10897369689?profile=original

BERSIAP -  EINDELIJK ONDERZOEK NAAR DEKOLONISATIEOORLOG INDONESIË

Wat gebeurde er nu echt?

Wat is er precies gebeurd tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië van 1945 tot 1950? Gisteren vond de aftrap van een vierjarig onderzoek naar die periode plaats. Na al die jaren moeten alle kaarten eindelijk op tafel. NIOD-directeur Frank van Vree: „ Het is belangrijk om de geschiedenis te kennen, ook al is het in veel opzichten pijnlijk.”

Dat er in de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs extreem geweld is toegepast, staat vast. Dat er veel doden vielen ook. Maar wie had welk aandeel? „We kijken naar de rol van Nederland én van Indonesië”, zegt NIOD-directeur Frank van Vree. Het instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies is een van de partijen die het onderzoek uitvoert. „We proberen de dynamiek van de gebeurtenissen te laten zien. Hoe volgde de ene ontwikkeling uit de andere?”

Waarom het onderzoek nu pas wordt uitgevoerd? Volgens Van Vree was er lange tijd angst om terug te kijken op de door Nederland verloren oorlog. „Het was pijnlijk.” Maar dat er nu alsnog een groot onderzoek wordt gehouden heeft ook een politieke aanleiding. „Het officiële regeringsstandpunt uit 1969, dat er alleen maar wat excessen hebben plaatsgevonden, is niet meer houdbaar.”

Het was een ’moetje’ voor Jan Twigt (nu 92) uit Utrecht. Als dienstplichtige werd hij in februari 1947 uitgezonden naar West-Java. „De omstandigheden waren niet zo dat ik kon onderduiken. Ik ging mee als administrateur. Je slaat je bivak op, zit midden tussen de troepen en hoort over alle gruwelijkheden.”

Dat er nu eindelijk een volledig onderzoek komt naar de dekolonisatieoorlog vindt hij ’heel goed’. „In het begin werd het doodgezwegen. Omdat de historie Nederland niet welgevallig was. Enerzijds voerden de soldaten gewoon hun opdracht uit. Daar heengaan valt hen niet te verwijten. Maar sommige misstanden zijn militairen natuurlijk wel aan te rekenen: de politionele acties waren eigenlijk guerrilla.”

De veteraan juicht het toe dat het om een gezamenlijke studie is van Nederland en Indonesië. „Er gaan veel mythes rond, die voor delen misplaatst zijn. Enige jaren geleden werd de bal alleen naar de Nederlanders toegespeeld. Maar zo zwart-wit is het niet. Tijdens de Bersiap hebben ook de Indonesiërs de beest uitgehangen.”

Jan Somers (86) maakte in Soerabaja de Bersiap mee, de periode van chaos en dreiging die werd vernoemd naar de kreet die de Indonesische strijders gebruikten (’Wees paraat’). Via de omroepzuilen hoorde de toen 15-jarige zoon van een Nederlandse vader en een Indische moeder in augustus 1945 in zijn woonplaats over de onafhankelijkheidsproclamatie.

Pas na een vlagincident op 19 september werd de situatie grimmig. „Op het Oranjehotel in de stad was een Nederlandse vlag gehesen, wat door Indonesische jongeren als een provocatie werd opgevat. Ze bestormden het hotel, van de neergehaalde vlag werd de blauwe laan eraf gescheurd en de vlag werd als rood-witte Indonesische vlag weer gehesen.”

Chaos

Somers zag de chaos steeds groter worden. „Ik zag op straat het afslachten van Japanners. Een lijk in de rivier. Na de Japanners kwamen de Indo’s, kinderen van gemengde ouders, aan de beurt.” Vanaf maandag 15 oktober ’bloody Monday’ werden mannen en jongens naar de Werfstraatgevangenis overgebracht. Voor de hoofdpoort had zich een opgewonden menigte met bamboe speren, knuppels en kapmessen verzameld waar de aan hun lot overgelaten gevangenen doorheen moesten zien te komen. „Het ware bloederige taferelen.”

Ook Somers werd opgepakt. „We werden met meer dan honderd man in kamers gestopt waar normaal twintig man in zaten.” In november volgde de bevrijding door de 5de Brits-Indische divisie. Tijdens de Slag om Soerabaja werd de gevangenis van Somers als eerste bestormd. „De eerste schoten van het Engelse scheepsgeschut klonken tijdens het uitdelen van het ontbijt.” De gevangenen werden terug naar hun cel gebracht, de bewakers vergaten sommige deuren te vergrendelen. „Via een gat, geschoten in de achtermuur, wisten we ’s middags met ongeveer drieduizend mannen en jongens te ontsnappen.” Als corveeër van het Rode Kruis kon hij in 1946 met zijn familie per boot naar Nederland.

Ook Somers ziet de gruwelijke periode die hij meemaakte niet zwart-wit. „Ik voel me geen slachtoffer. Er zijn dingen gebeurd die pijnlijk waren. Maar dat is geschiedenis. Het betekent echt niet dat ik sindsdien alle Indonesiërs onaardig vind.”

Knop

Als hij het over die periode heeft ’draait hij een knop om in zijn hoofd’. „Dan speelt de film zich af.” In Nederland was het voor Somers lastig om erover te praten. „Ze hadden hier geen idee wat zich daar afspeelde. Het was voor Nederlanders moeilijk zich om zich in de situatie te verplaatsen. Dan klap je gauw dicht.”

Somers is blij dat er nu eindelijk op een rijtje wordt gezet wat er is gebeurd. „Niemand weet het precies. De informatie die er nu is, is een zooitje. Bovendien is er zo veel oud zeer. Binnen de Indonesië gemeenschap is het een heikel onderwerp. Het is goed dat nu samen met de Indonesiërs de feiten worden vastgesteld.”

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Opmerkingen

Dit antwoord is verwijderd.

Blog Topics by Tags

Monthly Archives