Het was in het oude Indonesië ver voor de tweede wereldoorlog en tijdens het begin van de kolonisatie door Nederland toen een Engelsman Indonesië bereikte en zich een manier zocht om snel rijk te worden.
Net zoals de vele Europese naties die hun vertegenwoordigers overal heen zonden om snel gewin gebieden te zoeken en te bezetten, was ook Engeland in de race en jack, zo heette de man bij zijn voornaam, was een man van aristocratische afkomst die van uit Engeland de opdracht kreeg om in den oost naar dergelijke gebieden te zoeken.
Na heel veel reizen en zoeken kwam de man terecht op Java en wel in het gebied rond Jakarta en Bogor.
Op een dag toen jack zich zwetend van de warmte ergens in het oerwoud nabij een stromend beekje zijn vermoeide lichaam rust gunde, kwam hij een dwerg tegen, groot hoofd en grote doordringende ogen.
Omdat jack zo moe was, gunde hij zich geen tijd om bang te zijn, noch om te bemerken dat hij iets heel eigenaardigs was tegen gekomen en als ras waren de dwerg en hij in een gesprek gewikkeld.
Van het een komt het ander en het viel jack op dat de dwerg heel veel van hem wist en ook van de omgeving.
Na de nodige informatie over en weer gewisseld te hebben vroeg de dwerg jack of hij werkelijk op zoek was naar geluk en rijkdom.
Natuurlijk, was het antwoord en de dwerg keek jack inschattend aan en vroeg, Wil je heel erg graag zo rijk zijn dat je niets anders meer te wensen hebt?
Wil jij graag zo gelukkig zijn, dat je niets maar dan ook niets meer te wensen hebt?
Ja, dat was precies wat jack wilde en eigenlijk, wie wil dat van ons nou niet?
Ik weet een plek, vervolgde de dwerg het gesprek, waar jij alles zult vinden wat jij nu als wens hebt, het is niet makkelijk om er te komen, je zult er heel veel voor moeten doen. Maar het zal zeker de moeite lonen en jij zult daar alles vinden wat je voor de rest van jouw leven nodig hebt om echt rijk en gelukkig te zijn.
Jack was een en al energie en vroeg, j, smeekte de dwerg zelfs om de plek aan te wijzen, hij bood de dwerg de helft van de opbrengsten, maar de wijze kleine dwerg schudde zijn hoofd en antwoordde, neen, de rijkdom die ik bezit behoeft geen aanvulling, geen goud ter wereld zal mijn rijkdom nog kunnen aanvullen, ik bezit alle schatten die deze aarde kan leveren.
Jack luisterde met verwachting en nadat de dwerg even had nagedacht en jack heel nauwkeurig had bestudeerd zei hij, goed, ik zal jou de plek wijzen en beloof je dat jij de allerrijkste man zal zijn op deze aarde.
Jouw rijkdom zal onmetelijk zijn, je zult zo rijk zijn, zo grenzeloos als dat jij rondom jou de horizon zult zien van jouw rijkdom.
Het is daar, en de dwerg wees naar een bergtop, omgeven door een dicht oerwoud, daar, vervolgde hij zijn aanwijzing, zul jij jouw rijkdom vinden. Onmetelijke rijkdom en daar zul jij niet alleen heel rijk zijn maar ook heel gelukkig, en mooier nog, jij zult jouw rijkdom ook met anderen delen.
Nou dat laatste vond jack niet erg aantrekkelijk, want zoals de meeste fortuinzoekers is ook hij egoïstisch ingesteld, maar liet dat de dwerg niet blijken, bang dat die van gedachten zou veranderen.
Hij deed de belofte om zijn rijkdom te delen met anderen, waarna de dwerg hem een vodje papier overhandigde met daarop de weg getekend naar de bewuste plek op de berg.
Overgelukkig nam jack het in ontvangst maar voordat hij de dwerg duizendmaal wou bedanken was deze ineens verdwenen.
Jack toog naar de plek, zich een weg wanend door de dichte bebossing, het duurde ruim een maand voordat hij er was, ondertussen door malariakoortsen geveld en weer beter te zijn geworden, onderweg door roofdieren te zijn bedreigd waar hij maar ternauwernood is aan ontsnapt
Echter de vermoeidheid was zijn grootste probleem, het was zeer zwaar werken en uitgeput maar vol verwachting bereikte jack de plek die de dwerg voor hem had uitgetekend op het vodje papier.
Na een paar dagen van rust om op krachten te komen begon jack met het kappen van bomen en struiken om het terrein klaar te maken om te zoeken naar de verborgen schat.
Hij zuiverde de top van de begroeiing en begon te graven.
Hij groef hier en groef daar en stuitte ondertussen op een waterbron die allengs een klein riviertje werd die langs de berghelling naar beneden stroomde.
De temperatuur was overdag aangenaam maar in de avond en de nacht was het koud en het deed hem erg aan zijn geboorteland denken.
Ondertussen had hij van het hout dat hij gekapt heeft een huis gebouwd en jack deed er een jaar over om alles in te richten om er te kunnen leven.
Aan voedsel en drinken had hij geen gebrek, de omgeving zorgde voor voldoende fruit, wild en water, helder water zo zuiver heeft hij het nooit gedronken.
Na zich nog een halfjaar in het zweet gewerkt te hebben begon jack aan de woorden van de dwerg te twijfelen en dat werd alsmaar erger, tot hij op een dag het graafwerk opgaf en de dwerg vloekend uitmaakte voor bedrieger.
Hij staakte zijn werk en rustte zittend uit, vermoeid met een illusie armer.
Net voordat hij de dwerg verwensend, in slaap kwam, verscheen deze plotseling en stond voor hem.
Jack, die eindelijk zijn frustraties en teleurstelling kon afreageren maakte de dwerg voor alles wat lelijk is uit en nadat hij uitgeput uitgeraasd was, sprak de dwer.
Ik heb jou de waarheid verteld, ik heb in alles wat ik jou beloofd hebt geen woord van gelogen. Ga nu slapen want je bent moe en als jij morgen ochtend wakker wordt zul jij zien hoe rijk jij bent geworden. Jij zult ook zien hoe gelukkig jij zult zijn.
Jij zult een onmetelijke rijkdom bezitten en deze zal jij delen met anderen, niet omdat je het moet, maar omdat jij het vanuit je zelf zult willen delen, zo gelukkig zal jij zijn.
Jack was te moe om de dwerg tegen te spreken en viel vol ongeloof in slaap, immers de dwerg had hem van alles beloofd en de schat waarover hij het had was niet gevonden, dus jack geloofde er niet in en viel in slaap.
De volgende morgen werd jack wakker, om hem heen hoorde hij de natuur wakker worden, de vogels floten hun mooiste liedjes.
Jack rekte zich uit en keek om hem heen.
Rondom hem zag hij de natuur in volle glorie de bloesems van de hem omringende bomen en rondom de top van de berg die hij heeft ontbost, zag hij de omgeving, het landschap om hem heen, zover dat hij de horizon rondom hem heen kon zien.
Het gaf hem rust en een vredig en gelukzalig gevoel maakte zich van hem meester, ineens besefte hij dat hij zich op deze plek zich thuis voelde, de nachten waren kil en deden hem iedere keer aan zijn thuis in Engeland denken.
Hij keek zijn ogen uit en plotseling beseft hij wat de dwerg hem had beloofd.
De rijkdom die hij bezat was niet in goud uit te drukken, hij was zo verrukt over de plek waar hij nu woonde, het uizicht, de rust, de schoonheid van het woud, het uitzicht rondom hem heen, het was overweldigend.
Hij werd zo gelukkig dat hij plek bebouwde om anderen te laten zien hoe mooi het er was, hij liet een weg aanleggen die naar zijn plek voerde.
Jack leefde er lang en gelukkig, trouwde een inlandse vrouw waar hij zielsgelukkig mee was en kreeg schatten van kinderen.
Hij noemde zijn plek, Point jack.
Jaren nadat jack was heengegaan is het een toeristische attractie geworden en de naam die hij had bedacht werd in het Indonesisch “Puntjak”genoemd.
Heden ten dage is de puntjak nog steeds een grote trekpleister voor velen die rust zoeken, ik ben er ook verscheidene malen geweest en vond daar de weldadige rust, de vrede en het geluksgevoel.
Toen ik er was, liep ik zo maar te wandelen en kwam een man tegen met een kleine man naast hem.
Het waren toeristen, een Engelsman en zijn Indonesische kleine vriend.
Onderweg gaven zij mij een vodje papier waar een verhaal op stond gekrabbeld, het verhaal wat ik u nu vertel.
Het vodje heb ik niet meer, dat was verdwenen toen ik dit verhaal uit had geschreven.
Albert van Prehn (ICM moderator) 16 maart 2010.
Antwoorden