de leerlingen ook over haar eigen moeder , die in het Jappenkamp aan uitputting is overleden. Ze merkt regelmatig dat dit onderwerp haar minder moeite kost dan het er met haar eigen dochters over te hebben. “Mijn dochters hebben het verhaal eigenlijk pas gehoord, toen ze een lezing bijwoonden”. De gast-docenten zijn getraind om hun verhaal zo nuchter mogelijk te vertellen. “Als het gaat over de wrede behandeling door de Japanse militairen, zeggen we gewoon dat ze behoorlijk losse handjes en voeten hadden. Pas als er gericht om wordt gevraagd, treden we in details”.

Altijd heeft ze een tas met spullen bij zich uit het Jappenkamp, zoals het kampnummer dat ze altijd moest dragen (M.Engelberts 11331) en een late van ongeveer 50 cm om duidelijk te maken hoe weinig ruimte de gevangenen hadden in het interneringskamp in Semarang en Soerabaja. Verder heeft ze altijd een dierbaar souvenir bij zich: een beduimeld leesboekje “Pim en Mien” (Indisch equivalent van “Ot en Sien”, dat als door een wonder bewaard is gebleven.

Honderd gastdocenten

Tijdens de Tweede Wereldoorlog  in Nederlands-Indië zijn door de Japanse bezetting meer dan 25.000 Nederlanders en Indische Nederlanders omgekomen. 16.800 burgers en 8.200 krijgsgevangen KNIL soldaten. Aan de Stichting Gastdocenten zijn een kleine 100 docenten verbonden, die bij elkaar vorig jaar zo’n tweehonderd schoolklassen hebben bezocht. En daarnaast werden lezingen nog eens door meer dan vijfduizend mensen bezocht. Ook geven de gastdocenten af en toe lessen op de Pabo’s. “Dar zitten de toekomstige onderwijzers en leraren, die het stokje moeten overnemen. Het is mijn missie dat ons verhaal verteld moet worden; ook als wij er niet meer zijn”.

Gastdocente Marjan Bruinvels voor de klas

De gastdocenten zijn altijd bereid om bij u op school een gastles te komen geven. Maar ook bij u in het zorghuis of op de vereniging komen ze met alle plezier hun verhaal vertellen. Alle informatie hiervoor is te vinden op de website: www.gastdocenten.com

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives