Het Kleine paradijsje in de drukke stad.

Ik ga u weer terug voeren naar mijn jeugd, ik kan het niet laten om er altijd weer aan terug te denken.

Ik weet zeker dat heel veel, zo niet alle Indische en Nederlandse mensen die in Indonesië hebben gewoond tot eind jaren 50 en ook wel daarvoor, herinneringen hebben die zij nooit kunnen loslaten.

Waarom niet, hoor ik weleens rond mij heen zeggen, het is verleden tijd en je moet je op jouw heden richten, maar dan zie ik de verre wazige blikken bij juist die personen die mij dit proberen wijs te maken. Een wazige blik in de ogen die mij vertellen dat men met hetzelfde zit maar met een verdringings proces bezig is.

Makkelijk praten en raadgevingen of wijsheden die niet van toepassing zijn zolang je er zelf niet er nog niet los van kan komen.

Ik denk persoonlijk dat men er gewoon nooit van kan loskomen, waarom niet? Omdat het geen verandering van  je leven is die je meemaakt zoals het verkassen van dorp naar stad of provincie naar provincie.

Als je al van jouw geboorte grond verkast, bijvoorbeeld naar een andere stad of provincie in je eigen land, dan heb je het feit, dat je in jouw eigen omgeving zit, misschien met her en daar plaatselijke cultuurverschillen, maar nooit, nooit, het verschil van de grond, het land, de bevolking, de mentaliteit, de cultuur en met name de natuur van een ander land in een ander wereld deel.

Dat vergeet men wel eens als men stelt dat je als indo de zaak maar moet laten rusten en je moet richten op het heden. Dat is wijs maar er is een onmiskenbare factor die mee speelt en dat is, dat je behalve dat je jouw identiteit met je meedraagt, wat dus ook een factor is wat je doet herinneren wie je bent, de factor van jouw eigen jeugd.

Iedereen denkt wel eens met weemoed terug aan hun jeugd, nu is het voor ons indo’s en totoks, de benaming voor de Hollanders die daar geboren en getogen zijn natuurlijk wel effe anders.

Je komt uit een groen tropisch paradijs en wordt overgeplaatst in een winter en zomer omgeving waar het geheel anders is, niet alleen de mensen maar ook de omgeving en structuren van het continent, kortom een schokkende gewaarwording.

Immers de tropen en het Europa van toen waren twee heel verschillende werelddelen, ook qua cultuur, heel ver uiteen. Toch hebben wij als ex kolonialen wel wat van de Hollandse cultuur meegekregen, echter, het blijkt geheel anders dan dat wij hadden verwacht. De Hollandse cultuur die wij daar kenden was helemaal de Indische cultuur.

Het is dan ook niet zo vreemd dat velen van ons blijven steken in de tijd van toen qua herinneringen en daarbij speelt ook het verdriet van afscheid, de heimwee etc. een grote rol bij velen van ons die hier nu leven, zeker diegenen die op oudere leeftijd de overtocht en verandering hebben moeten meemaken.

Ikzelf was bijna 11 jaar toen ik de verandering moest ondergaan, en daar waar ik zoveel van had gehouden was ineens niet meer tastbaar, bereikbaar en het enige wat ik kon was het oproepen in mijn herinneringen. Dat het soms pijn blijft doen is persoonlijk denk ik.

Zo denk ik heb ik weer ineens van die dagen dat ik de flitsen van mijn jeugd voorbij zie komen en dan stemt het je verdrietig en de heimwee die je hebt, het verlangen om toch maar heel even, al is het voor een moment, terug te mogen zijn, dat doet je zuchten.

Ik kan mij mijn ouders herinneren die vaak met een wazige blik bij tijd en wijle zaten te staren en als ik hun dan vroeg waaraan zij zitten te denken, hoorde ik in hun antwoord de snik, nee….nergens aan.Gek is het dat naarmate je ouder wordt je meer pijn gaat voelen als je aan het verleden terug denkt, als jeugdige heb je het ook, maar dan ben je er sneller overheen omdat je het leven van alle dag nog moest ontdekken.

Ik heb zo van die vele, vele momenten en soms denk ik dat ik alleen op de wereld ben die zovele flashbacks heb, dat ik het gênant vind om het te tonen.

Een van die herinneringen is de tuin van mijn vriendinnetje aan de overkant van ons huis. Vooral bij wat zonnige dagen in het middaguur.

Ik zie nog de grote voortuin waarin zovele bomen staan en ook vruchtbomen, de jamboe air, een soort klok vormige vrucht, die wel iets heeft van een appel, de nootmuskaatboom met zijn heerlijke aromatische vruchten, de mango-, Durian, pisang- en ramboetanboom, hoe vaak zat ik als jongen in en hoe vaak moest ik er halsoverkop uit, geplaagd door een horde stekende mieren of harige jeukende rupsen.

Ik ben er ook een keer uitgevallen omdat ik de stoere tarzan wou uithangen om mijn vriendinnetje te imponeren en de tak waar ik aan hing brak en ik met een pijnlijke smak op de grond terecht kwam. Die keren simuleerde ik wel de pijnen om de troostende hand van haar te voelen.

Als het zo tegen de morgen van 8 uur op een vrije zondag was, zag je de nog matige zon door de bladeren van de bomen op het groene gras schijnen. Terwijl de wind zachtjes waait tekenen de schaduwen en de vormen van de bomen zich op de groene grasbodem af. Dieper in de tuin, achterin stond het huis vredig en uitnodigend in de koelte van de schaduwen.

In de bomen hoorde je de koetilang en wat andere vogels en soms zag je de tjitjak kerbi, de vliegende hagedis van boom tot boom zweven. Alles in rust en vrede.

Het was een tuin waar je heerlijk in het groene gras kon liggen en naar de toppen van de bomen kon kijken die boven jou heen en weer waaien door de wind. Het was er stil, de zonnestralen die door het bladerdak heen kwamen tekenden allerlei gouden figuren op het gras die als elfjes dansten.

Naast het huis stond een sawo boom, een op een peer lijkende vrucht waar de grote boktor met zijn lange voelsprieten woonde, een angstaanjagende grote kever, ja, hij was echt groot, 20cm lang. Die pak je niet zo gauw op alhoewel hij erg vredig is. Die beesten konden echt schreeuwen als je ze te dicht benaderde

Iedere keer als ik hem tegenkwam bekeek ik hem met ontzag en zijn ogen staarden stil voor zich uit, de lange voelsprieten dreigend op en neer bewegend was zijn manier om mij op afstand te houden.

In de tuin liepen ook wat kippen rond, soms met een horde kuikentjes. Ik kon het nooit laten om er een te pakken en kreeg dan flinke pikken van de kip. Ze waren zo schattig dat ik de blauwe bloeduitstortingen van de felle snavel van de kip voor lief nam. Op een keer kon ik het niet laten en nam er een mee naar huis. Het werd de leukste kip met karakter die ik thuis tussen de huisdieren mocht houden, want ook wij hadden een groot erf.

Het was slechts een tuin, maar wat voor een. Behalve dat het de tuin was van mijn allerbeste vriendinnetje was het een soort oase in een drukke wijk. Ik kwam er graag, vooral als het vroeg in de morgen was. Dan scheen de zon zo mooi, lichtgoud en het was er zo lekker koel. Het geheel nam je op alsof je een geheel bet met jouw omgeving. Wat anders kon het zijn dan mijn kleine paradijsje in de drukke stad. Het paradijsje van twee kleine mensjes, kinderen die elkanders vriendschap gevonden hadden. De tuin was voor mij het hof van EDEN.

Voor mij zal het altijd blijven bestaan, bij tijd en wijle vertoef ik er weer want de geest van de herinnering kent geen tijden en afstanden. Dat het pijn doet van binnen neem je voor lief, want die pijn is het soort van pijn die je volwassen maakt en bewust maakt dat alles in het leven vergankelijk is en blijft. Het maakt je bewust dat mooie dingen ook ineens verleden tijd kunnen zijn, dat je moet genieten van alle mooie dingen die je worden gegund.

Vaak heb je het niet eens in de gaten en beschouw je het als vanzelfsprekend, die mooie momenten worden pas mooi als je het niet meer hebt en ergens in jouw hart zijn blijven bestaan.

Albert van Prehn (ICM Moderator) 14 mei 2011.

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

E-mail me wanneer mensen antwoorden –