Verboden foto’s eerste politionele actie

10897240880?profile=originalVerboden foto’s eerste politionele actie     

Herinneringen aan Nederlands-Indië kwamen boven op een stille warme zomeravond, zittend  op het terras bij het bekijken van de “verboden foto’s” van Louis Zweers: “Strijd om Deli”, over de eerste politionele actie bij Medan op Sumatra. Het schemerige licht, de brandende tuinlichtjes tegen de muggen en de muggen zelf, vormden een perfect decor. Waarom de foto’s destijds verboden waren, is 

 

 

mij niet geheel duidelijk. Misschien om het Nederlandse volk of de Amerikanen, die Indonesië onder hun invloedssfeer wilden brengen tegen het opkomende communisme in Azië, niet te choqueren. Bij het lezen van de plaatsnamen in het boekje kwamen oude ervaringen boven. Vooral bij Perbaoengan, een plaatsje tussen rubber- en palmolieplantages.

De eerste dag van de eerste politionele actie leverde het KNIL, als elite beroepseenheid, de voorhoede-gevechten. Vanuit Medan, via de Straat van Malakka, landde het zesde Bataljon Infanterie (voorheen het Medan-Bataljon) in de buurt van het dorp Perbaoengan. In de Deli Courant stond het verslag van een militair: Op 28 juli te 0.00 uur werden een gedeelte van de Ostcie, de gehele 2e, 3e en 4ecie en een peloton met pantserauto’s op 2 L.C.T.’s ingescheept teneinde een landing bij Pantei Tjermin uit te voeren. Het convooi werd beveiligd door hert corvet H.M. Banda en de R.P.’s 119, 122 en 130. Slechts het hoogstnoodzakelijke werd meegevoerd, omdat na de landing slechts drie trucks per cie beschikbaar zouden zijn. Om 07.00 uur werd het landingspunt door de Banda en een Mustang bepoeierd. De poging van de

 

Marine om de L.C.T.’s aan het strand te zetten, mislukten jammer genoeg. Ze bleven 30 meter van het strand steken op een zandbank. Wij waren gedwongen naar de wal te waden. De 3e cie vormde een bruggenhoofd. De rest volgde en zette te voet de opmars voort naar Perbaoengan. Onderweg werd nog geregeld op tegenstand ondervonden, wat het noodzakelijk maakte om aan weerszijden van de weg op te rukken. Dit vertraagde de opmars natuurlijk enorm. Spoedig bleek dat Perbaoengan in rand was gestoken. Om 12.30 uur was het plaatsje genomen en kon de 4e cie verhinderen dat de brug over de Soengai Oelar vernield zou worden. Op 29 juli om 05.00 uur werd de opmars weer voortgezet. Om ongeveer 17.30 was Siantar in onze handen met betrekkelijk weinig tegenstand. We maakte aanzienlijke hoeveelheden wapens en munitie buit en er werden vele gevangenen gemaakt. De N.R.I. verpleegsters hadden hun handen vol aan het wegpikoelen van de gewonden en gedode N.R.I. strijders. Bevrijd werden de Sgt. De Lange en de soldaten Groen en Johan Pataleimonia en de sultans van Langkat en Asahan.

Wij – een bataljon dienstplichtig ongeregeld – rukten over land in enkele dagen op vanuit Medan naar Perbaoengan, via de takaks- en rubberplantages. In de nacht van 23 juli 1947 hadden we een tegenaanval van de TNI op Medan afgeslagen.

 

 

Onderweg bleek niet zo heel veel kapot of in rand geschoten, maar hier en daar had de TNI (Indonesische leger), dat de bergen in was gevlucht, huizen vernield of in brand gestoken. De foto’s van de lege straten in de plaatsen waar we doortrokken, deed de geur van toen, tropenlucht vermengd met brandlucht, herleven.

In Perbaoengan werden we, zoals vaak, in een school gelegerd. Onze veldbedden waren nog niet aangekomen en dus lagen we op een opgevouwen deken op de cementen vloer. We waren jong, bovendien moe en sliepen toch wel. Mijn broek, een paar maten te groot voor zo’n tengere jongen als ik was, had ik aan het voeteneind gelegd. Hadden ze in de militaire dienst ooit passende kleding? De veel te wijde broekspijpen waren een voordeel toen ik ’s morgens de broek weer aantrok en in mijn kuit werd gebeten door een schorpioen. In een reflex pakte ik het beest samen met de stof van de broekspijp beet en kneep hem fijn. De hospik, die niet meer medische kennis had dan nodig was voor het aanleggen van een verband, deed er een scheut jodium

op, met een gezicht van: ‘hoe gaat dit aflopen…’ Ik vroeg het me ook af, maar uiteindelijk het viel mee. De nachtelijke tropische geluiden van toen kwamen, bij het bekijken van de foto’s, in mijn herinnering. Als je ’s nachts op wacht stond en een tak of een vrucht van een boom op het golfplaten dak van de stelling viel, schrok je je al haast een beroerte. Je probeerde ’s nachts een voorwerp niet met je ogen te fixeren, want dan ging het in je idee geheid bewegen. En als je er dan naast keek, stond het stil (als het een voorwerp was dat ook stil stond). Het voornemen om terug in Nederland midden in de nacht uit je bed te komen en voor je huis op wacht te gaan staan, de oude sfeer op te roepen, de opluchting te voelen als de zon opkwam en de dingen om je heen weer helder werden, heb ik maar niet uitgevoerd.

Later, toen ik een paar maal Indonesië bezocht, kwamen de geur en de geluiden van de tropen niet helemaal terug zoals ik ze in mijn herinneringen bewaarde. Waarschijnlijk keek en luisterde je toen scherper, angstiger en intenser. De oude herinneringen bleken onlosmakelijk verbonden met de jeugd, de gevoelend en het nieuwe waarmee je toen de dingen onderging. Nu bij het bekijken van de foto’s, kwamen ze terug. De warme zomeravond en misschien het flesje wijn, droegen er aan bij.

Piet Scheele.

 Met dan aan NICC!

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives