Bij de moord op een jonge controleur

Bij de moord op een jong

Moord op controleur De Kat Angelino in 1919 op verschillende wijzen herdacht

“Per gouvernementsvaartuig ´Zwaluw´ zullen, naar onze correspondent te Menado seint, de resident van Menado, beide assistenten-resident en de commandant van de gewapende politie naar Saloempagan in Toli-Toli vertrekken, alwaar de onthulling zal plaats vinden van een monument ter nagedachtenis van wijlen controleur De Kat Angelino, die aldaar op 5 Juni 1919 werd vermoord.”

Saloempaga aan noordkust van Celebes

Aldus het Soerabaijasch Handelsblad van 13 februari 1932. Een paar dagen later verscheen een verslag van de gebeurtenis in Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië:
“Op de 18de Februari liet de Zwaluw haar anker vallen voor Salampagam, waarop kort daarna de motorboot werd gestreken waarmede Resident Van Aken, vergezeld van de beide assistent-residenten van Menado, de heren Oberman en Bruggeman, de assistent-residenten van Gorontalo en Donggala, de gezaghebber van Toli-Toli, de divisie-commandant van de gewapende politie, het hoofd van de politieke recherche en de commandant van de Zwaluw zich aan wal zou begeven, gevolgd door de vlet, die de meegenomen kransen aan boord had. 
Het gezelschap werd op het strand ontvangen door de waarnemend zelfbestuurder van Toli-Toli en hoofden, terwijl verder aanwezig was een halve brigade gewapende politie. Bij de ingang van de kampong Salampagam was een ereboog geplaatst, waarop het woord ´Welkom´, terwijl langs de weg, welke recht naar het monument leidt, versierde bogen van klapperbladeren waren aangebracht. Het was een indrukwekkend moment, toen kort na de begroeting de stoet zich zwijgend opmaakte in de richting van het monument, dat aan het eind van de versierde weg in zijn schitterende eenvoud verrees. De bevolking was in niet groten getale vertegenwoordigd en stond op enige afstand van het gedenkteken, aan de linkerzijde waarvan zich de gewapende politie had opgesteld, terwijl de Resident en de overige ambtenaren het monument bezichtigden. Daarna stelden de Resident met de overige bestuursambtenaren en de zelfbestuurder zich ter rechterzijde van het gedenkteken op, waarna de Resident naar voren trad om de volgende rede uit te spreken:
´Bijna 13 jaren is het geleden, dat controleur De Kat Angelino hier met de zijnen viel in de uitoefening van zijn plicht. Een siddering is toen gegaan door heel Nederlands-Indië en het Moederland. Pijnlijk en schrijnend is altijd geweest de vraag, of deze overval, deze moord niet had kunnen worden voorkomen. Men vroeg zich af, waartoe dit gruwelijk feit moest plaatshebben; is dan De Kat Angelino voor niets gevallen? Ongetwijfeld moeten de discussies hierover de zwaar getroffen familie zeer veel leed hebben gedaan. Wij zullen nauwelijks kunnen beseffen, hoe pijnlijk dit voor de familie De Kat Angelino moet zijn geweest.´ Dan, zich richtend tot de heer Oberman, zei de Resident:
´Ik verzoek U, als vriend van de familie De Kat Angelino, aan de oude moeder en de broeders van de overledene te willen mededelen, dat De Kat Angelino niet vergeefs is gevallen. Dit schone monument moge in lengte van dagen strekken ter nagedachtenis van de jongen bestuursambtenaar, die hier gevallen is.´
En, zich richtend tot de heer Hirschman, vervolgde de Resident: ´Ik verzoek U, assistent-resident van Donggala, controlerend ambtenaar van Toli-Toli, U te willen belasten met het toezicht op dit monument. Laat het niet vervallen en bij Uw vertrek uit dit ressort, draag deze bijzondere zorg nadrukkelijk over aan Uw opvolger. Ook ik zal niet nalaten, de bijzondere aandacht van mijn opvolgers te vestigen op het schone gedenkteken, dat hier in Salampagam is opgericht.´
Hierna legde de Resident namens het corps der Europese bestuursambtenaren een grote krans.

