In onze gemeenschap bloeide ooit een prachtige cultuur op, die van de muziek en keuken.
Vanuit de pensions kwam het als een bloem uit de knop en het bloeide gestaag door, tot op heden.
De prachtige bloem is aan het verwelken, van binnenuit uitgehold door termieten die vreten aan de stengels van deze bloem zodat het zal verdorren en ten slotte verdwijnen.
Het zij zo, iedere mens en gemeenschap zal een cultuur vermenging mee maken en op den duur zijn er nog slechts fragmenten aanwezig , die bij de nakomende generaties flauw aanwezig zijn. Deels door de lange lijn van overlevering en deels door interesse denk ik.
Toch is juist de cultuur die wij vanuit de kolonie hierheen meebrachten voor dit land zo waardevol geweest, al staat het niet echt in de boeken geschreven.
Ik val dan maar met de indo deur in huis en zoals men het van mij gewend is, is het bekeken vanuit een kritische optiek. Dit epistel zal herkenbaar zijn bij diegenen die zich aangesproken voelen. Ik wil er nadrukkelijk bij vermelden dat het om een klein aantal gaat en niet de HELE Indische gemeenschap.
Ik weet niet hoe ik het moet noemen, sjacheraars, dikdoeners, dromers, misschien dommeriken, het is aan de lezer om daar een benaming aan te geven.
In onze cultuur van pasars, kumpulans zijn organisatoren als het ware vanuit niets te voorschijn gekomen en het was een lange tijd zo dat de evenementen voldoende bezoekers aantallen trok.
De meeste evenementen zijn goed georganiseerd en die hebben zichtbaar succes, waarbij de echte goede in stand blijven ondanks de terugloop van het bezoekers aantal. Nu weet iedereen dat ik in mijn epistels op lange tenen trap als ik het over de eenheid worst heb, die in mijn ogen de grote boosdoener is van de teloorgang van de kumpulans en pasars.
Niet alleen de eenheidsworst, er is ook een akelig knagend fenomeen aanwezig en dat zijn de lieden die zich, door dikdoenerij, interessant willen zijn. Zo komen ze over alsof het hele grote jongens zijn. Ik hoor het van de vertellingen die mij bereiken vanuit onze gemeenschap.
Een voorbeeld is van een organisator die claimt diverse cateringbedrijven te hebben en dat het een druk bestaan is en wilde overal wel wat neerzetten en opzetten. De man kan amper een catering ter plekke aan en van de grote evenementen die hij zou opzetten is geen sprake, sterker nog volgens geruchten heeft de man een samenwerking tijdens een pasar samen met een dame die ook denkt een pasar te kunnen runnen, verknald. Ik hoorde dat tijdens het spelen van een welbekende groep uit ons midden, de stekker door de zaalhouder eruit werd getrokken omdat en geen zaalhuur betaald zou zijn. Over luchtkastelen gesproken. Commentaar leveren en zelf af gaan.
De grote cateraar zou ook nog evenementen draaien her en der in het land. Misschien in zijn dromen.
Dit is een ernstige zaak, als deze dingen gebeuren dan moeten wij ons achter het oor krabben en ons afvragen waar men mee bezig is.
Het grootste euvel is, de financiering. Men wil grote zaken doen met weinig of nagenoeg geen financiële dekking.
Bij de meeste grote zaalhouders moet je tegenwoordig vooruit betalen als je daar een pasar wil houden en dat komt omdat men slechte ervaringen heeft met sommige pasarorganisaties die nader hand geen financiën op tafel konden leggen of misschien niet wilden.
Ook dit zeer bedenkelijk, en als het ook zo met zalen gaat, dan hou ik mijn hart vast voor de wel goede organisatoren. Die worden het slachtoffer van deze bedenkelijke praktijken.
Ik kan niet begrijpen dat men zo slordig met onze cultuur omgaat, nog erger is dat men gewoon denkt dat ze altijd met domme mensen te maken hebben. Ze komen over als gigant maar naderhand zijn het nog geen eens eendagsvliegjes.
Gelukkig is het merendeel integer en handelt naar hetgeen hoort in de zaken wereld, betaal jouw verplichtingen en ga dan eens kijken of je er nog iets uit haalt. Lijd je verlies dan heb je pech, of geen goed zakeninstinct en zou ik het laten want je hebt eerder het risico dat je Kiet speelt en verlies draait dan dat je met een buidel vol geld naar huis gaat.
Ik ken ook personen met wie ik zelf in aanraking ben gekomen en alhoewel je de figuren als niets betekenend hebt ingeschat, geef je ze het voordeel van de twijfel. Holle praatjes, gigantische luchtbellen blijkt achteraf, maar daar had ik al rekening mee gehouden. Als ze bij mij thuis komen met de trein en tram en ik zie de sjofele kledij, dan kan ik een en een optellen om te weten wat voor vlees ik inde kuip heb. De echte (grote) jongens komen met de taxi als ze geen auto hebben want dat is vaak de makkelijkste manier van vervoer, en zo duur is het ook niet.
Het maakt ook niet uit, maar vaak heb je deze gasten gelijk door, ik althans, maar ik laat ze gaan en hou mijn reserves bij de hand. Tenslotte kan ook ik mij vergissen. Meestal heb ik een engeltje die mij bewaakt en waarschuwt, dat is geen grapje maar realiteit. Ik ben gezegend ermee en weet niet waaraan ik het te danken heb. Misschien houdt de grote Heer daarboven wel zoveel van mij dat hij mij waard vindt om een engelbewaarder op mij af te sturen. Ik ben er heel dankbaar voor, een schat wat je niet in aardse waarden van goud en geld kunt uitdrukken.
Als je zoiets hebt ben je rijker dan de rijkste man op deze nietige planeet, trouwens geld maakt nooit gelukkig en is een blindmaker voor iemands leven. Het maakt blind voor alles wat er om je heen gebeurd en voert je in een wereld van schijn, bedriegerij, afgunst, criminaliteit en je kunt niet eens meer genieten van iets eenvoudigs, wat voor een mens met zicht zeer essentieel is. Het zicht moet je je aanleren.
Hij heeft mij ook een kritische kijk gegeven op het leven en dat heb ik mogen tonen in mijn geschriften. Mijn levensvisie is; probeer de goedheden in iemand te zien, maar verwacht niets terug. Ik ben blij dat ik het kan, want teleurgesteld zal ik niet gauw zijn. Wantrouwig? Misschien, maar dat wordt je wel in dit leven.
Ik heb dit epistel geschreven omdat ik onze valkuilen wil aantonen, het blindelings aanpakken van grote projecten zonder enige financiële back-up. Het doen voorkomen alsof je te maken hebt met een persoon van gewicht.
Helaas is dit een vaak voorkomend euvel binnen onze gemeenschap en vandaar dat ik enigszins met cynisme stel dat op dit gebied sommige:
Indo’s got talent.
Aan U hoe u dit interpreteert.
Albert van prehn (ICM Moderator) 8 aug.2012.
Antwoorden
Let's face it Albert, de ondergrond van het begin van de pasar malams, is op archieven verdraaid met oneerlijkheid. Zolang de indo talent zegt: "Adoe laat maar" net of het niets is om oneerlijk te zijn. Zal er niet veel zegen op deze mentaliteit krijgen.
Het moet gewoon opgeklaard worden, al die zelf geschreven onzin "eer". Zodat de Indisch eerlijk en leuk onder elkaar onze gezellige admosphere altijd door kan zetten en leuk samenwerken met iedereen op de pasar malams.After all het is ons cultuur van ons geboorteland, onze symbolise culture erfenis. Daarom gaan de pasars in Nederland altijd door.
Het lijkt wel de meer "boezoek" je bent de meer eer je krijgt!, hallo?
Zie Albert nu heb ik waarschijnlijk ook "op lange tenen" van de "adoe laat maar" mensen gedanst, hahahaha l.o.l
Thank's met je schrijven weer, houd je taai:"old soldiers never die......"