Den Haag politiek van toen.
Den Haag politiek van toen
Als redacteur van ICM Media Platform blikt je terug naar het politiek landschap van toen. Als redacteur probeer alle dagelijkse ontwikkelingen in beeld te brengen. Velen denken het is werk achter je bureau op kantoor. Nee, is veel reizen om zelf van overtuigen van het verhaal. Helaas ging dit mis bij het Indisch Platform die alles op een hoop veegde. Dit overkwam ICM en Halbe Zijlstra.
In schril contrast hoe Politiek Den Haag nu omgaat met ontwikkelingen was toen heel anders.
ICM benadere Halbe ZIjlstra de voorzitter van de VVD. Tot mijn grote verbazing werd het verzoek van ICM media gelijk ingewilligd, er lag de volgende dag een brief Tweede Kamer op de mat van Halbe Zijlstra. Hierna intensief contacten met veel adviezen. Uitendelijk stond Halbe op het Indische podium.
Beiden hadden wij toen geen kennis / wetenschap over bestaan van het verdrag. Wij beiden stonden voor een zaak dat niet thuishoorde bij de Indische Kwesties waar Min. VWS niets van doen had. Grote twijfels rond het Indisch PLatform met haar 30 aangesloten organisaties, die waren wel op de hoogte,
Waarom dit schrijven?
Politiek nu is alleen bezig met zichzelf. Het voorbeeld op mijn verzoek. Mark Harbes, verwijst het door naar Jacqueline van der Hill, deze verwijst weer door naar Rudmer Heerema. Yesilgoz verwijst door naar Chtstiane van de Wall, die verwijst weer door naar haar assistent. Druk met beschouwingen begrotingen, wel tijd om de studio's van NPO te bezoeken.
Het lijken meer nu op artiesten.Conclusie :
Politiek van toen waren niet egocentrisch bezig , die van nu ...... vul dit maar zelf in,
ICM redactie
Ferry Schwab sr,
𝐎𝐩 𝟐 & 𝟑 𝐧𝐨𝐯𝐞𝐦𝐛𝐞𝐫 𝐤𝐚𝐧 𝐣𝐞 𝐰𝐞𝐞𝐫 𝐡𝐞𝐞𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐤𝐨𝐦𝐞𝐧 𝐠𝐞𝐧𝐢𝐞𝐭𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞 𝐏𝐚𝐬𝐚𝐫 𝐌𝐚𝐥𝐚𝐦 𝐑𝐢𝐣𝐬𝐰𝐢𝐣𝐤 𝐢𝐧 𝐃𝐞 𝐁𝐫𝐨𝐨𝐝𝐟𝐚𝐛𝐫𝐢𝐞𝐤!
Bevind jezelf in de Indische cultuur, waar je heerlijk kunt eten, genieten van livemuziek en bij diverse stands exclusieve producten kunt kopen.
𝐎𝐩 𝟐 & 𝟑 𝐧𝐨𝐯𝐞𝐦𝐛𝐞𝐫 𝐤𝐚𝐧 𝐣𝐞 𝐰𝐞𝐞𝐫 𝐡𝐞𝐞𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐤𝐨𝐦𝐞𝐧 𝐠𝐞𝐧𝐢𝐞𝐭𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞 𝐏𝐚𝐬𝐚𝐫 𝐌𝐚𝐥𝐚𝐦 𝐑𝐢𝐣𝐬𝐰𝐢𝐣𝐤 𝐢𝐧 𝐃𝐞 𝐁𝐫𝐨𝐨𝐝𝐟𝐚𝐛𝐫𝐢𝐞𝐤!
|
Bij de aanstaande tentoonstelling in het Rijksmuseum over de Indonesische onafhankelijkheidsperiode wordt de historische term 'bersiap' niet gebruikt. De term, die geregeld wordt gebruikt voor de gewelddadige periode in Indonesië na de Japanse capitulatie in 1945, heeft een racistische lading, schrijft gastcurator en historicus Bonnie Triyana in een opiniestuk in NRC.
Triyana schrijft dat "bersiap" werd geroepen door met name jonge Indonesische onafhankelijkheidsstrijders als strijdkreet, in een tijd waarin onder anderen Nederlanders die net uit de Japanse kampen kwamen, werden aangevallen. Vervolgens is het woord met name in Nederland gebruikt als naamgever voor die periode: de Bersiap-periode.
De "sterk racistische lading" van het woord, dat in het Indonesisch "sta paraat" betekent, zit volgens Triyana onder meer in het gegeven dat de term met name door Nederlanders wordt gebruikt en doelt op "primitieve, ongeciviliseerde Indonesiërs als daders van de gewelddadigheden". Dat is volgens hem "niet geheel vrij van rassenhaat".
Na het einde van de Japanse bezetting in augustus 1945 was Nederland vastbesloten de kolonie Nederlands-Indië weer onder Nederlands bestuur te brengen. Dat stuitte op fel verzet van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Tijdens twee zogenoemde politionele acties, in feite militaire interventies, werd tussen 1947 en 1949 alles op alles gezet om het verzet te breken.
Hierbij kwamen naar schatting 5000 Nederlandse militairen en zeker 100.000 Indonesiërs om. Uiteindelijk erkende Den Haag, onder zware Amerikaanse druk, de Indonesische onafhankelijkheid op 27 december 1949.
Triyana: "De wortel van het probleem ligt in het onrecht dat het kolonialisme creëerde en dat een structuur vormde van een op racisme gebaseerde hiërarchische samenleving die de exploitatie van de kolonie omhult". Daar komt bij dat de term bersiap in Indonesië "in deze context" niet gebruikt wordt, aldus Triyana.
NRC schijft dat de term bersiap rond de expositie in het Rijksmuseum wel wordt gebruikt in een begeleidend boek, waarbij het woord van een omschrijving wordt voorzien. De tentoonstelling, met de naam Revolusi, Indonesië onafhankelijk, opent volgende maand.
Eerder maakten we deze terugblik op de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog:
Hun grootouders maakten in voormalig Nederlands-Indië de Japanse bezetting mee, kwamen na de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië naar Nederland, maar wilden daar niet over hun - vaak gruwelijke - ervaringen praten. Maddy Batelaan (17) uit Rijswijk en Elise Doll (25) uit Zwolle besloten zelf op onderzoek uit te gaan omdat er bij hen thuis, net als in veel andere families, niet over het Indische verleden werd gesproken.
Maddy's opa werd in 1939 geboren in Nederlands-Indië. In 1953 kwam hij met zijn familie per boot naar Nederland. "Ik heb veel over het verleden kunnen ontdekken in doopregisters en bootlijsten", zegt Maddy, "maar zonder de herinneringen van mijn familie zullen het altijd cijfertjes en foto's en data blijven. Ik kan het me nooit helemaal toe-eigenen omdat ik het verhaal erachter niet ken."
De NOS doet vandaag vanaf 12.05 uur rechtstreeks verslag van de Nationale Indiëherdenking in Den Haag op NPO 1, NPO Nieuws en online (NOS.nl, NOS-app en de socialemediakanalen). Herdacht wordt dat 76 jaar geleden met de capitulatie van Japan officieel een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. In de avond is er om 18.45 uur een uitgebreide terugblik op NPO 2.
Vorig jaar hield Maddy een toespraak tijdens de Nationale Indiëherdenking waarin ze de oudere generatie opriep hun verhalen te delen, nu het nog kan. "Wij zijn in Nederland geboren. Wij zijn de derde en vierde generatie. We willen weten hoe het zit", zei ze toen. "Vertrouw ons met uw verhaal. Wij dragen het verder."
Maddy's opa was enkele maanden daarvoor overleden. De vragen die ze had over de oorlog en haar familiegeschiedenis heeft ze hem nooit kunnen stellen. "Hij droeg de oorlog altijd met zich mee, maar hij kon het niet vertellen. Hij kon er geen kant mee op en dat maakt je een ingewikkeld persoon, denk ik."
Met haar toespraak wilde ze erkenning en herkenning vragen voor haar generatiegenoten die met vragen over hun afkomst en hun familiegeschiedenis rondlopen. "Het is best moeilijk als je niet weet wat er is gebeurd en er over sommige dingen niet gesproken kan worden. Als ik het niet weet, kan ik mezelf ook niet helemaal kennen."
In deze video vertelt Maddy dat ze verdriet voelt over het feit dat ze haar opa niet heeft kunnen helpen.
Ook Elise Doll wilde het zwijgen in haar Indische familie doorbreken. Het enige wat ze wist was dat haar opa, de vader van haar vader, in een Japans interneringskamp had gezeten en dat er op zolder een doos met spullen van hem stond. Vorig jaar vroeg ze aan haar ouders of ze de inhoud mocht bekijken. "Er kwam van alles uit, documenten en foto's, het was een grote chaos."
Ze deed onderzoek in het Nationaal Archief, waar ze brieven vond van haar overgrootmoeder die na de oorlog op zoek was naar het lichaam van haar overleden man. Op een lijst met kampgevangenen vond ze de naam van haar opa. Ook maakte Elise de podcast Postcast, waarin ze aan de hand van brieven in gesprek ging met deskundigen en generatiegenoten van haar vader en opa over het Indische verleden. Langzaam werd haar duidelijk wat haar opa tijdens de oorlog heeft meegemaakt.
Misschien wilde hij de pijn en het trauma dat hij eraan over heeft gehouden niet overbrengen op zijn kinderen.
Elise Doll
Elises opa werd geboren in Nederlands-Indië, moest in dienst bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), maar werd tijdens de oorlog door de Japanners gevangengenomen en in diverse kampen vastgezet. Vanuit Oost-Java werd hij per schip overgebracht naar Singapore. "Een verschrikkelijke reis", weet Elise nu. "De gevangenen werden onderweg doodziek van het slechte eten, ze moesten gehurkt zitten en de ventilatie werkte niet."
Veel mannen die de reis overleefden werden doorgevoerd naar onder meer Birma (nu Myanmar) en Japan voor dwangarbeid. Elises opa werd ziek in een kamp in Singapore achtergelaten, waar hij tot het einde van de oorlog bleef.
Tot zijn dood heeft hij nooit iets over zijn ervaringen verteld aan zijn kinderen. Waarom hij zweeg, weet Elise niet. "Misschien wilde hij de pijn en het trauma dat hij eraan over heeft gehouden niet overbrengen op zijn kinderen. Misschien had het ook te maken met gewoon doorpakken: we zijn in Nederland en gaan een nieuw leven beginnen."
Elise gaat ook met haar vader in gesprek over haar zoektocht naar de Indische familiegeschiedenis. Dat is niet altijd makkelijk, vertelt ze in deze video.
De gesprekken in de Postcast waren de basis voor een theatervoorstelling die Elise maakt over het Indische verleden. Tot haar verrassing was de belangstelling voor de audities veel groter dan ze verwacht had. "Je merkt dat de vraag leeft bij de derde generatie om te onderzoeken wat de geschiedenis is van hun ouders en voorouders. Het heeft ook te maken identiteit: wie ben ik en waar kom ik vandaan."
Bekijk hieronder de uitlegvideo die NOS op 3 vorig jaar maakte over de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië en de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië.
In Nederland is er weinig besef van wat zich allemaal heeft afgespeeld in het voormalige Nederlands-Indië. Zowel jongere als oudere generaties weten er te weinig van af. Dat zei oud-minister Bussemaker van OCW in het radioprogramma Nieuws en Co. Vandaag is een speciale commissie geïnstalleerd die onder haar leiding de kennis van de geschiedenis van Nederlands-Indië moet versterken.
Volgens Bussemaker is het Indische erfgoed lang en ver weg geweest. "Dat heeft alles met de Tweede Wereldoorlog te maken. Mensen dachten: wat hier gebeurd is, is erger dan wat daar gebeurde." Maar ze wijt het kennisgebrek ook aan het kolonialisme. "De onafhankelijkheid van Indonesië kent de nodige zwarte bladzijden voor Nederland. Die koloniale geschiedenis maakt het lastig om er over te praten", zegt ze.
Daarom heeft het kabinet vorig jaar ruim 20 miljoen euro beschikbaar gesteld om onder meer het Indische erfgoed zichtbaarder te maken. Volgens Bussemaker is er ook veel historisch materiaal beschikbaar, maar is dat voor veel mensen slecht vindbaar.
De commissie stelt zich dan ook ten doel om dat materiaal bijeen te brengen en op een aantrekkelijke manier te presenteren aan een groter publiek. "De geschiedenis van Nederlands-Indië is de geschiedenis van heel Nederland", aldus Bussemaker.
Eerder maakten we deze terugblik op de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog:
Een deel van het geld gaat naar het nieuwe museum Sophiahof in Den Haag en naar de Tong Tong Fair, het grote Indische festival in dezelfde stad. Ook wordt er geld uitgetrokken voor de ontwikkeling van een virtueel Indisch monument. Daarnaast is het de bedoeling dat er meer aandacht komt op scholen.
Op die manier wil het demissionaire kabinet een extra impuls geven aan de collectieve erkenning van de Indische gemeenschap. Staatssecretaris Blokhuis heeft daarover eerder gesprekken gevoerd met mensen uit de Indische gemeenschap van verschillende generaties. Zij gaven aan dat ze het belangrijk vinden dat de kennis over de geschiedenis van Nederlands-Indië prioriteit krijgt.
Het is de allereerste speelfilm over de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog: De Oost, een film van Gouden Kalf-winnaar Jim Taihuttu, is vanaf vandaag te zien.
De periode van 1945 tot 1949 in Nederlands-Indië is niet alleen in de filmwereld weinig belicht. Ook in het geschiedenisonderwijs is er volgens de maker te weinig aandacht voor. Voor Taihuttu een belangrijke motivatie om de film te maken.
"Voor mij is altijd het hoogste doel van deze film geweest dat elke geschiedenisleraar in Nederland hier een dvd van zou hebben. Daarmee heb ik dan mijn aandeel geleverd aan dit verhaal", zei Taihuttu eerder in Nieuwsuur. De overgrootvader van de regisseur was een Molukse KNIL-militair. Hij overleed in 1949 aan het einde van de strijd.
Jazzy Taihuttu, regieassistent en de zus van Jim, ontwikkelde het lespakket, De wereld van De Oost, om middelbare scholieren meer inzicht te geven in de geschiedenis van Nederlands-Indië. "Over deze specifieke tijd wist ik heel weinig", zegt ze in het NOS Radio 1 Journaal. "We hebben het er thuis en op school heel weinig over gehad."
Het lesmateriaal bestaat onder meer uit een website, waarin je aan de hand van vijf mensen uit de film dieper de geschiedenis van Nederlands-Indië in kan gaan. "Je gaat met hen terug in de tijd en zo kom je terecht in interviews en historische verhalen."
Zo gebruikt Jop van der Kuil, geschiedenisdocent, het lespakket om over Nederlands-Indië te vertellen:
Jop van der Kuil, geschiedenisdocent aan het Lek en Linge in Culemborg, ziet dat de aandacht voor Nederlands-Indië op scholen gering is. "Eerst werd vooral de nadruk gelegd op het verlies van de kolonie. Maar na verloop van tijd zie je steeds meer kritiek, en worden de zwarte bladzijden van Nederland meer benoemd. Maar dat gebeurt nog niet uitgebreid genoeg."
Waarom krijgt deze periode zo weinig aandacht? Van der Kuil denkt dat het een gevoel van schaamte is. "Om te benoemen wat echt gebeurd is", zegt de geschiedenisdocent. "Het is geen rustige overwinningsoorlog geweest, zoals je het vaak kan lezen in boeken."
"We hebben nu als eindexamenthema het Britse Rijk, maar ik zou veel liever het thema Nederlands-Indië zien", zegt Van der Kuil.
Het uitbrengen van de film gaat niet zonder slag of stoot; zelden heeft een film nog vóór de lancering tot zoveel commotie geleid. Het verhaal van het Depot Speciale Troepen staat centraal. Dit elitekorps voerde onder leiding van de beruchte commandant Raymond Westerling standrechtelijke executies uit in de provincie Zuid-Celebes.
De film zou soldaten te veel als oorlogsmisdadigers wegzetten, zeggen critici. Niet alle Indië-veteranen zouden zoveel geweld hebben gebruikt als in de film wordt vertoond.
De Federatie Indische Nederlanders (FIN) hoopte met een kort geding een disclaimer aan het begin van de film af te dwingen. Daarmee zou het fictieve karakter moeten worden benadrukt. De federatie heeft voor de rechter geen gelijk gekregen.
Is de film wel representatief voor wat er is gebeurd? "Het is natuurlijk een fictiefilm", zegt Jazzy Taihuttu. "Dus er zijn elementen verzonnen, maar het is wel gebaseerd op historische gebeurtenissen."
Taihuttu noemt de film "een stukje van een grote geschiedenis". "Ik begrijp heel goed dat het gevoelig ligt. De film duurt twee uur, en daar kan je maar een x aantal dingen in vertellen. Met het lesmateriaal proberen we daar goed inzicht in te geven."
Van der Kuil kan de kritiek wel een beetje begrijpen: "Niet alle soldaten waren brute oorlogsmachines, maar het is toch goed om te laten zien dat dit wel gebeurde." Hij hoopt vooral dat de discussie "een aanleiding gaat zijn om meer over deze periode te spreken".
De Oost is vanaf vandaag te zien op Amazon Prime. Als de coronamaatregelen het weer toelaten komt de film ook in de bioscoop.
Eerder maakten we deze terugblik op de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog:, 100vw" />
Premier Rutte heeft bij de Nationale Indië-herdenking benadrukt dat de ervaringen van mensen die de Tweede Wereldoorlog doormaakten in Nederlands-Indië in Nederland "lang onnodig en ongemakkelijk" werden gevonden.
"Ook al is dit vandaag voor ruim 2 miljoen Nederlanders onderdeel van hun familiegeschiedenis", zei Rutte in een toespraak. Na verschrikkingen in onder meer Jappenkampen kregen velen volgens Rutte na aankomst in Nederland te horen dat hun oorlogsverhaal ondergeschikt was aan wat zich in Nederland had afgespeeld.
"Uiteindelijk bleef daardoor veel onuitgesproken", zei Rutte. "Er werd gezwegen en het verleden werd in hutkoffers op zolder gelegd." Volgens de premier is het vandaag daarom vooral belangrijk dat de verhalen verteld blijven worden. "Omdat het meer is dan terugkijken. Het is ook erkennen. Ieder jaar weer."
Met de Indië-herdenking werden alle slachtoffers herdacht van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Vandaag is het 75 jaar geleden dat Japan de capitulatie aankondigde in de Tweede Wereldoorlog.
Ook koning Willem-Alexander was aanwezig bij de herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag. Hij legde een krans tijdens de plechtigheid, die vanwege de coronamaatregelen geen openbaar karakter had. Alle aanwezigen droegen een speld van de Melati, de Indische jasmijn en het symbool van de herdenking.
Gisteren werd het monument nog beklad met rode verf door een groep die zegt gerechtigheid te willen voor de "wandaden" van Nederland in Indonesië. De Federatie Indische Nederlanders noemde de bekladding walgelijk.
De organisatie van herdenking vindt de actie respectloos richting de slachtoffers en "bijzonder pijnlijk" voor alle nabestaanden. De gemeente Den Haag deed aangifte. Het monument kon wel tijdig schoongemaakt worden voor de herdenking.
Premier Rutte vertelde in zijn speech bij de herdenking ook nog over zijn vader, die in de oorlog in Nederlands-Indië in een Jappenkamp zat en in een ander kamp zijn eerste vrouw verloor."Indië was altijd aanwezig in ons gezin", zei Rutte, die zelf werd geboren in Nederland.
En hoewel zijn vader hem veel heeft verteld over zijn tijd in Nederlands-Indië, leerde hij ook dat hij in sommige gevallen niet moest doorvragen.
"De oorlog was voor hem een gitzwart hoofdstuk", zei de premier. In zijn herinneringen zat "een donker hoekje" waarover zijn vader liever niet sprak. Rutte: "De verhalen van mijn vader behoren nu tot mijn bagage. Ik heb daar veel van geleerd, zoals we nu allemaal meer weten. We moeten erkennen dat dit hoofdstuk van de Tweede Wereldoorlog een onlosmakelijk onderdeel is van onze gezamenlijke geschiedenis."
Bekijk hieronder de hele toespraak van de premier over onder meer zijn jeugdherinneringen:
De capitulatie van Japan, vandaag precies 75 jaar geleden en vandaag herdacht, betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar ook het begin van de massale uittocht van mensen met het Nederlandse staatsburgerschap uit Nederlands-Indië.
Zo'n 100.000 Indische Nederlanders (zowel van Europese als van Europees-Aziatische afkomst) kwamen in de eerste jaren na de oorlog op schepen aan in Nederland. Ze kwamen om te herstellen van de ontberingen van de oorlog, de interneringskampen en het geweld tijdens de onafhankelijkheidsstrijd, die direct na de Japanse overgave was losgebarsten.
Gaandeweg bleek dat terugkeer naar Indonesië, dat onder druk van de internationale gemeenschap in 1949 officieel onafhankelijk werd, voor de meesten niet meer mogelijk was.
In de jaren tot 1968 volgden in verschillende fases nog zo'n 230.000 'repatrianten' voor wie in Indonesië geen plaats meer was. Voor velen was er geen sprake van terugkeer naar het vaderland, maar was het een eerste kennismaking met Nederland; het land waar ze wel veel van wisten, maar nooit eerder waren geweest.
"We keken onze ogen uit, maar we waren dankbaar dat we hier waren", vertelt Ciska Goud-Samuels, die als 12-jarige in 1950 naar Nederland kwam. "Mijn moeder was met vijf kinderen het kamp ingegaan, maar we zijn er allemaal levend uitgekomen. Dat was een hele prestatie."
"Wij hadden geluk. We werden ondergebracht in Geerestein, een groot landhuis in Woudenberg, waar we drie jaar zijn gebleven. Wij kregen als gezin met negen kinderen één kamer. Privacy bestond er niet. Het voordeel was dat er buiten veel speelruimte was. De moeders mochten er ook regelmatig zelf koken."
Ciska en haar vriendin Roos van Genugten-Frans vertellen over hun ervaringen in Nederland:
De NOS doet vanmiddag rechtstreeks verslag van de Indië-herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag, waar premier Rutte een toespraak houdt. Koning Willem-Alexander legt een krans. De uitzending is te volgen vanaf 12.10 uur op NPO 1, NPO Nieuws, NOS.nl en de NOS-app, de NOS Facebookpagina en het NOS YouTube-kanaal. Vanaf 12.00 uur is er ook op NPO Radio 1 een speciale uitzending.
In het programma Van Jakarta naar Rotterdam spreekt Winfried Baijens met gasten over de komst van de eerste generatie Indische Nederlanders naar Nederland en de invloed die dat had op de volgende generaties. Verder zijn er reportages met verhalen over toen en nu. Vanaf 19.50 uur op NPO 2, NOS.nl en de NOS-app.
Aansluitend is er een documentaire over Bep Rietveld, die portretten maakte van medegevangenen in de Japanse interneringskampen. Vanaf 20.45 uur op NPO 2.
Veel Indische Nederlanders, die niet bij familie terecht konden, troffen het minder goed. Ze werden tijdelijk ondergebracht in leegstaande en verouderde pensions en hotels, waarmee de overheid een contract voor opvang had gesloten. Gezinnen woonden in krappe kamers en pensionhouders probeerden vaak winst te maken op de vergoedingen die ze kregen door te bezuinigen op warm water en eten voor de bewoners.
"De Nederlandse overheid deed er alles aan om de groep die in Nederlands-Indië geworteld was ook daar te houden", zegt historicus Wim Willems. "Nederland kampte met woningnood en werkloosheid en bovendien vreesde men dat een deel van de Indische Nederlanders hier moeilijk zou kunnen aarden. Maar de situatie daar werd nijpender en de druk om hen als Nederlands staatsburger hier naartoe te laten komen, groeide. Onder strenge voorwaarden werden ze in fases toegelaten."
Het beleid was gericht op aanpassing van de Indische Nederlanders aan de Nederlandse samenleving. "Zo Nederlands worden als de Nederlanders, dat was de opdracht. De overheid bemoeide zich overal mee: het huishoudboekje, het eten, de woninginrichting. De betutteling was enorm. Als je je niet aan de richtlijnen hield, kreeg je geen geld of een eigen woning", zegt Willems.
De rekening voor de gerepatrieerden liep intussen flink op. Gezinshoofden moesten 60 procent van hun inkomsten afstaan aan de overheid voor hun onderhoudskosten. Ook spaartegoeden of pensioen dat was opgebouwd, werden belast. Volgens de regering moest dat de mensen prikkelen om zelf onderdak te zoeken, maar door de woningnood was dat nagenoeg onmogelijk.
"We waren te onderdanig. Ja en amen. Dat gebeurde heel veel bij de Indische mensen", meent Ciska Goud-Samuels. Zelf verbaasde ze zich over de onwetendheid van de Nederlanders over Nederlands-Indië. "'Waar heb je Nederlands leren praten?', vroegen ze me. Dan zei ik altijd: 'Op de boot, in een maand tijd, knap hè?'"
De Japanse keizer Naruhito heeft bij de herdenking van de aankondiging van de capitulatie van Japan in de Tweede Wereldoorlog, vandaag 75 jaar geleden, gezegd dat hij "diepe wroeging" heeft over het oorlogsverleden van zijn land.
"Ik hoop oprecht dat de verwoestingen van oorlog nooit meer zullen plaatsvinden", zei de keizer in een korte toespraak bij een herdenkingsceremonie in een evenementenhal in Tokio. Door de coronacrisis konden er weinig mensen aanwezig zijn bij de plechtigheid; zo'n 500 in plaats van de 6200 een jaar geleden.
De 60-jarige Naruhito is de kleinzoon van keizer Hirohito, die aan hoofd stond van het Japanse keizerrijk in de Tweede Wereldoorlog. Naruhito werd vorig jaar ingehuldigd als keizer, na de abdicatie van zijn vader Akihito.
Hirohito kondigde op 15 augustus 1945 in een radiotoespraak de Japanse capitulatie aan, nadat de Amerikanen met atoombommen de steden Hiroshima en Nagasaki hadden weggevaagd. De overgave werd officieel met de ondertekening op 2 september in een ceremonie op het Amerikaanse slagschip USS Missouri.
Premier Abe sprak vandaag ook bij de herdenkingsceremonie. Hij benadrukte er alles aan te doen in de toekomst een nieuwe oorlog te voorkomen, maar bleef weg van woorden als spijt
Daarmee week hij af van bijvoorbeeld premier Murayama, die in 1995 nog zijn "oprechte verontschuldigingen" aanbood bij de 50-jarige herdenking van het einde van de oorlog. Na Murayama ging elke Japanse premier door het stof voor het Japanse oorlogsgeweld en ook Abe zelf sprak in het Amerikaanse Congres in 2015 nog over "diep berouw".
Maar de afgelopen jaren legt de conservatieve premier in toespraken steeds meer nadruk op Japans nationalisme en blijft hij weg van het oorlogsverleden.
Op onze site over 75 bevrijding kunt u lezen hoe chaotisch de aanloop naar de toespraak was: hardliners probeerden met een staatsgreep tevergeefs de grammofoonplaat met de capitulatierede in handen te krijgen.
De woordkeuze van Abe onderstreept ook hoe de jaarlijkse oorlogsherdenking in Japan vol gevoeligheden zit. Zo stuurde Abe dit jaar wel een offer naar de zogenoemde Yasukuni-schrijn in Tokio, waar bijna 2,5 miljoen Japanse oorlogsdoden worden herdacht.
Hij bezocht de tempel alleen niet, om buurlanden als China en Zuid-Korea niet te beledigen. Zij zien de tempel als symbool van de Japanse agressie in de Tweede Wereldoorlog. Het laatste bezoek van Abe aan de schrijn in 2013 leidde tot grote woede in de regio.
Sinds 1978 zijn namelijk de namen van veertien hooggeplaatste bestuurders uit de oorlogstijd toegevoegd aan de tempel. Onder die zogenoemde 'klasse A-oorlogsmisdadigers' zit de Japanse oorlogspremier Hideki Tojo. Vanwege die namen zijn bezoeken aan de schrijn steevast omstreden. Zo bezocht geen keizer de tempel meer sinds 1978.
Vier ministers van Abe trokken vandaag bij de 75-jarige herdenking van de capitulatie wel naar de schrijn. Het was het voor het eerst in vier jaar dat ministers de tempel bezochten. "We beslissen zelf hoe we respect betuigen aan de oorlogsdoden", zei minister Takaichi van Binnenlandse Zaken na dat bezoek tegen journalisten. "Dit mag geen diplomatiek probleem zijn."
Ook in Nederland wordt vandaag stilgestaan bij het feit dat het 75 jaar geleden is dat Japan zich overgaf in de Tweede Wereldoorlog. Bij het Indisch Monument in Den Haag worden alle slachtoffers herdacht van de oorlog tegen Japan. Koning Willem-Alexander legt een krans en premier Rutte zal een toespraak houden. Gisteren werd het monument nog beklad door een groep die zegt gerechtigheid te willen voor de "wandaden" van Nederland in Indonesië.
De Indië-herdenking is vanaf 12.10 uur te volgen via NPO 1, NPO Nieuws, NOS.nl, de NOS-app en onze social mediakanalen. Op NPO Radio 1 is er een speciale NOS-uitzending van 12.00 uur tot en met 14.00 uur.
of wroeging:
De gemeente Den Haag heeft aangifte gedaan van de bekladding en vernieling van het Indisch Monument. Vannacht zette een actiegroep in het rood de leus 'Kami belum lupa' op het monument. Dat betekent "wij zijn het niet vergeten". Ook de datum 17/08/1945 was erop geklad. Op die dag riep Soekarno de onafhankelijke staat Indonesië uit.
Het Indisch Monument is inmiddels weer schoon. De gemeente gaat het nu bewaken en beveiligen. Met het monument worden de Nederlandse slachtoffers van de Japanse bezetting van toenmalig Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog herdacht.
Het monument is eigendom van de gemeente Den Haag. "Het Indisch Monument is afgelopen nacht beklad en deels vernield. Dat is echt respectloos", laat de gemeente weten in een verklaring. "Met elkaar zorgen we ervoor dat de herdenking zijn waardigheid niet verliest."
De rode verf werd vanmorgen verwijderd:
De bekladding kwam vlak voor de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 die elk jaar bij het monument is. Morgen komen de koning en een beperkt aantal genodigden naar het Indisch Monument, bij de Scheveningse Bosjes bij Madurodam. Vanwege de coronamaatregelen heeft de herdenking dit jaar geen openbaar karakter.
Het Indisch Herinneringscentrum kan zich voorstellen dat mensen aandacht willen voor de wandaden die gepleegd zijn in Nederlands-Indië. "Maar ik vind het ongepast om dit bij een herdenkingsmonument te doen", zei directeur Yvonne van Genugten in het NOS Radio 1 Journaal. "Want we herdenken daar alle slachtoffers van die oorlog, de Indische Nederlanders, de Indonesiërs, de Chinezen, Molukkers, de hele diverse groep."
De Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 ziet de herdenking niet in gevaar komen. "Ik ben alleen wel bezorgd om de mensen die nu zo geraakt zijn door deze bekladding", zegt John Sijmonsbergen van de organisatie tegen Omroep West.
"Je houdt geen rekening met dit soort acties", zegt Sijmonsbergen. "Ons statement is dat wij tijdens de nationale herdenking morgen alle slachtoffers herdenken van de oorlog tegen Japan. Zowel in Nederland als in Indonesië. Het bekladden van het Indisch Monument is respectloos naar al deze slachtoffers en bijzonder pijnlijk voor alle nabestaanden en betrokkenen in zowel Nederland als daarbuiten."
"Er stromen nu berichten binnen op Twitter en Facebook van mensen die echt geschokt zijn. Maar we gaan gewoon herdenken morgen. Er is schoongemaakt, alle voorbereidingen zijn klaar en we zijn aan het opbouwen. Dus dat gaat allemaal lukken."
DTpersfoto
Op 9-9-2024 om 08:43 schreef Richard de Mos:
*Motie De Mos wordt uitgevoerd: Er komt een Bersiap monument! *
> *De Mos: ‘Eindelijk erkenning voor het enorme leed van de Indische gemeenschap!’ *
Den Haag krijgt een monument ter herinnering aan de Bersiap, één van de grootste rampen die Nederland ooit is overkomen. Met het collegebesluit van 3 september jongstleden (zie bijlage) is besloten dat er nu > eindelijk een Bersiap monument komt en wel langs de waterpartij waar ook het Nationale Indische Monument staat en het monument voor de Haagse gevallen militairen in voormalig Nederlands-Indië. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen Hart voor Den Haag motie van fractievoorzitter Richard de Mos (1).
> *Moordpartijen *
De schattingen lopen sterk uiteen, maar vermoedelijk werden tussen de 5000 en 30.000 Indische Nederlanders vlak na de Tweede Wereldoorlog door Indonesiërs vermoord in het voormalig Nederlands-Indië. ‘Bizar dat hiervoor nog geen monument is', vond Richard de Mos, die eind 2022 in de Haagse gemeenteraad een voorstel aangenomen kreeg om in ‘de
Indische hoofdstad' van ons land een monument te plaatsen ter herinnering aan de verschrikkingen van de Bersiap. De Bersiap is een begrip dat wordt gebruikt voor een zeer gewelddadige periode na het einde van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Veelal jonge Indonesische strijders richtten hun woede op Indische Nederlanders, zowel blanken als mensen met gemengd bloed. Ook bijvoorbeeld Chinezen, andere Europeanen, Molukkers en andere mensen die werden verdacht van samenwerking met het Nederlandse bestuur werden hiervan het slachtoffer.
Ze werden vermoord, gemarteld of verkracht. 'Vrijwel alle Indische Nederlanders hebben hier een relatie mee. Daarom is het goed tijd dat college eindelijk heeft besloten dat er een monument komt dat herinnert aan deze periode, aldus De Mos. En dan uiteraard in Den Haag, de weduwe van Indië, zegt hij. 'Deze periode van moord, marteling en verkrachting,
mag niet worden vergeten. Zeker niet omdat erkenning van het leed van de slachtoffers en heel veel nabestaanden veel te lang heeft geduurd.’
> (1)
Klik op onderstaans Publicatie omroepwest :
> https://www.omroepwest.nl/nieuws/4666665/beter-laat-dan-nooit-den-haag-krijgt-monument-ter-herinnering-aan-bersiap <https://www.omroepwest.nl/nieuws/4666665/beter-laat-dan-nooit-den-haag-krijgt-monument-ter-herinnering-aan-bersiap>
ICM Video's
Wat houdt ICM Video's in ?
Om te beginnen is ICM 1 van de media die voorliep op de overige media. Wat is niet mooier als een redactionele verslag door video-beelden. Ten tijde ICM in 1999 startte was alleen YouTube beschikbaar. ICM had zijn eigen YouTube op haar ICM platform. De registratie van gebeurtenissen sinds 1999 vertellen ons : " Hoe de Indische Gemeenschap" zich ontwikkelde en bewoog in de Nederlandse samenleving.
De komst van MSN, Hyves en Facebook hebben rekening gehouden met Videobeelden. Voor ICM platform was nu mogelijk om meer publiek te bereiken. Wat ICM ook gretig heeft gebruik van gemaakt.
Jammer dat Facebook de live - instrumenten tijdelijk beschikbaar stelde. Tijdens deze facebook-uitzendingen van volledige concerten en van pasar malams hadden zich binnen 2 uren ruim 20.000 kijkers gemeld om de video's te bekijken. Daarnaast had deze functie op Facebook meer mogelijkheden dan YouTube. Belangrijk was dat redactie ook kon meekijken welke personen de video op dat moment bekeken en waar het om te doen was het aantal kijkers. Voorts om de video kon aansturen tijdens de uitzendingen. Aangezien de uitzendingen van 30 minuten tot 90 minuten was, die dus GiGa-bytes vreten, heeft Facebook nu niet meer beschikbaar, jammer!
De technische aspecten.
ICM video's zijn te casten naar uw TV met hoge kwalitiet, naar uw laptop, I-path en naar Uw mobiel. Ruim 600 video's staan op ICM met uitzending van 10 minuten tot 120 minuten.
Om de video's te bekijken ga naar https://icmonline.ning.com/videos
Als ICM abonnee van 8 euro in de maand biedt ICM dit als Internetkrant, geen geld.
Schriftelijk Interview Min. VWS
Staatscretaris heer Paul Blokhuis.
Door Editor ICM Ferry Schwab sr,
Datum 9 April 2019
1.
Ten aan zien van het beleid op het Welzijn op de Nederlandse Indische Gemeenschap (NIG) is deze anders dan uw voorgangers; Martin van Rijn, en Jet Bussemaker?
........................................................................................................................................
2.
Uw Ministerie draagt de naam het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kortweg VWS, ik doel op "Welzijn en Sport" en ik zie dat uw Ministerie daar zeer actief is in de Nederlandse samenleving de afgelopen 20 jaren. Wat heeft Uw Ministerie voor NIG betekent, praat dan over die populatie van twee miljoen Indo's voor hun welzijn?
..........................................................................................................................................
3.
Welzijn & Sport is de missie van het Ministerie VWS, die zeer ruim wordt gehanteerd als het om andere groeperingen binnen de Nederlandse samenleving, behalve dan voor de NIG wordt ingezet, of werd ingezet de afgelopen 20 jaar, deelt U ook deze mening?
..........................................................................................................................................
4.
In het verleden, waar wel beleid van uw Ministerie op is geënt het niet onderkennen cq. het erkennen van het bestaan van een NIG, ik verwijs naar een VWS Kamerstuk ergens in 2001, deelt U deze mening nog steeds anno 2019?
..........................................................................................................................................
5.
Met nadruk leg ik accent op het Welzijn van NIG, en met NIG doel ik op de groep Nederlands Indische mensen die na 15 augustus 1945 in het Voormalige Indië woonden, en letterlijk nadien het land werden uitgezet, het waren dus keiharde vluchtelingen, mede in Indonesië zijn geboren, nooit in Nederland zijn geweest. Alles hebben deze Indische vluchtelingen zelf moeten betalen, waarvoor Uw Ministerie totaal geen oog heeft gehad, en Uw Ministerie cq zich bezighield met de oorlogsslachtoffers, dus de groep voor 15 augustus 1945; zijn dit ook Uw waarnemingen?
..........................................................................................................................................
6.
Beseft Uw ministerie door slechts aandacht te schenken aan deze groep die de oorlog heeft meegemaakt die door het Indisch Platform werd bijgestaan, die ik als de eerste generatie classificeer, hierdoor geen aandacht ging naar tweede generatie die van 15 augustus 1945 tot 1962 de bersiap hebben meegemaakt?
..........................................................................................................................................
7.
Niet alleen het dossier van de bersiap raakte hierdoor helemaal naar de achtergrond, maar ook de ruim 159.000 mensen die niet zijn toegelaten, omdat ze hun papieren waren verloren door die oorlog (dus statenloos zijn geraakt), dan het dossier het traktaat van wassenaar, vervolgens het dossier AOR dat nu geldt voor de Indischen die nu in Indonesië zitten en recht hierop hebben, de vergeten Indische oudjes waar omroep MAX zich om bekommert, tot slot het Welzijn van de NIG, wat gaat U doen ten aanzien van de openstaande dossiers, behoudens het traktaat is hier niet van toepassing, dus achterstallig onderhoud op het welzijn van NIG?
..........................................................................................................................................
8.
Met klem en nadruk, bemoei ik me niet met lopende zaken / dossiers via het IP, mede omdat ICM achterban, die deelneemt aan de huidige Nederlands Indische samenleving en dat zijn er over de 1 miljoen, het Indisch Platform niet erkennen. Het IP is benoemd en ingericht door oud RIP Ruud Lubbers zonder stemming of mandaat van de NIG. Het is dus een FARCE dat IP als vertegenwoordiger wordt gezien van de Nederlandse Indische Gemeenschap van twee miljoen.Menigeen wil zelf het IP aanklagen wegens het gebruik van de term NIG, terwijl men nog geen 7.000 man als achterban heeft, hoe ziet U dit?
..........................................................................................................................................
9.
Ik wil zoveel mogelijke niet over de Indische pijntjes hebben als media, maar je komt er niet onderuit aangezien de begrippen, terminologie en entiteiten zoals Uw Ministerie de afgelopen 20 jaar naar het NIG kijkt, en toch b adinerend. Is het belangrijk om de NIG te verdelen in de groepen die;
1) de oorlog hebben meegemaakt tot 1945
2) na 15 augustus 1945 bersiap tot 1962,
3) kinderen die in Nederland zijn geboren.
Dan de vraag stellen als Ministerie van Welzijn wat Uw Ministerie voor de groep na 1945 heeft betekent en gerealiseerd?
..........................................................................................................................................
10.
Ik kan niet laten dat Uw Ministerie of de Overheid zich wel bekommert om de andere groepering, terwijl hier sprake is van gelijkgestemden.
Ik wil mij alleen beperken tot de Molukse Gemeenschap. Deze verzochten mij om een pasar malam te organiseren. Tijdens plannen van de promotionele acties kwam ik aan de weet dat de Molukse Gemeenschap ruim 62 wijkcentra plus kerken plus een museum hadden, ik viel van verbazing van mijn stoel, en wij het NIG moeten nog de eerste euro ontvangen in het kader van het Welzijn, hier komt nog het jaarlijkse onderhoud bij.
Hoe rijmt u dit?
..........................................................................................................................................
11.
Na deze lange aanloop kom ik op het punt waar ik wil zijn.
Hoe denkt uw Ministerie VWS met terugwerkende kracht die compensatie te verlenen voor het Welzijn van NIG, waar het wel om de mensen gaat die geboren zijn na 15 augustus 1945 tot 1962, mijn onderzoek zegt dat het om ongeveer 40.000 gaat?
...........................................................................................................................................
12.
Met nadruk leg ik het op het Welzijn van de Indische mensen, 1 van de taken / missie van uw Ministerie. Zoals U via ICM krantjes het beeld wordt geschetst dat er ruim enkele miljoenen mensen genieten van dit Indische Welzijn, die allen burger initiatieven zijn, alles uit de eigen zakken wordt betaald. Om maar te noemen de Indische muzikanten, artiesten, kunst, literatuur, dansen, eten, organiseren van pasar malams, koempoelans, masuk sadja's etc. Indische bladen, boeken, en Indische Internetkrant.
Het hele jaar door dag in dag uit.
Hoe denkt U hierin tegemoet te komen?
..........................................................................................................................................
13.
Het nieuwe Indische huis in Den Haag is na constatering meer dicht dan open in vergelijking wat in het land gebeurt, die lopen als een trein. Ik wil mij ook geheel onthouden over de geschiedenis van Indische Huis ontwikkelingen, en kan niet meer dan concluderen van een mislukt project.
Voorts vreemd dat een Indisch huis met een Indische cultuur zich verbindt met Molukse Gemeenschap; NIG was NOT amused, en voelde zich weer belazerd. Dit alles heeft te maken met “cijfers” dat de subsidie op de Molukse Museum is komen te vervallen, ik verwijs ook naar Uw voorganger van Ross die de wetten hiervoor indiende om alle subsidies en voorzieningen af te bouwen. Praten dan weer nog steeds over het aspect WelZijn. ?
Wat vindt U hiervan?
..........................................................................................................................................
14.
In deze 19 jaar van het bestaan van ICM als Indische Internetkrant, is het Indisch Huis er niet in geslaagd die verbinding te leggen met de rest van NIG, dus die 2 miljoen Indo mensen, vrijwel weinigen kennen het bestaan van het Indisch Huis .Desondanks werden diverse consultatie - bureaus ingezet om Het Indisch Huis van Den Haag bij Bronbeek Arnhem in te kwartieren. De stap om weer terug te gaan naar Den Haag geeft bij velen in land een flinke waas voor hun ogen, weer een Haags onderonsje zoals bij Het Gebaar 2000/2001 waar alleen de Haagse Indo's uit die ruif aten. Waarom is niet via ICM stands op de pasar Malams en de ICM krant eerst een enquête gehouden?
..........................................................................................................................................
15.
Anderhalf miljoen wordt in een dood paard geïnvesteerd -( Het Indisch Huis in Den Haag) waarom wordt er jaarlijkse geen subsidie gestopt in het Indische Welzijn voor het NIG in het land. Via alle bestaande infrastructuren kan die verbinding en die verankering worden gelegd naar alle groeperingen binnen NIG. Deze staan midden in de huidige Nederlandse Indische Gemeenschap.
Denk aan de Indische verankering via stands op de pasar malams, koempoelans, landelijke lezingen en masuk sadja ‘s. De spreiding is wel factor van 1000, ten opzichte van het Indisch Huis dat alle dagen is gesloten vanwege wederom een verbouwing, verwijs met klem naar de verbouwing in het gebouw in Scheveningen waarvan deze nooit afkwam, en in de steiger bleef.
Wat is uw standpunt / opstelling in deze?
...........................................................................................................................................
Ik dank U voor het Interview en zie graag een vervolg tegemoet naar aanleiding van de publicatie op ICM, Indische Internetkrant en haar overige media – kanalen,
ICM Editor,
Ferry Schwab sr.
ICM Nieuwsbrief 18 augustus 2024