„Voor geweldsontsporingen van Nederlandse zijde in die jaren wil ik hier nu, in navolging van eerdere uitspraken van mijn regering, mijn spijt uitspreken en excuses overbrengen”, zo zei de koning tegen president Joko Widodo. „Dit doe ik in het volle besef dat de pijn en het verdriet van de getroffen families generaties lang voelbaar blijven.”
De Federatie Indische Nederlanders (FIN) is ’onaangenaam verrast en diep getroffen’ door de aangeboden excuses. „Ze zijn ongepast, omdat daarmee voorbij wordt gegaan aan het leed van Indisch-Nederland, een groep die zwaar heeft geleden onder Indonesische terreur.”
FIN beschouwt het als ’jammer dat de koning onderdeel is geworden van een zeer beladen onderwerp, dat bij slachtoffers en nabestaanden zeer gevoelig ligt en waarnaar momenteel een groot Indië-onderzoek door NIOD, NIMH en KITLV wordt verricht’.
„Onze ouders zouden zich omdraaien in hun graf bij het horen van het nieuws, een groep die de Indonesische slachtpartijen maar ternauwernood wist te overleven en waarvan velen hebben gewerkt aan de heropbouw van Nederland na de Tweede wereldoorlog.”
Indische-Nederlanders
Dat beaamt Peggy Stein van het Indisch Platform 2.0. „De KNIL-militairen die uit Nederlands-Indië kwamen, hebben nooit de waardering gekregen die ze verdienden en werden altijd al als oorlogsmisdadigers afgeschilderd. En dan komt dit er gewoon nog even bovenop. Ik krijg echt woedende reacties binnen vanuit een overrompelde Nederlands-Indische gemeenschap. Zojuist ontving ik de reactie van twee KNIL-militairen van 87 en 99 die hierdoor gewoon stilvallen. Natuurlijk, deze excuses aan Indonesië had de koning al eerder moeten aanbieden; maar waar het ons om gaat is dat er dan ook excuses aangeboden moeten worden aan Indische-Nederlanders voor het leed dat Indonesiërs hen hebben aangedaan.”
De uitspraken volgen op een eerdere spijtbetuiging van toenmalig minister Ben Bot. Het is de eerste keer dat ze door een Oranje worden gedaan. Op 12 september 2013 heeft Nederland bij monde van de ambassadeur al excuses aangeboden voor alle standrechtelijke executies tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) herhaalde deze excuses in 2016.
De excuses van Willem-Alexander betekenen nog niet zonder meer dat de Nederlandse staat juridisch schadeplichtig is, stelt hoogleraar Internationaal Recht Geert-Jan Knoops. „De excuses lijken in hoge mate symbolisch bedoeld. De woorden van de koning impliceren niet automatisch een civielrechtelijke aansprakelijkheid van de staat voor het handelen van Nederlandse militairen, alhoewel het gebruik van het woord ’geweldsontsporingen’ daar dicht tegen aanligt.”
Martelen en executeren
Een ’geweldsontsporing’ door Nederlandse militairen moet namelijk toegerekend kunnen worden aan de Nederlandse staat, wil de staat zelf aansprakelijk zijn, stelt Knoops. „Als bijvoorbeeld blijkt dat de militairen daar tegen de nadrukkelijke orders vanuit de staat zouden hebben gehandeld door bijvoorbeeld burgers te martelen en executeren en de staat daar niets van zou hebben geweten, zouden dergelijke handelingen wel aansprakelijkheid kunnen opleveren voor individuele militairen, maar niet zonder meer voor de staat.”
Wat wel de deur naar een schadevergoeding van de staat kan openen, is de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag vorig jaar oktober. Daarin werd geoordeeld dat de aansprakelijkheid van Nederland voor de specifieke executies en martelingen in 1947 nog niet verjaard is, hoewel het ruim zeventig jaar geleden is. Eerder kregen weduwen en een overlevende in het Indonesische Ragawede al een schadevergoeding voor de executies. Alleen moet die aansprakelijkheid bij individuele gevallen dus nog bewezen worden.
Juridische aansprakelijkheid
Knoops vergelijkt deze kwestie met Srebrenica. „Ook daar zag je dat de staat bij monde van minister Hennis in 2015 excuses aanbood aan de Srebrenica-nabestaanden, maar uiteindelijk in de rechtszaal de juridische aansprakelijkheid betwistte.”
Daar ontvingen de nabestaanden van drie moslimmannen, die in 1995 in Srebrenica waren vermoord nadat ze door Nederlandse Dutchbat-militairen waren weggestuurd van hun basis, echter uiteindelijk alsnog een schadevergoeding van in totaal 80.000 euro.
Opmerkingen