De oorlog in Indië en 4 en 5 mei
Het moge duidelijk zijn, dat de Japanse bezetting en de Bersiap-periode belangrijk zijn voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Maar waaruit blijkt dat eigenlijk? Want als je denkt aan 4 en 5 mei, dan denk je toch normaliter aan de oorlog in Europa en de Duitse bezetting van Nederland. Dit artikel wil een rondgang zijn langs de Indische kant van het Nationaal Comité: van de Nationale Herdenking, de educatieve kant, het Vrijheidsonderzoek, de programma’s voor de schooltelevisie, tot de ondersteuning van Indische organisaties en de betrokkenheid bij de Indië Herdenking op 15 augustus. “Onze band met de slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië is altijd aanwezig geweest. Binnen het Comité is altijd oog geweest voor de Indische kant van de Tweede Wereldoorlog.
Natuurlijk hebben ook wij af en toe last van een “blinde vlek” met betrekking tot dit thema. Het is dan ook bevredigend wanneer wij kritische reacties krijgen uit de Indische gemeenschap. Hierdoor kunnen wij ons werk nog beter doen”, zegt Nine Nooter, directeur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Dit Comité werd 25 jaar geleden door de Nederlandse overheid in het leven geroepen om invulling te geven aan de Nationale Herdenking op 4 mei en de feestelijkheden op 5 mei. In 2011 heeft de overheid extra taken overgedragen aan het Comité. Hierdoor houdt men zich ook bezig met een scala aan activiteiten, zoals het ontsluiten van kennis over de oorlogsmonumenten, onderzoek, de ondersteuning van organisatoren van herdenkingen en de uitvoering van de subsidieregelingen.
Indië en het Comité
Bestuursleden van het Nationaal Comité worden benoemd op persoonlijke titel en niet namens een organisatie. Vanaf het eerste begin hebben er altijd mensen in het Bestuur gezeten met een Indische achtergrond: het Comité hecht hier zeer aan. Men realiseert zich terdege dat in Nederlands-Indië pas op 15 augustus 1945 een einde aan de Tweede Wereldoorlog kwam. Ook is het Comité zich bewust dat deze datum voort velen geen gevoel van bevrijding met zich meebracht omdat hieraan aansluitend de Bersiap-periode volgde. Derhalve geldt voor de Indische gemeenschap niet de data van 4 en 5 mei als belanghebbend. Door het gehele jaar heen zijn er diverse data die voor verschillende groepen oorlogsgetroffenen een specifieke eigen betekenis hebben. Het is goed en bijzonder dat naast al deze herdenkingen in Nederland, één datum is waarop alle Nederlandse oorlogsslachtoffers herdacht worden, die waar ook ter wereld zijn omgekomen, ongeacht achtergrond. Daarom is 4 mei een datum van nationale verbondenheid, zoals 5 mei de nationale dag is waarop wij in Nederland vrijheid vieren.
15 augustus en het Comité
De contacten tussen onder andere de Stichting Herdenking 15 Augustus 1945 en Stichting Gastdocenten WO2 Werkgroep Zuidoost-Azië en het Nationaal Comité 4 en 5 mei zijn altijd intensief geweest. Het Comité is dan ook verheugd dat het sinds kort de mogelijkheid van het Ministerie van VWS heeft gekregen om de organisatie van de Herdenking op 15 augustus in Den Haag ook daadwerkelijk te helpen. Nine Nooter: “Met de overdracht van taken vanuit de Rijksoverheid kan het Comité de Stichting Herdenking 15 Augustus ondersteuning bieden bij de organisatie van deze belangrijke en bijzondere herdenking in Den Haag. Het Comité beschouwt het als een eer om deze ondersteuning te bieden en wij doen het dan ook graag”.
Indië en 4 mei
Niet alleen op 15 augustus is er aandacht voor de oorlog in Nederlands-Indië. Ook op 4 mei heeft Indië vanaf het begin een belangrijke plaats ingenomen. In diverse voordrachten, uitgesproken in de Nieuwe Kerk op 4 mei, hebben ook de Indische herinneringen aan de oorlog centraal gestaan. De schrijvers F. Springer, Jeroen Brouwers, Adriaan van Dis, Ernst Jansz en Willem Jan Otten schreven en spraken over de lotgevallen van henzelf en hun familie tijdens de oorlog in de Oost. En toenmalig staatssecretaris van VWS Jet Bussemaker sprak op 4 mei op de Dam in Amsterdam over de ervaringen van haar vader en grootvader in Indië.
Nederlands-Indië is tevens een grote inspiratiebron voor de muziekkeuze voor de herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk in Scheveningen, voorafgaand aan de Nationale Herdenking op de Waalsdorpervlakte. Onder andere vrouwenkoor Malle Babbe (bekend van het stemmen-orkest met kliederen uit de vrouwenkampen) en Julya Lo’ko en Nada Nirwana traden op 4 mei op. Boudewijn de Groot, geboren in bezet Nederlands-Indië is gevraagd om mee te denken over nieuwe muziek voor 4 mei in de komende jaren.
