Het Indisch verzet tegen de Japanse overheersing is gedurende lange tijd nagenpeg onbekend gebleven. Het was als het ware ondergesneeuwd geraakt in de turbulente en bloedige Bersiap periode in Indië ná de capitulatie van Japan. Na de inval van Japan hebben zich op verschillende eilanden van de
Willemsz Geerofs (links)
Indische Archipel verzets- en guerrillagroepen gevormd. Zowel militairen als burgers weerstonden voor langere of kortere tijd als verzetsstrijder de Japanse bezetter. Zij voerden hierbij paramilitaire en sabotage-acties uit. Personen uit verschillende bevolkingsgroepen dezen aan het verzet mee. Het grootste deel van de verzets-strijders werd gevormd door Indische Nederlanders, Molukkers en blanke Nederlanders, maar ook een aantal Chinezen en Papoea’s deed hieraan mee. Guerrilla-groepen waren er onder andere in Celebes, Noord-Sumatra, Timor en Nieuw-Guinea.
Direct na de landing van de Japanse troepen in Nieuw-Guinea trok in april 1942 een tachtig man
Verzetsleider Koops Dekker
sterke paramilitaire groep het oerwoud van de Vogelkop in. De leiding was in handen van KNIL-kapitein Willemsz Geeroms. De groep bestond uit militairen, kolonisten, bestuursambtenaren, Amerikanen en voormalige dwang-arbeiders. Gevechten met de Japanners, ziektes en uitputting eisten echterhun tol. Enkele leden van de groep werden door de Japanse eenheden gevangen genomen en geëxecuteerd. Toen in september 1944 deze verzetsgroep in contact kwam met de Geallieerden, telde de groep nog slechts 16 overlevenden.
Opmerkingen