Jan de Keten's berichten (444)

Sorteer op

De Indië-herdenking gaat heel Nederland aa

OPINIE INDIË-HERDENKING

De Indië-herdenking gaat heel Nederland aan

Waarom weet niemand over 15 augustus? Het ministerie van Onderwijs heeft iets in te halen, betoogt historicus Lara Nuberg.
763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Premier Mark Rutte en Erry Stoove, voorzitter van Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945, lopen langs het Indië monument. Beeld ANP

Woensdagmiddag ging ik voor het eerst in mijn leven naar de Nationale Indië-herdenking bij het Indisch monument in Den Haag. Ik, een Indisch meisje van de derde generatie; er moesten 28 jaren voorbijgaan voor ik besefte dat 15 augustus ook over mij gaat.

Dat is best merkwaardig, want om mijn Indisch-zijn kon ik nooit heen. Mijn oma leerde mij al jong Maleise woorden, nam mij mee naar de Tong Tong Fair en serveerde nasi goreng met veel trassi. Ik wist dat haar vader in 1942 door Japan was geïnterneerd en vlak na de oorlog door uitputting was gestorven. Maar over 15 augustus als belangrijke datum heb ik haar nooit horen spreken. Op wat enkele korte verhalen na zweeg mijn oma over de Japanse bezetting.

Symbolische dag

Ik moest er een geschiedenisstudie voor volgen, oude familiealbums uitpluizen en tientallen boeken lezen voor ik het besefte: 15 augustus is een symbolische dag. De dag waarop Japan capituleerde betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar was ook het startsein voor de gewelddadige Bersiaptijd en voor een nieuwe oorlog – ditmaal vanuit Nederland om het koloniaal gezag in Indonesië te herstellen. 15 augustus 1945 bepaalde hiermee de levensloop van vele Nederlands-Indische families en luidde hun vaak gedwongen verhuizing naar Nederland in.

Meer dan één miljoen nazaten van mensen die deze periode hebben meegemaakt, wonen nu in Nederland. Het is niet alleen voor hen van groot belang om deze geschiedenis niet te vergeten; om te onthouden en te herdenken wat onze overgrootouders, opa’s en oma’s hebben doorstaan om te overleven en daarmee een toekomst te creëren voor hun kinderen en kleinkinderen. Het is van belang voor heel Nederland. Net als 4 mei leert deze dag ons dat vrede niet vanzelfsprekend is en dat de scheidslijn tussen bezette en bezetter een hele dunne is. Hoe is het immers mogelijk dat we op 15 augustus de vrijheid herwonnen, maar vervolgens kort daarna Indonesië weer probeerden te onderwerpen aan ons eigen koloniaal gezag?

Geen aandacht

Toch heb ik nog altijd niet het idee dat 15 augustus in Nederland leeft. Toen ik gisteren thuis kwam uit Den Haag en het internet afspeurde, zag ik nauwelijks aandacht voor het feit dat het die dag 73 jaar geleden was dat Japan capituleerde en er nota bene een nationale herdenking werd gehouden. Blendle stuurde in de ochtend van 15 augustus zelfs een mail met als thema ‘Vakantie’. Mijn vrienden moet ik nog altijd uitleggen wat de Indië-herdenking is.

Hoe heeft het zover kunnen komen dat de verhalen over de Japanse bezetting en de gebeurtenissen in die periode daarna niet alleen door mijn oma selectief werden doorgegeven, maar blijkbaar ook nooit de weg hebben gevonden naar onze schoolboeken en daarmee ons collectieve geheugen?

Er is de laatste tijd veel kritiek over de manier waarop we in Nederland selectief omgaan met onze gedeelde geschiedenis. Die kritiek is terecht en goed. Te vaak wordt gedacht dat het verleden in Indonesië niet over ons Nederland gaat. Niets is minder waar: de geschiedenis van Indonesië hoort bij de geschiedenis van Nederland. Bij dat bizarre koloniale rijk dat we ooit waren en ons als land steenrijk maakte. Het is een gemiste kans tot nationale reflectie dat de gemiddelde Nederlander hier nog steeds te weinig van afweet.

Omdat het mij als Indische al 28 jaar kostte om hierachter te komen, roep ik de ambtenaren die ons geschiedenisonderwijs bepalen hierbij op om hun mouwen nog flinker op te stropen dan al nodig was. Dames en heren van het ministerie van Onderwijs: jullie hebben iets in te halen!

Lara Nuberg (1990) is historicus en schrijft op gewooneenindischmeisje.nl over ons koloniaal verleden in Indonesië en de invloed daarvan op volgende generaties. 

Lees verder…

Deze PVV-raadsleden met Indische roots,  strijden ondanks Geert Wilders vóór het kinderpardon

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8

Het deed vast wat wenkbrauwen fronsen, toen tv-prestator Tim Hofman vorige week twitterde dat PVV Purmerend het kinderpardon op de agenda van Purmerendse raad heeft gezet.

Wilders met de ‘topkandidaten van PVV Purmerend’ op Twitter.

PVV en pro-kinderpardon? En ­Parijs past zeker in een potje.

Maar Hofman plaatste een screenshot van een brief van PVV Purmerend waarin de steun werd bevestigd: ‘Binnen de PVV is het beleid dat het kinderpardon zo min mogelijk moet worden uitgevoerd. De PVV in Purmerend heeft evenwel gemeend om een eigen koers te varen: er moet verbinding gemaakt worden.’ Was getekend: PVV Purmerend-lijsttrekker Shirley Soenjoto en Rob van Dongen.

‘Krijgt CDA opeens een les Humaniteit & Kinderrechten van de PVV’, concludeerde Hofman in een vileine tweet. ‘Benieuwd of dat betekent dat god bestaat of juist niet.’

Dat was enkele dagen voordat het CDA, samen met D66, onverwacht aankondigde toch vóór versoepeling van het kinderpardon te zijn. En enkele uren voordat Geert Wilders persoonlijk ingreep.

De PVV-fractie uit Purmerend mag volgens Wilders namelijk helemaal geen PVV heten. De enige die gerechtigd is om de titel ‘PVV Purmerend’ te dragen, zo mailde Wilders naar de raadsgriffie van Purmerend, is Nicole Moinat. Het PVV-raadslid dat in december nog door Soenjoto en Van Dongen uit de fractie is gezet na een intern conflict. En wat toevallig: Moinat is wél fel tegen een kinderpardon.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Lijsttrekker Shirley Soenjoto van PVV Purmerend.

Shirley Soenjoto (31), die ik thuis bij haar oud-docent en ‘life-coach’ Joop Burgerhout in Voorschoten spreek, wil er geen twijfel over laten bestaan: samen met Rob van Dongen blijft ze vasthouden aan de naam PVV Purmerend, ondanks de interventie van Geert Wilders. ‘Ik heb geen mailtje of telefoontje gekregen dat ik geroyeerd ben’, zegt Shirley schouderophalend. ‘Wij blijven PVV Purmerend heten, desnoods stapt Wilders naar de rechter.’

Shirley en Joop, die beiden een Indische en christelijke achtergrond hebben, lachen even bij de vraag hoe ze verzeild is geraakt bij de PVV. Shirley: ‘Ik was een tijdje erg bang voor het dreigende gevaar van terreuraanslagen in Nederland. Ik wil geen jihadisten in ons land en ik ben tegen het linkse gepamper. Maar ik geloof nou ook weer niet dat alle moslims radicaal zijn.’ Joop: ‘Sterker nog: je hebt islamitische vrienden en familieleden.’ Shirley knikt. ‘Ik wil verbindend zijn, dat heb ik ook altijd gezegd tijdens de drie selectierondes.’

Het waren selectierondes die Shirley makkelijk doorliep. ‘Ik had nul politieke ervaring, maar ik heb wel psychologie gestudeerd en ik werk met gedetineerden’, zegt ze. ‘En ik ben geen typische Hollandse met blauwe ogen. Ik vertelde dat ik van het stigma ‘Tokkie-partij’ afwilde. Dat sprak hen wel aan, denk ik.’

Tijdens haar laatste gesprek, met Geert Wilders in eigen persoon, kreeg ze te horen dat ze was geselecteerd als lijsttrekker van de PVV-fractie in Purmerend. Samen met Wilders mocht ze in juli 2017 voor een persmomentje gelijk even op de foto met Nicole Moinat en Zayhira Simmons – de andere kandidaat-raadsleden. De foto werd direct trots getwitterd door Wilders: ‘Drie topkandidaten voor de PVV in Purmerend! Succes, Zayhira, Shirley en Nicole!’

‘Ik had de andere twee nooit ontmoet’, zegt Shirley nu. ‘Pas toen we op de foto gingen maakten we kennis met elkaar.’ Vond ze allemaal niet erg, zegt ze. ‘Ik wilde er het ­beste van maken.’

Maar gaandeweg begon ze naar eigen zeggen last te krijgen van haar geweten. Dat werd versterkt door haar gesprekken met Joop, die haar geregeld het christelijke uitgangspunt van naastenliefde voorhield. Shirley: ‘Op landelijk ­niveau wilde de PVV helemaal niet praten over oplossingen. Van ons werd verwacht dat we alleen islamisering bleven aankaarten in de gemeenteraad. Maar ik wilde verbinding zoeken en in gesprek gaan met de islamitische gemeenschap.’

Ze vond een bondgenoot in Rob van Dongen, de nummer twee van PVV Purmerend, die deze week alle Nederlandse gemeenten zal oproepen het kinderpardon te steunen. Maar toen ze bij de partijtop steun zochten voor het kinderpardon, kwamen ze thuis van een koude kermis.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
PVV-logo dat Soenjoto en Van Dongen nog altijd gebruiken.

Had ze zich dat niet kunnen bedenken voordat ze zich aansloot bij anti-immigratie partij PVV?

Shirley kijkt vragend naar Joop. ‘Ze was en is nogal naïef’, zegt hij. ‘Laten we het daar op houden.’ Maar ze kan nog altijd weg, als ze dat wil, zeg ik. Waarom toch bij de PVV willen blijven wanneer de partij verder van je af blijkt te staan dan je dacht? Shirley, fel: ‘Omdat ik een eed heb afgelegd voor mijn achterban. En omdat ik positieve mailtjes krijg van PVV-stemmers die óók voor het kinderpardon zijn.’

Lees verder…

10897405686?profile=originalMet Leo Blokhuis terug naar Tempo Doeloe met The Crazy Rockers.

 

Prachtig de uiteenzetting van Leo Blokhuis in deze videoreportage van ruim 1 uur. Leo die de spot met zichzelf drijft, maar tegelijkertijd de  Nederlandse authentieke cultuur uitbeeld,  Leo is de broer van Paul staatssecretaris VWS; heeft vele boeken als historicus geschreven, en het bijzondere geen 1 Indo heeft ooit een Indo Rock boek geschreven, ook dit boek staat op zijn naam nu.

Tip kijk naar deze 1 uur durende reportage op ICM.

Leo vertolkt twee culturen met op de achtergrond de muzikale reis van The Crazy Rockers, om geschiedenis en muziek met elkaar te verbinden.  De Totoker (Blanda) op het burgerlijk af.   Een bijvoorbeeld uit zijn citaat hoe de Nederlander een feestje had in die tijd zonder die "Nieuwe Nederlander uit het Voormalig Indie". Er werden stoelen in een kring gezet, sigaretten met - en zonder filter top tafel, een plankje kaas, en soms ook nog leverworst!  Zoete wijn voor de vrouwen, en ranja voor de kinderen, en zo werd het feest gevierd met alleen praten in een kringetje de hele avond, en uiteraard de koffie ronde ten teken dat er naar huis moeten worden gegaan, zeer herkenbaar voor velen. Leo vergat ook een belangrijk ding, kom niet om 18:00 met etenstijd bij een vriend of vriendin op bezoek, dan werd niet gevraagd om aan te schuiven, maar daar heb je de krant.

Het dagelijkse leven met prakje aardappelen, groeten en een gehaktbal foor het luik. Door het zelfde luik kwam dan de Yoghurt of de vla. Dit alles zonder Rock Rol van de zender The Voice  of America op de radio, maar alleen de regionale muziek, dit in tegenstelling waar juist de Indo's in het voormalige Indonesie alleen naar luisterden, na speelden, en de meesten op gitaar speelden. Terwijl Leo al trappend op zijn orgeltje christelijke liederen speelde.

Goed weergeven Leo! De Nieuwe Nederlanders van destijds uit het voormalige Indie, de Indo, bracht een culturele schok teweeg op alle gebieden; Muziek, eten, dans en de adat (gewoonte).  Die cultuurschok leidde dat de  Indo Rock, lees The Tielman Brothers tot grondleggers van de Nederpop zijn uitgeroepen. De blauwe hap (nasi) in het leger en thuis in de Hollandse keuken hun weg vonden, weg met prakje aardappelen, de Indische keuken, de muziek, de dans, en de Indische sporten.

Anno 2018 deze twee culturen (de ene een wereldburger , de Indo)  samenkomt bij wel ruim 70 landelijke Pasar Malams die per jaar worden georganiseerd; met als grootste op het Malieveld geïmporteerd uit Batavia In Den Haag, de RAI in Amsterdam,  Burger Zoo, Dordrecht .. 

Last but not Least  de  Indische Kamerleden, staatssecretarissen, ministers en Minister President.  De Nieuwe Nederlander uit het voormalige Indie  die zich zelf bedruipte zonder hulp van de Overheid, waar de huidige verwende nieuwe Nederlander met een dubbel paspoort een voorbeeld  aan mag nemen,

OM NAAR VIDEO CLIP TE GAAN KLIK OP DE AFBEELDING.

VEEL KIJK- EN LUISTER PLEZIER

Lees verder…

10897406271?profile=original10897406294?profile=originalSchrijver Alfred Birney over zijn succes en de ineenstorting: ‘Zolang je nodig bent, leef  je.   Overigens Thierry Baudet is trouwens ook een Indo, wist je dat?'

Beeld Jouk Oosterhof

Nadat hij met zijn boek De tolk van Java de Libris-prijs won, stortte schrijver Alfred Birney in. 'Echt iets voor mij: heb ik laaiend succes, komen de goden me treiteren.'

Het is 7 november, Alfred Birney (66) ligt in een Amsterdams ziekenhuis en is net geopereerd aan zijn hart. Vijf bypasses. 'Heavy ingreep', zegt Birney. Lacherig staat hij op van zijn ziekenhuisbed. 'Wil je het zien? Kun je daar tegen?' Dan tilt hij zijn shirt op en laat hij de wond zien, dichtgenaaid met zwart draad. Het is een indrukwekkende wond. Morgen wordt hij verplaatst naar een ander ziekenhuis, in zijn woonplaats Den Haag, en dat terwijl ze hier morgen nou net ajam bali zouden serveren. Heeft hij weer. Birney giechelt.

Ruim een jaar geleden interviewde ik hem voor het eerst, vlak voor Birney de Libris Literatuurprijs won met De tolk van Java, het boek dat zijn levenswerk is. De tolk van Java gaat over zijn moordlustige Indonesische vader, die in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog uit volle overtuiging de kant van de Nederlanders koos en tientallen mannen (en een enkele vrouw en baby) vermoordde. Hij behield zijn oorlogszucht, die hij later op gewelddadige wijze afreageerde op zijn Nederlandse vrouw en vijf kinderen, van wie Birney de oudste is. De kinderen werden door de Kinderbescherming uit huis geplaatst en Birney bracht de rest van zijn jeugd door in internaten.

Hij kon die Libris-prijs maar één keer winnen, schreef Volkskrant-literatuurcriticus Arjan Peters, en dat was nu, met het boek van zijn leven. Zo gebeurde het ook, en Birney brak op zijn 65ste, na dertien weinig gelezen boeken, door als auteur bij een groot publiek. En dat terwijl het eigenlijk helemaal niet kón, dacht Birney, amateur-astroloog. Het kon niet dat hij in het Chinese Jaar van de Haan, zijn ongeluksteken, zo'n prijs zou winnen.

Dus toen het na die prijs tóch helemaal misging, was Birney niet verbaasd, schreef hij me op 13 juli in een mail. 'Nou wil ik je niet teleurstellen, maar ik ben ingestort. En niet zo'n beetje ook. Echt iets voor mij: heb ik laaiend succes, komen de goden me treiteren. Al mijn Haanjaren zijn shit. Ik dacht: ditmaal niet, ik ga na die prijs swingend het land door. Komt die stomme Haan me toch nog in mijn rug pikken. Mensen praten over stress, te veel hooi op mijn vork, een verstoord dag-nachtritme, een burn-out van het schrijven aan het intensiefste boek dat ik ooit schreef. Alles goed en wel, mijn rug zit muurvast en ik loop met een wandelstok. Ik ben straks om 3 uur bij de dokter en vraag een bloedonderzoek aan, een scan en ook nog - dat is heerlijk! - of-ie mijn oren even uitspuit. Jij wil weten hoe ik het succes draag? Ik bezwijk eronder. Mijn vader zou zeggen: 'Slappeling, goddomme!' Hahaha, ik mis die man. Die vent was zo complex, hij had ook leuke kanten. Ik treed in juli en augustus niet op, maar er speelt meer: uitgevers die hebberig worden en elkaar bijkans in de haren vliegen, filmproducenten, buitenlandse uitgevers. Ik weet niet, Sara. Toen ik niet beroemd was vond ik het allemaal ook wel gezellig.'

We spreken af om in november tijdens een tweede interview terug te kijken op zijn veelbewogen jaar. Maar daar komt die hartoperatie tussendoor. Het is uiteindelijk maart als ik weer bij hem thuis kom. Daar is het opmerkelijk schoner dan tijdens het vorige interview, waarin ik zijn huis omschreef als duidelijk dat van een man alleen. Maar Birney leeft nog hetzelfde: minimalistisch, niet gedreven door de hang naar wat voor spullen dan ook. De keuken: een gasfornuis, koelkast, twee klapstoeltjes en een tafeltje. In de woonkamer: Klippan-bank van Ikea, boekenkast, tafel met laptop, stapels papieren. Tegen de muur: zijn gitaar. Birney heeft spekkoek gehaald, maar bij een Chinees. 'Die kunnen dat eigenlijk niet. Hij is dróóg!'

Daarna: 'Jij bent zelfs in het ziekenhuis geweest! Je hebt mijn wond gezien! Het is nu wel helemaal dicht, hoor. Het was eng, hè?'

Je deed best wel stoer. 

'Ja, want ik kreeg jou op bezoek. Of het kwam door de morfine. Toen je weg was, stortte ik weer helemaal in elkaar. Vijf wegomleidingen hebben ze in mijn lijf gedrilboord. De operatie kun je vergelijken met wat stratenmakers doen, ze gooien de boel open en pleuren de boel weer dicht. Onder mijn litteken ligt er nog van alles scheef, en die zooi zorgt voor napijn. Maar het meest last heb ik van de narcose. Ik ben nog steeds verstrooid. In het ziekenhuis vertellen ze je dat niet. Daar zeggen ze: we zagen je even open, dan doen we dit en dat, dan heb je een wond en die is dan en dan weer dicht. Wat er daarna komt, daar houden ze zich niet mee bezig.'

Toen juryvoorzitter Janine van den Ende op 8 mei vorig jaar bekendmaakte dat Birney had gewonnen, liep hij het podium op en zei: 'Het vervelende van zo'n moment is dat je niet onder tafel mag duiken.' Hij was zijn hele speech kwijt, alles, terwijl hij zo goed had geoefend. Birney nu: 'Wel vijftig keer, want ik ben een slecht spreker. Uiteindelijk had ik een gelikt en swingend verhaal. Maar toen ik hoorde dat ik had gewonnen schrok ik me het lazarus. Ik ben ook een beetje verlegen, hè? Ik verzon alles ter plekke. Daarna moest ik Twan Huys van Nieuwsuur te woord staan. Ik moest een stukje voorlezen, dat hadden zij voor me uitgekozen. Een heftig fragment, waarin ik beschrijf hoe mijn vader mijn broer en mij met onze koppen tegen elkaar sloeg. Onprettig, ik wilde iets anders voorlezen. Mocht niet, we waren al bijna live. Dus ik las het maar voor. Ik ben niet ervaren genoeg om zoiets te overrulen. Ik kan me herinneren dat Hugo Claus in het boekenprogramma van Adriaan van Dis zat, en Van Dis vroeg hem: 'Wil je dit voorlezen?' Claus zei: 'Nee, dat vind ik veel te mooi, dat doe ik niet.' Geniaal! Voor zoiets moet je ervaring hebben met beroemd zijn, denk ik.'

Hoe werd je de volgende dag wakker? 'Ik wilde naar zee, maar dat ging niet, want ik checkte mijn smartphone en ik zag talloze berichten. Ik werd voortdurend opgebeld. Van de ene op de andere dag was ik beroemd. Die telefoon blééf maar gaan. De mails zag je voor je ogen binnenkomen, het waren er honderden. Ik heb niemand die me een beetje coacht, geen vriendin die zegt: 'Alfred, we gaan naar zee.' Ik voelde me verplicht alles te beantwoorden. Stom hè?'

Dat ineens beroemd zijn moet je niet onderschatten, zegt Birney. Hij vond het eigenlijk prima om een writer's writer te zijn. 'Ik ben misschien twee keer op het Boekenbal geweest, waarvan de tweede keer vlak voor de uitreiking van de Libris. De keer daarvoor was in 1992, toen de Boekenweek het thema 'Insulinde' had, een koosnaam voor Nederlands-Indië waar ik altijd een bloedhekel aan heb gehad. De gordel van smaragd, die term haat ik ook. Die Boekenweek draaide om Nederlands-Indië en ik was kwaad omdat Adri van der Heijden het boekenweekgeschenk mocht schrijven. Waarom niet Marion Bloem, ofzo, of Van Dis, waarom niet een van die vele Indische schrijvers? Dit was onze enige kans! Maar nee, Indisch schrijvend Nederland, onder wie ik, mocht van de CPNB een flodderblaadje vullen dat werd verspreid in boekhandels. Dus ik liep daar op het Boekenbal heel boos te zijn. Toen werd ik daar aangesproken door, hoe heet-ie nou, een beroemde schrijver, zo'n echte schrijver aan wie je kan zien dat hij een schrijver is. Dus niet zo iemand als ik, snap je?'

Birney lacht met gierende uithalen. 'Die man kwam op me af en vroeg of ik de gitarist was van de band! Als Indo moest ik wel muzikant zijn! Ha! Ik zei: 'Nee, ik ben je collega.' Hij werd knalrood.'

Steeds weer werd gezegd: Birney schreef dertien boeken voor hij doorbrak met De tolk van Java. Soms werd er gedaan alsof die dertien boeken niets hadden voorgesteld, niets meer waren dan een opmaat naar het grote succes.

'Zo zie ik het niet. Het kon me eigenlijk nooit wat schelen, succes of geen succes. Maar toen ik De tolk van Java had geschreven, de eerste versie was klaar eind 2014, dacht ik: hiermee moet ik echt naar een goede uitgever, want dit moet een groter publiek bereiken. Vijf- of tienduizend, dat was mijn ambitie. Verder kon ik met deze thematiek niet komen in Nederland, dacht ik. Want Nederland wil liever niks weten over de koloniale geschiedenis, niet over hoe het echt was tenminste. Nou, zo kwam ik bij De Geus terecht.'

Hoe was het om van de ene op de andere dag een beroemde schrijver te zijn?

'Verwarrend. Ik moest denken aan Adriaan van Dis. Hoe doet hij dat, hij krijgt toch ook heel veel mails? En hoe doet zo'n Grunberg dat? Misschien scheelt het dat zij op minder hoge leeftijd zijn doorgebroken. Zij konden alles aan toen ze beroemd werden, zaal in, zaal uit. Maar als je 65 bent en denkt dat het wel zo'n beetje tijd is om te gaan vissen of zenmediteren, komt het rauw op je dak vallen.'

Je moet toch ook genoten hebben van het succes?

'Het was prettig dat ik steeds werd opgehaald door een taxi, of, beter nog, door een van de dames van de uitgeverij. Eén voor één mochten die dames mij rijden. Overal afgeladen boekhandels, het was een gekkenhuis. Ik zette honderden handtekeningen per dag. De uitgeverij plande alles vol. Dat ze enthousiast waren snap ik ook wel. Zo'n boek haalt veel geld binnen. De tolk van Java heeft 2 miljoen euro omgezet! Het is raar, maar als je een bestseller hebt, ben je voor die uitgevers ineens een hele belangrijke jongen.'

Korte stilte, grinnik. 'Dat deugt toch eigenlijk niet helemaal.'

Maar die aandacht vond je ook wel leuk, toch?

'Ja, toen ik was ingestort, miste ik mijn publiek. Het is gewéldig. Je komt ergens binnen en ze staan allemaal te klappen! Ik voelde me een ster. Ik kreeg ook sterallures.'

O, vertel?

'Nou, ik ging eisen stellen. Als er een taxi werd gestuurd, moest er een flesje cola voor mij achterin liggen. En geen cola zero! Als er cola zero lag, dan zei ik tegen die chauffeur: 'Cola zero? Dat wil ik niet, ik wil gewóne cola. Je moet cola voor me halen!' En tegen die meisjes van die uitgeverij die me ophaalden, zei ik: 'Ik wil een chocomuffin.' Ik begon ontzettend veel troep te eten, en als ik nerveus was nam ik een valiumpje. Als je dat combineert met cola, word je een béétje duf, maar je krijgt tegelijkertijd een oppepper. Ja, ik miste het allemaal wel, tijdens mijn hernia. Ik ging ook nadenken over echte beroemdheden. Nog groter dan Adriaan van Dis, bedoel ik. Over George Benson heb ik gehoord dat hij in hotels zwarte handdoeken eiste. Als die er niet waren, vloog hij terug naar huis. Dat vond ik altijd overdreven, maar ineens begreep ik hem wel. Je leeft onder grote druk, je moet van hot naar her. Natuurlijk hebben The Rolling Stones hun eigen vliegtuig! Ik snapte het ineens helemaal. Al heb je natuurlijk nog steeds mensen bij wie het in hun kop slaat. Ik weet dat één beroemde Nederlandse schrijver in zijn huis een beeld heeft van een sfinx, maar dan met zijn eigen hoofd.'

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Beeld Jouk Oosterhof

Hoeveel exemplaren van De tolk van Java zijn er verkocht?

'Net geen 100 duizend, maar dat getal gaat zeker gehaald worden. Als ik niet was ingestort en door had kunnen gaan met lezingen geven, waren we er allang overheen geweest. Ik wil graag een huis kopen voor mijn zoon van 25, die asperger heeft. Voor als ik straks doodga, weet je wel? Maar ik heb berekend wat ik nog aan belasting moet betalen, en ik kan nog niet eens een huisje kopen.'

Hoe zag je leven eruit voor je de prijs won?

'Ik leefde als een kluizenaar. Ik ga normaal gesproken om 5 uur naar bed en sta om 1 uur 's middags op, ik lees, schrijf en speel gitaar. Alles draaide helemaal om. En ik heb geen filter, ik laat iedereen toe. Als mensen met hun verhalen kwamen, nam ik die verhalen met me mee. Het ging steeds maar weer over die oorlog.'

Toen ik je vorig jaar interviewde, zei je helemaal geen zin te hebben in lezingen: 'Ik wil het er eigenlijk helemaal niet meer over hebben. Eigenlijk wil ik weg, naar Spanje, de pensionado uithangen.'

'Ja, dat heb ik gezegd hè? Ik wilde die geschiedenis van mijn doorgedraaide vader achter me laten, maar ineens zat ik er weer middenin. Mijn vader leed aan een soort Rambo-complex, van die film, weet je. Rambo vocht in Vietnam en kon bij terugkomst niet meer aarden in de Verenigde Staten. Hij was door die oorlog zo vervreemd geraakt van de werkelijkheid dat hij niet anders kon dan terug naar Vietnam om meer te vechten. Tragisch. Ik herkende veel in Rambo, omdat mijn vader precies zo was. Alleen kon hij nergens naartoe om te vechten, dus reageerde hij het thuis af.'

Heb je tijdens die lezingen ooit het gevoel gehad dat hij over je schouder meekeek?

'Nee, helemaal niet, vind je dat gek? Ik had die hele zooi natuurlijk al in dat boek gepleurd. Ik vond het jammer dat hij niet meer leefde, dat hij er niet van heeft geweten. Ik weet zeker dat hij trots zou zijn geweest, ook al heb ik nog zoveel nare dingen over hem geschreven.'

Terwijl je hem beschrijft als egoïstisch, wreed en moordlustig. Dat zou hij niet erg hebben gevonden?

'Neuh. Europese soldaten krijgen spijt van wat ze in de oorlog hebben gedaan. Aziatische soldaten niet. Waarom niet? Ja, dat vroeg ik me ook altijd af, waarom mijn vader nooit ergens spijt van heeft gehad, van al die moorden, het geweld.'

Of verborg hij dat soort gevoelens?

'Nee! Ik heb met veel Indische mensen gesproken, met meerdere ex-soldaten, en ik heb ze allemaal gevraagd: heeft u er dan geen spijt van? 'Spijt?! Spijt?! Waarvan spijt?!' Zo spraken die mensen. Vraag maar aan Adriaan van Dis. De atoombommen op Japan vonden ze gewéldig! Hoe meer atoombommen, hoe beter. Er komen teksten uit die eerste generatie Indo's, walgelijk. Fascistisch. Je hebt nu toch die discussie over Thierry Baudet? Hij is niks in vergelijking met die eerste generatie Indo's. Ik zie in Thierry Baudet niets fascistisch. Het is gewoon een charlatan, een mooie jongen die kan pianospelen en met zijn seksualiteit overhoop ligt. Thierry Baudet is trouwens ook een Indo, wist je dat? Zijn dweepzucht met oude Europese componisten komt duidelijk voort uit het minderwaardigheidscomplex van de Indo. Ik vond het grappig dat hij zelf in de Tweede Kamer zei dat hij Indo was. Alsof je daarmee iets bewijst. Ik ben Indo, dus ik kan geen racist zijn? Ha, het is eerder het tegenovergestelde! Als er één samenleving racistisch was, was het Nederlands-Indië. Racisme was normaal, en, nu ga ik iets raars zeggen: er werd normáál mee omgegaan.'

Pauzeert even, slok thee. 'Dat kun jij misschien raar vinden, maar het is wel zo. In Nederland wordt racisme niet begrepen. In Indonesië wel. Racisme is een gegeven. In Azië gaat men met dat gegeven om. In Nederland doet men er zo ingewikkeld over.'

Dat moet je even uitleggen.

'Je loopt door een drukke straat. Je ziet mannen en vrouwen, dus je kijkt naar sekse. Ja toch? Soms zie je iemand van wie je niet gelijk kan zien of het een man is of een vrouw. Daar blijft je blik aan hangen - maar waarom eigenlijk? Blijkbaar doet het ertoe, al dan niet onbewust. Het volgende dat je ziet is: Hollander, Turk, Marokkaan, Afrikaan. Of niet soms? Ik noem het: het raciale oog. Als ik in Indonesië ben, is een van de eerste vragen die ik krijg als ik iemand ontmoet: wat ben jij? Raad maar, zeg ik dan. Nou, dan raden ze: blank bloed, Moluks, Chinees? Dat is daar normaal, er wordt een spelletje van gemaakt. Het is een manier om met elkaar in contact te komen. Maar hier doet men er zo geflipt over. Je mág het niet zien! Belachelijk. Als ik jou zie, zie ik een blanke vrouw. Dat mag ik toch zeggen? Het maakt me verder niks uit.' Denkt even na. 'Nou, nee, dat is niet waar. Ik praat makkelijker tegen jou dan tegen een vrouw van Indische afkomst. Er zijn minder gevoeligheden, dat gevoel heb ik. Al zijn er natuurlijk ook dingen die ik niet tegen jou moet zeggen.'

Wat dan?

'Nou, jij bent een geëmancipeerde, Hollandse vrouw. Dan moet ik niet met anti-feministische praatjes aankomen, want dan zitten we hier straks een uur te discussiëren.'

Jij zegt dus dat het nuttig is om mensen ook met 'het raciale oog' te bekijken.

'Ja, natuurlijk! En daarmee zeg ik niet dat racisme niet bestaat, want ik heb zelf ook racistische stuff meegemaakt, hoor, vreselijk. Dat ik naar een kamer kwam kijken en de deur in mijn gezicht dicht werd gesmeten, dat ik een café werd uitgepest of niet werd geholpen in een winkel. Maar ik vind niet dat iedereen die soms zoiets meemaakt zich terug moet trekken in zijn eigen raciale hoekje, zoals sommige zwarten doen door zo in hun zwart-zijn te gaan zitten en maar niet op te houden over de slavernij. Dan krijg je weerstand, dat zie je nu gebeuren. Je ontmoet zo geen sympathie of begrip. Er is geen discussie, alleen maar heen en weer geschreeuw. Het probleem begint in het onderwijs. Ik zou zeggen: stel geschiedenis verplicht voor alle leerlingen tijdens de hele middelbareschooltijd. Zo kweek je generaties die op de hoogte zijn. Pas dan kun je debatteren.'

Wat vind je van de discussie over de 'dekolonisatie' van straten, tunnels en bruggen? Moet de Coentunnel een andere naam krijgen?

'Volslagen onzin. Hoe kan je nou de koloniale geschiedenis willen onderwijzen en aan de andere kant die namen schrappen? Maar ik begin me nu druk te maken, en dat is niet goed voor mijn hart.'

Na zijn hernia volgde ander onheil, had Birney me in een van zijn mails geschreven. Ook in zijn persoonlijk leven brak een crisis uit. 'Ik had al zes jaar een vriendin, een lat-relatie. Zij maakte in de zomer een tournee langs mijn familieleden, om met ze te praten over hoe ik in elkaar zit. En daarna kwam ze het uitmaken. Ze heeft mij altijd al ingewikkeld gevonden, al na een jaar zat ze in een gespreksgroep. Ik wilde weten wat voor gespreksgroep. Voor partners van autisten, zei mijn vriendin. Ik vroeg: maar wat doe jij daar dan? Over mij praten, zo bleek. Ik, autistisch? Ik moest lachen, dat had ik in zestig jaar nog nooit gehoord. Ik vond het ook arrogant, zij drukte een stempel op mij. Dat is geen basis voor een normale relatie. Maar goed, we hebben nog vijf jaar doorgemodderd. We hadden dus wél wat, samen. De vorige keer heb ik je al verteld dat ik niet in staat ben tot een normaal gezinsleven, dat zal ongetwijfeld door mijn jeugd komen. Het lukt mij maar niet om een vrouw zich veilig en geliefd te laten voelen. Ik mis iets wat vrouwen willen, iets wat elke normale man heeft. Ik moet een vrouw elke maand mee naar de film nemen, of naar een concert. Een bosje rozen meenemen. Dat soort dingen vergeet ik.'

Vrouwen voelen zich verwaarloosd?

'Maar daar kunnen ze dan toch iets van zeggen? Ik heb ook een keer zeven jaar samengewoond, met eigenlijk mijn enige echte ex. Zij zei: 'Hé, we gaan morgenavond naar de film.' En dat was dan dat. Zij ging niet op Alfred zitten wachten, zij regelde het zelf. Bij mijn laatste vriendin voelde ik het aankomen, ze was afstand aan het nemen. Ze zei ook iets onaardigs: 'Het gaat nu wel allemaal over jou, hè?' Ik vond dat ik daar niks aan kon doen, ik had nu eenmaal ineens een bestseller. Ik was toch dezelfde gebleven? Ik nam haar zoals ze was, en ik had gehoopt dat zij dat ook bij mij zou doen.'

Tikt met zijn lange gitaarnagels op tafel. 'In 2005, precies twaalf jaar eerder, in het vorige Jaar van de Haan, ging mijn vader dood en maakte mijn voorlaatste vriendin het uit. Twee maanden later kreeg ik mijn eerste hartaanval. En nu, in september 2017, in het Jaar van de Haan, maakt mijn vriendin het uit en lig ik twee maanden later met hartklachten in het ziekenhuis. Dat is toch maf?'

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Beeld Jouk Oosterhof

Hoe voelt dat, een hartaanval?

'Ik voelde me al weken niet zo best. Op een nacht durfde ik niet te gaan slapen, ik was bang dat ik niet meer wakker zou worden. Ik was onrustig, ging steeds naar het balkon om een sigaret te roken. Om 6 uur 's ochtends belde ik 112. Ik moest op de drempel gaan zitten wachten tot ze kwamen en stak nog maar een sigaret op. Mijn laatste sigaret, dacht ik, en ik dacht ook: als ze maar niet te snel komen, want dan krijg ik hem niet op. Het is maar goed dat ik toen de ambulance heb gebeld, want anders was ik dood. Ik vond het te vroeg om dood te gaan, mijn zoon heeft me nog nodig.'

Dat was het enige waar je aan dacht?

'Eigenlijk wel. Ik hang niet zo aan het leven. Als ik geen kinderen had gehad, had ik hier waarschijnlijk weer lekker zitten paffen. Je moet toch ergens voor leven? Jij leeft toch ook voor je dochter? Zo lang je nodig bent, leef je. Als je niet nodig bent, is het niks.'

Terug naar de ambulance, het ziekenhuis.

'Ik werd op de intensive care gelegd. Mijn ex kwam nog langs. Ik vroeg: 'Waarom ben je weggegaan? Je kunt nog terug hoor.' Ik weet niet meer wat ze antwoordde, maar verleden week belde ze, ze wil komen praten. We hadden een afspraak, maar ik keek in mijn sterren en zag dat ik alleen maar ruzie zou maken, dus ik heb afgezegd. Hoewel ik best benieuwd ben naar waarom ze wil komen. Ik vrees om te evalueren, want daar houdt ze erg van, of om te zeggen dat ze een nieuwe vriend heeft. Weet je hoe lang ik na mijn vorige hartaanval alleen ben geweest? Zes jaar! Ik dacht dat ik nooit meer een vrouw zou krijgen. In die tijd heb ik een dagboek bijgehouden. Een deel daarvan zal volgend jaar worden uitgegeven bij de Arbeiderspers, in die serie Privédomein. Het gaat over literatuur, over mijn zoon, over fietsen, over vrouwen, want de hoofdpersoon kijkt graag naar vrouwen. En over de parkieteninvasie in Den Haag. De hoofdpersoon is pro-parkiet, de rest van straat is anti-parkiet. Hij gaat zich ook steeds meer vereenzelvigen met die parkieten. Je begrijpt wel waar het allemaal voor staat.'

Jij bent met horoscopen bezig. In Nederland wordt daar in het algemeen op neergekeken, zeker door intellectuelen. Die zullen niet snappen dat je echt denkt dat het afgelopen rampjaar ook maar iets te maken heeft met het Jaar van de Haan.

'In Nederland wordt op álles neergekeken. Ik begrijp die mensen wel, want die denken aan de daghoroscoop in De Telegraaf. Dat is het verhaal natuurlijk niet. De Chinese astrologie is mateloos interessant. Jouw Chinese sterrenbeeld is gelukkig een Hond, maar als jij een Haan was geweest, had ik hier heel anders gezeten. En ik zag toch ook gelijk dat je een Kreeft was, vorige keer? In het Westen, en daarom hou ik niet van westerse filosofen, is de mens het middelpunt van het universum. De Chinese wijsgeren kijken ook naar de dieren, naar de planten, die praten niet over God, maar over de wil van de hemel. Dat is toch veel mooier? Overigens heb ik van mijn redacteur hele uitweidingen over astrologie uit De tolk van Java moeten halen. Het stond opschepperig, zei hij. Maar misschien vindt hij wel dat astrologie mensen afstoot. Jammer, hoor.'

Denk je, terugkijkend op vorig jaar, ook dat het schrijven van De tolk van Java deze tol van je heeft geëist?

'Het lijkt me wel. Voor dit boek moest ik het leven van mijn vader reconstrueren. Dat was zwaar. En het schrijven was ook zwaar. Zoals je inmiddels weet schrijf ik met mijn hart, niet met mijn hoofd. Maar soms denk ik dat bij dit boek teveel met mijn hart heb geschreven. Als je zo met je hart schrijft als ik heb gedaan, sloop je het.'

Had het anders gekund?

Schraapt zijn keel. 'Dan was het veel minder goed geworden. Ik heb mezelf helemaal gegeven. In 2014 deed ik niets anders dan schrijven. Ik was er niet meer, ik leefde in mijn boek. Mijn lezers zeggen dat het boek zo eerlijk is, wat dat ook moge betekenen. Maar ik moet ze teleurstellen, want de ergste dingen heb ik niet opgeschreven. Er zijn dingen die je niet kunt opschrijven. Eén voorbeeld, ik weet niet meer hoe oud ik was, ik denk 4 of 5. Ik had iets gedaan wat niet mocht, ik weet niet meer wat, en mijn vader had me vastgebonden op een stoel. Elke keer dat hij langsliep, sloeg hij me. In mijn herinnering duurde het een hele dag. Ik vrees dat hij de martelmethodes die hij in de oorlog had geleerd, gewoon heeft toegepast op zijn eigen kinderen. Ik heb het maar uit het boek gelaten, anders werd het zo overdreven. Als ik alles had opgeschreven, had de lezer na vijftig pagina's gedacht: nu weet ik het wel. Dat is de kunst van het schrijven.'

Een paar weken na het interview blijkt het niet goed te gaan met Birney, al blijft de toon van zijn mails opgewekt. Wat eerst door de huisarts nog 'een dip' werd genoemd, bleek ernstiger: toenemende last van hartkrampen, een opname in het ziekenhuis. Misschien wordt hij gedotterd, anders wacht er een 'onplezierig leven met medicijnen'. Hij wacht ten tijde van de deadline van dit interview op een ziekenhuisbed, veel is nog onduidelijk. Maar hij vraagt nog wel hoe de foto's zijn geworden. 'Niet te treurig, toch?'

CV Alfred Birney

Birney werd op 20 augustus 1951 geboren in Den Haag als oudste van vijf kinderen. Vanaf zijn 13de woonde hij in internaten en tot zijn 25ste leidde hij een zwervend bestaan. Hij verdiende zijn geld als gitaarleraar en musicus. Hij introduceerde het gecombineerde noten- en tabulatuurschrift voor gitaristen, dat grote navolging kreeg.

Door een beschadiging aan zijn hand moest hij zijn carrière als professioneel muzikant opgeven.

Hij debuteerde in 1987 met de roman Tamara's lunapark en publiceerde sindsdien vijftien boeken. Van 2002 tot 2005 was hij columnist voor de Haagsche Courant. Met zijn laatste roman, De tolk van Java, won hij de Henriëtte Roland Holst-prijs en de Libris Literatuur Prijs. Het boek werd een bestseller.

Onlangs verscheen De fenomenale meerval, een selectie van oudere verhalen.

10897305474?profile=original10897248258?profile=original

Om de volgende stappen te zetten voor fase II bood de Stichting Petitie om naar de 3851 van de 7000 een voortgangsbericht NO 2 te sturen die toezegden financieel te steunen.  Nadat in dit project sinds 2015 is getart  veel arbeid is  gestopt alsmede voor de facilitaire kosten,  ruim 80.000 is uitgegeven, was dit voorstel zeer welkom. Het voortgangsbericht NO 2 werd op 1 oktober verstuurd heeft  tot nu toe  geleid tot 38  inschrijvingen.  In dit traject hebben ook grote partijen toe gezegd 400.000 bij te dragen.  15.000 handtekeningen die geleid hebben slechts tot 16.775 euro. blijkt nu dus een lege dop te zijn!

Lees verder  Doorgaan

Lees verder…

Edith Ruyg (1952-2018): de stille kracht achter Zomergasten, Pauw en De Jong

Ze was een gelauwerde televisieregisseur, die gevoel voor inhoudelijke perfectie combineerde met een grote dosis talent. 

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Edith Ruyg

Ze was als televisieregisseur een kleine, bescheiden vrouw in een wereld van alfamannetjes. Met haar charisma kon ze toch de mensen voor zich innemen. In de jaren tachtig was ze de enige vrouwelijke technicus in een team van 200 dat een concert van Prince in Duitsland moest opnemen voor televisie. ‘Na afloop stond zij met Prince te dansen. Zij was als enige vrouw niet groter dan hij’, zegt haar echtgenoot Hinne Brouwer.

advertentie

Edith Ruyg was regisseur van Zomergasten, Pauw, Boeken, 24 uur met..., en Holland Sport – bijna allemaal spraakmakend. Altijd bleef ze op de achtergrond. ‘Als er na afloop een borrel werd gedronken, zat zij niet bij de bobo’s, maar bij de ploeg’, aldus Brouwer.

Op haar uitvaart noemde presentator Wilfried de Jong haar een ‘vrouw met klasse’. ‘Edith verscheen. Als altijd in schitterende kleding, schoenen om door een ringetje te halen. Meedenken, een camerastandpunt zoeken. Vragen als het moest, sturen als het kon.’

Ze durfde te experimenteren. Bij het programma De Jong in Uitvoering moest ze zich aanpassen aan de grillen van de presentator, die alles met één camera live wilde uitzenden.

Een keer haalde ze zelf de televisie. In 2002 zat ze als schakeltechnicus naast regisseur Rudolf Spoor bij de televisieregistratie van het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima. ‘Tranen, tranen, tranen’, ziet de regie-assistente. ‘Camera twee voor de inzoom’, roept Ruyg. ‘Houd dit shot vast.’ ‘Daar gaan we.’ ‘Zo close mogelijk.’ Het werd een van de meest ontroerende momenten in de televisiehistorie.

Bij Edith Ruyg ging het altijd om de inhoud. Die moest perfect zijn. Of er een lampje verkeerd stond, interesseerde haar minder. Een mooi shot om een mooi shot – dat is niet interessant, zei ze. ‘Non-verbale informatie vind ik heel belangrijk. Als de presentator een vraag stelt, kan het interessant zijn om alvast de gast in beeld te brengen. Omdat je aan de onmiddellijke reactie op zijn of haar gezicht vaak al kunt aflezen hoe het onderwerp bij de gast leeft.’

Ze kreeg een nominatie voor beste televisieregie voor het interview dat Janine Abbring hield met Eberhard van der Laan. Zes maanden geleden deed ze nog Zomergasten, waarvoor zij het decor van de verzonken camper had gekozen. Ze was toen al ziek. Ze leed aan plaveiselcelcarcinoom, een vorm van huidkanker die vijftien jaar geleden begon in haar duim. Meestal zaait die niet uit, maar bij haar gebeurde dat wel. Ze overleed 16 december in Amsterdam.

Edith Ruyg werd geboren in Bussum. Haar vader was kapitein op een olietanker van Shell en negen maanden per jaar van huis. Haar moeder was van Indische afkomst. Een groot deel van de opvoeding van haar en twee zussen werd gedaan door haar Indonesische oma die in huis inwoonde.

Op de lagere school werd ze door haar afkomst gediscrimineerd, wat haar erg onzeker maakte. Ze moest maar naar de huishoudschool. Uiteindelijk zou het haar lukken een academische opleiding Engelse literatuur te doen. Op haar 18de jaar trouwde ze – dit eerste huwelijk zou geen stand houden – en vond een baantje bij de televisie als titelregisseur, in een tijd dat de vertaalde teksten nog op bordjes werden getypt en voor het scherm werden geschoven.

Ze werd vervolgens registratie- en schakeltechnicus, onder meer bij de shows van Sonja Barend. Als regisseur werkte ze vaak samen met haar zus Jolanda die regie-assistente is. Jeroen Pauw noemde haar in een uitzending ‘de meest innemende en lieve regisseur die Hilversum ooit heeft gekend.’

Ze is begraven bij de oma die haar deels opvoedde.

Lees verder…

REPORTAGE DRIJVENDE VUILNISBELT

Hoe het water van deze rivier in Indonesië verdween onder een dikke korst van vuilnis

1240?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.9
De Kali Pisang Batu is vastgelopen op de brug bij Desa Pahlawan Setia. Jutters zoeken naar iets bruikbaars op de vuilnisberg waar het afval uit de rivier wordt gestort. Beeld Fery Pradolo 

Indonesië is na China de grootste plasticvervuiler van de zee. Foto’s van een halve kilometer plastic koek in een klein riviertje hebben de autoriteiten zowaar aangezet tot actie. Maar na vijf dagen scheppen is er nog geen water te zien. 

Een vette witte gans steekt traag de Kali Pisang Batu over. De zwemvogel zwemt niet, maar neemt waggelend een kleine bamboebrug naar de overkant. Hij moet wel. In de Kali Pisang valt niet meer te zwemmen. Het water van het riviertje is verdwenen onder een dikke korst van vuilnis die zich uitstrekt zover het oog de kali kan volgen. De ­‘bananensteenrivier’ is een drijvende, stinkende, dode vuilnisbelt.

advertentie

‘Zo is het regenseizoen’, zeggen de mensen, want iedereen weet hoe het werkt. Maandenlang zijn stroomopwaarts vuilniszakken in de droge bedding gesmeten. Het is gaan regenen, de bedding is volgelopen en het stijgende water heeft al die zakken en het andere vuilnis opgetild en meegenomen. Bij de Desa Pahlawan Setia is de drijvende vuilnishoop twee maanden geleden vastgelopen op de brug en op het kleine dammetje daarachter: het laatste dammetje voordat de kali leegloopt in de zee.

Elk jaar verdwijnt meer dan 3 miljoen ton Indonesisch plastic in de oceaan. Daarmee is Indonesië de tweede plasticvervuiler van de zee ter wereld, achter China dat meer dan 8 miljoen ton in zee dumpt. Het gros van al dat plastic wordt in het regenseizoen meegesleept door de gezwollen rivieren en riviertjes.

De Kali Pisang Batu is maar een piepklein riviertje, maar foto’s van de halve kilometer lange plastic koek hebben desondanks iets losgemaakt. De autoriteiten zijn zelfs in actie gekomen, en hebben twee zware grijpers naar de kleine desa gestuurd om het plastic uit de rivier te lepelen. Vijftien vrachtwagens rijden af en aan in een poging de drijvende vuilnisbelt te verplaatsen naar elders. De taak is groter dan het lijkt. Na vijf dagen scheppen is er nog steeds geen water te zien.

‘Wat ze er aan de voorkant uitscheppen, spoelt er aan de achterkant weer aan’, zegt Hendrak, die van ambtswege toezicht houdt op het karwei. ‘Iedereen gooit zijn vuil in de rivier’, zegt hij. ‘Eerst zijn het de fabrieken die hun afval lozen, en dan heb je de stad, en daarna de kampongs en de desa’s. En al die rommel komt uiteindelijk hier aan.’ Met ‘de stad’ bedoelt hij Bekasi, een van de satellietsteden van de hoofdstad Jakarta. Bekasi is ooit begonnen als een verzameling van 95 dorpen en dorpjes, maar uitgegroeid tot een doolhof met 2,5 miljoen inwoners.

De mensen hier verschillen niet van het gros van die elders in Indonesië. Ze zijn arm, en geld en eten zijn daarom veel belangrijker dan abstracte zaken als milieu, plasticsoep en opwarming van de aarde. Het zijn praktische mensen. Als niemand hun huisvuil ophaalt, laden ze het op de bromfiets en gooien het bij de eerste de beste brug over de reling naar beneden. Als de regen komt stroomt het weg en is er weer plaats voor nieuwe zakken.

Hendrak werkt bij de reinigingsdienst en weet dus dat je dat niet zomaar kunt doen. ‘Mijn eigen vuilnis verzamel ik netjes bij mijn huis. En ik verbrand het.’ Hij glundert milieubewust. Hij is niet de enige Indonesiër die denkt dat verbranden beter is dan dumpen. Luchtvervuiling waait weg, een dump niet.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Met twee zware grijpers wordt het plastic uit de rivier gelepeld. Beeld Michel Maas

‘Het ruikt naar goot’

In twee maanden heeft het vuilnis het water van de kali zwart gekleurd. Als de grijpermachinisten hun grijpers heen en weer door de soep laten roeren kun je het soms even zien. ‘Het ruikt naar goot’, zegt een oude vrouw die aan de kali woont.‘De goot is nog wel uit te houden. Vuilnis kan veel erger stinken.’ Een buurvrouw voegt eraan toe dat het wel jeukt. Het bronwater dat ze altijd gebruikten om zichzelf en hun kleren te wassen is niet meer te gebruiken. ‘Het is zwart en het stinkt. En als je het gebruikt, al is het alleen om je handen of je voeten te wassen, dan voel je dat het jeukt.’ Ze moeten nu jerrycans met schoon water kopen om zich te wassen.

Het opgeschepte vuilnis gaat naar Bantar Gebang, een uur rijden verderop, maar nog altijd in Bekasi. Bantar Gebang is de grootste vuilstort van Indonesië. Het is de plaats waar de metropool Jakarta haar vuilnis stort. Honderden feloranje vuilniswagens uit de hoofdstad rijden af en aan om hun lading boven op een van de vuilnisbergen te storten. Zevenduizend ton per dag. Plastic wegwerpzakken en -zakjes en -bakjes en -bekertjes en -rietjes maken bijna de helft uit van die berg.

Bantar Gebang is een duizelingwekkend landschap van geplette, lekkende, stinkende rotzooi. De afvalbergen zijn 40 meter hoog. Tussen de meeuwen en de geiten klimmen scharrelaars en jutters tegen de steile hellingen omhoog om tussen het versgestorte afval op de top te zoeken naar iets bruikbaars. De mannetjes met hun mandjes op hun rug lijken van beneden nog het meest op sherpa’s die een Himalayatop bewandelen.

Wat zij vinden verkopen zij beneden. Aan de voet van de plastic Himalaya zijn hele straatjes voor de plastichandel, de kartonhandel, papierhandel, metaalhandel en aan het eind van een van die weggetjes is een plek waar een vette rookwolk vandaan komt: het verbranden van plastic waar niemand iets aan heeft.

Niemand die zich eraan stoort. Veel Indonesiërs gebruiken plastic als brandstof. Het brandt goed en lang, het is gratis en het is dus prima te gebruiken om op te koken. Dat je er longkanker van krijgt, daar hoor je nooit iemand over.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
De vuilnisbelt in Bantas Gebang. Beeld Michel Maas

Noodtoestand

Toch begint zelfs in Indonesië het besef door te dringen dat er iets moet veranderen. De ‘plastic noodtoestand’ in Bali heeft daaraan zeker meegeholpen. Schokkende beelden van de ooit zo mooie branding en de schitterende stranden vol plastic hebben het land wakker geschud. Plastic is slecht voor de toeristenbusiness, en dat is nou net een van de weinige businesses die goed draaien.

Bali heeft nu een algeheel verbod op wegwerpplastic aangekondigd, maar tussen woord en daad gaapt in Indonesië nog altijd een behoorlijke kloof. De Indonesische minister van Maritieme Zaken, Luhut Binsar Pandjaitan, beloofde in 2017 een miljard dollar per jaar te gaan uitgeven om de hoeveelheid plastic in de zee terug te dringen. Eind 2025 zou de plasticvervuiling met 70 procent zijn teruggebracht, beloofde hij, maar na twee jaar is nog steeds niet duidelijk hoe die miljard dollar besteed zal gaan worden.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8

Ook de hoofdstad Jakarta kondigde een verbod aan op wegwerpplastic. Dat verbod had deze maand moeten ingaan, maar de gouverneur, Anies Baswedan, weigert het te ondertekenen, omdat hij medelijden heeft met de arme huisvrouwen die hun boodschappen dan zonder plastic moeten doen.

Het is met Indonesië als met de brave Hendrik, die zijn plastic milieubewust in brand steekt. Hij glundert, steekt nog een sigaret op en gooit het lege sigarettenpakje achteloos in de kali. Niet dat dat wat uitmaakt in die troep, maar het zou mooi zijn geweest als hij vandaag een voorbeeld had gegeven.

Lees verder…

Reisjournalist Noël van Bemmel was nieuwsgierig naar zijn afkomst

Met digitale archieven en dna kun je zo je stamboom uitpluizen

Wie nieuwsgierig is naar zijn afkomst, hoeft niet langer de stoffige archieven in. Reisjournalist Noël van Bemmel ging op pad met zijn dna en een stel genealogische websites en trof een kleurrijk verleden aan.


763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
De grootouders van de auteur, Carl Braun en Angelique Plas met moeder Mea Braun (witte strik in het haar) rond de tafel in Solo, Java, in de jaren dertig. Beeld . 

Naast de trap naar boven bij mijn vader hangen vergeelde familieportretten uit Indië. Jongetjes in matrozenpakjes, dames met strenge knotjes en besnorde heren in wit tropenkostuum. Boven zijn rustbed hangt een geborduurd familiewapen met gouden leeuwen en rode diagonale strepen. Allemaal dingen die mij koud lieten. Meer iets voor gepensioneerde heren met zegelringen die geboorteregisters opvragen in het gemeentearchief. En al helemaal niks om lezers van de Volkskrant mee lastig te vallen.

Maar het was de krant die mij vroeg een dna-test te doen bij de Deense reiszoekmachine Momondo. Hun actieslogan: The DNA-Journey - je bent meer verbonden met de rest van de wereld dan je denkt! Ik spuugde in een buisje en stuurde het monster op naar het Amerikaanse Utah, waar mormonen bouwen aan een gigantische genealogische databank, zodat zij ook hun voorouders kunnen dopen in hun tempel. De samenstelling van mijn speeksel verraste nauwelijks: 48 procent West-Europa, 24 procent Oost-Azië, 8 procent Scandinavië, 6 procent Polynesië en nog wat Iers en Spaans spul.

Met de resultaten kwam er het dringende verzoek persoonlijke gegevens in te vullen op de website ancestry.com. Dat is een commerciële aanbieder die slimme software laat zoeken in twee miljard documenten. Een kwestie van doorklikken. Dan merk je meteen dat je niet eens de volledige namen en geboorteplaats van je grootouders kent. Maar dan begint een doldwaze ontdekkingstocht door de familiegeschiedenis, vol nijvere handwerklieden, eenzame kolonisten, oplichters, dappere dienders, brute ridders, ijdele hofdames, twee Europese koningshuizen en 

advertentie

WAAR EN HOE

Goed beginpunt voor een dna-reis is de gratis Amerikaanse websitefamilysearch.org. The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints digitaliseert archieven over de hele wereld en is nog lang niet klaar. Kennis over voorouders staat centraal in het mormoonse geloof. Hier kun je makkelijk zoeken in miljarden documenten uit honderd landen.

In Nederland kun je terecht bij het Centrum voor Familiegeschiedenis (CBG), een samenwerking van zes databases, waaronder het gratis wiewaswie.nl. Daar vind je gegevens van de Burgerlijke Stand sinds 1810. Op de cbg-website vind je ook een stappenplan en een uitleg over archiefsoorten en genealogische begrippen. Voor sommige scans moet je betalen.

Kijk ook wat (amateur)genealogen voor je al al hebben gevonden. Op sites alsgeneanet.org, genealogieonline.nl, stamboomzoeker.nl, ngv.nl, gendexnetwork.orgdelen zij stambomen. Op graftomben.nl staan foto's van graven. Veel websites bieden ook een dna-test aan. Commerciële sites als Ancestry en MyHeritage zijn gelikter en vragen een paar tientjes per maand voor toegang. Een dna-test kost ongeveer 100 euro. Let op: er staan onjuistheden op deelplatforms.

Wie het verhaal achter de namenlijst zoekt, moet dieper graven. Via zoekakten.nl kom je bijvoorbeeld in militaire stamboeken die uiterlijke kenmerken van rekruten vermelden (blauwe ogen, pokdalige huid). Veel moois is te vinden in de archieven van notarissen, strafgevangenissen, bedrijven, spoorwegen. Vergeet ook niet te googlen en in Delpher te kijken, de enorme database van Nederlandse krantenartikelen en boeken die vijfhonderd jaar teruggaat en per woord doorzoekbaar is.

Je kunt ook een beroepsgenealoog inhuren. Reken op 60 tot 100 euro per uur. De ervaring leert: die vinden echt veel meer. John Boeren is te boeken viaantecedentia.com. Yvette Hoitink doktert ook biologische verbanden uit via dna. (dutchgenealogy.nl). Bij de ngv.nl en cbg.nl vind je nog meer beroepsgenealogen.

Verslaafd

Tien avonden lang buig ik me verslaafd over mijn laptop om doopregisters met krullende letters te ontcijferen, vlooi passagierslijsten van oceaanstomers en interneringskaarten van jappenkampen door en bestudeer plaatjes van kasteelruïnes. Tijdens reizen voor de Volkskrant, pik ik af en toe een koloniale villa, erebegraafplaats of middeleeuwse crypte mee die ergens aan mijn digitale stamboom bungelt. Nu denk ik: elke familiegeschiedenis verbergt interessante verhalen. Dat kan haast niet anders, want klik tien generaties terug en je zit al op 1.024 voorouders, twintig stappen achterwaarts en je zit op een miljoen.

Neem de Van Bemmels, een geslacht van brave handwerklieden uit de streek rond IJsselstein en Lopik. Een timmermansbaas, schoenmakers, een smid en een cipier die opklimt tot commandant van de strafgevangenis in Hoorn. Diens zoon Pieter - mijn overgrootvader - vestigt zich als fotograaf in Eindhoven. Daar sleept een jonge kunstenaar uit Nuenen een stapel schilderijen de studio binnen. Pieter fotografeert het werk van Vincent van Gogh, waaronder doeken die verloren zijn gegaan. De fotootjes van 10,5 bij 6,2 centimeter op karton worden bewaard in het Van Gogh Museum. Dat weet echt niemand in mijn familie, en dat is nog maar drie generaties terug...

We klikken opgetogen door. Daar vertrekt Pieter naar Indonesië waar hij een fotostudio opent. Het Koninklijk Instituut voor de Tropen bewaart stokoude beelden van de opening van treintunnels en bruiloften met zijn firmanaam eronder. Ook zoon Theo portretteert hij. Daar staat mijn piepjonge grootvader, verkleed als stierenvechter of matroos tegen een passend decor. Theo wordt rijkskeurmeester voor motorrijtuigen en bezwijkt in 1943 als krijgsgevangene bij de Birma Spoorweg. Ik heb hem nooit gekend, maar op mijn laptop verschijnt zijn geboorteakte, een pasfoto en een foto van zijn graf op een erebegraafplaats in Thailand. Als ik daar later een boeketje neerleg, stel ik tevreden vast dat Theo al 75 jaar in een perfect onderhouden bloemenbed ligt.

Over diens jongere broer Frits is meer te vinden. Die heeft zelfs een Wikipediapagina. Het Tropenmuseum in Amsterdam bewaart illustraties, boekjes en posters die mijn oudoom tekende. In een zaal op de eerste verdieping hangt een van zijn schoolplaten, zodat kinderen konden zien hoe een treinstation op Java eruitziet. Mannen in sarong sjouwen met koffers, een sigarettenverkoper leunt tegen een hekje, een stramme Nederlander met tropenhelm en korte broek steekt het perron over. Ik koop op Marktplaats een verzamelalbum uit 1937 van chocoladefabrikant Tjoklat; Indische vertellingen met sfeervolle tekeningen van Frits. Jammer dat mijn dochter te oud is om nog voorgelezen te worden.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Opa Theo van Bemmel, gefotografeerd door zijn vader, Bandung. Beeld uit familiealbum Noél van Bemmel

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Huwelijksfoto van de grootouders van de auteur, Bandung, 1930. Beeld Privé foto

Beloningen

Een potje stambomen is een speurtocht vol beloningen, maar het is ook tijdverslindend. Al gauw heb je een dozijn schermen open met sites als Ancestry, Familysearch, Wiewaswie,

Genealogieonline, Delpher, Zoekakten, Google. Sommige zijn gelikt en gebruiksvriendelijk, andere ambtelijk of amateuristisch. Hoe verder je zoekt, hoe groter de chaos, zo lijkt het. De grootscheepse digitalisering van archieven en de bouw van zoekmachines en deelplatforms maakt genealogie opwindend en bereikbaar voor iedereen. Maar ook de kans op fouten neemt toe. Een typefout is zo gemaakt en generaties gebruiken vaak dezelfde voornamen.

'Het blijft een secure klus', zegt genealoog John Boeren. 'Hoe leuk ze het tegenwoordig ook presenteren.' Boeren juicht als bestuurder van de Nederlandse Genealogische Vereniging (zevenduizend leden) de stijgende populariteit van zijn vakgebied toe. Maar hij waarschuwt: 'Bij alles wat je vindt, moet je bedenken: klopt dit wel? Wat is de bron? En dan kom je bijvoorbeeld toch bij de burgerlijke stand terecht of bij een notariële akte.' Deelplatfoms als ancestry en myheritage zijn volgens hem handig als je vastloopt. 'Dan blijkt een verre nicht uit Australië nog een tip te hebben.' De nieuwste trend, dna-onderzoek, is volgens Boeren handig als de juridische en biologische lijn uiteenlopen.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Illustratie van oudoom Frits van Bemmel voor Tjoklat, 1937 Beeld uit familiealbum Noél van Bemmel

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Oma Johanna de Chauvigny de Blot, met broer Guus en zus Philippina. Beeld uit familiealbum Noël van Bemmel

Een handjevol beroepsgenealogen als Boeren verdient zijn geld vooral met buitenlandse opdrachten. Een Amerikaan die vanachter zijn laptop belandt in een Nederlands Dodenboek voor Onvermogenden, zoekt al snel hulp. Soms komt de klant over met zijn gezin voor een roots holiday, waarbij de geneaoloog zich ontpopt als reisleider.

Boeren: 'Je zoekt toch het verhaal achter een stamboom. Kijk, deze voorouder van jou, wachtmeester te paard Carolus Plas, verdiende drie medailles, maar stond in 1860 ook voor de Krijgsraad. En hier, een krantenartikel uit de Arnhemsche Courant over zijn overdreven dienstijver.' Na zulke vondsten, stelt Boeren, doen genealogen altijd even een happy dance.

Een dna-reis verandert in een straaljagervlucht zodra een adellijke familie opduikt. Dubbele namen zijn beter gedocumenteerd en de archieven gaan verder terug. Zoals die van mijn dikke oma, een norse vrouw die eenzaam voor de televisie overleed in haar flatje in Amsterdam. Zij werd in 1897 geboren als Johanna Charlotte de Chauvigny de Blot. Tik dat in, en de laptop vliegt terug tot de 5de eeuw.

Ik beland bij middeleeuwse war lords uit de Auvergne die ook het Franse koninklijk huis Bourbon voortbrachten. Bastaardkleinzoon François begon in 1781 een kommenijswinkel (een soort drogisterij) in de rosse buurt van Amsterdam. Anderhalf jaar na zijn dood, wordt zoon Felix gedoopt. Dat kan dus niet kloppen, maar de archieven schieten tekort. Felix draagt de naam en vertrekt naar Indië als cadet in de Bataafse Marine en eindigt als pakhuismeester op Java. Zoon Gerrardus wordt rooimeester (landmeter) en mijn overgrootvader Charles houdt toezicht op suikerplantages. Hun foto's verschijnen op de laptop, ernstige heren met vlinderstrikjes en indrukwekkende gezichtsbeharing.

Hier en daar duiken Maleise namen op als Saidjo Boerat of gewoon N. Ik stel me voor hoe de eenzame opperkoopman Friedrich van de VOC valt voor de 'vrije inlandse vrouw' voor zijn neus. Dat verklaart waarom voorouder Cornelia von Stralendorff eruitziet als een gezellig Indisch omaatje. Wijlen prins Claus, lees ik, stamt ook af van dat geslacht. Weet ook niemand in mijn familie. Oma Pip verschijnt op een foto uit 1913: ze staat in bruidsjapon op de treeplank van een grote antieke auto en keek toen al niet happy. Dat is het voordeel van deelplatforms: wildvreemden zetten daar foto's op van jouw voorouders.

'Kijk maar eens goed om u heen', zegt amateurhistoricus Renée Couppat op een heuvel in de Auvergne. Met een royaal armgebaar: 'Van links tot rechts en tot de horizon; allemaal jouw land!' We rijden in haar oude Peugeot, zonder dak, langs glooiende graanvelden, bermen vol klaprozen en volgen de snelstromende Sioulerivier door een koel ravijn.

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Over-overgrootvader Gerrardus Chauvigny de Blot (1827-1896), rooimeester te Java. Beeld uit familiealbum Noël van Bemmel

Naast de Romeinse brug bouwde heer Bourbon Archambaud le Fort in de 11de eeuw een ridderkasteel. 'Dit was ooit een belangrijk gebied met zilvermijnen, vruchtbare vlakten en een doorgaande weg. Nu komen hier vooral Franse toeristen het vulkaanlandschap bekijken.' Kasteelruïne Blot de Rocher balanceert nog altijd hyperromantisch op een 150 meter hoge klif boven de rivier. 'Treed binnen in uw kasteel', grapt Couppat met een diepe buiging voor de hoofdpoort.

Pure onzin natuurlijk, voor een nakomeling van een vage zoon van een bastaardzoon. Maar toch. Na het zoveelste kasteel van je voorouders (er staan er tien) begin je toch te dagdromen over een ijverige notaris die op je wacht met een testament vol lakzegels. Wat ook niet helpt: bistro-eigenaren, forellenvissers en boeren die vol bewondering opkijken naar mij als ze horen dat ik een nazaat ben van de Chauvigny de Blots. Die naam kennen zij van kloeke ridderverhalen of de schuine rijmpjes van libertijn Claude. Over de affaire tussen kardinaal Mazarin en de Franse koningin dichtte hij:

'Les couillons de Mazarin, homme fin,

Ne travaillent pas en vain

Car à chaque coup quíl donne

Il fait branler la couronne.'

(De kloten van Mazarin, fijne man, werken nooit vergeefs,

met elke stoot die hij geeft,

laat hij de kroon wiebelen)

763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8
Over-overgrootmoeder Geertruida de Brie (1835-1870). Beeld uit familiealbum Noël van Bemmel

Op school leren kinderen over het spook van de grote kasteelruïne. Over een brute ridder die daags na zijn bruiloft weer verdwijnt om met zijn vrienden te drinken en te jagen. Als de kasteelheer bij terugkeer ontdekt dat zijn jonge vrouw een minstreel heeft binnengelaten, sluit hij hen beiden op in de noordtoren. Mijn wrede voorvader laat ramen en deuren dichtmetselen en vergeet ze verder. Sindsdien zweeft op donkere nachten een spookachtige jurk boven de muren en kantelen. 'Wat heb ik verkeerd gedaan?', prevelt een ijle stem.

In de bibliotheek verderop komt Madame de Blot ter sprake, de it-girl van het Franse hof. Bewonderd om haar delicate smaak, haar minnaars, haar kennis van de laatste roddels en extreme ideeën over het ideale lichaam van de vrouw. Zo was een vleugel van een leeuwerik volgens haar voldoende eten voor een dag. Wellicht met een verdund glaasje schapenmelk, de drank voor lieve lammetjes. Als Madam de Blot het paleis verliet zonder haar kleine spaniël, bleef een hofdame achter om het dier een komedie in vijf akten voor te lezen.

Nu begrijp ik waarom mijn voorvader Gilbert, kapitein van de koninklijke garde, liever in zijn eigen kasteel bleef en bastaardkinderen maakte met een dame in het dorpje Chaux. Daar hangt boven de deur van haar huis nog steeds een groot hart, uitgehouwen in steen.

Dat bewijst maar weer: je kunt ver komen op dna-reis. Dankzij de voortschrijdende digitalisering van archieven, Google en Streetview. Maar het blijft de moeite waard zelf op stap te gaan. Op zoek naar verhalen achter al die namen en - nou ja -naar persoonlijke ervaringen. Dan loop je bijvoorbeeld een kerkje uit de 12de eeuw binnen, de burgemeester doet voor die verre nazaat graag de zware krakende deur open - je doopt twee vingers in een door jouw voorouders geschonken doopvont met Maltezerkruizen, je loopt naar hun privécrypte en prevelt een gebedje onder het eeuwenoude familiewapen in het kruisgewelf. Op zo'n moment denk je: zal ik dan toch maar zo'n zegelring kopen?



Lees verder…

ACTW66 - project in HOLD stand, wachten is op 400.000 euro die door grote partijen werden toegezegd, en de  15.000 ondertekenaars van de petitie.

10897305474?profile=original10897248258?profile=original

Om de volgende stappen te zetten voor fase II bood de Stichting Petitie om naar de 3851 van de 7000 een voortgangsbericht NO 2 te sturen die toezegden financieel te steunen.  Nadat in dit project sinds 2015 is getart  veel arbeid is  gestopt alsmede voor de facilitaire kosten,  ruim 80.000 is uitgegeven, was dit voorstel zeer welkom. Het voortgangsbericht NO 2 werd op 1 oktober verstuurd heeft  tot nu toe  geleid tot 38  inschrijvingen.  In dit traject hebben ook grote partijen toe gezegd 400.000 bij te dragen.  15.000 handtekeningen die geleid hebben slechts tot 16.775 euro. blijkt nu dus een lege dop te zijn!

De delegatie - deelnemersraad staan voor een volledig raadsel. Voor het inschrijf geld van 50 euro kan nauwelijks een advocaat voor worden  betaald, die kost vanaf 200 tot 400 euro per uur. Vele toezeggingen bleken tot het heden een lege dop te zijn. De volgende stappen kunnen niet worden gezet. De bal ligt nu bij de Indische Gemeenschap die voor vorst en vaderland de petitie hebben getekend en toegezegd te willen bijdragen, dit zijn er ruim 15.000.

Gemaakte kosten tot heden zijn over de 80.000 euro, binnengekomen van directe relaties en ICM abonnees, 16.775 euro, uiteindelijk zullen de advocaten ook betaald moeten worden die al ruim 2 jaar bezig zijn met onderzoeken en voorbereidingen, en ACTW66 begint met schuld van 68.000 euro.

ACTW66 - delegatie spreekt de hoop uit dat besef komt bij de 15.000 die de petitie hebben getekend, dat zij nu aan de beurt zijn. Na 70 jaar, eindelijk het recht gehaald kan worden.  Na 50 jaar praten door het bekende Platform IP, moge duidelijk zijn dat dit tot geen resultaten heeft geleid.

Tot slot, mocht toch het geld bij elkaar krijgen, dan worden uitsluitend de donateurs, en inschrijvingen op de lijst gezet, en namens de personen op deze lijst wordt dan geprocedeerd.

Lees verder…

Begin 2019 komt ICM met twee boeken uit.

Begin 2019 komt ICM met twee boeken uit.

10897405301?profile=original

Het boek " ICM Jaaroverzicht 2018";

is de opvolger van ICM Book 2009-2010; Is geen 312 pagina's maar iets beknopter, geeft een kijkje in de Indische  media van de Indische Internetkrant met haar diepte - en haar hoogtepunten. Dit keer door de ogen van Rudy Groenewaldt bekend als de auteur van het boek de 7 WWW, naast dat hij andere 6 tittels op zijn naam heeft staan. Is A4-formaat, en in fullcolor, prijsindicatie 19,95.

Intekenen nu kan al via bestel ICM-online.nl

Het boek met de titel "de geschiedenis van traktaat van Wassenaar""

Het meest belangrijke vind ik het boek de geschiedenis traktaat van Wassenaar met als bron de documentatie met de titel "To Forget of a promise for the future "vervaardigd in opdracht van het  Min. BuZa. Alleen zoals het traktaat regels geldt, vergaten de ambtenaren van Min. BuZa deze  te verspreiden. Wij hebben aan dit document andere feiten en zaken toegevoegd.A4-formaat,  prijsindicatie 19,95. Intekenen nu kan al via bestel ICM-online.nl

Lees verder…
 

10897315486?profile=original

 

Indische Kwestie politiek slepende beladen thema 

 

Eindspel Indische kwestie Door:  Henk Harcksen  Weergave van een lezing op 18 oktober 2015 in Bronbeek,  Arnhem

 ______________________________________________________________________________________________________________

Reactie ICM Redactie

Toevoeging aan dit artikel.
Om te beginnen zijn de initiatiefnemers  Hans Vogelsang van het NICC en het ICM Team en de persoon die niet genoemd wilt worden.  Deze persoon had een essentiële rol.  Deze kwam met belangrijke info dat Min. VWS had een meevaller van zes miljard.  Deze  informatie heeft  redactie ICM doorgespeeld aan betreffende Kamerleden,  die met dit dossier bezig waren. Juist omdat de staatssecretaris  Martin van Rijn de volgende dag een debat had in de Tweede Kamer.  Zoals gewoonlijk met  het verhaal kwam "  dat er geen geld was"  .  De Kamerleden gingen los o.a. Fleur Agema.  De rest van het verhaal kennen jullie.  Goed om te weten dat  NICC en ICM ruim een jaar bezig waren geweest met de petitie om via ICM en de Pasar Malam de handtekeningen op te halen, dus werk en geld erin hebben gestopt.  Doelstelling Erkenning:  Excuses, erkenning  en compensatie voor alle Nederlandse Indischen (dus 341.000).   ICM gaf het mandaat aan het IP.  Gaandeweg heeft het IP doel bestemming gewijzigd in KNIL en BACKPAY.  Kortom, dit project is gekaapt door IP en IP ,x .   ICM heeft zich gelijk gedistantieerd  van het IP en heeft weer opnieuw moeten investeren ofwel in Traktaat van Wassenaar.   Bij de Stille Tocht heeft men bewust verzuimd om de naam van Hans Vogelsang van het NICC te noemen voor het publiek, schandelijk !
 
Einde  Reactie ICM ___________________________________________________________________________________________________________________________________________________
 

De Nederlandse bevolkingsgroep in Nederlands-Indië was onderdeel van een cultureel gemengde maatschappij. Hoewel deze bevolkingsgroep slechts 0,4 % van de totale bevolking vertegen-woordigde was het de dominante groep die de hoogste posities innam in het bestuur en het bedrijfsleven[1]. Deze groep viel uiteen in twee subgroepen. Ongeveer een derde van de    circa 300.000 Nederlanders geregistreerd bij de burgerlijke stand in Nederlands-Indië in 1940 waren etnische Nederlanders, genaamd totoks. Het overgrote deel der Nederlanders, circa 200.000 personen waren van gemengd bloed, en werden aangeduid als Indo-Europeanen. Over het algemeen waren zij lager geschoold dan de totoks en bezetten daardoor de midden-posities in bestuur en ambtenarij, maar ook in het bedrijfsleven en onderwijs. De mannen uit beide groepen in de leeftijd tussen 18  en 50 jaar werden in december 1941 voor het overgrote deel gemobiliseerd. Circa 42.000 van hen werden krijgsgevangene gemaakt Het betrof Nederlandse, Molukse en Menadonese KNIL soldaten waarvan 10.000 beroeps-militairen en de rest waren dienstplichtigen Ook de civiele ambtenaren en burgers werden geïnterneerd.                            De Japanners gebruikten kleur en stamboom als criteria voor wie gevangen werd gezet. Met tot gevolg dat Indische Nederlanders die meer dan 50% Indische voorouders bezaten buiten de Kampen bleven, de zogenoemde Buitenkampers.

Twee aspecten van de Indische Kwestie

In de eerste plaats, het niet vergoeden van de particuliere oorlogsschade. In februari 1951 nam het parlement de Wet op de Materiële Oorlogsschade aan, de WMO. Deze hield in dat alle oorlogsschade die door de Nederlanders geleden werd als gevolg van de Duitse bezetting, kon worden geclaimd.

De Nederlanders uit Nederlands-Indië werden expliciet van deze wet uitgezonderd. Het was de mening van de toenmalige regering, dat de jonge (en toen straatarme) nieuwe republiek Indonesië verantwoordelijk was daarvoor.

Backpay

In de tweede plaats de weigering van de naoorlogse Nederlandse autoriteiten - zowel in Indië als in Nederland - om de salarissen uit te keren die de voormalige gouvernementsambtenaren en militairen behorende tot het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Indische Zeemacht hadden gederfd tijdens de Japanse bezettingstijd. Het ging om achterstallige salarissen van de ambtenaren en militairen als gevolg van 41 maanden Japanse internering beter bekend onder de Engelstalige term ‘backpay’.[2]

Dit was in tegenstelling tot de Nederlandse ambtenaren en militairen die geïnterneerd werden of gegijzeld werden gehouden door de Duitse bezetter. Zij kregen na afloop van de oorlog hun achterstallige salaris volledig uitbetaald.

 

Indische Kwestie als politiek onderwerp

Zowel de regeringen Balkenende  als de regering Rutte hebben   met steun van alle betrokken regeringsfracties categorisch geweigerd om beide NIOD-studies parlementair te laten behandelen. Het dichtstbij kwam het op 30 juni 2011, toen de motie Dijkstra van D66 om de rapporten te laten bestuderen door een Commissie van Wijze Mensen, in de Tweede Kamer verworpen met slechts twee stemmen verschil. Zelfs     de SGP, die normaliter de regeringspartijen steunt, stemde nu vóór de motie Dijkstra. Deze motie heeft het dus net niet gehaald.

Het ontraden van de motie door de Staatssecretaris van VWS maakte De Indische Kwestie tot een politiek onderwerp. Dat is betreurenswaardig, aangezien het een parlementaire traditie is, dat zaken rond oorlogsslachtoffers Kamerbreed afgewikkeld worden, juist omdat deze geen speelbal van de politiek mogen zijn.[3]

Bevriezingsordonnantie

Deze ordonnantie werd op 29 augustus 1945 uitgevaardigd door luitenant Gouverneur-generaal H.J. van Mook. Het (Indische) Gouvernement schortte voor onbepaalde tijd de interne schuldverplichtingen op voor de periode tijdens de Japanse bezetting .

Voor de oorlog maakten ambtenaren en particulieren geld over naar Nederland ter onder-steuning van hun familieleden en kinderen om de kosten voor hun studie te kunnen betalen. Na de bezetting van Nederland nam het ministerie van Koloniën die schulden over, evenals banken. Verrekening geschiedde met salaris van betrokken werk-nemers.

Tijdens de Japanse bezetting werden salarissen stopgezet en verviel de dekking van de voorschotten. De Indische werknemer bouwde delegatie-schulden op. Bij benadering hadden 33.000 ambtenaren een gezamenlijke delegatieschuld van 20,8 miljoen en particulieren 13,6 miljoen, totaal 238 miljoen gulden. De KNIL militairen, bevrijd uit de werkkampen, zaten in opvangcentra in Siam en Singapore en wisten van hun mede-krijgsgevangenen dat hun regering de salarissen meteen na de oorlog hadden uitbetaald. Ze hadden het vertrouwen dat zij ook betaald zouden worden. Het Indo Europees Verbond en het NIBEG vroegen van Mook naar zijn plannen maar er kwam geen antwoord.

10897316063?profile=originalOngelijke behandeling

De Koninklijke Marine, in casu de Admiraliteit betaalde de Backpay. Het besluit werd in augustus  1945 genomen door de minister van Oorlog in het kabinet Schermerhorn, J. Meynen die het zo vanzelfsprekend vond dat hij het niet vooraf besprak in de Ministerraad. Het gevolg was dat oud-krijgs-gevangen Nederlandse marine-mannen wel betaald zijn,    hun mede kampbewoners die dienden bij de Indische Marine (Gouvernementsmarine)  niet. De Geallieerden, de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben hun militairen wel hun salarissen tijdens hun krijgsgevangenschap uitbetaald.                                                                                                                                                                       

De Backpay-commissie

De Backpay Commissie werd door Van Mook geïnstalleerd op 14 januari 1946.Het recht op soldij was verankerd in de wetgeving van het land waar de militairen deel van uitmaakten. Dit betekende dat de KNIL militairen onomstotelijk recht op Backpay hadden. De Commissie bleek intern verdeeld over zowel de juridische aspect als de omvang van de financiële verplichting. De Indische autoriteiten wezen elke juridische verplichting af. In plaats van integrale compensatie van de niet uitgekeerde lonen en verloren gegane bezittingen, streefde Batavia er naar om de betrokkenen schulden vrij te maken en een nieuwe start te gunnen. Op 19 oktober werd de Backpay commissie ontbonden. Doel werd de slotrehabilitatie regeling en de definitieve afwikkeling van de individuele financiële oorlogsproblematiek door overdracht naar tripartiet overleg bestaande uit het Indisch departement Sociale Zaken, werkgevers en werknemers.

Er werd een akkoord bereikt in mei 1948 en de kern van de regeling werd gevormd door de delging van de rehabilitatie-schulden en vergoeding van de huisraadschade.

 

De Rehabilitatie Uitkering, Ronde Tafel Conferentie

De Ronde Tafel Conferentie was een tussen 23 augustus en 2 november 1949 in Den Haag gehouden Het betrof een conferentie tussen vertegen-woordigers van Nederland, de Republiek Indonesië en de Bijeenkomst voor Federaal Overleg (afgekort BFO), de vertegenwoordiging van de verschillende staten die Nederland in de Indonesische archipel had gecreëerd. Er werd onderhandeld over de binnenlandse en buiten-landse schulden. Uiteindelijk accepteerde de Indonesische delegatie, door bemiddeling van een Amerikaans lid van de VN commissie voor Indonesië, dat men in ruil voor de onafhankelijkheid een deel van deze schulden over zou nemen.

Op 24 oktober werd er overeengekomen dat Indonesië 4,3 miljard gulden aan staats-schuld zou overnemen. De conferentie eindigde met het besluit tot soevereiniteits-overdracht die op 27 december

1949 plaatsvond. Backpay maakte geen deel uit van de onder-handelingen. Op 26 juli 1950 werd het KNIL opgeheven. Alleen de Nederlandse militairen konden over naar de Koninklijke Landmacht. Het ging over een totaal van 65.000 militairen, waarvan 10.000 Nederlanders.

Geldontwaarding

De verhouding van de Rupiah tot de gulden werd 1 op 3, in maart 1951 werd de waarde van alle biljetten boven de vijf gulden gehalveerd en moesten worden ingeruild tegen nieuwe coupures voor de helft van de waarde. Spaartegoeden van Nederlanders werden gehalveerd en bleef van de rehabilitatiegelden en huis-raadschade vergoeding weinig over.

Commissie Achterstallige Betalingen

De Commissie Achterstallige Betalingen (CAB) werd gevormd op 18 december 1951. Taak: onderzoek naar gang van zaken bij de rehabilitatieverplichtingen. Doelgroep: Indische Nederlanders, iet de Molukkers die in Nederland woonachtig waren.

 

De Backpay behoorde niet tot de onderzoeksopdracht. Uiteindelijk betaalt de regering 104,75 miljoen gulden, huisraad vergoeding inbegrepen. Het duurde lang voor er een beslissing kwam door politieke onwil. Het had niet te maken met de staat van ’s Rijks financiën. Vanaf 1950 was er een overschot op de begroting In 1952 lag de industriële productie al 35% hoger dan in1939, in1952 bedroeg het betalingsbalans overschot 1,9 miljard gulden.

Eind 1954 waren er nog maar 3000 van de 50.000 aanvragen afgehandeld ten bedrage van 8.5 miljoen gulden. Er kwam protest en de afhandelingen werden opgeschroefd naar 4000 per maand[4]. Ondertussen had de rechter uitspraak gedaan in een aantal Backpay geschillen. Niet Nederland, maar Indonesië was verantwoordelijk voor betaling. Nederlands-Indie was een  aparte staatkundige entiteit volgens het territorialiteitsbeginsel, Indonesië was haar rechtsopvolger. Omdat de rechter een soevereine staat niet kan manen werd de dagvaarding van de klagende partij nietig verklaard.

Traktaat van Wassenaar

De bilaterale betrekkingen met Indonesië werden aangehaald, na de machtswisseling Soekarno- Soeharto. Schuldsaneringsonderhandelingen kwamen op gang die uitmondde in het Traktaat van Wassenaar. Lumpsum van 600 miljoen gulden wordt door Indonesië volledig betaald . Twee betalingen van 18 miljoen elk kwamen ten goede aan kleine particulieren die vanwege hun leeftijd of financiële urgentie in aanmerking kwamen voor financiële vergoeding voor verloren gegane  bezit. Nederland heeft bewust de Backpay uit de onderhandelingen gehouden.

In de Memorie van toelichting, uit artikel 1 lid 1 vloeit voort dat aanspraken van particulieren op het voormalig Gouvernement van Nederlands-Indie niet meer jegens de Republiek Indonesië kunnen worden geldend gemaakt. De vraag van Kamerlid Voogd of      de KNIL militairen voor een vergoeding uit de lumpsum in aanmerking kwamen, werd niet beantwoord door minister Luns. 

Conclusie: het Traktaat zet een definitieve streep door de Backpay terwijl de rechter de claim wel rechtmatig had verklaard.

Indonesië werd gevrijwaard om   te betalen in Internationaal rechtelijke zin.

Moluks eerherstel als hefboom voor de Backpay en de Commissie van Drie

Na de Molukse treinkapingen werd er een onderzoekscommissie Kobben-Matouw opgericht die een historisch onderzoek deed naar de komst van de Molukkers naar Nederland. De in Nederland woonachtige Molukse KNIL militairen na de Soevereiniteits-overdracht en de opheffing van het KNIL naar Nederland gehaald  via een gerechtelijk bevel. Na aankomst werden ze collectief ontslagen uit militaire dienst. De Nederlandse staat zorgde voor hun levensonderhoud maar de Molukse gemeenschap voelde zich verraden. Daarnaast hadden de gepensioneerde veteranen, 958 van 3578 overgekomen soldaten geen recht op pensioen.

 

10897316294?profile=originalDe Nederlandse KNIL soldaten hadden daar wel recht op via de KNIL Garantiewet. De Molukkers dienden zich te wenden tot Indonesië maar die weigerde te bepalen ondanks de RTC die Indonesië verplichtte tot betaling. Per 1 januari 1956 had Nederland het voor Molukse kostwinners de zelfzorgregeling ingevoerd. Op de woonlasten na dienden Molukse gezinnen in hun eigen levens-onderhoud te voorzien. Per 1 januari 1964 was de regering alsnog bereid tot een pensioen-vervangende uitkering. Over de periode 1956-1964 werd niet uitbetaald. Er kam een advies van de Commissie Kobben Mantouw aan het kabinet van Agt-Wiegel om naar deze zaak te kijken. Dit werd het signaal voor de Indische belangengroeperingen om de zaak van de backpay weer aan te kaarten.

Er volgde een initiatief van Klaas de Vries (PvdA), op dat moment voorzitter van de Vaste Kamer Commissie van Defensie in nauwe samenwerking met Weijers (CDA) en Keja (VVD) om tot een onderzoek te komen van de backpay-kwestie en haalbaarheid van een mogelijke oplossing.   Oud KNIL militairen hadden al weken in hun oude uniformen gedemonstreerd op het Binnenhof.

Uiteindelijk kwam er een voorstel die gevat was in een motie die door de voorzitter van de Commissie Weijers werd ingediend en geen partij-politieke strekking had:

De Kamer, gehoord de beraad-slaging,

Overwegende dat in het verleden herhaaldelijk tussen regering en Staten-Generaal van gedachten is gewisseld over het vraagstuk van de niet genoten inkomsten over de periode van (krijgs)gevangen-schap tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië,

Overwegende dat opeenvolgende kabinetten zich daarbij op het standpunt hebben gesteld dat verzoeken over betaling van deze niet genoten inkomsten niet voor inwilliging vatbaar waren en dat de Staten-Generaal zich bij dit standpunt steeds hebben aangesloten,

Constaterende dat in geen enkel rechtsgeding dat over deze zaak door betrokken organisaties en individuele personen tegen de staat der Nederlanden werd aangespannen een juridisch afweegbaar recht op betaling kon worden geldend gemaakt,

Stelt wederom vast, dat de Staat der Nederlanden juridisch niet gehouden is tot betaling van betreffende gederfde inkomsten,

Evenwel overwegende dat het rechtsgevoel van betrokkenen door deze herhaalde uitspraken van Regering, Staten-Generaal en Rechtelijke macht niet bevredigd is,

Overwegende, dat deze uitspraken geen morele bevrediging schenken omdat daarin geen rekening wordt gehouden met de historische verantwoordelijkheid mede van de Nederlandse Regering voor de gebeurtenissen in het voormalig Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna,

Voorts overwegende dat de verschrikkingen van de Japanse bezetting en het lijden in de krijgsgevangenkampen in ons land pas laten - nooit ten volle - zijn beseft en dat betrokkenen veelal ook onvoldoende begrip hebben ondervonden verband houdende met hun noodgedwongen repatriëring naar ons land,

Nodigt de regering per 1 januari 1981 uit een regeling te treffen waarin aan deze morele verant-woordelijkheid ook materieel inhoud wordt gegeven en

Verzoekt derhalve de Regering daarbij de volgende uitgangs-punten in acht te nemen:

a)    Aan alle voormalig geïnterneerden-kostwinners, voor zover  zij zich na de oorlog duurzaam in Nederland hebben gevestigd een eenmalige uitkering te verstrekken

b)    De uitkering wordt eveneens verstrekt aan weduwen van voormalig geïnterneerden, kostwinners die zich duurzaam in Nederland hebben gevestigd voor zover het huwelijk ten tijde van de internering bestond

c)     Deze uitkering bestaat een voor allen gelijk bedrag van 7.500 gulden waarover geen belasting hoeft te wordt geheven en dat niet in mindering wordt gebracht op de pensioenen, uitkeringen, subsidies en dergelijke die betrokkenen ontvangen

d)    Verzoekt de regering over de uitwerking van deze regeling in overleg te treden met organisaties van betrokkenen en gaat over tot de orde van de dag.

 

10897316294?profile=originalDe Tweede Kamer stemde in met de regeling op 18 juni 1981 zonder stemming. Alle in Nederland wonende weduwen van gesneuvelde KNIL militairen ontvingen eveneens de uitkering die de naam Wet Uitkering Indische Geïnterneerden droeg. Eind 1981 waren 72.100 aanmeldingen binnengekomen, 61.142 uit Nederland, 3237 uit Indonesië van warga negara’s en 772 uit de rest van de wereld,   per 1 januari 1982 32.168 beschikkingen tot uitbetaling, op de sluitingsdag van 1 juli 1983 waren 57.965 formulieren ingediend. Na de ontbinding van de Adviescommissie voor de uitkering waren 47.877 aanvragen verwerkt en 37.296 uitgekeerd[5]Buitenkampers vielen buiten de regeling.

De Liro Affaire en de gevolgen voor Indische Gemeenschap

Joodse tegoeden waren in beslag genomen tijdens de oorlog en na de oorlog niet terug gegeven aan de rechthebbenden/overlevenden. Bezittingen waren door de ambtenaren verkocht. Analoog aan een onderzoek naar verloren gegane Joodse bezittingen kwam er een commissie Onderzoek Indische Tegoeden, (commissie van Galen). Een en ander resulteerde in Het Gebaar met een toekenning van 350 miljoen gulden en 158 miljoen euro voor diverse projecten. De Indische Gemeenschap bleef het zien als genoegdoening, maar geen finale kwijting van de vorderingen die de kern van de Indische Kwestie vormen.

De Bersiap wordt mee-genomen in het Breed Historisch Onderzoek als onderdeel  van “Het Gebaar”

Bij de uitwerking van Het Gebaar” in 2001/2011 was het Breed Historisch Onderzoek een van de projecten. Het onderzoek betrof onder andere de ontvangst van de Indische Nederlands in Nederland die gekenmerkt werd door formalisme, bureaucratie  en koude ontvangst. De opzet van het onderzoek  veroorzaakte een vergaand geschil tussen het IP en het departement van WWS dat direct betrokken was bij de uitvoering van het Gebaar. Kernpunt vormde de vraag of de Bersiap deel moest uitmaken van het onderzoek of niet? Professor Hans Blom indertijd hoogleraar Geschiedenis aan de UvA en verbonden aan het NIOD en Bussemaker kwamen tegenover elkaar te staan. Herman Bussemaker heeft hier het volgende over gezegd.:

Ik ben in 2001 bij de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op de dissertatie “Paradise in Peril: Western Colonial Power and Japanese expansion in South-East Asia, 1904 – 1941”. Mijn promotor was Hans Blom, toen naast zijn hoogleraarschap ook directeur van het NIOD. Uiteindelijk werd de Bersiap (na hevige protesten uit de Indische gemeenschap) toegevoegd aan het NIOD onderzoek in het rapport van Peter Keppy, dat over de vermogensaspecten van de Japanse Bezetting en de daarop volgende Indonesische Revolutie, handelt. De regering was beducht dat deze rapporten claims zouden onderbouwen. Dit wetenschap-pelijk onderzoek was voor het IP van levensbelang omdat het naar de achterban gebruikt kon worden om aan te geven dat Het Gebaar geen finale kwijting was maar   dat een onafhankelijk onderzoek ongetwijfeld zou aantonen dat de regering in het krijt stond bij de Indische gemeenschap en dat er nog een finale compensatie zou komen het geen men te goed meende te hebben van de Nederlandse regering.

Kabinet Balkenende IV en Rutte I

Kabinet Balkenende IV was op 10 februari 2010 gevallen. Op 28 oktober 2009 werd door het IP    in samenwerking met ICM van Ferry Schwab een manifestatie georganiseerd op het Plein in Den Haag nadat daaraan voorafgaande een gesprek met Jet Bussemaker, staatssecretaris van VWS in het kabinet Balkenende IV had plaatsgevonden. Halbe Zijlstra hield een speech waarbij hij de mening uitsprak dat de Indische Kwestie moest worden opgelost. Eerder dat jaar had de schrijfster Elise Lengkeek haar boek,’Ik beken’ over het Indisch verzet aan de premier aangeboden. Halbe Zijlstra zei later in een gesprek met het IP dat hij Kamervragen zou stellen aan Ab Klink minister van Volksgezondheid, hij kreeg echter nietszeggende antwoorden.

Kabinet Rutte 1 was een minderheidskabinet bestaande uit de politieke partijen VVD en CDA, en kreeg van oktober 2010 tot april 2012 gedoogsteun vanuit de Tweede Kamer van de PVV. Op 21 april 2012 maakte premier Mark Rutte bekend dat het, na zeven weken onderhandelen in het Catshuis over de begroting voor 2013, niet was gelukt tot overeenstemming te komen met Geert Wilders. Na het stuklopen van de onderhandelingen gaf de PVV aan per die dag geen gedoogpartner meer te zijn van het kabinet. Diederik Samsom fractievoorzitter van de Tweede Kamerfractie van de PvdA zei op 24 augustus 2012 dat de Indische Kwestie in deze kabinetsperiode moet worden opgelost in het radio programma De Halve Maan.

Het kabinet Rutte 2 werd beëdigd op 5 november 2012. Op 29 juni is dan al een stemming geweest van een motie van Pia Dijkstra waar een Commissie van Wijze Mannen wordt voorgesteld om uit de impasse te komen in de onderhandelingen tussen staats-secretaris Veldhuijzen-van Zanten Hylner en het Indisch Platform. Die impasse ontstond met name omdat het idee postvatte dat de secretaris door haar ambtenaren onjuist werd geïnformeerd.      

 

Het bleek dat de NIOD rapporten niet door de beleidsambtenaren van VWS ambtenaren waren gelezen. Ton te Meij delegatielid van het IP sprak de ambtenaren hier op aan, de staatssecretaris werd dus door haar ambtenaren bewust verkeerd voorgelicht. Zo ontstond het beeld van de Vierde macht die haar staatssecretarissen in opvolgende kabinetten op het verkeerde been zette. De motie van Dijkstra wordt met 2 stemmen verschil verworpen, PVV zegde aanvankelijk haar steun toe maar stemde uiteindelijk mee  met de coalitie. Hun argument: wij waren door het regeerakkoord gehouden tot gedoogsteun aan het Kabinet Rutte .  

In januari 2013 wordt Silfraire Delhaye voorzitter van het IP als opvolger Herman Bussemaker. Op 19 maart 2013 werd een Stille Tocht georganiseerd waarbij Peggy Stein een van de organisatoren was en later toetrad tot de delegatie die direct onderhandelingen voerde met de staatssecretaris. De delegatie bestaat mede uit Jan van Wagtendonk, voorzitter Stichting Japanse Ereschulden, Jan de Jong, voorzitter van de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappen-kamp (SVJ) en Ton te Meij onafhankelijk adviseur. De tocht eindigt op het plein waar een petitie werd aangeboden aan de Tweede Kamer. In de voor-bereidingsfase is Hans Vogelsang, nauw betrokken bij de online campagne voor deze petitie waardoor deze petitie breed  onder ogen van de Indische Gemeenschap komt en nog breder gedragen werd.

10897316478?profile=originalImpactanalyse

Op 31 mei 2013 wordt op verzoek van het IP door de Sociale verzekeringsbank het voorstel van het IP doorgerekend. Op 20 december 2013 volgt een veegbrief van de staatssecretaris. Kern is dat hij in gesprek blijft met het IP. In 2014 komt er geen voorstel. Na 15 augustus 2014, gaat het IP individuele gesprekken aan met Tweede Kamerleden. Het beeld ontstaat van een staats-secretaris die in gesprek blijft maar geen voorstellen doet en afspraken niet nakomt om tot een beleidsbrief naar de Kamer te komen[6].

Vaste Kamer Commissie VWS  eist overleg met de staatssecretaris en AO van 14 oktober jl. 

10897317079?profile=originalOp 2  juni 2015 een dag voor het Algemeen Overleg met de vaste kamer Commissie van VWS stuurt van Rijn een brief naar de Kamer. De kern: Het Gebaar is finale Kwijting maar Van Rijn wil in gesprek blijven met het IP. Backpay en Vermogensschade worden expliciet genoemd in de brief. Michiel van Veen (VVD) vindt een meerderheid in de Vaste Kamer Commissie VWS voor zijn voorstel om tot uitstel van het AO overleg te komen. Een volgend overleg wordt op 14 oktober gepland. In oktober 2015, volgt een lange brief van Van Rijn en een AO overleg dat op 14 oktober plaatsvindt.

Uitkomst AO overleg 14 oktober 2015

Uitkomst: Van Rijn zal vóór        de begrotingsbehandeling VWS (die begint op 2 november a.s.)  de Commissie informeren of     een gesprek met het Indisch Platform zinvol is om – zonder verwachtingen te wekken – misschien te komen tot een aparte oplossing voor de ‘backpay’-generatie. In die brief zal hij tevens proberen de eventuele kosten hiervan te ramen. Of een overleg hierover zinvol is, hangt van de opstelling van het IP af.

Tot dusver heeft het IP namelijk een brede aanpak voorgestaan, zonder het maken van een onderscheid tussen diverse groepen binnen de Indische gemeenschap. De Commissie zal vervolgens een tweede termijn plannen voor een Algemeen Overleg. Van Rijn zegde toe dat hij op zijn begroting geld zou willen vrijmaken voor (nader in te vullen) projecten om de Indische geschiedenis (beter) te doen kennen.

Aan het begin stond Van Rijn evenals vele andere sprekers stil bij het trieste bericht van het overlijden van Dr. Bussemaker, de ‘man met het grote hart voor de Indische zaak’. Van Rijn zei dat hij zich grondig verdiept had in de ‘Indische kwestie’. Hij zag het als zijn opgave in zijn functie om die niet als afgedaan te beschouwen. Hiervoor zijn geen juridische redenen, maar hij doet dit vanwege morele overwegingen.

Bij kennisneming van de geschiedenis zoals o.a. weer-gegeven in de rapporten van het NIOD bekropen hem (en hem niet alleen) gevoelens van gêne en schaamte over de manier waarop de belangen van de Indische Nederlanders zijn behandeld.

 

Desgevraagd zei hij dat de berekening (door de SVB) op basis van de benadering van het IP uitkwam op ruim een miljard euro (over 15 jaar). De kwestie ligt ook in die zin gecompliceerd dat erkenning (of excuses) zonder compensatie voor velen niet telt.

Terwijl een vorm van compensatie (waarvan voorbeelden in het verleden te vinden zijn) voor velen de gevoelens van verdriet en onrechtvaardige behandeling niet kan wegnemen. De conclusie van Van Rijn die hij bij herhaling en op diverse manieren toelichtte, was dat er geen oplossing voorhanden was, die zowel budgettair aanvaardbaar zou zijn als ook draagbaar voor de Indische gemeenschap als geheel, voor wat betreft de erkenning en compensatie[7].

Op 2 november blijkt dat er een akkoord is tussen staatssecretaris van Rijn en het Indisch Platform maar alleen over de Backpay. Een bedrag van 25.000 euro zal belastingvrij worden uitbetaald en het uitvoerings-reglement wordt nader ingevuld in nauwe samenwerking tussen beide partijen. De Rijksoverheid zet het bericht op internet met de volgende inhoud:

Van Rijn en Indisch Platform doorbreken 70-jarige impasse 'Backpay'

Nieuwsbericht | 03-11-2015 | 17:00

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) en het Indisch Platform zijn akkoord om de “Backpay” gezamenlijk tot een oplossing te brengen. Er wordt een financiële regeling getroffen voor de betrokkenen die nu nog in leven zijn. Het gaat bij de “Backpay” over de niet uitbetaalde salarissen aan de ambtenaren en militairen die in dienst waren van het Nederlands-Indisch Gouvernement gedurende de Japanse bezetting.

Van Rijn: "Met deze regeling trachten we tegemoet te komen aan de onvrede in de Indische Gemeenschap door het ontbreken van een oplossing voor de Backpay. De geschiedenis van de afgelopen 70 jaar kunnen we niet ongedaan maken, maar ik hoop dat deze stap de weg vrijmaakt voor een nieuw hoofdstuk van onze gezamenlijke toekomst".

Voorzitter Silfraire Delhaye van Het Indisch Platform: “Deze stap die we samen zetten, stelt ons    in de gelegenheid om zo snel mogelijk de mensen te helpen die al meer dan 70 jaar wachten op hun salaris. Onze directe focus op korte termijn is nu hierop gericht. Staatssecretaris Martin van Rijn doorbreekt hierin een 70 jaar durende impasse. Hiermee wordt een van de doelstellingen van het IP op korte termijn ingewilligd. We zijn hier content mee."

Betrokkenen zo min mogelijk belasten

Van Rijn en het Indisch Platform zullen verder overleg voeren over de precieze uitwerking van de regeling. Over een aantal kernpunten is al overeenstemming bereikt. Per rechthebbende zal een bedrag van 25.000 euro netto worden uitgekeerd. In de uitvoering zal maximaal worden aangesloten op reeds beschikbare informatie over de recht-hebbenden, omwille van de snelheid en zodat betrokkenen – veelal ouder dan 90 jaar – zo min mogelijk worden belast.

Conclusie: de regeling in 1981 was een gevolg van consensus-politiek tussen Kamer en Kabinet. De Backpay-regeling is voortgekomen uit een overleg en petite comité tussen het Indisch Platform en  een vertegenwoordiger van het Kabinet en opnieuw in de ogen van het kabinet het inlossen van een morele verplichting bij het ontbreken van een juridisch-rechtelijke basis. En wederom is een deel van de Indische Kwestie geregeld en wordt het overleg tussen Van Rijn en het Indisch Platform voortgezet.

Staatssecretaris van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport, de heer Martin van Rijn, lichtte zijn beslissing toe aan de Tweede Kamer in een brief, waarvan de inhoud reeds in het openings-artikel weergegeven is.

10897317295?profile=originalDe mythe van Sysiphus

Sisyphos (Oudgrieks: Σίσυφος) of Sisyphus (Latijn) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij beging de vergissing de goden uit te dagen. Hij wist hun telkens te ontsnappen maar verergerde hiermee zijn uiteindelijke straf.

 

Mary Huang, design technologist USA, Sysiphus

Die luidde dat hij tot het einde der tijden in de Tartaros (Griekse onderwereld) een rotsblok tegen een berg moest duwen. De Franse schrijver Albert Camus schreef de Mythe van Sysiphus. Bij hem is deze figuur een absurde held omdat hij beseft dat hij op zichzelf is aangewezen, dat hij niet langer door de goden geleid wordt. Zijn geluk schuilt niet in de ontkenning van zijn lot, maar van het besef dat hij revolteert tegen het lot dat de goden hem hebben toebedacht en het is precies deze revolte die hem vrij maakt. Het heldere inzicht dat zijn eigenlijke kwelling zou hebben moeten veroorzaken,

bewerkstelligt zijn overwinning schrijft Camus. Het is aldus niet zozeer het absurde waar Camus op uit is, maar de weerstand     die het oproept, de revolte, die vrij maakt (bron: dr. Ruud Welten, het Labyrinth van de Mythe van Sysiphus, 2013).

 

Het verhaal van Sysiphus kan als metafoor worden gehanteerd voor het onderhandelingsproces dat zich meer dan zeventig jaar ontwikkelde en getuige de laatste alinea van de brief van Van Rijn nog geen einde is gekomen:

 

“Tot slot nog het volgende. De algemene doelstelling van het Indisch Platform is ons bekend. Het is vanzelf-sprekend aan het Indisch Platform, mede ingericht op verzoek van de Nederlandse Regering als haar gesprekspartner voor de gehele Indische Gemeenschap, om naast de ‘backpay’ zorg te dragen voor     de verdere doelstellingen die uit haar belangen en achterban voortkomen.”

 

Bronnen: 

Peter Keppy: Sporen van Vernieling,

Hans Meijer: Indische Rekening, Indië, Nederland en de Backpay kwestie 1945-2005,

Herman Bussemaker: Indisch Verdriet,

Website Vaste Kamer Commissie VWS,

Javapost, weblog van Bert Immerzeel.

 



[1] ‘Statistical Abstract of the Netherlands East Indies’ Dept. of Economic Affairs, Kolff, Batavia 1940, Chapter II, table 5,

[2] Indische rekening, Indië, Nederland en de backpay-kwestie 1945-2000

[3] Javapost blog, de Indische Kwestie, Herman Bussemaker

[4] Hans Meijer, Indische rekening, blz. 105

[5] Hans Meijer, Indische rekening blz.317

[6] Indisch verdriet, Herman Bussemaker, blz. 355

[7] Han Gieske, Facebook

Lees verder…

NOS / NPO Radio Omroep roept Blanda (Belanda) als scheldwoord van het Jaar 2019.

10897407693?profile=originalBersiop  op de foto tekst:   USID ADJING BELANDA

Op weg naar Dronten om mijn kleinzoon te brengen zat de autoradio op NOS  /NPO –zender rond 14:30 uur op 2 januari jl. Er kwamen gesprekken voorbij totdat de presentatoren de discussie starten over het scheldwoord van het jaar 2019 voor de blanke man.

Ik bespaar U maar de moeite, diverse kwamen er voorbij, totdat de presentator het woord BELANDA uitschreeuwde, dat moet het worden. Is een Indisch woord dat uit Indonesie komt. Dit moest het worden. Een hoogleraar brak door de uitzending, en overtuigde dat BELANDA het moest worden, want dat hij in zijn boek beschreven als een scheldwoord, ga geen reclame maken over zijn boek. Bronnen melden dat een band werd gestart van betreffende hoogleraar.

Bizar dat een NOS / NPO – Radio omroep die het voorbeeld dient te geven als onderdeel van het publiek bestel, hier heers en verdeel zaait onder de burgers. Alleen al om een scheldwoord te bedenken en te lanceren, geeft aan wat er bij de NOS / NPO Omroepen speelt en dan ook nog met de centen van  diezelfde burgers. Naast dat dit een  vorm van respectloos toont naar je medemens, nog niet gesproken over smaad en laster, en opruiing waar dwangsommen op staan!

Voor de hoogleraar geldt: Laat maar om te  beginnen om zijn hoogleraarschap in te leveren; Blanda betekent niet meer dan  Nederlander. Een stukje Basah vor de hoogleraar, door toevoeging van bijvoegelijknaamwoord; BUSUK, ANDIJNG, of LONDOH etc. kan een scheldwoord ontstaan nadrukkelijk door die toevoeging.

Ik denk dat de hoogleraar in de war is met opschriften op de gebouwen in Jakarta ten tijde van de bersiap: USIR BELANDA ANDJING = Weg met die Hollandse honden.

Ik denk dat De Nederlandse Indische Gemeenschap betreurt dat BELANDA als scheldwoord is uitgeroepen hierdoor de relaties legt naar NIG, kennelijk ook de bedoeling van de presentator van betreffende NOS / NPO Radio Omroep. Naarstig heb ik gezocht in Omroep bladen naar de contactgegevens, wellicht dat U dit fragment op Radio ook heeft gehoord. 

Tijdens publicatie van dit artikel via Facebook hebben vele Indischen hun verontwaardiging geuit. Respectloos om scheldwoorden te bedenken, te lanceren en te stimuleren om voor 2019 dit scheldwoord te gebruiken. Is vorm van opruiing, benieuwd of de Kamerleden nog wat gaan ondernemen tegen het NOS / NPO !

Lees verder…

201507930/1/A3.
Datum uitspraak: 28 december 2016

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de stichting Stichting Indisch Platform, gevestigd te Den Haag,
appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 september 2015 in zaken nrs. 13/9040 en 13/10437 in het geding tussen:

de stichting

en

1. de minister van Algemene Zaken,
2. de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Procesverloop

Bij besluit van 13 maart 2013 heeft de minister van Algemene Zaken (hierna: minister van AZ) het verzoek van de stichting tot openbaarmaking van een aantal documenten met betrekking tot de zogenoemde "Indische kwestie" afgewezen en in twee documenten persoonsgegevens onleesbaar gemaakt.

Bij besluit van 26 maart 2013 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: minister van VWS) het verzoek van de stichting tot openbaarmaking van een aantal documenten met betrekking tot de zogenoemde "Indische kwestie" afgewezen en van een aantal documenten de gegevens onleesbaar gemaakt.

Bij besluit van 3 oktober 2013 heeft de minister van AZ het door de stichting tegen het besluit van 13 maart 2013 gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en de motivering aangepast. De overige bezwaren heeft hij ongegrond verklaard.

Bij besluit van 13 december 2013 heeft de minister van VWS het tegen het besluit van 26 maart 2013 gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, één document alsnog openbaar gemaakt, in één document de onleesbare stukken aangepast en de motivering aangepast. De overige bezwaren heeft hij ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 9 september 2015 heeft de rechtbank het door de stichting tegen het besluit van 3 oktober 2013 ingestelde beroep ongegrond verklaard. In dezelfde uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 13 december 2013 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten onder bepaling dat de uitspraak voor het besluit in de plaats treedt. De uitspraak van 9 september 2015 is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de stichting hoger beroep ingesteld.

De minister van AZ en de minister van VWS hebben een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

De stichting heeft de toestemming verleend, als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 november 2016, waar de stichting, vertegenwoordigd door P. van Vliet en bijgestaan door mr. A.H.J. van den Biesen, advocaat te Amsterdam, de minister van AZ, vertegenwoordigd door mr. E.C. Pietermaat, advocaat te Den Haag, en de minister van VWS, vertegenwoordigd door mr. J.W.T. Berg, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. De stichting stelt hoger beroep in vanwege de weigering van de minister van AZ en de minister van VWS tot openbaarmaking van documenten of delen daarvan die zien op de zogenoemde Indische kwestie. Deze kwestie betreft aanspraak jegens Staat der Nederlanden op achterstallig loon en schadevergoeding voor ambtenaren, militairen en inwoners van Nederlands-Indië die slachtoffer waren van de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog van het toenmalig Nederlands-Indië en de wijze waarop de Staat der Nederlanden met aanspraken is omgegaan.

De stichting heeft met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (hierna: Wob) bij de minister van AZ en de minister van VWS verzocht om documenten die betrekking hebben op de Indische kwestie openbaar te maken.

De stichting komt in hoger beroep omdat de rechtbank de weigering van de minister van AZ om 23 documenten openbaar te maken in stand heeft gelaten en omdat de rechtbank de rechtsgevolgen van de weigering van de minister van VWS om documenten, danwel delen van documenten, openbaar te maken in stand heeft gelaten.

Geheimhouding

2. De Afdeling heeft met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb, kennis genomen van de niet openbaar gemaakte documenten of delen van documenten.

Weging maatschappelijk belang onderwerp bij openbaarmaking

3. De stichting betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat op grond van een "te goeder trouw"-toepassing van de Wob gewicht had moeten worden toegekend aan het belang dat met de openbaarmaking van de gevraagde stukken gediend wordt. De stichting meent dat de zwaarte van het belang bij openbaarmaking van invloed dient te zijn op de afweging tussen het belang van de overheid of overheidsdienaren bij geheimhouding enerzijds en het belang van de transparantiedoelstelling van de Wob anderzijds. De belangen van de overheid en overheidsdienaren zullen eerder moeten wijken als het belang van de openbaarmaking groter is, aldus de stichting. De stichting betoogt dat het belang bij het openbaar maken van de documenten over de Indische kwestie in dit geval dusdanig zwaar weegt, dat het belang dat gediend wordt met het niet openbaar maken van deze stukken daarvoor moet wijken.

3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 17 februari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL4132) vooronderstelt de Wob het belang van openbaarmaking voor een goede en democratische besluitvorming als een op zichzelf staand belang en is het gewicht van dit belang niet afhankelijk van het onderwerp waarop de documenten betrekking hebben.

Het betoog van de stichting dat de documenten betrekking hebben op een zodanig belangrijk onderwerp dat de ministers bij het toepassen van de afwijzingsgronden aan het belang van openbaarheid een groter gewicht hadden moeten toekennen, faalt.

Weigeringsgrond artikel 11, eerste lid, van de Wob

4. De stichting betoogt dat de rechtbank ten onrechte de weigering tot openbaarmaking van de ministers op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wob heeft gehonoreerd, althans onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd waarom deze weigering in stand kan blijven. De stichting betoogt dat uitzonderingen op de hoofdregel dat stukken openbaar worden gemaakt restrictief moeten worden toegepast.

De stichting betoogt dat het haar enkel te doen is om de feiten die ten grondslag liggen aan de beslissingen. Door de openbaarmaking te weigeren op de grondslag dat feiten en persoonlijke beleidsopvattingen zodanig verweven zijn dat de feiten niet afzonderlijk verstrekt kunnen worden, is het voor haar onmogelijk om na te gaan of onjuiste feiten aan de besluitvorming ten grondslag liggen. De stichting betoogt dat als feiten en persoonlijke beleidsopvattingen zodanig verweven zijn als de ministers stellen, het bevoegd gezag die verwevenheid er uit moet halen en de feiten openbaar moet maken.

4.1. Artikel 11, eerste lid, van de Wob luidt:

"In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen."

4.2. Dat de stukken, waarvan openbaarmaking wordt verzocht, opgesteld zijn ten behoeve van intern beraad, wordt niet betwist.

De onder verwijzing naar artikel 11, eerste lid, van de Wob weggelakte passages en de niet verstrekte documenten betreffen adviezen, voorstellen, interpretaties van procedures en conclusies. Deze zijn aan te merken als persoonlijke beleidsopvattingen van de opsteller.

De Afdeling kan, na kennisneming van de niet openbaar gemaakte documenten of passages in documenten, tot geen ander oordeel komen dan dat de rechtbank bij haar beslissing recht heeft gedaan aan de aard van de documenten en zo inzichtelijk mogelijk heeft gemotiveerd waarom sprake is van een zodanige verwevenheid van relevante feiten en persoonlijke beleidsopvattingen, dat een zinnige scheiding niet mogelijk is.

De Wob verplicht het bestuursorgaan niet tot het opstellen van nieuwe stukken waarin van de persoonlijke beleidsopvattingen ontvlochten feiten worden gepresenteerd. De rechtbank heeft dan ook met juistheid overwogen dat de ministers niet gehouden waren daartoe over te gaan.

Verstrekken persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot personen herleidbare vorm

5. De stichting betoogt dat nu artikel 11, tweede lid, van de Wob de mogelijkheid biedt om informatie over persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot personen herleidbare vorm te verstrekken, dat dan ook zonder meer dient te gebeuren.

Of al dan niet wordt overgegaan tot het verstrekken van informatie in een niet tot personen herleidbare vorm kan niet afhankelijk worden gemaakt van het aantal betrokken personen, aldus de stichting. Door dit wel te doen wordt volgens haar deze mogelijkheid van verstrekking ondermijnd.

Het is volgens de stichting daarnaast in strijd met het transparantiebeginsel en de democratische besluitvorming om het aan het bevoegd gezag over te laten of gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om informatie te verstrekken in een niet tot personen herleidbare vorm en deze keuze slechts aan een onredelijkheidstoets te onderwerpen. Dat geldt temeer ingeval de betrokken personen aangeven geen bezwaar te hebben, aldus de stichting.

5.1. Artikel 11, tweede lid, van de Wob luidt:

"Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt."

5.2. De minister van VWS en de minister van AZ hebben toegelicht dat ambtenaren en bewindspersonen de vrijheid dienen te hebben ongehinderd hun bijdrage te leveren aan de beleidsvoorbereiding of -uitvoering, en daarover te studeren, te brainstormen, anderszins te overleggen, en nota's te schrijven zonder rekening te hoeven houden met de mogelijkheid dat deze openbaar gemaakt worden.

De ministers betogen dat het bij de afweging of de informatie wordt verstrekt niet van doorslaggevend belang is of de informatie tot een specifieke persoon herleidbaar is en of deze persoon bezwaar heeft tegen het openbaar maken. De afweging is of sprake is van een persoonlijke beleidsopvatting die in alle vrijheid binnen intern beraad is gemaakt en of openbaarmaking kan leiden tot aantasting van de benodigde vrijheid om persoonlijke beleidsopvattingen te uiten in dergelijke nota’s en overleggen, aldus de minister van AZ en de minister van VWS. De minister van VWS heeft er ter zitting op gewezen dat hij grote delen van de stukken wel openbaar heeft gemaakt en dat de delen die weggelakt zijn slechts beperkte delen van de verstrekte stukken betreffen.

5.3. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 26 november 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AN8855) is, anders dan appellante kennelijk betoogt, artikel 11, eerste lid, van de Wob imperatief gesteld en dient derhalve, voorzover er sprake is van een verzoek om informatie uit documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad, in beginsel geen informatie te worden verstrekt over de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Daaraan doet niet af dat ingevolge het tweede lid van dit artikel aan de minister, met het oog op een goede en democratische bestuursvoering, een discretionaire bevoegdheid is toegekend om informatie te verstrekken over persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot de persoon herleidbare vorm of, in het geval degene die deze opvattingen heeft geuit zich erachter heeft gesteld, in tot de persoon herleidbare vorm.

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 14 oktober 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BK0116), is de beslissing om over persoonlijke beleidsopvattingen informatie te verstrekken aan het bestuursorgaan. Indien het op basis van zijn discretionaire bevoegdheid, met het oog op een goede en democratische bestuursvoering, besluit om over persoonlijke beleidsopvattingen informatie te verstrekken, mag het dit slechts in tot personen herleidbare vorm doen indien de betrokkene daarmee heeft ingestemd. Dat neemt evenwel niet weg dat het bestuursorgaan, dat verantwoordelijk is voor de betrokken bestuursvoering, bevoegd is om, los van de bereidheid van betrokkenen om in te stemmen met openbaarmaking, de informatie niet te verschaffen (Kamerstukken II 1986/87, 19 859, nr. 3, p. 38).

5.4. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 3 juni 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BI6049), kan de kring van de betrokkenen een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of een geanonimiseerde versie van de persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt.

Dat het in dit geval om een beperkte en aanwijsbare groep ambtenaren en bestuurders gaat, is niet bestreden. De stichting heeft zelf aangegeven dat haar bekend is welke personen betrokken zijn.

In dit geval kan, gezien de aard en de inhoud van de documenten, niet worden geoordeeld dat de ministers teneinde de vrijheid van bewindspersonen en ambtenaren te behouden om ongehinderd hun bijdrage te leveren aan intern beraad, niet in redelijkheid hebben mogen afzien van gebruikmaking van de in artikel 11, tweede lid, van de Wob neergelegde bevoegdheid. Niet is gebleken dat een goede en democratische bestuursvoering met openbaarmaking is gediend. Voor de minister van AZ geldt daarnaast dat de in de tweede volzin van artikel 11, tweede lid, van de Wob bedoelde instemming door één van de opstellers van de notities niet is gegeven. Nu geanonimiseerde verstrekking niet mogelijk was, heeft de rechtbank ook daarom met juistheid overwogen dat de ministers hun bevoegdheid ingevolge artikel 11, tweede lid, van de Wob buiten toepassing mochten laten.

Weigeringsgronden artikel 10 van de Wob

6. De stichting herhaalt voorts de gronden die bij de rechtbank zijn gericht tegen de weigeringsgronden uit artikel 10, tweede lid, onder g, van de Wob, nu de rechtbank daar niet aan toe is gekomen omdat de weigering ook steeds op artikel 11, eerste lid, van de Wob is gebaseerd en deze grondslag de weigering volgens de rechtbank zelfstandig kan dragen.

6.1. De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat de weigering zelfstandig kan worden gedragen door artikel 11, eerste lid, van de Wob. De Afdeling komt derhalve evenmin toe aan beoordeling van de weigering op grond van artikel 10, tweede lid, onder g, van de Wob.

Conclusie

7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, voor zover aangevallen.

8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.J. Borman en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Rietberg, griffier.

w.g. Slump w.g. Rietberg
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 28 december 2016

725.

Lees verder…

Door PJOTR. X.SICCAMA Indo/Europeanen ?

Door PJOTR. X.SICCAMA Indo/Europeanen ? 

10897254869?profile=originalIndo/Europeanen

 

 

 

Ik heb (weer eens) gemerkt dat er heel wat misverstanden bestaan omtrent de Indische/Nederlanders (de hemeenschap)- Indo s genoemd,  en de Indo/Europeanen in het algemeen

.

Allereerst de Indische/Nederlander: hij of zij die of een Nederlandse (zeg:Europese) vader óf moeder hebben  aan één kant en aan de andere kant een Infonesische/Indische (zeg: Aziatische) vader óf moeder: dit moet voor een ieder helder zijn.

 

Vervolgens kunnen we ter verduidelijking spreken over de Indo/Europeanen:

Het zijn mensen die een Europese én een Aziatische achtergrond (voorouders) hebben zoals: 1.Chinees/Nederlands 2.Chinees/Engels  enz.enz. dan Indonesisch/Nederlands 2.Indonesisch/Duits 3 en.enz.

 

Dat (het grootste deel) zoveel (bijna alle) Indische/Nederlanders, waaronder velen Indo/Europeanen waren, werden gerepatrieerd naar Nederland, had een juridische reden en dat is dat de mensen  die in het voormalig Nederlands Indië waren geboren (uit verschillende verbintenissen, voornamelijk Euro/Aziatisch), gewoond en gewerkt hebben, het recht hadden om de Nationaliteit van de ‘’Bezetter’’= De Nederlandse Koloniale mogendheid, aan te nemen en/of aan te vragen.

 

10897254700?profile=original

Het gold voor een ieder die in de archipel zijn brood verdiende. Evenwel kan worden aangetekend dat het recht om de dubbele nationaliteit te bezitten ook mogelijk was, zeker voor hen (vaak kleine en grote ondernemers) die voor onbepaalde tijd er verbleven, of nog niet weten of ze zich er voor altijd zouden vestigen.

Vrienden van mij waren ook Indo/Europeanen (Italiaans/Javaans/Belgisch/Nederlands) en hadden van dat recht gebruik gemaakt en geopteerd voor de dubbele paspoort: De Italiaanse en de Nederlandse; om maar een voorbeeld te noemen. Zeker voor en na de WOII was het voor ondernemende Indo/Europeanen van economisch belang om een zekere juridische status en positie in te nemen om (ook voor zichzelf) politieke én maatschappelijke duidelijkheid te verschaffen.

 

10897255289?profile=original

 

In een notedop: Naast de autochtone bevolking van het voormalig Nederlands Indië (Javanen/Sumatranen/Atjehers/Sundanezen/Madurezen/ enz.enz.) was er een Indo/Europese gemeenschap (verbintenissen uit Aziatische en uit diverse Europese naties (veel hiervan verbintenissen van Nederlandse zijde) zoals Engelsen/Duitsers/Italianen/Portugezen//Fransen en ook Scandinavische.

 

 

 

 

 

 

Door PJOTR. X.SICCAMA

 

Lees verder…

10897238680?profile=original10897260893?profile=originalOnthulling van de miljoen liquidaties in Indonesië bij Pauwe & Witteman van 20/2-2013. Documentaire komt in Nederlandse bioscopen.

Onthutst, en verbaasd met verontwaardiging was Witteman als media Icoon dat nu pas deze bizarre liquidaties in de Nederlandse media is gekomen. Uiteraard niet te verteren als journalist en media Icoon. Dit naar aanleiding van gesprek met correspondente, die 5 jaren in Indonesië werkte. Dit in het kader dat hierover documentaire is gemaakt en in de bioscopen wordt gelanceerd, en later op TV komt.

Al eerder werd deze Indonesische liquidaties uitgelicht twee jaren geleden in het programma “De Wereld Draait Door”. Waar door Jort Keldert samen met een schrijver deze zaak in verband werd bracht en lijntjes die liepen naar Pr, Bernhard. Echter duidelijke aanwijsbare feiten hadden deze niet, dat financieel werd gesteund voor de coupe om president Soekarno af te zetten.  Net het schakeltje van Jort Kelder en de auteur van boek ontbraken nog. Terwijl de geëigende Binnenlandse diensten hiervan op de hoogte waren, maar allen als het graf zwegen.

Was diep slikken voor de sterk geëmotioneerde Witteman als journalist dat niet kon bevatten dat 1 miljoen liquidaties nimmer op het wereldnieuws en de media is gekomen, en geen land ingreep, is niet bevatten.

Zes maanden voor de coupe op Soekarna  was Generaal Saboer hoogste in rang, later ook geliquideerd, met generaal Soeharto, en generaal Natision  op bezoek in Voorburg aan de David Klemanlaan. Generaal Saboer had de taak om alle openstaande rekeningen van de jongste vrouw  van Soekarno te voldoen in Europa.   

 

Het is nu duidelijk dat toen generaal Soeharto een dubbele agenda gehad, en ergens nog een geheim bezoekje bracht buiten om generaal Saboer.  De reacties in Tweede Kamer ten aanzien van de Leopard Tanks spreken boekdelen met een bevestiging wie hier ook bloed aan zijn handen heeft; Immers deze kon het niet zetten dat geen koning werd van de Republiek, maar Soekarno, weten betrouwbare bronnen te melden, ook de middelen die oneigenlijk zijn ingezet.

 

Voor de historici onder U;

De republiek Indonesia onder regiem van president Soekarno dreigde het communisme (Pki) steeds meer te omarmen. De andere bekende groeperingen  in Indonesië zagen dit als dreigende gevaar naast de Westerse wereld. De coupe van de generaals met massa moorden maakten einde aan het regiem van Soekarno. In de tijdsgeest van de jaren 60 / 70 in relatie tot  de koude oorlog en communisme, heeft de wereld dit kennelijk stilzwijgend gesteund en wereldwijd verzwegen.

 

Lees verder…

olumn: door  Joty ter Kulve     Sarah-Ellen Saija

10897253052?profile=originalColumn: door  Joty ter Kulve     Sarah-Ellen Saija  

Soms heb je in het leven het voorrecht bijzondere mensen te ontmoeten. Het verzoek in januari van dit jaar van de Banda Adat en Cultuur Gemeenschap op Banda Neira om te helpen bij het realiseren van een replica van een “Prahu Belang” uit de tijd van de VOC, die voor het bevorderen van toerisme en cultureel-historische doeleinden zal worden ingezet, heeft gehoor gevonden in het prachtige 650 jaar oude stadje Hoorn in West-Friesland. Een team in Hoorn, onder leiding van Chris de Meij, heeft de schouders eronder gezet en tot grote vreugde van het team nu uitgebreid met jonge getalenteerde en geïnspireerde Indonesiërs, plus een aantal mensen uit de Molukse gemeenschap in Nederland.

Zo ontmoette ik Sarah-Ellen, een jonge vrouw van Molukse afkomst. Haar grootouders zijn afkomstig van de Molukken en werden na de Tweede Wereldoorlog door omstandigheden (haar grootvader was een KNIL militair) tezamen met vele andere KNIL soldaten, min of meer gedwongen naar Nederland te emigreren.

Ik heb Sarah-Ellen gevraagd haar verhaal op te schrijven, omdat ik erg onder de indruk ben van haar originele 

en zelfstandige manier van denken. Ook het feit dat ze in staat is om haar verhaal in een wereldwijde context te plaatsen van multiculturele en etnische verscheidenheid, die toch wereldwijd aan de orde is en waarmee wij, al worstelend, mee moeten leren leven. Hier komt Sarah-Ellen aan het woord:

Ik ben geboren en getogen in de Molukse wijk Heer in Maastricht. Daar heb ik mooie jeugdherinneringen aan overgehouden. Op de basisschool zaten Nederlandse, Molukse, Turkse, Britse, Marokkaanse en Spaanse kinderen in de klas. Die diversiteit vond ik erg leuk. N a de middelbare school verhuisde ik naar Rotterdam om daar “Trade Management Aimed at Asia” te studeren, om daarna in Utrecht Marketing Management te gaan studeren. De afgelopen vijf jaar heb ik mij gericht op project management. Ik ga nu mijn eigen adviesbureau opzetten, gericht op mijn passies: innovatie, duurzaamheid en cultuur. 

Als derde generatie Molukse groeide ik op met de Molukse cultuur in een Molukse wijk. Mijn ouders leerden mij dat het belangrijk is om nooit te vergeten wie je bent en waar je “roots” liggen. We praatten vrij weinig over politieke geschiedenis; dat werd ook niet aangemoedigd. Mijn ouders gaven de voorkeur aan het overdragen van de cultuur en geschiedenis van onze voorouders. Tenzij er op de TV een documentaire over politieke geschiedenis  was en ik er toch vragen over had. Dan konden we er gerust over praten, zolang ik mijn concentratie op school maar behield. Ik werd thuis altijd gestimuleerd om zelf na te denken over mijn eigen toekomst en mijn ouders ondersteunden mij waar ze maar konden. Naarmate ik ouder werd, besefte ik steeds meer dat tijd niet terug te draaien is. Dat maakt dat de tijd die je nu hebt heel erg kostbaar is en dat je moet beseffen dat je de vrijheid hebt om te kiezen wat je met die tijd doet.

Wat mij altijd is bijgebleven, is wat mijn moeders vader altijd over de komst naar Nederland zei: “In Nederland  heb je nu eenmaal de kans om naar school te gaan en te studeren. Wellicht is die kennis waardevol en nuttig voor de opbouw van de Molukken”.

Mijn reis naar de Molukken in 2010 confronteerde mij met de levenswijze en levenslessen van de authentieke cultuur aldaar. Bij terugkomst dacht ik voortdurend aan hoe ik inhoud en betekenis zou kunnen geven aan de woorden van mijn grootvader. Die tijd is nu voor mij aangebroken.

Einde verhaal van Sarah-Ellen Saija, die een warm hart toedraagt aan het Banda Vriendschapsboot project.

Ongetwijfeld zullen vele migranten zich herkennen in Sarah-Ellens woorden. Het is ook mijn belevenis nu zeventig jaar geleden, toen ik in Nederland een nieuw leven moest beginnen, net als de Indonesische grootouders van Sarah-Ellen. Het geeft je visie en hoop op de toekomst. We worden wereldwijd geconfronteerd met een multiculturele samenleving, met diversiteit aan religies en etnische 

groepen. Amsterdam alleen al telt al meer minderheden dan New York. Multicultureel betekent niet dat wij een etiket moeten plakken op groepen van een bepaalde afkomst, godsdienst of cultuur en die als zodanig ter verantwoording moeten roepen. Als wij dat doen, doen we de mensheid en individuen te kort. Integendeel, hoe wij als individuen met elkaar omgaan, elkaars culturen, achtergronden, religies (of geen religie), gewoontes, respecteren en ook verantwoordelijk zijn voor de samenleving als geheel, dat is de grootste opgaaf waarvoor we op deze wereld zijn gesteld.

Sarah-Ellen heeft ons met haar verhaal het goede voorbeeld gegeven. Fijn dat zijn haar verhaal met ons wilde delen. 

Column:   door  Joty ter Kulve 

Soms heb je in het leven het voorrecht bijzondere mensen te ontmoeten. Het verzoek in januari van dit jaar van de Banda Adat en Cultuur Gemeenschap op Banda Neira om te helpen bij het realiseren van een replica van een “Prahu Belang” uit de tijd van de VOC, die voor het bevorderen van toerisme en cultureel-historische doeleinden zal worden ingezet, heeft gehoor gevonden in het prachtige 650 jaar oude stadje Hoorn in West-Friesland. Een team in Hoorn, onder leiding van Chris de Meij, heeft de schouders eronder gezet en tot grote vreugde van het team nu uitgebreid met jonge getalenteerde en geïnspireerde Indonesiërs, plus een aantal mensen uit de Molukse gemeenschap in Nederland.

Zo ontmoette ik Sarah-Ellen, een jonge vrouw van Molukse afkomst. Haar grootouders zijn afkomstig van de Molukken en werden na de Tweede Wereldoorlog door omstandigheden (haar grootvader was een KNIL militair) tezamen met vele andere KNIL soldaten, min of meer gedwongen naar Nederland te emigreren.

Ik heb Sarah-Ellen gevraagd haar verhaal op te schrijven, omdat ik erg onder de indruk ben van haar originele 

en zelfstandige manier van denken. Ook het feit dat ze in staat is om haar verhaal in een wereldwijde context te plaatsen van multiculturele en etnische verscheidenheid, die toch wereldwijd aan de orde is en waarmee wij, al worstelend, mee moeten leren leven. Hier komt Sarah-Ellen aan het woord:

Ik ben geboren en getogen in de Molukse wijk Heer in Maastricht. Daar heb ik mooie jeugdherinneringen aan overgehouden. Op de basisschool zaten Nederlandse, Molukse, Turkse, Britse, Marokkaanse en Spaanse kinderen in de klas. Die diversiteit vond ik erg leuk. N a de middelbare school verhuisde ik naar Rotterdam om daar “Trade Management Aimed at Asia” te studeren, om daarna in Utrecht Marketing Management te gaan studeren. De afgelopen vijf jaar heb ik mij gericht op project management. Ik ga nu mijn eigen adviesbureau opzetten, gericht op mijn passies: innovatie, duurzaamheid en cultuur. 

Als derde generatie Molukse groeide ik op met de Molukse cultuur in een Molukse wijk. Mijn ouders leerden mij dat het belangrijk is om nooit te vergeten wie je bent en waar je “roots” liggen. We praatten vrij weinig over politieke geschiedenis; dat werd ook niet aangemoedigd. Mijn ouders gaven de voorkeur aan het overdragen van de cultuur en geschiedenis van onze voorouders. Tenzij er op de TV een documentaire over politieke geschiedenis  was en ik er toch vragen over had. Dan konden we er gerust over praten, zolang ik mijn concentratie op school maar behield. Ik werd thuis altijd gestimuleerd om zelf na te denken over mijn eigen toekomst en mijn ouders ondersteunden mij waar ze maar konden. Naarmate ik ouder werd, besefte ik steeds meer dat tijd niet terug te draaien is. Dat maakt dat de tijd die je nu hebt heel erg kostbaar is en dat je moet beseffen dat je de vrijheid hebt om te kiezen wat je met die tijd doet.

Wat mij altijd is bijgebleven, is wat mijn moeders vader altijd over de komst naar Nederland zei: “In Nederland  heb je nu eenmaal de kans om naar school te gaan en te studeren. Wellicht is die kennis waardevol en nuttig voor de opbouw van de Molukken”.

Mijn reis naar de Molukken in 2010 confronteerde mij met de levenswijze en levenslessen van de authentieke cultuur aldaar. Bij terugkomst dacht ik voortdurend aan hoe ik inhoud en betekenis zou kunnen geven aan de woorden van mijn grootvader. Die tijd is nu voor mij aangebroken.

Einde verhaal van Sarah-Ellen Saija, die een warm hart toedraagt aan het Banda Vriendschapsboot project.

Ongetwijfeld zullen vele migranten zich herkennen in Sarah-Ellens woorden. Het is ook mijn belevenis nu zeventig jaar geleden, toen ik in Nederland een nieuw leven moest beginnen, net als de Indonesische grootouders van Sarah-Ellen. Het geeft je visie en hoop op de toekomst. We worden wereldwijd geconfronteerd met een multiculturele samenleving, met diversiteit aan religies en etnische 

groepen. Amsterdam alleen al telt al meer minderheden dan New York. Multicultureel betekent niet dat wij een etiket moeten plakken op groepen van een bepaalde afkomst, godsdienst of cultuur en die als zodanig ter verantwoording moeten roepen. Als wij dat doen, doen we de mensheid en individuen te kort. Integendeel, hoe wij als individuen met elkaar omgaan, elkaars culturen, achtergronden, religies (of geen religie), gewoontes, respecteren en ook verantwoordelijk zijn voor de samenleving als geheel, dat is de grootste opgaaf waarvoor we op deze wereld zijn gesteld.

Sarah-Ellen heeft ons met haar verhaal het goede voorbeeld gegeven. Fijn dat zijn haar verhaal met ons wilde delen. 

Lees verder…

Istimewa nieuwsbrief



Pasar Malam in de Bush

Kerstvakantie in Indonesië? Dat kan op de Pasar Malam in de Bush van Burgers’ Zoo in combinatie met een dagje dierentuin.

Datum: 22 december t/m 6 januari (m.u.v. 24, 25, 31 december en 1 januari)
Locatie: Burgers' Zoo, Arnhem

In Burgers’ Bush betreedt u de kleurrijke wereld van het tropisch regenwoud. Bij binnenkomst zijn  de warmte, dichte plantengroei, geuren en geluiden een aangename gewaarwording. Al snel merkt u dat overal om u heen dieren in alle vrijheid leven. In deze werkelijk prachtige omgeving organiseert Istimewa Events een Pasar Malam van maar liefst 12 dagen! 
Met uw entreekaart van de dierentuin heeft u gratis toegang tot de Pasar Malam.

De Pasar Malam heeft 2 podia; een podium binnen in het restaurant en een podium midden in de Bush. Hier treden de beste bands, artiesten en culturele dansgroepen voor u op.

Het Bush restaurant heeft tijdens de Pasar Malam een uitgebreid en extra voordelig Indonesisch buffet. De chef kokkin van Burgers’ Zoo is pas tevreden als de smaak van de gerechten haar in gedachten terug brengt naar haar geboorteplaats op Java. In de Bush staan ook stands met een ruime keuze Indonesische snacks.

In de Bush, maar ook bij de Ocean en richting de Safari staat een groot aantal stands met Aziatische producten en specialiteiten zoals sambal, spekkoek, wierook, houtsnijwerken, sieraden, kleding en decoratie voor in huis of de tuin.

Foto1: GeaFotografie | Foto2: Wim Matthieu

Openingstijden
De dierentuin gaat dagelijks om 09.00 uur open.
De Pasar Malam gaat om 12.00 uur open en dan is er meteen een leuk programma speciaal voor de kinderen dat tot 15.00 duurt. Daarna begint het Pasar Malam podiumprogramma met artiesten, bands, kookdemonstraties en culturele dansoptredens dat tot 20.00 uur duurt.
Kerstavond, 1e Kerstdag en op Oud- en Nieuwjaarsdag zijn de dierentuin en een aantal stands geopend maar is er geen podiumprogramma.

2e Kerstdag
Kom eens Kerst Pasar vieren met ons in de Burgers Zoo.
Van 12:00 tot 17:00 zijn er optredens van de band Challenge XL, Ester Latama en dansgroep Bali Ayu. En voor de kinderen zijn er ook allerlei leuke Indische activiteiten!

Toegangsprijzen
Met een kaartje voor de dierentuin kunt u gratis naar de Pasar Malam.
Vanaf 15:00 uur betaalt u slechts €10,- entree. M.u.v. 26 december.
De dagkaarten zijn  €22,50 voor volwassenen en €19,50 voor kinderen van 4 t/m 9 jaar.
(0 t/m 3 jaar gratis).

U kunt uw tickets ook online kopen www.burgerszoo.nl/pasarmalam

SPECIALE ACTIE VOOR NIEUWSBRIEF LEZERS
Speciaal voor u, als Istimewa nieuwsbrieflezer, hebben we een voucher waarmee u ook op 2e Kerstdag, vanaf 12:00 uur, voor €10,- naar binnen kunt.
Op vertoon van deze voucher mag u met uw hele gezelschap voor €10,- p.p. naar binnen.
U kunt deze voucher hier onder downloaden en printen, of op uw mobiele telefoon bij de kassa laten zien.

*Niet mogelijk i.c.m. met online gekochte tickets
*Alleen geldig op 26 december 2018


 
KLIK HIER OM DE KORTINGSVOUCHER TE DOWNLOADEN


Kinderprogramma
Elke dag is er van 12:00 tot 15:00 uur een speciaal programma voor kinderen samengesteld. (2e Kerstdag van 12:00 tot 17:00 uur).
De kinderen kunnen hier heerlijk knutselen, zich verkleden als een Bali prins of prinses, muziek maken, zingen, dansen, op een authentieke angklung of gendang spelen of pencak silat leren.
4, 5 en 6 januari komen The Brothers Timisela naar de Bush voor een bijzondere voorstelling van Djago & Mina.

Kookdemonstraties
Op een aantal geselecteerde dagen zijn er kookdemonstraties. Deze worden verzorgd door Dorine Zoet. Dorine laat zien hoe je in korte tijd heerlijke gerechtjes op tafel zet. Ze gebruikt hiervoor de ketjap van ABC. Na afloop kunt u natuurlijk even proeven en krijgt u iets mee om de gerechten thuis ook te maken. Vindt u, net als Dorine, de ketjap ook zo lekker? Op de Pasar Malam staat ook een kraam van ABC waar de ketjap te koop is. Speciaal voor de deze Pasar Malam is er een heel bijzondere aanbieding!

Foto: Peter Veerman

Kijkje achter de schermen van de dierentuin
Ook de gidsen van Burgers’ Zoo doen hun best om u tijdens de Pasar Malam in de Bush het park op zijn best te laten beleven! Neem vanaf 16.00 uur een kijkje in de olifantenstal, de zebrastal of bij de Ocean achter de schermen. Hier staan gidsen paraat; vaak met bijzondere objecten aan infotafels om u meer te vertellen!

Programma
Net als bij de voorgaande edities wordt het programma gepresenteerd door Sylvia Elders.
Sylvia is een echte kenner van de Indonesische cultuur. Zij vertelt u graag over de geschiedenis, muziek, dans, culinaire lekkernijen en tradities. Gekleed in Indonesische klederdracht, de sarong en kebaya, neemt zij u mee naar de gordel van Smaragd.


Onderaan deze pagina kunt u het programma met de tijden van de optredens downloaden.

Zaterdag 22 december
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Angklung workshop met Joop Neijndorff
Knutselen

15:00-20:00
Challenge XL
Grace Reece
Dansgroep Wahana Budaya
Kookdemo

Zondag 23 december
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Angklung workshop met Joop Neijndorff
Knutselen

15:00-20:00
Challenge XL
Hans Milané
Dansgroep Aniadi Art
Kookdemo

Challenge XL (foto: GeaFotografie) | Grace Reece | Wahana  Budaya Nusantara | Hans Milané

Woensdag 26 december (2e Kerstdag)
12:00-17:00
Verkleden als Bali prins(es)
Zingen en muziek maken met Tante Dé (Deborah Jacobs)
Knutselen
Challenge XL
Ester Latama
Dansgroep Bali Ayu

Donderdag 27 december
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Zingen en muziek maken met Tante Dé (Deborah Jacobs)
Knutselen

15:00-20:00
The StreetRollers
Diana Monoarfa
Dansgroep Sekar Ayu

The StreetRollers (foto: GeaFotografie) | Ester Latama (foto: GeaFotografie)
Dansgroep Bali Ayu Nusantara (foto: Cees Duifhuizen) | Diana Monoarfa (foto: GeaFotografie)
Vrijdag 28 december
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Zingen en muziek maken met Tante Dé (Deborah Jacobs)
Knutselen

15:00-20:00
The StreetRollers
Harold Verwoert
Dansgroep Sekar Ayu

Zaterdag 29 december
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Pentjak Silat / Gendang Workshop
Knutselen

15:00-20:00
Hot News
Ray Smith
Pentjak Silat Manyang
Hot News (foto: Wim Matthieu) | Harold Verwoert (foto: GeaFotografie)
Dansgroep Sekar Ayu (foto: GeaFotografie) | Ray Smith (foto: GeaFotografie)
Zondag 30 december
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Pentjak Silat / Gendang Workshop
Knutselen

15:00-20:00
Hot News
Danny Everett
Pentjak Silat Manyang
Kookdemo 

Woensdag 2 januari
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Zingen en dansen met Benny en Jeannette
Knutselen

15:00-20:00
Free Line
Ben Heart
Dansgroep Peduli Seni Indonesia
Kookdemo 
Free Line (foto: GeaFotografie) | Danny Everett (foto: Wim Matthieu)
Peduli Seni Indonesia (foto: Istimewa) | Ben Heart (foto: Wim Matthieu)
Donderdag 3 januari
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Zingen en dansen met Benny en Jeannette
Knutselen

15:00-20:00
Free Line
Harold Verwoert
Dansgroep Srikandi
Kookdemo 

Vrijdag 4 januari
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Djago & Mina (The Brothers Timisela)
Knutselen

15:00-20:00
Affinity
Diana Monoarfa
Batik Dance Theatre
Kookdemo 
Affinity (foto: GeaFotografie) | Kookdemonstratie
Batik Dance Theatre | Harold Verwoert (foto: Wim Matthieu)
Zaterdag 5 januari
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Djago & Mina (The Brothers Timisela)
Knutselen

15:00-20:00
Simply Friends
Shanelle de Lannoy
Warna Semesta Dance Collaboration

Zondag 6 januari
12:00-15:00
Verkleden als Bali prins(es)
Djago & Mina (The Brothers Timisela)
Knutselen

15:00-20:00
Simply Friends
Ester Latama
Dansgroep Orchidee
Kookdemo  
Simply Friends | Shanelle de Lannoy
Warna Semesta Dance Collaboration | Dansgroep Orchidee (foto: Ponny San)

 
KLIK HIER OM HET PROGRAMMA MET TIJDEN TE DOWNLOADEN

Uw gastvrouw: Sylvia Elders
Sylvia Elders (foto: GeaFotografie)

 
color-twitter-48.png
color-facebook-48.png
color-link-48.png
Copyright © 2018 Istimewa Events, All rights reserved.


Want to change how you receive these emails?
You can update your preferences or unsubscribe from this list
Lees verder…

scriptie over Bung Tomo door Marjolein van Pagee

10897406080?profile=originalHet heeft even geduurd maar mijn scriptie over Bung Tomo is dan eindelijk af! Er valt een pak van mijn scho uders, fijn gevoel zo vlak voor het eind van het jaar. Nu wachten op de beoordeling van de tweede lezer. Spannend! Hopelijk kan ik voor 1 februari officieel afstuderen. 

Mijn voornemen voor het nieuwe jaar is om aan de hand van deze scriptie een toegankelijk (niet-academisch) boek te schrijven in het Ne

derlands.

Voor diegenen die mij pas recentelijk volgen: in de afgelopen twee jaar onderzocht ik de tegenstrijdige herinnering aan de Indonesische propagandist en radiomaker Bung Tomo (Sutomo) en zijn rol in de Indonesische revolutie van 1945. In Nederlandse bronnen en publicaties wordt hij vaak geframed als oorlogsmisdadiger en ophitser terwijl hij in Indonesië een van de meest bekende helden is die zich moedig verzette tegen de koloniale herbezetting. Vandaar de titel: “War criminal or Hero?” Ik noem hem wel de Indonesische ‘Che guevara’ vanwege de iconografische herinnering. Het legendarische portret uit 1947 is nog steeds inspiratie voor graffiti in hedendaags Jakarta, zie foto. In mijn scriptie plaats ik zijn rol in de grotere context van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tegen het Nederlands kolonialisme. En analyseer specifiek de manier waarop het Bersiap-geweld door de jaren heen geïnterpreteerd is door historici. Een van mijn conclusies is dat de Nederlandse propaganda uit die tijd (die Indonesische vrijheidsstrijders als Sutomo als ‘terroristen’ neerzette) nog steeds invloed heeft op hoe we hier in het Westen tegen het Indonesische verzet en geweld aankijken. Ook constateer ik dat de eurocentrische blik indirect van invloed is op hoe hedendaagse Indonesische historici over de Bersiap schrijven.

Voor wie geïnteresseerd, hierbij een vertaling van Bung Tomo’s meest bekende radio-toespraak van 9 november 1945. Waarvan de originele opname bewaard is gebleven. https://youtu.be/nhc8YZifcCo :

“Bismillahirrohmanirrohim! (In de naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle)
Merdeka!!! ( = Vrijheid)

Mijn broeders, alle boeren in Indonesië
Met name mijn broeders en medeburgers in Surabaya
We weten allemaal dat de Britse troepen vandaag pamfletten hebben verspreid
Met daarin een dreigement, gericht aan ons allen
Een ultimatum voor de periode die zij ons dicteren
Om ons te dwingen onze wapens af te staan die wij [eerder] hebben buitgemaakt van de Japanners
Ze vragen ons om hen tegemoet te treden met opgestoken handen en ons over te geven
Ze vragen ons naar hen toe te komen door een witte vlag te zwaaien als teken van overgave

Broeders, tijdens de afgelopen gevechten hebben we laten zien dat alle Indonesiërs in Surabaya:
Met name de jongeren van Molukse afkomst, diegenen die oorspronkelijk uit Sulawesi [Celebes] komen, de jongeren van Balinese afkomst, de jongeren uit Kalimantan [Borneo], de jongeren met Sumatraanse roots, zoals Atjeh, de jongeren uit Tapanuli en alle andere Indonesische jongeren die in Soerabaja wonen, dat zij allen uit eigen gelederen een volksleger hebben gevormd, ze hebben zich een ondoordringbare verdediging getoond, één kracht die hen overal omringt.

Broeders, het is slechts vanwege de sluwe strategie van hen [de Britten], dat de president en andere [Indonesische] leiders naar Surabaya zijn gekomen, waarna wij gevraagd zijn om de gevechten te stoppen. Juist in die periode hebben zij [de Britten] versterking ingeroepen. Dat zij zich versterkt hebben is nu de realiteit.

Al mijn broeders, wij Indonesiërs in Surabaya, nemen de uitdaging aan om ons tegen de Britse strijdkrachten te verweren. Als de commandanten van de Britse troepen in Surabaya bereid zijn om te luisteren naar het antwoord van de Indonesiërs, bereid zijn om te luisteren naar het antwoord van alle Indonesische jongeren in Soerabaja.

Luister goed Britten! Dit is ons antwoord!
Dit is het antwoord van de bevolking van Surabaya!
Dit is het antwoord van Indonesische jongeren aan jullie allemaal!

Hé Britse troepen! Jullie willen dat wij een witte vlag dragen en ons overgeven? Jullie vragen ons om onze handen omhoog te steken en jullie tegemoet te treden? Jullie vragen ons om de wapens af te staan die wij van de Japanners hebben buitgemaakt om deze aan jullie over te dragen? Het antwoord op deze eis is, hoewel we weten dat jullie ons opnieuw zullen bedreigen dat jullie ons zullen bombarderen met alle beschikbare munitie, dit is ons antwoord: Zolang de Indonesische stieren nog steeds rood bloed in hun aderen hebben die een lap witte stof rood en wit kleuren [Indonesische nationale vlag], zolang zullen wij ons nooit aan iemand overgeven!!!

Mijn broeders en burgers in Surabaya, wees voorbereid! Dit is een noodsituatie!
Laat me jullie echter nog een keer herinneren: open het vuur niet totdat je wordt beschoten ...
Pas dan zullen we terugvechten. We zullen ze laten zien wie we zijn: mensen die echt vrij [onafhankelijk] willen zijn...

En voor ons allemaal broeders: het is nog beter om vernietigd te worden dan niet onafhankelijk te zijn. Ons motto blijft: vrijheid of sterven!

En we zijn zeker, broeders: uiteindelijk zal de overwinning in onze handen vallen
Omdat Allah altijd aan de zijde staat van degenen die rechtmatig zijn
Geloof me broeders, God zal ons allemaal beschermen.
Allahu Akbar! Allahu Akbar Allahu Akbar! Merdeka!!!

Lees verder…

De tsunami sloeg zonder waarschuwing toe: ten minste 281 doden en nog 57 vermisten in Indonesië

10897406059?profile=original

Deskundigen van aardbevingen zagen het niet aankomen. Zo kon Indonesië aan de vooravond van het kerstfeest opnieuw volkomen onverwacht worden opgeschrikt door een huiveringwekkende tsunami.

De ravage na de tsunami Beeld EPA

De huisjes, cottages en hotels aan het strand zitten allemaal vol. Het lange kerstweekeinde is begonnen en duizenden inwoners van Jakarta staan in de file om naar Anyer te gaan. Zaterdagavond is hun eerste avond om te genieten van de zeewind, en van het eten in de kraampjes aan het strand. Het is nog lang geen bedtijd als om 21.27 uur het water komt.

Een tsunami spoelt zonder waarschuwing over het strand aan de westkust van Java. Zeker 281 mensen vinden de dood, vele honderden raken gewond in de maalstroom of onder inzakkende bouwsels. Tientallen mensen worden nog vermist en zijn vermoedelijk door het water meegenomen naar open zee.   

Uitbarsting Anak Krakatoa

De ramp gebeurt zo onverwacht dat zelfs de deskundigen het niet willen geloven. Er is geen aardbeving geweest, geen ‘tektonische activiteit’ in deskundigentaal. Er was alleen een uitbarsting van de vulkaan Anak Krakatoa (‘het kind van Krakatau’). Die was vrijdag ook al uitgebarsten en toen was er niets gebeurd. Wel had dat de aandacht van de deskundigen getrokken. Nieuwe uitbarstingen zouden de zee onrustig kunnen maken, en die ging al tekeer door een combinatie van volle maan en harde wind. Daarom werd er wel een waarschuwing uitgevaardigd voor hoge golven en springtij, maar niet voor een tsunami. 

Een foto van 24 september 2018, gemaakt door ESA-astronaut Alexander Gerst vanuit het internationale ruimtestation ISS. Vanuit de ruimte is een uitbarsting van de Anak Krakatau te zien. Beeld beschikbaar gesteld door Nasa. Beeld EPA

De restaurantjes blijven open en ook een feest voor 250 medewerkers van het stroombedrijf PLN op het strand gaat door. Een nieuwe uitbarsting van het kind van de Krakatau, om 21.03 uur lokale tijd, heeft echter onvoorziene gevolgen. Onder water breekt een stuk van de berg af. Dat veroorzaakt een aardverschuiving, en de schuivende aarde stuwt het water in grote vaart naar de kust. Daar schuift het als een metershoge muur over het strand. Hotels, villa’s, cottages en strandtenten, en honderden woonhuizen, worden zwaar beschadigd of zijn helemaal verwoest. 

Lijkzakken

De meeste slachtoffers moeten lokale toeristen zijn, veelal uit Jakarta. De opperbevelhebber van politie Tito Karnavian heeft althans zijn mannen opdracht gegeven vooral in de cottages en villa’s naar lichamen te zoeken, ‘omdat daar de meeste doden zijn gevallen’. De televisie laat mannen zien die zeulen met lijkzakken. TVOne heeft de beelden in een loop gezet waardoor twee doden een heleboel doden worden. 

Een ander filmpje dat maar niet ophoudt is dat van het concert van de groep Seventeen op het PLN-feestje, en gefilmd door een van de PLN-mederkers in het publiek. De zee is onzichtbaar door het podium dat ervoor staat. Niemand heeft dus iets in de gaten, tot van achteren de golf het podium bespringt en doordendert over de bezoekers. De grootste groep slachtoffers zijn mensen van dit concert. De zanger, Ifani, overleeft, en meldt op Instagram hoe de golf hem de zee op heeft gespoeld waar hij weer is bovengekomen. Om hem heen drijven ‘20 of 24' lichamen. 

(tekst gaat verder onder de tweet)

Lees verder…

Dodental tsunami in Indonesië stijgt naar 222, meer dan achthonderd gewonden

© Aangeboden door Sanoma Digital The Netherlands BV

Door de tsunami die zaterdagavond de stranden rond de Straat Soenda in Indonesië bereikte, zijn zeker 222 mensen om het leven gekomen. Volgens de autoriteiten worden nog dertig mensen vermist.

Een woordvoerder laat weten dat het aantal slachtoffers waarschijnlijk nog verder zal oplopen. Er zijn zeker 843 mensen gewond geraakt en er worden nog tientallen mensen vermist.

De tsunami trof de stranden van Indonesië aan de zuidkust van het land, zo'n 100 kilometer ten westen van de hoofdstad Jakarta. De vloedgolf trok door de Straat Soenda, een zeestraat tussen de eilanden Java en Sumatra.

Onder meer de regio's Pandeglang en Serang op Java en Zuid-Lampung op Sumatra zijn zwaar getroffen. Volgens de woordvoerder hebben honderden huizen en andere gebouwen zware schade opgelopen. Ook staat een straat met auto's blank en is er forse schade aan wegen en bossen. De totale omvang van de schade wordt nog in beeld gebracht.

© Aangeboden door Sanoma Digital The Netherlands BV

Vooralsnog geen berichten over Nederlandse slachtoffers

De Nederlandse ambassadeur in Indonesië, Rob Swartbol, meldt dat de vloedgolf veel schade heeft veroorzaakt. Hij roept toeristen in het getroffen gebied op om de aanwijzingen van de lokale autoriteiten op te volgen. In geval van nood moeten ze contact opnemen met het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Er zijn vooralsnog geen berichten over Nederlandse slachtoffers. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt wel in nauw contact te staan met de Nederlandse ambassade in Jakarta. Reisorganisatie Thomas Cook heeft in het getroffen gebied momenteel geen vakantiegangers zitten, laat een woordvoerder desgevraagd weten. Ook een woordvoerder van reisorganisatie TUI zegt niets over Nederlandse getroffenen te hebben vernomen.

Premier Mark Rutte heeft de Indonesische president Joko Widodo zijn condoleances overgebracht. "Weer is Indonesië getroffen door een verschrikkelijke natuurramp. Gedachten zijn bij de slachtoffers van de tsunami in de Straat van Soenda, bij Java en Sumatra", liet Rutte via Twitter weten.

Hij voegde er nog eens aan toe dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de situatie "nauwgezet volgt".

Tsunami waarschijnlijk veroorzaakt door vulkaanuitbarsting

Waarschijnlijk is de vloedgolf veroorzaakt door een uitbarsting van de Anak Krakatau-vulkaan, die midden in de zeestraat ligt, gevolgd door een onderzeese aardverschuiving.

Het Indonesische bureau voor meteorologie, klimatologie en geofysica (BMKG) doet nog onderzoek naar de oorzaak van de tsunami. Volgens het bureau vond om 21.03 uur (lokale tijd) een vulkaanuitbarsting plaats en kwam de tsunami 24 minuten later aan land.

Waarschuwing blijft van kracht

Mensen die het getroffen gebied zijn ontvlucht, worden opgeroepen voorlopig nog niet terug te keren. De komende dagen blijft een waarschuwing voor de hoge waterstand van kracht.

In 1883 vielen er meer dan 36.000 doden door een serie tsunami's die veroorzaakt werden door een uitbarsting van de Krakatau-vulkaan. Complete steden en dorpen aan de kusten van Java en Sumatra werden weggespoeld. De uitbarsting had tot gevolg dat de berg Krakatau onder het wateroppervlak verdween. Vanaf 1927 verscheen het nieuwe vulkanische eiland.

Lees verder…

boek over Indo-Rock door Leo Blokhuis

10897386497?profile=original Boek over Indo-Rock door Leo Blokhuis

De bekende popmuziekhistoricus Leo Blokhuis (onder andere bekend als deskundige en DJ van de “Top 2000 Aller Tijden” die aan het eind van ieder jaar op TV te zien is) . 

Niet onbelangrijk Leo heeft gezorgd in 2009  dat The Tielman Brothers tot grondlegger van NederPop zijn uitgeroepen. Zijn passie gaat verder over de IndoRock "muziek is mijn vakgebied en ik heb er al verschillende boeken over geschreven”, aldus Leo Blokhuis.

“De Indo-Rockmuziek interesseert mij mateloos, vooral omdat het in feite het begin van de popmuziek en rock & roll in ons land is. Ik heb veel oudere Indo’s gesproken over hun leven hier en in Indië, met name in de jaren ’50. Maar het is onmogelijk om deze mensen te begrijpen en iets van hun leven te doorzien, als we niet het drama van het decennium van de jaren ’40 kennen. Ik heb ervoor gekozen om mijn boek met historische insteek in de vorm van een roman te schrijven”. Leo Blokhuis deed deze uitspraken als reactie op de website “Archief van Tranen”. 

Lees verder…