- Stille Kracht en Hutspot
door Maret Celis - de Raad
Hallo Allemaal.!
Op advies van een lieve indische plaatsgenote die al langer actief is op dit forum vn ICM, publiceer ik nu in een blog mijn essay: Stille Kracht én Hutspot. Deze heb ik als gemeenteraadslid voor de PvdA in Sittard-Geleen, geschreven voor Forum, Nationaal Instituut voor Multiculturele vraagstukken. Forum heeft gemeenteraadsleden namelijk gevraagd essays te schrijven over inburgering en integratie. Wanneer zij mijn essay kunnen waarderen zal deze overal gepubliceerd worden maar zal vooral ook een andere kant van integratie en inburgering bespreekbaar worden.
Ik ben heel benieuwd naar jullie reacties.
“Stille Kracht” én Hutspot!
"Het kind ontleent feitelijke ervaringen aan het leven maar de sleutel waarmee het zich deze ervaringen verklaart, ontleent het aan het leven van de ouders."
Dirk Coster
Nederlands schrijver (1887-1956)
“Nieuwe Nederlanders willen loyaal zijn naar hun nieuwe Vaderland. Wanneer zij ook loyaal mogen zijn naar hun Moederland zal dit het integratieproces vergemakkelijken.”
door Maret Celis-de Raad
Van “Stille Kracht” naar hutspot
Als 1-jarige peuter heb ik in de vorige eeuw, samen met mijn ouders en ca. 350.000 andere Indische-Nederlanders, de overtocht gemaakt vanuit de republiek Indonesië naar Nederland.
Ik groeide op in Limburg met aan de ene kant carnaval, hutspot en een kachel die gestookt werd op eierkolen en aan de andere kant de spannende verhalen over de “Stille kracht”, het besef dat familie erg belangrijk is en de heerlijk geurende maaltijden die mijn mamma bereidde.
Mijn vader was er trots op mee te mogen werken aan de installatie van aardgasvoorzieningen voor de Nederlandse burgers.
Mijn moeder miste de zon, het personeel en alle luxe en comfort waar ze in haar geboorteland mee omringd was. Het verhaal dat ze huilend voor het eerst de wc moest poetsen, terwijl dat voorheen altijd voor haar werd gedaan, is legendarisch in onze familie.
Na de basisschool ging ik naar het middelbaar onderwijs. In mijn vriendenkring bevonden zich geen Indische mensen. Ik werd wel lid van een carnavalsvereniging en van een politieke partij, stond op de barricaden voor “Baas in eigen buik” en sprak al gauw het lokale dialect dat ik goed kon gebruiken in mijn werk destijds als bijstandsmaatschappelijk werker.
Een kwestie van loyaliteit?
Ik voelde me op en top een Nederlandse meid. Trouwde met een “Limburgse jong” en kreeg 2 kinderen. Alhoewel niemand uit mijn familie ooit sprak over “teruggaan naar Indonesië”en ik er van overtuigd was weinig op te hebben met die Indische cultuur, werd ik vanaf mijn 30e levensjaar gegrepen door een hevig verlangen naar mijn land van herkomst. Niemand kon me dan ook weerhouden van een bezoek aan mijn geboorteland. Samen met mijn moeder en mijn gezin ben ik in 1992 voor een vakantie naar Indonesië gegaan. Ondanks de voorbereidingen voor de reis en de lange vlucht had ik geen enkel idee van wat er in Indonesië met me zou gebeuren.
De aankomst in Jakarta was als een gewone eerste vakantiedag. In Yogyakarta ontmoetten we een eenvoudige becakman (bestuurder van fietstaxi) en dat was voor mij het moment waarop alles veranderde. Van een Nederlandse meid transformeerde ik naar een Indisch meisje dat zelfs de typische tred had van een inlander. Er was zoveel herkenning: geuren, smaken, kleuren en beelden die ergens in mijn onderbewustzijn opgeslagen waren, waardoor ik volledig opging in mijn natuurlijke omgeving en daarin ook erkend werd door de Indonesische mensen die ik tegenkwam.
Hoe was het mogelijk dat dit gebeurde? Ik was toch gewoon een Nederlandse...Moest ik nu concluderen dat ik helemaal niet geïntegreerd was in Nederland of was er ruimte voor iets anders?
Inburgeren MOET!
In augustus van 2009 schrijft Minister Van der Laan aan de Kamer: “Landelijk luiden de noodklokken rondom de resultaten van de inburgering. Volgens de laatste cijfers zijn in veel gemeenten nog te weinig inburgeringscursussen opgestart. 13 van de 52 grotere gemeenten, waaronder de gemeente Sittard-Geleen, doen het wel goed.”
Sittard-Geleen richt zich op inwoners mét en zónder inburgeringsplicht en heeft sedert 01 januari 2007 (start Wet Inburgering) bijna alle inwoners die zouden moeten inburgeren, een inburgeringscursus aangeboden.
Leidt het volgen van een inburgeringscursus automatisch tot integratie en hebben al die nieuwe Nederlanders die met het ene been in de cultuur van het geboorteland staan en met het andere been in de Nederlandse klei vastzitten dan ook geen recht mee op heimwee naar hun vaderland? Zou integratie in het nieuwe Vaderland bevorderd kunnen worden wanneer er ruimte is voor loyaliteit naar het oude Moederland?
In 2001 concludeert het Nederlands Centrum Buitenland:”Allochtonen voelen zich steeds meer thuis in Nederland. Niettemin hechten zij veel waarde aan het behoud van hun culturele identiteit. Maar juist dit streven wordt door autochtone Nederlanders meestal niet gesteund.”
Uit het onderzoek onder Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen, Afrikaanse en Aziatische migranten en autochtone Nederlanders blijkt dat Nederlanders namelijk een vertekend beeld hebben van culturele opvattingen van allochtonen en weinig oog voor de grote diversiteit onder allochtonen.
In 2009 meldt NCRV-Netwerk echter:“Ruim een op de drie Turkse en Marokkaanse moslims wil weg uit Nederland.” Dit naar aanleiding van het onderzoek verricht door Motivaction waaruit blijkt dat meer dan de helft van de Nieuwe Nederlanders overweegt om uit Nederland te vertrekken alhoewel driekwart zich nog steeds hier thuis voelt. Mensen voelen zich hier minder thuis dan in het verleden en hebben het gevoel dat ze negatiever worden beoordeeld door de autochtone bevolking.
De Rotterdamse wethouder Karakus zegt in de Volkskrant dat jonge Moslims weg willen uit Nederland. “Mijn kinderen snappen er niets meer van. Je kunt ze niet verwijten dat ze de Nederlandse taal niet spreken, dat ze de gewoonten en de cultuur niet begrijpen, dat ze niet goed opgeleid zijn. En je kunt ze al helemaal niet verwijten dat ze zich niet gedragen. Toch hebben ook zij het gevoel dat ze nog steeds niet geaccepteerd worden. Ook zij vragen zich af of ze in dit land nog wel een toekomst hebben. Als mensen bang worden, vallen ze terug op hun eigen groep. Ze zijn dan ontvankelijker voor de boodschap dat ze zekerheid moeten zoeken bij de tradities van hun voorouders, bij hun geloof. Als je voelt dat je niet langer wordt gewaardeerd door Nederland, dat je nooit helemaal vertrouwd wordt, hoe hard je ook je best doet, dan doet dat iets met je. Zo ontstaan twee groter wordende groepen die zich beiden niet meer thuis voelen in hun eigen stad, die bang zijn voor wat de toekomst zal brengen en die niet meer met elkaar verder willen.”
U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!
Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025
Antwoorden