Het monument in tegenwoordige staat, zonder de marmeren platen

Het monument bestaat uit een vierzijdige obelisk, uitgevoerd in cement op dito voetstuk. De zuil is aan alle zijden bekleed met marmeren platen, welke met bronzen kop schroeven zijn bevestigd. Onder aan het voetstuk is bevestigd een marmeren plaat met de inscriptie: ´Ter gedachtenis aan J.P. de Kat Angelino, in leven controleur van Toli Toli, die de 5de Juni 1919 hier viel in de uitoefening van zijn beroep.´ Het geheel is vier meter hoog en uitgevoerd onder toezicht van de heer Sachomski, opzichter der landschapswerken Donggala, die in November 1929 dit monument ook ontworpen heeft. Nadat de plechtigheid hier was afgelopen, begaf de stoet zich naar het gedenkteken, dat reeds enige jaren geleden voor de gesneuvelde gewapende politiedienaren is opgericht. De Resident legde een krans, waarbij een korte, maar krachtige rede in het Maleis werd gehouden, welke rede werd beantwoord door de divisiecommandant der gewapende politie. Hierna is het gezelschap aan boord van de Zwaluw teruggekeerd, om door te stomen naar Toli-Toli, waar de 19de ’s morgens de Resident met enige plechtigheid een krans legde op de gedenksteen van de vermoorde waarnemend zelfbestuurder en zijn belastingschrijver. Zo zijn voor alle medegevallenen van De Kat Angelino gedenkstenen opgericht op hunne graven, terwijl de monumenten voor De Kat Angelino zelf en voor de gevallen gewapende politiedienaren verrezen op de plaatsen, waar zij hun leven lieten.”

De aanwezigheid van de gewapende politie bij de onthulling geeft te denken. Een paar maanden later wist Het Vaderland nog enkele nieuwe details van de onthulling te vermelden:

“In aansluiting op de desbetreffende Aneta-telegrammen uit Indië kunnen we over de plechtige onthulling van een gedenkteken, opgericht ter nagedachtenis van den in 1919 in Toli-Toli gevallen controleur De Kat Angelino, nog de volgende bijzonderheden mededelen: Het initiatief tot het plaatsen van een gedenkteken in Saloempagam, de desa aan de Noordkust van Toli-Toli gelegen, waar de moord werd gepleegd, is uitgegaan van de assistent-resident J. Oberman, die in Leiden de drie broeders De Kat Angelino als vrienden gekend heeft. Door vele mutaties onder de bestuursambtenaren kon zijn initiatief niet worden uitgevoerd met die voortvarendheid, welke hij wenste. Maar tenslotte kon dan toch gevolg worden gegeven aan de gedachte om op kosten van de landschapskas van Toli-Toli een passend gedenkteken te plaatsen in de desa waar de jonge controleur in de vroege ochtend van den 5de Juni 1919 met velen van zijn gevolg viel. (….)
Voor de ingang van het dorp was een erepoort opgericht met het woord Welkom, een begroeting, welke bij deze bijzondere plechtigheid wat vreemd aandeed, maar toch een getuigenis was van de goede gezindheid der bevolking, voor wie het toch niet aangenaam zal zijn blijvend te worden herinnerd aan de wandaad van 1919. (…)
Het monument voor wijlen Controleur De Kat Angelino is een obelisk van vier meter hoog, op een voetstuk van cement, aan alle zijden bekleed met in Soerabaja vervaardigde marmeren platen, vastgehecht met bronzen knoppen. Onder aan de voet is een marmeren plaat bevestigd, met de woorden:
´Ter nagedachtenis aan J. P. de Kat Angelino, in leven Controleur van Toli-Toli. die de 5de Juni 1919 hier viel, in de uitoefening van zijn beroep´. Aan de achterzijde is in het Maleis een opschrift gesteld: ´Tanda Peringatan Kepada Almarhoem J. P. de Kat Angelino, controleur di Toli-Toli, jang wafat pada tanggal 5 Juni 1919, pada waktoe la mendjalankan kewadjibannja´.”

Het pantserschip Hr.Ms. De Zeven Provinciën (1910-1933) in 1921, op de rede voor Salumpaga. Een teken van macht.

De Sarekat Islam

In deze berichten over de onthulling van het monument geen woord over het conflict dat tot de dood van De Kat Angelino had geleid. Hierover het Algemeen Handelsblad:

“De onthulling van dit gedenkteken voert ons in herinnering terug naar de woelige dagen van Juni 1919, het jaar van grote propagandistische activiteit in de kringen der Sarekat Islam. Het was toen dat deze vereniging – welker leider Tjokroaminoto, geplaatst tussen de richting van de nationaal-democraat Abdoel Moeis en die van de revolutionnair-socialist Semaoen, ter bewaring van de eenheid grote concessies moest doen aan de Semarangse roden – onder de leuze van ´strijd tegen het zondig kapitalisme´ te velde trok tegen de suikerindustrie eerst, als vertegenwoordigster van het overheersers-kapitalisme. Een actie werd ingezet – in het kort verhalen wij hier even de voorgeschiedenis – ter verkrijging van inkrimping van het suikerriet-areaal ten behoeve van de rijstaanplant, als maatregel om in de heersende rijstschaarste te voorzien.
Nauwelijks was deze strijd verloren en waren de gemoederen op Java tot rust gekomen, of op Celebes trokken de toestanden de aandacht. Kort na een propaganda-bezoek van den Sarekat Islam, vice-president Abdoel Moeis aan Midden-Celebes, brak in Toli-Toli op 5 Juni 1919 een oproer uit, waarbij een Nederlands bestuursambtenaar, een landsgrote en enige politie-beambten verraderlijk werden vermoord. De S. I.-propaganda had er de primitieve bevolking tot razernij gebracht. (…)
Het gedenkteken voor wijlen controleur De Kat Angelino is dus eerst onthuld dertien jaren nadat hij viel in dienst van zijn vaderland. Waarbij wij erop wijzen dat zijn graf zich bevindt op de begraafplaats Tanah Abang te Batavia, waarheen destijds het stoffelijk overschot werd overgebracht.”

Met andere woorden: het was de schuld van de opruiingen van de Sarekat Islam die ertoe had geleid dat de bevolking van Saloempagan zo gewelddadig was geworden. Misschien had deze uitleg een grond van waarheid. In 1993 schreef de Amerikaanse historica Ruth T. McVey: “In de maand mei 1919 reisde Moeis namens de Sarekat Islam over Celebes: zijn reis inspireerde tot nieuw enthousiasme voor de beweging, en in sommige streken weigerden de bevolking  bij te dragen aan de herendiensten. Een maand later werd de Nederlandse controleur De Kat Angelino vermoord toen hij in Toli-Toli deze herendiensten wilde forceren.”

In de Nederlandse pers werd duidelijk de schuld gegeven aan de Sarekat Islam. Toch gaf ook McVey al aan, dat de zaak ingewikkelder lag. De voorstanders van een ethische politiek voelden zich ongemakkelijk bij het gebeurde. Zowel het Volksraadlid Abdoel Moeis als de vermoorde De Kat Angelino werden beschouwd als gematigd. Tegenstanders van de ethische benadering spinden garen bij de moord door te wijzen op de noodzaak van een meer harde aanpak. Het lijkt erop dat de tijdsgeest een grote rol heeft gespeeld bij het gebeurde. Men bedenke hier, dat de Russische Revolutie anderhalf jaar eerder had plaatsgevonden, en dat ook in Nederland, bij monde van Pieter Troelstra, kort daarvoor de revolutie was uitgeroepen. Zelfs een kleine desa-opstand in Noord-Celebes hield verband met het wereldgebeuren.

De uitleg volgens Indonesische zijde

Op de website van Salumpaga, zoals het dorp thans heet, lezen we de Indonesische versie:

“Volgens de bestaande belastingordonnantieën waren de bewoners van Saloempaga verplicht tot het leveren van herendiensten: belasting in arbeid. Kort voor de vastenmaand kregen zij opdracht veertig man te leveren voor de aanleg van een weg tussen Naloe en Kalangkangan. Omdat de duur van hun arbeid (14 dagen) zich zou uitstrekken tot 6 dagen binnen de ramadantijd, verzochten zij om uitstel. Dit nu werd geweigerd. De Kat Angelino en de lokale regent verwezen steeds naar elkaar. De mannen die het werk moesten uitvoeren, ontvluchten het dorp.

De Kat Angelino stapte nu  aan boord van een prauw, samen met enkele belasting-ambtenaren en vijf politie-agenten, om in Saloempaga orde op zaken te stellen. Het dorpshoofd vertelde hem dat de mannen niet waren gevlucht, maar zich slechts tijdelijk bij hun familie hadden gevoegd om de vastentijd te vieren. De Kat Angelino accepteerde deze uitleg niet, en gaf de politie opdracht de mannen gevankelijk mee te voeren naar Toli-Toli. Toen de hadj De Kat Angelino verzocht om in ieder geval de mannen ongeboeid te vervoeren, en ook hierop het antwoord negatief was, werd De Kat Angelino onthoofd met een enkele slag van een parang (kapmes). De eerder gevangen genomen dorpelingen stortten zich nu op de politie-agenten en belasting-ambtenaren en doodden ook dezen.

De strijd was ongelijk. Toen het bericht van de moord Toli-Toli bereikte, begaf assistant-resident Junius zich met een klein legerescorte aan boord van m.s. Janssens naar Saloempaga. Achtentwintig dorpelingen werden gevangen genomen en opgesloten in gevangenissen in Makassar, Menado en Soerabaja. In 1921 veroordeelde de Landraad drie man, Kombong, Otto en Hasan, tot de doodsstraf, de hadji tot levenslange gevangenisstraf, en de overige 24 tot straffen van 5-20 jaar.  Ver van hun desa zaten de mannen hun straffen uit in de gevangenis op Noesa Kembangan, aan de zuidkust van Java.”

´Gewapend verzet, hoe dan ook´

Aldus de versie van de Indonesiërs. Het Nederlandse antwoord, zoals vermeld in het ´Kort verslag´ van de residentie Menado over juni 1919:

“Ofschoon het onderzoek naar de treurige oorzaken van het treurig voorval nog niet geheel afgelopen is, mag als vaststaand aangenomen worden, dat de invloed der Serikat Islam het is geweest, die de bevolking in een zulken staat van opwinding bracht, en die invloed is na het bezoek van Abdoel-Moeis plotseling zeer versterkt. (…) Het dient vermeld dat de aanvankelijk verkregen indruk, als zoude het voorgevallene toe te schrijven zijn aan verbittering wegens het ten uitvoer leggen der straffen wegens verzuimde, herendiensten juist tijdens de Poeasa, niet bevestigd is. Deze opvatting was het gevolg van verklaringen van het kampong-hoofd, volgens wie twee malen aan de controleur verzocht was, de tenuitvoerlegging van straffen uit te stellen tot na de Poeasa. Dit hoofd is nadien echter hoogst onbetrouwbaar gebleken. Zijn verklaringen zijn niet bevestigd door anderen; integendeel, ten stelligste door het districtshoofd van Noord-Toli-Toli tegengesproken. De Poeasa zelf had op de houding der bevolking geen invloed. Ook buiten de vastentijd zouden de zaken de zelfde loop genomen hebben. Reeds in de in Mei gehouden vergadering, na die welke Abdoel Moeis belegd had, was tot verzet besloten, onafhankelijk van de tijd, voor, tijdens of na de poeasa, waarop de – onwilligen en nalatigen last tot het hervatten van herendienstwerk zou gegeven worden. Uit het onderzoek is gebleken, dat de komst van de controleur in ieder geval, op welk tijdstip ook, tot gewapend verzet zou hebben geleid.”

Het monument

Waar geen van beide partijen over spreekt – en misschien was het wel méér dan een detail – was de onervarenheid van de controleur. Johannes Petrus de Kat Angelino, zoon van dominee Jacob Johannus de Kat Angelino en Sara Jacoba Veen, werd geboren in de Gelderse gemeente Deil op 18 september 1894. Na afronding van het gymnasium volgde hij in Leiden een opleiding tot Indisch ambtenaar. Bij resolutie van den Minister van Koloniën werd hij op 26 Februari 1916 ter beschikking gesteld van de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Later dat jaar reisde hij naar Indië, en werd begin 1917 aangesteld als aspirant controleur op Noord-Celebes. Zijn bestuurservaring was dus wel héél gering toen hij zich geconfronteerd zag met de complexiteit van het conflict in Saroempaga. Hij was nog geen 25 jaar toen hij werd gedood. Had een meer ervaren controleur zich niet twee keer bedacht alvorens de dorpelingen een excuus te geven om gewelddadig te worden?

Het Indonesische monument in Salumpaga

Tenslotte nog een woord over het monument voor De Kat Angelino. Bijzonder genoeg  is “de obelisk van vier meter hoog, op een voetstuk van cement, aan alle zijden bekleed met in Soerabaja vervaardigde marmeren platen, vastgehecht met bronzen knoppen” behouden gebleven, zij het dat de marmeren platen zijn verwijderd. In Sarumpaga wordt het monument nu gezien als erfgoed van de strijd van het Indonesische volk tegen de koloniale overheersers. Om iedere twijfel over de interpretatie weg te nemen, is even verderop een nieuw monument opgericht om deze strijd te herdenken. Dit nieuwe monument verwijst wel héél nadrukkelijk naar de dood van De Kat Angelino: een parang, geplaatst op een voetstuk.

x

Bronnen
Sumatra Post, 18 juni 1919:
Soerabaijasch Handelsblad van 13 februari 1932
Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 15 februari 1932
Algemeen Handelsblad, 8 maart 1932
Het Vaderland, 12 april 1932
Ruth McVey, The rise of Indonesian communism, Cornell University, 1965, pp 39-40.
http://kampuhku.blogspot.com/search/label/Sejarah%20Desa

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives