Exorbitant hoge toegangsprijzen en merkwaardige kledingvoorschriften bij het IHC
DEN HAAG (24 oktober 2019) – Het Indisch Herinneringscentrum (IHC) in Den Haag is opnieuw in opspraak. Ditmaal richt de kritiek zich op de exorbitant hoge toegangsprijzen en merkwaardige kledingvoorschriften die het centrum hanteert. De praktijken leiden tot ergernis onder Indische Nederlanders.
Meest recente steen des aanstoots is het dagprogramma ‘Het onbekende verhaal van de ‘Hellships’’, een verwijzing naar de Japanse zeetransporten van krijgsgevangenen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bezoekers moeten voor dit programma maar liefst € 49,50 betalen. Bovendien dienen zij ook “zoals gebruikelijk in sarong, kebaya en in batik shirts” te verschijnen. Vooral de kledingvoorschriften zijn opmerkelijk, want Indische Nederlanders tooien zich doorgaans niet in Indonesische kledij. Waarom bezoekers aan een Indisch herinneringscentrum zich toch moeten uitdossen als Indonesiërs is dan ook een raadsel.
Het IHC slaat overigens wel vaker de plank mis. Eind juni van dit jaar was er bijvoorbeeld ook al ophef over de expositie ‘Vechten voor Vrijheid’. Vooral het feit dat het geweld van Indonesiërs gedurende de Bersiap was aangeduid als verzet en werd vergeleken met het verzet tegen Nazi-Duitsland en Japan stuitte toen op veel weerstand. Koning Willem-Alexander moest die omstreden expositie uiteindelijk openen, iets dat in de wandelgangen werd beschouwd als een schoffering. Er zijn ook soortgelijke geluiden over de invloed van het IHC in Museum Bronbeek. Het is een publiek geheim dat diverse gidsen, bezoekers en andere betrokkenen zich daar om vergelijkbare redenen niet langer willen vertonen.
De ophef toont aan dat het IHC maar weinig moeite doet om de Indische gemeenschap voor zich te winnen. Vanaf het moment dat het IHC zich in het Museum Sophiahof in Den Haag heeft gevestigd toont een deel van de gemeenschap zich zeer kritisch. Bij hen kan het IHC niets goed doen, omdat zij nadrukkelijk onderdeel is van de ‘Collectieve erkenning van Indisch Nederland’. Deze regeling ligt om uiteenlopende redenen gevoelig, maar vooral het feit dat het een finale afkoopsom betreft, terwijl openstaande rekeningen aan de zijde van de Staat der Nederland niet zijn voldaan, leidt tot chagrijn. Met de meest recente incidenten lijkt het IHC ook het overige deel van de gemeenschap tegen zich in het harnas te jagen.
Bron: http://www.federatie-indo.nl/19-10-24/
ICM Reactie.
Al eerder heeft Ferry Schwab van ICM op verzoek van het Ministerie van VWS in het kader van schriftelijk interview 15 vragen gesteld. VWS met Volk Welzijn wat heeft deze voor Nederlandse Indische Gemeenschap in deze 70 betekent. Zijn het niet de mensen (bersiaper) die ruim 55 jaar de Pasar Malams in land draaien houdend, waar het hele palet Indisch Cultuur wordt uitgedragen voor ruim 1 mijlioen bezoekers in het Land. Waarom die ander half miljoen hier in steken voor een betere doelmatige IHC, en niet waar slechts 400 mensen in de maand komen, en dat voor die anderhalf miljoen. IHC is een grote blunder van de ambtenaren van Min. VWS dat reeds in 2000 begon. Wanneer wordt er een keer naar ons geluisterd.
Opmerkingen