Het was me het jaar wél. De emoties in verband met Nederlands-Indië liepen hoog op. Alsof we op zolder nog een oude kist vonden met daarin allerlei dingen waarvan we het bestaan misschien wel kenden, maar die nog lang niet waren verwerkt: brieven, documenten en foto´s, zaken die ons hart raken en die we maar moeilijk los kunnen laten.
In augustus, de maand van de herdenking, werd veel aandacht besteed aan de onafhankelijkheid van Indonesië. Het was zeventig jaar geleden dat Soekarno de ‘Proklamasi’ voorlas: een moment van hoop voor de Indonesiërs, maar voor de vele Indische Nederlanders het begin van veel ellende. Tegelijkertijd was er veel media-aandacht voor nieuwe onderzoeken naar de manier waarop we onze kolonie wilden veiligstellen. ‘Structureel geweld’, heette het in de woorden van verschillende onderzoekers.
Backpay
De laatste maanden stonden in het teken van de ‘backpay’. Eerst beloofde de regering niets, toen alleen een uitkering aan nog in leven zijnde ambtenaren en militairen, en daarna werd de deur opengehouden om alsnog verder te onderhanden over de overige punten van de Indische Kwestie. Onrecht verjaart niet. Herman Bussemaker, de onlangs overleden ex-voorzitter van het Platform, had nog graag méér gezien.
De Lesseps, Port Said
De media-aandacht betreffende Nederlands-Indië was dit jaar nogal negatief gekleurd. Toen in mei de biografie van Jan Pieterszoon Coen verscheen, werd verbaasd gereageerd op het feit dat de schrijver zo ‘neutraal’ was, en zich niet bijzonder negatief uitliet over de misdaden van de man. Het was toch een aartskoloniaal, een moordenaar? Een echo van deze reacties weerklonk enkele maanden later in de berichtgeving over de oorlogsmisdaden van het Nederlandse leger. Indië was een wingewest, een stukje Aarde waar we van af hadden moeten blijven. Als dat laatste echter ons oordeel is, wat betekent dat voor de backpay? Is het honoreren van de werkzaamheden van onze ambtenaren en militairen destijds, in dat land waar we niets hadden te zoeken, niet in strijd met dit inzicht? Hoe paradoxaal ook, er is geen andere oplossing dan het correct afwikkelen van iets wat op zich zelf misschien níet correct was.
De Lesseps
Graven we wat dieper in de koffer, dan moeten we op zoek naar De Lesseps. ‘De Lesseps?’, zegt u, ‘Was dat niet de ontwerper van het Suezkanaal?’ Jawel, dezelfde. Ferdinand de Lesseps was een Franse architect die in de jaren ’50 van de 19e eeuw werd ingehuurd door een Frans/ Egyptisch consortium om het Suez-kanaal te graven. In 1869 werd het kanaal geopend. De wereldhandel kreeg een enorme opsteker. Ook voor Nederland was het kanaal een zegen. De reis naar Indië werd een stuk korter, en dus waagden veel meer Nederlandse ondernemers de tocht om in Indië hun geluk te zoeken. Grondstoffen konden nu op veel rendabelere wijze worden gewonnen en verscheept. Het Cultuurstelsel werd afgeschaft om deze ondernemers de ruimte te geven. De gevolgen voor de lokale bevolking waren minder positief: tani´s werden koelies en kregen slechtere arbeidsomstandigheden. De strategische ligging van Atjeh werd vergroot, en dus moest daar een oorlog worden gevoerd. Enzovoort, enzovoort. Het huidige Indië kan niet worden begrepen zonder aandacht voor de gevolgen van de aanleg van het Suezkanaal.
En De Lesseps? Die kreeg een standbeeld, bij de monding van zijn eigen kanaal in Port Said. Hij had het verdiend. Maar ook zijn roem was niet eeuwig. In 1882 verkochten de Egyptenaren hun aandeel aan de Britten. Deze laatsten bezetten de oevers om de zo belangrijke doortocht voor hun schepen te garanderen. Pas in 1956 veranderde dit toen Egypte het kanaal nationaliseerde. De Lesseps, die ooit werkte in opdracht van Egypte, werd nu als koloniaal gezien. Sindsdien siert zijn beeld – uit het zicht van het grote publiek – in een tuintje van de havenautoriteiten. Het kan verkeren. Roem of geen roem: zonder de ‘koloniaal’ De Lesseps zou de Indische gemeenschap in Nederland misschien maar half zo groot zijn geweest, of nog minder. Coen, De Lesseps, Soekarno: het zijn maar een paar actoren uit het Indische verleden, maar misschien
Onthullingsfestiviteiten van het standbeeld van De Lesseps
wel de belangrijkste. Onze visie op hun bijdrage aan de geschiedenis verandert steeds. Misschien kan de Indische gemeenschap, zo nauw verbonden met hun daden, juist dáár enige troost uit putten.
Eind van het jaar. Tijd om de koffer – ook al is het voor even – te sluiten. En te hopen op vrede.
Java Post, december 2015.
ICM 22.12.2015
Opmerkingen
83