Indië in onderzoek
Naast het invulling geven aan 4 en 5 mei, heeft het Comité ook een taak op het gebied van onderzoek en educatie. Binnen het kader van het Nationaal Vrijheidsonderzoek, dat het Comité jaarlijks laat uitvoeren, is Indië eveneens een thema. Uit onderzoek naar kennis die Nederlanders hebben, is gebleken dat men niet altijd even goed op de hoogte is van historische gebeurtenissen, verbonden met de oorlog in voormalig Nederlands-Indië. Wel is een aantal meer persoonlijke aspecten van de Tweede Wereldoorlog bekend. Het Comité wil zich blijven inzetten om de kennis over de wereldschaal van de oorlog te bevorderen. Omdat er vragen waren over het naleven van het vlagprotocol op 15 augustus, heeft het Comité onderzoek laten verrichten, waaruit gebleken is dat veel gemeenten wel degelijk aandacht besteden aan 15 augustus en op die datum de vlag uitsteken.
Indië in de educatie
Ook in de eigen educatieve projecten van het Comité, zoals het Nationaal Aandenken, Adopteer een monument en Schooltelevisie, wordt stilgestaan bij de oorlog in Indië. Het nationaal Aandenken is een educatief boekje over oorlog en vrijheid voor kinderen van groep 7. In het boekje vertelt Jaap de Jonge over zijn tijd als kind in een Japans interneringskamp. Binnen het project ‘Adopteer een Monument’ adopteren scholen een oorlogsmonument in hun eigen dorp of buurt. Hierdoor leren de kinderen over de lokale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de traditie van herdenken met bijbehorende rituelen. Zo is het Nationale Indisch Monument in Den Haag geadopteerd door het Vrijzinnig Christelijk Lyceum.
Schrijfster Vivian den Hollander
Eenentwintig andere monumenten die herinneren aan de burgerslachtoffers uit Nederlands-Indië zijn eveneens geadopteerd. Om de leerlingen op de herdenking voor te bereiden, ontvangt
een adoptieschool een handboek. Op verzoek van het Comité heeft de kinderboekenschrijfster Vivian den Hollander in 2012 speciaal voor dit handboek een verhaal geschreven: “Het Rode Lint”. In dit verhaal maken we kennis met Maarten en Marleen, die tijdens de oorlog gevangen zaten in Kamp Tjideng op Java. Na de oorlog komt Marleen in Nederland terecht.
Elk jaar gaat ze naar het Indisch monument in Den haag. Vivian den Hollander schrijft: “Het is 15 augustus en Marleen kijkt met vochtige ogen naar de bronzen beeldengroepen van het Monument. Het beeldt mannen, vrouwen en kinderen uit, met in het midden een landkaart van Indië. Naast het Monument hangt de Nederlandse vlag halfstok. Ze is blij dat er een plek is waar ze even stil kan staan bij de oorlog in Nederlands-Indië. Voor het eerst zijn dit jaar haar kleinkinderen meegekomen: Lotte en Louise. Beiden zijn twaalf jaar.
‘Adopteer een monument’ sluit aan op een ander project van het Comité: de Database oorlogsmonumenten. In deze database zijn ruim 3500 monumenten opgenomen, waarvan er meer dan 80 herinneren aan de burgerslachtoffers uit Nederlands-Indië. Bij sommige monumenten heeft het Comité getuigenverhalen van oorlogsslachtoffers vastgelegd. Onder andere Judith Marijke Dalmeijer, Philip Everaars, Rudy Boekholt en Peter Slors komen aan het woord. Het zijn indringende en ontroerende verhalen. “Mijn moeder vertelde ons later dat de eerste jaren na 1939 in het teken stonden van de dreiging uit Japan. In de kampen was mijn moeder blij dat ze laat kinderen had gekregen, anders had ze moeten ervaren dat ik van haar werd afgenomen om naar een jongenskamp te worden gestuurd”, zo vertelt Peter Slors.
Het Nationaal Comité heeft de website www.lesmateriaaloorlogenvrede.nl ontwikkeld, waarin lespakketten over oorlog en vrijheid te vinden zijn, die in het onderwijs kunnen worden ingezet en die zich richten op de oorlog in Indië. Op het moment is dit aantal gegroeid tot meer dan vijftien, waaronder de strip “De Terugkeer”.
Project ‘Foto zoekt familie’.
Nieuwe taken: subsidies
Met ingang van 1 januari 2011 verstrekt het Comité namens het Ministerie van VWS subsidies voor een tweetal activiteiten die betrekking hebben op het levend houden van
de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Activiteiten die gericht zijn op educatie en voorlichting en activiteiten die lotgenotencontacten en reünies organiseren voor de eerste generatie oorlogsgetroffenen. In 2011 en 2012 zijn subsidie-aanvragen voor diverse Indische projecten toegekend. Enkele voorbeelden van toegekende subsidies zijn het project “Foto zoekt Familie” van het KIT (Koninklijk Instituut voor de Tropen en de filmdocumentaire “Buitenkampers, de kleur van overleven” van Holland Harbour Productions.
Belangrijk thema
De oorlog in voormalig Nederlands-Indië en de Bersiap-periode zijn thema’s die terugkomen in diverse projecten van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het Comité heeft de ambitie om zich de komende jaren in te zetten om de kennis over de wereldschaal van de oorlog te bevorderen. En Nederlands-Indië is daarbij een zeer belangrijk onderwerp. Nine Nooter zegt hierover: “Het Comité zal dan ook blijven zoeken naar mogelijkheden om aandacht te schenken aan de diverse aspecten van de oorlog in Nederlands-Indië”.
Media-partner NICC.
Opmerkingen