“De Indische Kwestie” nogmaals door Herman Bussemaker

10897254265?profile=original“De Indische Kwestie” nogmaals  

door  Herman Bussemaker

Als gevolg van de 41 maanden Japanse overheersing van voormalig Nederlands-Indië werden de salarissen en pensioenen niet uitbetaald. Na de Tweede Wereldoorlog weigerden het Nederlands-Indische Gouvernement enerzijds als ook de Nederlandse regering in Den Haag deze  achterstallige gages uit te betalen. Dit in schril contrast tot de Nederlandse ambtenaren en militairen die door    de Duitse bezetter hun salarissen en pensioenen gedurende de 

oorlogsjaren niet uitbetaald kregen en die na de oorlog hun loon wel volledig werden uitbetaald. Extra pijnlijk is bovendien dat het door de Japanners geïnterneerde personeel van de Koninklijke Marine hun gage WEL hebben ontvangen. De toenmalig minister van Marine in het Kabinet Schermerhorn vond het niet meer dan een plicht om deze ereschuld aan het Marinepersoneel in te lossen. De gevolmachtigde minister voor het KNIL dacht daar anders over.

Het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL)  http://youtu.be/74hu5mRBZVo

Nog ernstiger is de regelrechte discriminatie van de Nederlandse overheid ten opzichte van de Nederlandse burgers uit voormalig Nederlands-Indië door het niet vergoeden van de particuliere oorlogsschade. In februari 1951 nam de Nederlandse regering de Wet op Materiële Oorlogsschade (WMO) aan. Deze hield in dat alle oorlogsschade die door Nederlanders werden geleden als gevolg van de Duitse bezetting volledig kon worden geclaimd. Echter de Nederlanders afkomstig uit voormalig Nederlands-Indië en die oorlogsschade hadden geleden onder de Japanse bezetter, werden hiervan expliciet geheel uitgezonderd. De toenmalige regering was   van   mening   dat   de   nieuwe

DISINU – Het verhaal van opa Tehupelasury http://youtu.be/0_58FgC8OMU

regering van de Republiek Indonesië daarvoor verantwoordelijk was. Onder de WMO is aan Nederlandse particulieren in de loop der jaren een bedrag van in totaal 5,9 miljard guldens uitbetaald. Dit bedrag was hoger dan wat Nederland aan Marshallhulp ontving.

De Nederlandse overheid presteerde het zelfs om ook de slachtoffers van de Watersnoodramp van 1953 onder deze regeling te laten vallen. De Nederlanders uit voormalig Nederlands-Indië kregen geen cent. Voor de goede orde dient vermeld te worden dat het Nederlandse Marinepersoneel weliswaar het achterstallig salaris ontving, maar evenmin de geleden oorlogsschade vergoed kreeg.

10897253880?profile=originalWetenschappelijke studies

 Als onderdeel van Het Gebaar uit december 2000 wist Het Indisch Platform te bewerkstelligen dat er wetenschappelijke studies zouden komen naar deze twee aspecten van De Indische Kwestie: de Backpay en de materiële oorlogsschade. Deze studies, uitgevoerd door historici van het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie) verfschenen in 2005 en 2006. Hierna verscheen een overzichtsrapportage in 2007. In beide studies werd overduidelijk aangetoond dat de opeenvolgende Nederlandse regeringen ERNSTIG IN GEBREKE waren gebleven wat betreft de Nederlandse landgenoten uit het voormalige Nederlands-Indië. Er werd aangetoond dat Het Gebaar uit 2000 geenszins een compensatie was voor de twee bestudeerde aspecten van De Indische Kwestie. Ook bij de in februari 2001 gehouden Parlementaire behandeling stelde de toenmalige minister van Financiën Gerrit Salm klip en klaar dat Het Gebaar in het geheel niets te maken had met het herstel van materiële oorlogsschade.

 Zeer beschamend in deze NIOD rapporten is de vergelijking van de Nederlandse situatie met die in de diverse andere landen die in oorlog waren geweest met Japan. De Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk hebben hun landgenoten uit de Aziatische koloniën ruimhartig gecompenseerd, ook voor de geleden oorlogsschade. Zelfs het toen straatarme Portugal heeft haar landgenoten uit Portugees Timor en Macao volledig gecompenseerd. De Nederlandse overheid slaat wat dat betreft dus niet echt een goed figuur.

Wat ook de politieke kleur is geweest van de opeenvolgende Kabinetten, nu al 68 jaar lang wordt categorisch geweigerd om zelfs maar de Indische Kwestie in het Parlement te behandelen. Om dan nog maar niet te spreken van een oplossing ervan. De angst was en is dat een adequate compensatie van de Indische gemeenschap heel erg veel geld zal gaan kosten. Het gaat dan ook om een grote groep mensen.

DVD: “De strijd om Indië 1945 – 1950” (trailer)  http://youtu.be/Qu9YspavVXw

In de jaren ’50 van de vorige eeuw vluchtten zo’n 300.000 Nederlanders uit Nederlands-Indië naar het veilige Nederland. Velen van hen hadden de horrorbeelden van de Japanse kampen en de daarop volgende Bersiap periode nog op het netvlies. Zij kwamen naar een land dat zij nauwelijks kenden en waar zowel de overheid als ook de inwoners hen als vreemdelingen behandelden. Sterker nog: in het beruchte Werner rapport uit 1953 werden de zogenaamde “oosterse Nederlanders” gezien als

een “GEVAAR VOOR DE OPENBARE ORDE” in Nederland. Wie de discriminatie en de kille ontvangst in Nederland en het gevoel van “niet welkom zijn”heeft meegemaakt, zal dit niet licht vergeten. Dit was dan ook voor het Kabinet Kok-I een reden om “Het Gebaar” in te stellen.  

 

 Een politiek onderwerp

Het Indisch Platform is zich ervan bewust dat een volledige vergoeding van alle geleden schade nu een onmogelijkheid is. Dan spreekt men al gauw over vele miljarden euro’s. Ook in het buitenland is niet altijd de compensatie volledig geweest. Maar de kern van de zaak was daar het wegnemen van gevoelens van discriminatie en ongelijkheid, alsmede de erkenning van het collectief en individueel ondervonden leed. Het Indisch Platform streeft naar eenzelfde oplossing in de Indische situatie. Maar zowel de regering Balkenende-IV als de regering Rutte hebben met steun van de betrokken regeringsfracties categorisch geweigerd om beide NIOD studies Parlementair te behandelen.

Interview Florine Koning met historicus Herman Bussemaker, voorzitter Het Indisch Platform, tijdens de TongTong Fair 2011. Met uitleg over “De Indische Kwestie”. http://youtu.be/zLyC74)yv5M

 

10897254482?profile=original Het dichtstbij kwam het op 30 juni 2011, toen de motie Dijkstra van D66 om de rapporten te laten bestuderen door een Commissie van Wijze Mensen, in de Tweede Kamer verworpen werd met slechts twee stemmen verschil. Zelfs de SGP, die normaliter altijd de regeringspartijen steunt, stemde nu vóór de motie

Dijkstra. Deze heeft het dus net niet gehaald.

Het ontraden van de motie door de Staatssecretaris van VWS maakte de Indische Kwestie tot een politiek onderwerp. Dat is betreurenswaardig, aangezien het een parlementaire traditie is, dat zaken rond oorlogsslachtoffers Kamerbreed afgewikkeld worden; juist omdat deze geen speelbal van de politiek mogen zijn. De consequentie is, dat Het Indisch Platform zich in politiek vaarwater gaat begeven. Een eerste stap daarin is de Tweede Kamer. Deze moet los van de regering ervan overtuigd worden dat het haar politieke verantwoordelijkheid is om de twee NIOD rapporten te gaan behandelen. De Tweede Kamer heeft dit tot nu toe niet willen of kunnen doen. De Tweede Kamer heeft in de richting van de regering een controlerende functie.

 

Doel van de petitie

De petitie van Het Indisch Platform richt zich daarom tot de Indische gemeenschap, maar ook tot iedere andere burger die hier tegenover sympathiek staat, om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen ter ondersteuning van de petitie. Hiermee wil men de Tweede Kamer bewegen haar verantwoordelijkheid te nemen en de regering te instrueren om de onderhandelingen met Het Indisch Platform te heropenen, teneinde een voor allen bevredigende oplossing van De Indische Kwestie te vinden. De bedoeling is om op 5 maart de petitie, voorzien van zoveel mogelijk handtekeningen, aan te bieden aan de voorzitter van de Tweede Kamer met het dringende verzoek, uitvoering      te geven aan de in de petitie geformuleerde wens van de Indische gemeenschap om eindelijk een streep te zetten onder dit zo beladen verleden.

 

In eerste instantie is er voor ieder     die beschikt over een computer       met internet een digitale versie,    welke te vinden is op de website: http://deindischekwestie.petities.nl Deze versie is gebaseerd op e-mail herkenning, dat wil zeggen, dat onder eenzelfde e-mail adres slechts één ondertekening mogelijk is. Met andere woorden: een echtpaar met hetzelfde e-mail adres kan slechts één handtekening zetten. Jammer, maar zo werkt de site nu eenmaal. Daarnaast bestaat er een “papieren versie”, die te vinden is op de website van Het Indisch Platform als ook op die van het Nederlands Indisch Cultureel Centrum. Adressen: www.indischplatform.nl en www.indisch-centrum-denhaag.nl. Bij deze laatste kiest u op de website in het MENU: Nieuwsbrieven en daarna: Uitnodiging. Deze kan men eenvoudig uitprinten om dan handmatig in te vullen en te ondertekenen, waarna deze met voldoende frankering aan het postbus-nummer van Het Indisch Platform verstuurd kan worden.  Voor uw gemak hebben wij aan het eind van deze Nieuwsbrief deze “papieren versie” opgenomen, die u gemakkelijk kunt uitprinten. Hierbij vragen wij        u tevens om hiervan wat meer afdrukken te maken om eventueel uw familieleden, vrienden of kennissen ook te laten ondertekenen. U hoeft hiervoor NIET de gehele Nieuwsbrief af te drukken. De meeste printers hebben een annuleertoets die u op ieder gewenst moment na het printen van de petitie kunt indrukken, zodat de rest niet wordt afgedrukt.

Nogmaals, het is van het grootste belang om zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen. Wij rekenen op uw medewerking.


E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives