Surrogaat voor het verleden.

 

Hij zat daar, uren en uren achtereen.

Aan de rand van het bos en uikijkend over een uitgestrekt groen veld waar de grashalmen door de wind van de ene naar de andere kant werden geblazen.

Vroeg is de morgen als het niet te koud is en de zon schijnt, verlaat hij zijn kleine flat met zijn hondje aan de riem op weg naar nergens.

Hij en het hondje zijn allebei al aardig op leeftijd, en het tweetal heeft best een lange periode van een leven achter zich, en nu, nu rest slechts het eenzame aantal dagen in het flatje, vooral als het weer het niet toelaat om lang buiten te zijn.

Buiten zijn is niet altijd mogelijk, maar toch wordt het tweetal regelmatig gezien, door weer en wind in de omgeving van de flat waar hij woont.

Op een dag was het weer zover, het was mooi zonnig weer en hij zat daar aan de rand van het veld, hondje naast zich te turen alsof er iets is waar hij op zit te wachten.

Ik was toevallig in de buurt omdat ik stoppen moest vanwege een mankement aan mijn auto. De ANWB gebeld waar ik lid van was en dan maar wachten. Rondkijkend werd de man mij gewaar en ik kon het niet laten om uit te stappen en naar hem toe te gaan Ach wat kan het schelen, ik wist dat de ANWB auto een poos op zich zal laten wachten. Dus waarom ook niet? Even gezelschap zoeken in deze verlaten uithoek van ‘s-Hertogenbosch.

Mijn naderbij komen deed hem opzij kijken en ik zag dat het een oude Indische man was, dus ik stelde mij netjes voor en ging naast hem op de zandgrond zitten.

De communicatie was niet gelijk op gang, zoals oude indo’s kunnen zijn zeggen ze niet veel. Dus ik begon maar met mijn verhaaltje over koetjes en kalfjes om een communicatie op gang te brengen en ja hoor, mijnheer werd wat opener.

Na een reeks onzinnige ditjes en datjes vroeg ik hem waarom hij hier zo zat, geheel alleen met een kleine op leeftijd zijnde hond, die eveneens zwijgzaam was als het baasje. Blafte niet toen ik naderbij kwam, keek mij net zo mistroostig aan als zijn baasje.

Hij begon mij te vertellen dat kort geleden zijn vrouw met wie hij al in Indie getrouwd was, is overleden.

Hij zei, Wij zijn vanuit Indonesië met onze kinderen in 1957 hiernaartoe gegaan en hebben ons na een lang pensiontijd eindelijk in een flatje een leven kunnen opbouwen in dit land waar de mensen zo anders zijn dan wij in Indonesië. Mijn buren zeggen mij amper gedag en zijn in al die 66 jaar dat ik er woon, nog nooit bij mij binnen geweest.

We hebben het altijd voor elkaar gekregen om de eindjes aan elkaar te knopen, mijn vrouw en ik. Mijn kinderen, drie meisjes, zijn allemaal goed terecht gekomen en hebben gestudeerd. De ene woont in Nieuw Zeeland, de andere in Amerika en de derde woont in Friesland.

We waren niet rijk, ik moest na aankomst hier in Holland in een sigaretten fabriek werken omdat mijn diploma’s uit Indonesië niet werden erkend, tjoba, hoe toch?

Ik keek op mijn horloge en de ANWB zou over een tiental minuten aanwezig zijn, zo werd mij gemeld vanuit de ANWB centrale dienst, dus wilde ik mijn nieuwsgierigheid bevredigen en vroeg hem waarom hij hier zo alleen verlaten vertoefde.

Het werd stil, het hondje keek voor zich uit met een droeve blik in de ogen. Je kunt zien dat deze twee al heel lang bij elkaar zijn.

Hij sprak voor zich uitkijkend, weet je Jong, ik kan niet meer zo lang in mijn flat meer zijn, teveel herinneringen weet je. Ik zie nog ons gezinnetje, drie kinderen, mijn vrouw en ik. De flat is klein maar wij hebben ons er altijd senang in gevoeld, maar nu, nu is het leeg. Mijn kinderen zie ik niet zo veel en mijn vrouw is een halfjaar geleden gestorven. Alleen is maar alleen, jong.

Ja, maar wat doet u hier dan? Vroeg ik nogmaals.

Zijn antwoord, weet je, ik kijk naar het gras en de bomen en zie dan de sawa aan de bosrand uit mijn indie tijd. Wij waren gelukkig maar net op tijd vertrokken van daar. Ik heb in Bandoeng gewoond.

De sawa’s waren achter ons huis. Je kon zo zien als de zon achter de bomen s ‘avonds onder gaat. Altijd ging ik mijn meisjes roepen als zijn binnen moesten komen. Die speelden altijd bij de sawa met andere kinderen.

Hier kan ik mijn herinneringen in stilte ophalen, alsof ik aan de rand van de sawa zit, net als vroeger, dat is beter dan in mijn flat zitten waar ik de stemmen nog hoor van het gezin van vroeger.

Ik ben te oud om de verre reis te maken en mijn gezondheid laat het niet toe.

Zorg, zei hij tegen mij, dat je nog doet wat je kunt doen Jong, je bent nog niet oud, later als je het niet meer kan verlang je ernaar zoals ik verlang naar indie van vroeger. Ik heb altijd gedacht dat ik terug zou gaan, maar het kwam er niet van.

Ik keek op en de ANWB buis kwam eraan, het was tijd om te vertrekken en zei hem goeden dag.

Toen ik wegreed nadat mijn auto weer was gemaakt keek ik nog even om, hij zat daar nog steeds, alleen met zijn hondje naast hem te turen over de weide waar de wind inmiddels is gaan liggen en het gras onbewegelijk groen was, alsof het meelij had met de man en uit eerbied voor zijn herinneringen.

Ik stelde mij zijn flatje voor, waar eens de stemmen van de kindertjes klonken, de drukte van het naar schoolgaan, het werk etc. etc. en nu. Nu is er alleen maar stilte met dezelfde meubeltjes die eens waren gekocht, de stille getuigen van een leven.

Het is er nu niet meer.

De weide? Dat was surrogaat voor zijn verleden, een ongrijpbaar verleden en toch zo dichtbij.

Albert van Prehn (ICM Moderator) 16 juni 2012.

 



 

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

E-mail me wanneer mensen antwoorden –

Antwoorden

  • Leuk Albert hoe je mensens gevoelens toch eruit kan halen, door belangstelling voor ze te hebben. Oude mensen hebben allemaal zo'n geschiedenis achter de rug. Ik ben er ook altijd gefascineerd in. Ieder mens heeft veel mee gemaakt in hun leven waar je van kan leren.En het allemaal in je gedachten kan voorstellen hun levens verhalen van hun tijd. Sommige praten over hoe het was in de oude tijden, sommige praten over liefdes die ze mee hebben gemaakt, sommige over hun kinderen, dat gaat altijd samen met allerlei gevoelens erbij. Ik ben ook al op leeftijd, als iemand dan over een tijdje bij mij gaat zitten. Kunnen ze een boek schrijven, want ik ben een open boek zelf, en ik zeg het zoals het is of hoe ik het vind. Als je me aardig vind en we lachen samen dat is fantastisch, maar als je het niet aan kan omdat je zelf niet zo bent, dan respecteer ik dat ook.Albert houd je pen goed vast en schrijf meer.

  • mm

  • mmm

  • UIT ICM ARCHIEF - "Selalu Orang Indo-Belanda" = "Indisch For Ever"

    ( Redactie : Met 340.000 kwamen ze noodgedwongen in Nederland aan uit het voormalige Indie, nu republiek Indonesia. Deze groep werd destijds gediscrimineerd (letterllijk op straat uitgescholden door jong en oud) en als tweede rang burgers behandeld door de Nederlandse regeringen op een rij. De groep die als voorbeeld kan worden genomen die zich geruis- en probleemloos integreerde. Zorgde dat de weg werd geplaveid voor de allochtone groepen van nu, die letterlijk in de watten worden gelegd. Er was toen geen Geert Wilders. Een bijdrage van Albert van Prehn "eens een Indo altijd een Indo")

    UIT ICM ARCHIEF - "Selalu Orang Indo-Belanda" = "Indisch For Ever"

    Het is weer bijna 2011, moet je nagaan, wij als Indische gemeenschap bestaan dan 61 jaar gerekend vanaf 1950 om maar een getal te noemen. Is er veel veranderd in die 61 jaar?

    Ja, dat kun je wel stellen denk ik persoonlijk. Wie ben ik? Ik ben slechts een gewone indo die over zich zelf en zijn afkomst zit na te denken.

    Ja, dat krijg je als je op 11 jarige leeftijd uit Indonesië vertrekt en dan hier komt, merkt dat er al indo’s langer in dit land vertoeven en ook dat je op een andere manier hier wordt binnengehaald als dat je je had voorgesteld.

    Ja, je komt met een kersverse groep in een bus naar de bestemmings plaats van het gezin, allemaal stil voor zich uitstarend. Ik herinner mij de ontscheping nog in Rotterdam, iedereen werd in een rijtje gezet met bepaalde bestemming (de selectie). Mijn goede vrienden gingen elders heen en wij kwamen in een bus terecht met onbekenden die op dezelfde boot hebben gezeten.


    Na de instap in de bus gaat het landinwaarts, de chauffeur en begeleider waren Nederlanders, om je heen zag je dat de huizen heel veel op elkaar staan en de natuur was er niet, geen groen, neen, kale bomen want wij kwamen eind januari aan, het was winter. De massa in de bus was stil en iedereen zat in spanning, dat was te merken. Ik heb medelijden met die ouders toen, in hun ogen zag ik de onzekerheid en op hun gezicht de zorgelijke uitdrukking.

    Ik ben er niet blij mee, het wat zo anders en zo ongewis waar je terecht zal komen en hoe zal het leven hier in dit koude land zijn?

    Je wist het toen nog niet, nu wel. inmiddels ben ik ook volwassen geworden en heb de tijd meegemaakt dat wij nog kersverse Indonesiërs waren die in het pension woonden.
     
    Er is veel gebeurd, de nasi en onze gerechten waar men hier in dit land eerst de neus voor dichtkneep is nu gemeengoed geworden in de keukens. In de warenhuizen staan nu potten met sambal en allerlei kruiden wat je toen niet had. Als je nu over sambal praat, weet de gemiddelde Hollander je meer te vertellen dan dat je zelf weet.

    Onze levens zijn inmiddels aangepast, nog in de 70er jaren hadden wij te maken met discriminaties, als jeugdigen kwam je niet overal in en vaak was de arrogantie hier ten opzichte van jou en jouw soortgenoten een oorzaak dat je zo anti deed opstellen.

    Ik denk persoonlijk ook dat daarom de Indische gemeenschap is ontstaan. Je was gewoon op elkaar aangewezen, begrip voor je eigen adat en gewoontes was er niet, en….het vervelende van alles is…je moest je aanpassen en je Hollands gedragen, wil je nog enigszins sociaal geaccepteerd worden.

    Dat aanpassen ging vlekkeloos, maar toch leverde je eigenlijk keer op keer iets van jezelf in, jouw eigen manier van Hollands zijn. Dat kon niet anders was je niet “aangepast”.

    Om die noodzakelijke acceptatie gingen vele indo’s zich nog Hollandser voordoen dan de autochtone Nederlander.

    Die indo’s scheiden zich volledig af van hun roots en lotgenoten en menige was witter dan de oorspronkelijke Nederlander maar men vergat even in de spiegel te kijken en dan de kenmerken te zien van een Aziatische verschijning.

    ER waren veel indo’s blind voor dat beeld en zagen zich geheel blank en gaven ook af op de indogemeenschap. Helaas was dat toen ook met onze bekende beroemdheden die in Nederland met hun muziek nationaal succes hebben. Dat was minder in de Indische gemeenschap omdat men hun stijl niet zo kon invoelen met onze eigen manier van de Rock and Roll. Het was te Hollands. Wij hadden onze eigen helden, The Tielman Bros, The Crazy Rockers, The Javalins en ga zo maar door. Natuurlijk had je vele Nederlanders die binnen onze gemeenschap een thuisgevoel hadden en die zorgden eigenlijk voor de verspreiding en acceptatie van onze kleine gewoontes en cultuur stukjes.

    De muziek was gelijk een mooi aandachtspunt maar al gauw bleven wij achter in onze eigen indo muziekwereld. De Nederlandse muziek ontwikkelde zich toch beter op internationaal nivo.

    Dat is heden ten dage helemaal te merken. Wij hebben onze eigen stijl en die laten wij niet los, 61 jaar lang niet. Onze behoefte aan feestjes en gezelligheid, daar gingen wij ons zelf in vinden door onze huisfuifjes, Indische avonden en nu dus kumpulans.

    Weet U lezer dezes dat het nog maar heel kort geleden is dat wij ECHT kumpulans gingen organiseren?

    In de jaren 70 was er minder dan nu en ook onze pasars waren toen nog niet zo veelvoudig aanwezig. Eigenlijk in minder dan 20/30 jaar is onze cultuur een beetje gemeengoed geworden en ik denk zelf, dat de huidige immigranten een geplaveide weg vonden die wij voor hen hebben voorbereid. De acceptatie was minder moeilijk dan bij ons het geval is. Ikzelf merkte dat het zo rond de jaren eind tachtig begin negentig wat normaler ging, al was het nog moeilijk, vooral toen de Molukse treinkaping een feit was, merkte je toch dat men vreemdeling gevoelig was in dit land. Het is nu helemaal anders, de komst van de vreemdelingen die niets te maken hebben met de historie van dit land, hebben meer mogelijkheden en krijgen ook meer mogelijkheden om zich hier te nestelen. Waar wij moeizaam onze eigen spullen moesten vergaren, weer voor de derde of vierde keer van voren af aan moesten beginnen, wordt men tegenwoordig van alle kanten in de watten gelegd.


    Als je nu roept dat je anti moslim bent wordt je voor het gerecht gedaagd, vroeger werd ik openbaar uitgescholden voor zwarte, poepchinees, pinda, chimpansee en zelfs volwassenen deden daaraan mee, en er was geen Wilders die zich moest verantwoorden. Het is niet erg veranderd als je over de Indische gemeenschap praat, dan in het bijzonder de eerste en tweede generatie die nu aan het vergrijzen is. Stilletjes in eigen kring, de oude gewoontes en het oude vertrouwde vastklampend gaan wij verder de tijd in.

    De twee generaties vergrijzen en zo langzamer hand vloeit het indobloed puur sang weg door vermenging en zal het niet lang meer duren alvorens er gesproken kan worden van de laatste der indo-kikanen. Ik zou willen dat er een film over komt.De jeugd nu, heeft niets meer met het oude indo gevoel, ze weten niet beter en zijn hier te lande geboren dus het is niet vreemd dat men zich geen binding kan voelen met het ’oude”van vroeger.

    Misschien dat in de landen zoals Amerika men langer kan zeggen, er is een Indische gemeenschap, maar hier in dit land, ik denk het niet.

    Vele oude Indische mensen zien hun kans weer om terug te gaan, terug naar het land van geboorte en het zal echt niet lang meer duren of vele van de tweede en derde generatie zal zich daar op Bali met name, een nieuw thuis vinden. Er zijn al velen die de stap hebben genomen.

    Daar zal onze gemeenschap misschien weer tot bloei komen. Wie weet?

    Dus Indisch 4 ever? Ik zou het niet durven garanderen, saja tida tau.(I dont know)


    22 Oktober 2010

    Albert van Prehn,
    Dutch-Columnist and ICM-Moderator.

  • Opzij staan van het leven.

    Wat ik nu ga schrijven heeft te maken met het bericht van David Egter van Wissekerke, die mij via face book heeft benaderd. Ik heb een antwoord beloofd en zal dat in deze vorm geven. Misschien dat er meerdere lotgenoten zich zelf hierin herkennen en ook anderen zich mogelijk een voorstelling kunnen maken van de inhoud van dit relaas.

    Ikzelf heb nu een beetje toegang tot mijzelf gekregen en hoe raar dat klinkt, voor diegene die mij kennen of naast mij staan, of voor anderen, het is omdat ik gelukkig therapie volg. Ik wil met deze openhartigheid ook anderen ertoe bewegen om zich te uiten.

    Ik zal beginnen met mijn jeugd, een onderwerp waarover ik al vele malen een epistel heb geschreven in de leuke vorm als verhaal, nu ga ik wat dieper op mijn persoonlijke stoornis in, een stoornis die lotgenoten zullen herkennen en waar ikzelf mijn hele leven lang last van zal ondervinden.

    Ik ben geboren in een kamp waar mijn moeder, tantes en grootmoeder werden geïnterneerd, zoals dat heet. De ware betekenis is dat de vrouwen gewoon aan hun lot werden overgelaten als ze maar niet vrij rond lopen. De Japanners die Indonesië in de tweede wereldoorlog hebben bezet waren niet alleen bezetters maar ook wrede kampbeulen en beheerders. Naar wat ik heb horen vertellen van mijn ouders en anderen die het zelfde lot waren beschoren heerste er een streng regiem, in die zin dat je bewust vernedert werd en je moest gehoorzamen aan de grillen en wetten van de bezetter.

    Ik was de enige overlevende baby in het kamp, dankzij mij moeder, tantes en grootmoeders zorg.

    Na de bevrijding kwam ik met moeder en zuster te wonen in een klein optrekje naast een huis van een Chinese eigenaar. Het optrekje was wel berekend slecht3 x 4 meter in oppervlakte en bevatte twee bedden en een soort wiegje waarin ik sliep.

    Er stonden een tafeltje en twee stoelen en er was een tuin van ca 5 meter en een afgesloten ruimte waar een waterput was, waar de bedienden ban de Chinese eigenaar de was deden.

    Mijn kleine jeugd had vele momenten die indruk hebben gemaakt en die ik tot nu toe nooit vergeten ben. Ik kan in details beschrijven vanaf mijn tweede jaar hoe alles er toen uitzag, hoe mijnverdere ontwikkeling ging tot nu toe.

    Natuurlijk gebeurde er veel, te veel voor een kind van die leeftijd. Naast de mooie dingen waren er ook minder mooie dingen en juist die zaken zullen de basis zijn voor het verdere leven.

    Ik ga niet in details treden omdat ik hier geen momenten wil benoemen, maar het leven met een PTS syndroom, zoals dat wetenschappelijk heet, zal mijn verdere persoonlijkheid, de wijze waarop ik in het leven sta, de omgang met medemensen en de problemen die erbij gepaard gaan, beïnvloeden.

    Een PTS syndroom (post Traumatisch Syndroom) loopt iemand op die ernstige ervaringen in zijn leven heeft meegemaakt. Ervaringen die een stempel hebben gedrukt op de persoonlijke ontwikkeling van de persoon. Deze stempel zal deel uitmaken van hoe de persoon zich ontwikkelt naar de volwassenheid. Het zal nooit meer normaal zijn als voor het beleven van die ervaringen.

    Nu mijn geval.

    De bittere en vreselijke ervaringen die ik heb moeten ondergaan hebben van mij een persoon gemaakt die het beeld van mijn medemens ernstig heeft vertroebeld, misvormt als het ware en heeft mij alert gemaakt voor wat je als mens kan overkomen. Je balanceert iedere keer op de rand van vertrouwen schenken van wantrouwen, je zult niet gauw iemand tot jouw diepste binnenste toelaten, alvorens je de medemens gecheckt en ge-re-checkt hebt en dan nog durf je geen binding aan. Een binding die ieder normaal mens nodig heeft om te kunnen leven.

    De bindings angst om teleurgesteld te worden, de bindingsangst omdat je onzeker bent of je innerlijke wantrouwen het vroeg of laat zal bevestigen, bevestigen dat wat je al hebt ingecalculeerd, namelijk, hoe je ervaren hebt wat een mens kan zijn en hoe die kan zijn. Het voorbeeld heb je als kind door middel van schokkende ervaringen hebt leren kennen.

    Overgave en openlijkheid qua gevoelsuitingen zijn beangstigend omdat zwakte, je slachtoffer kan maken van iemand of de omgeving. Je hebt je ingesloten in een vesting en de gevoelens die je hebt van verdriet en spontaniteit zul je niet gauw tonen, je wilt en durft je niet te geven.

    Je hebt meegemaakt wat er in een mens aan onmenselijkheid kan zitten en vanaf dat moment zit er in jouw onderbewust zijn een waarschuwings signaal die je al bij voorbaat afstandelijk houdt. Afstandelijk om op het ergste voorbereid te zijn.

    In vele gevallen zul je deze mensen niet zo maar kunnen herkennen want het leven van alledag vergt aanpassingen, ook bij mensen zoals ikzelf. Je herkent ze doordat ze: zwijgzaam zijn, emotieloos lijken, onverschillig lijken en ook aftastend. Niet allemaal overigens, in mijn geval lijkt het alsof ik open en normaal ben. De diepe waarheid is anders en dat zal ik later beschrijven.

    Die aanpassingen zijn juist de destructieve werktuigen die je het leven moeilijk maken. Als je je niet kunt aanpassen zul je geen normaal (  ) leven kunnen leiden en er zijn ook vele gevallen die maatschappelijk niet mee kunnen komen.

    Gevolgen zijn: verwijdering en kluizenaars bestaan leiden, armzaling in contacten, het niet kunnen omgaan met jouw leefomgeving, mislukken maar ook, de ernstige vorm, gewelddadig, crimineel of onmenselijkheid.

    Andere tragische gevolgen zijn, het niet meer zien zitten om voortdurend aan te passen en de teleurstellingen die je ondergaat zodat je vrijwillig uit het leven stapt.

    Bij deze categorie behoor ik ook helaas, en dat zeg ik niet om medelijden te wekken, het is een feit. Een drang die je ertoe leidt. In jouw bovenste staan zoveel negatieve zaken opgeslagen dat je voortdurend bezig bent met het overleven, je aanpassen om je geliefden niet te verliezen, niet op te zadelen met jouw zwakte.

    Jouw emoties die af en toe de vrije loop willen hebben niet te kunnen los laten en het je van binnen uitteert. De strijd die je met jezelf moet voeren om te aanvaarden dat niet alles in de medemens en samenleving negatief is, aanvaarden van het geen je in het leven van alledag tegenkomt. De wetenschap van het verleden en de beelden die je niet kunt loslaten.

    Die beelden hebben jouw zijn gemaakt zoals je bent. In mijn geval heb ik altijd de neiging om voor de zwakkere op te komen, en vaak met ongenuanceerde methoden. Het is een goed willen maken van wat ik toen ervoer en er niets anders aan kon doen dan het te aanvaarden. Ik kon ook niet anders, de machten die verantwoordelijk waren voor de gebeurtenissen waren volwassen.

    Die volwassenen zijn het negatieve voorbeeld geweest voor een normale ontwikkeling van jouw persoontje die in den beginne en nog steeds, ontvankelijk, spontaan en zoals vele kinderen van die leeftijd, ervaringen moeten op doen naar de volwassenheid. Een dramatische schokkende ervaring in deze fase van het leven zal je altijd de verkeerde weg naar volwassenheid leiden. Het beeld van de volwassen wereld is een die alleen maar angsten oproept en onzekerheid.

    Je kunt niet anticiperen op spontaniteit bij anderen en wat anderen van jou andersom verwachten. De teleurstelling die je hebt in jezelf als je bewust bent van jezelf dat de muur die je opgebouwd hebt een dusdanige vesting is geworden waaruit je niet meer kunt ontsnappen, al zou je zo graag willen en waar je keer op keer en poging voor waagt.

    De invloed die een PTS heeft op jouw leefomgeving maakt dat je naast jouw lichaam leeft, je bestuurt het met een remote controle die je afzijdig van jouw lichaam in de hand houdt en die jouw fysieke IK die als model moet doen staan naar de buitenwereld toe bestuurt.

    Bij mij heeft het als gevolg gehad dat ik mij niet emotioneel kan geven, mijn partner ziet mij als een afstandelijk iemand zonder gevoel van liefde, mijn kinderen heb ik niet kunnen opvoeden met een emotionele band die ouder en kind van nature hebben, ik voedde ze op met een vervormd beeld van de maatschappij, probeerde ze sterke te maken om deze te kunnen weerstaan zodat Pa alleen maar een zede prediker is en negatief en zeer kritisch als persoon is.

    Gevolg is het uiteen groeien van de partners en het uiteenvallen van het gezin waar je zo veel liefde voor hebt. En noch probeerde je van alles om het bij elkaar te houden en ten slotte moet je het loslaten want de emotionele schade die je hebt veroorzaakt kun je niet meer terugdraaien.

    De moeilijkheid om de warme spontaniteit te beleven heb ik proberen te compenseren met alle kracht die ik had om sociaal een goede positie te verwerven zodat ik het met geld kon goedmaken.

    Een poging die deels is gelukt qua inkomsten maar psychisch volledig mislukt is omdat je op hoger niveau juist de hardheid en onmenselijkheden tegen komt die  je al als verwachting in jezelf hebt opgeslagen en die hier op niveau zich aan jou ontplooit, puur omdat juist op dit niveau mensen zichzelf willen waarmaken, zichzelf naar een hoger niveau willen opwerken, waar ook het nemen van onmenselijke besluiten toe behoort. Besluiten die anderen ondergeschikt zijn voor hun maatschappelijk welzijn weleens negatief kunnen zijn.

    En juist hier conflicteert het bewustzijn tussen je positie en de drang om zwakkeren te beschermen. Het neemt je iedere keer weer terug aan dat wat je hebt gezien toen.

    Men zegt zo gemakkelijk, laat het los, het verleden kun je niet meer veranderen, een waarheid die slaat als een klok.

    Ik wil het zo graag, ben met mezelf in een worsteling gekomen om het geen toegang meer te verlenen, echter de persoon die ik ben kan ik niet meer zo gauw veranderen. De persoon die ik ben geworden is niet de persoon die ik eigenlijk ben en daarom ben ik constant met mezelf in conflict maar het ergste zijn de schuldgevoelen die ik heb van mijn onmacht om de zaken toen anders te doen, de onmacht als ik zelf denk,  schade bracht bij personen die ik liefhad maar niet met mijn probleem konden leven, niet konden begrijpen en niet wilden begrijpen.

    Ik kan het ook niet verwachten, het is moeilijk om met een persoon te leven zoals ikzelf.

    Ik heb geluk gehad dat er mensen zijn die mij dierbaar zijn, die mij hebben kunnen en willen accepteren zoals ik ben, al is dat soms weleens dat zij mij weer tot mijn positieven moeten brengen.

    Het zit in me en het leeft in mij, ik wil het zo graag kwijt maar dat lijkt een onmogelijke zaak. Ik zal ermee moeten leven. Niet voor mijzelf alleen maar ook voor mijn omgeving.

    Ik zal u vertellen beste lezer dezes, in mijn brein en lichaam voel ik geen geluk, al heb ik alle geluk van de wereld, ik ben opnieuw in het leven gestapt met een partner die, mede doordat zij in de medische wereld werkzaam is, oog heeft voor mijn probleem en het ook kan bevatten, mij liefde vol begeleidt.

    Ik heb zorg nodig, eigenlijk intensieve zorg omdat ik van mijzelf niet kan doen wat voor mijn welzijn nodig is, zoals op tijd eten en drinken (ik voel die behoefte niet meer) en het opvangen als ik de vervelende nachtmerries heb die onverwacht komen en jouw dag verpesten. Ook dat ik op tijd mijn medicijnen inneem. Een lastige taak vind ikzelf. Met andere woorden, ik heb zorg nodig.

    Ik heb vele goede vrienden en heb bepaalde talenten waar anderen jaloers op zijn.

    Ik kan mij bijna alles veroorloven, maar het ene wat in mij zit, mijn verdriet en die aan het verleden is gekluisterd, lijkt een onoverwinnelijke hinderpaal.

    In mijn dagelijkse leven probeer ik zoveel mogelijk te genieten, maar de mens die ik ben is die van terughoudendheid, niet in de belangstelling willen staan in het openbaar, liever niet in een massa wil vertoeven, gesloten in  spontaniteitgevoelsuitingen en ook uitingen van tederheid en warmte ( terwijl ik bruis van tederheid en warmte en er heel erg veel behoefte aan heb ), zullen mij niet de mens kunnen laten zijn die ik eigenlijk van binnen ben.

    Al die factoren tesamen, en de mislukkingen uit het recente verleden zijn te verwijzen naar het verleden, het verleden wat ik niet kan loslaten, het verleden waarin ik nog steeds leef. Het verleden en tevens de heimwee naar het land waar ik geboren ben en als kind teveel heb moeten achterlaten door gedwongen omstandigheden. Ook daar waren mij dierbaren waarvan ik nimmer afscheid had kunnen nemen.

    Het verleden wat de mens doet zijn die ik nu ogenschijnlijk ben, en die ik zelf niet kan en wil accepteren.

    De therapie die ik gelukkig krijg helpt mij op de goede weg, de klik en vriendschappelijke verhouding  met de therapeut heft bepaalde grenzen op.  Het helpt mij op weg en helpt mij te proberen om het zijn zoals ik ben te aanvaarden en mij te schikken in het lot. Bovendien om ermee om te gaan zodat ik voor mijzelf en anderen sociaal uit de voeten kan.

    Het is een lange weg, maar ik blijf positief.

    Ik kan het een ieder aan bevelen die met het zelfde zit als ik.

    Ik voel mij opzij staan van het leven.

    Albert van Prehn (ICM Moderator)23 mei 2012.

  • Goed zo Albert, blijf positief, en met een lief vrouwtje naast je die je goed verzorgd met liefde, kan je het verleden af en toe vergeten. Wij Indischen hebben dit leed allemaal, en moeten het op een of ander manier ook verbergen. Het beste in mijn geval is, een hobby dus altijd bezig zijn, vele lieve vrienden aanhouden die je opkikkeren, door veel lachen, en dat heb jij ook, en daarbij ook ons Indisch aanhouden. Wij indischen hebben meer geleden omdat we ons geboorteland nog altijd door heimwee die gewoon in ons bloed zit, kwijt geraakd zijn, niet omdat we de Indonesiers niet hun independance willen geven, nee, het is moeilijk te vergeten omdat het is ons geboorteland ook  en wij hierdoor de duupe zijn.In Canada hebben de natives hun land aan de europeanen ook kwijt geraakd. Maar de europeanen zijn hier nog, de natives (Indianen) hebben nu meer rechten dan de mensen die dit land hebben overgenomen en we leven toch samen in vrede. En dat had eigenlijk ook voor ons zo moeten zijn. De Portugezen in East Timor die een tampat hebben, zijn lucky!! Zij hoeven niet door deze gevoelens zoals wij. Hetzelfde als je een tropische plant in een koud land plant, buiten gaat de plant gewoon dood, dus moet je het binnen met veel liefde onderhouden. In een mensen geval,wij moeten onze innerlijke gevoelens zelf onderhouden, en zonder liefde is dit heeeeel moeilijk. Blijf met je gitaar, je schrijven die geapricieerd word!!!! Je hoeft niet naar de kerk Albert, en ook als je in niets geloofd,toch even bidden voor kracht voor begrip in het leven, het zal je goed doen. Ik behoor niet tot enig geloof niemand heeft het recht te zeggen dat geld niet, bidden is voor mij net als ademhalen voor de nieuwe dag. Als niet dan ging ik "heen" in vrede.

Dit antwoord is verwijderd.