Column van Inèz - Indonesie

.                                                     

Indonesië - Sterven en Leven ( deel 15)

 

Indonesië  – Sterven en Leven (2)

In het eerste verhaal over ‘Sterven en Leven’ heb ik verteld dat harmonie en gemeen-schappelijke rouwverwerking twee zaken zijn die centraal staan bij het overlijden van de Indonesiër. Maar ‘doodgaan’ betekent in Indonesië geen absoluut afscheid.

 

Status

In de Indonesische collectivistische cultuur krijgt iedereen een bepaalde status. De overledene krijgt de hoogste prioriteit en alle andere verplichtingen worden afgelast zodra een lid van de gemeenschap komt te overlijden. Daarmee krijgt de overledene de hoogste status. Omdat het de plaats in de gemeenschap blijft behouden, ervaart de Indonesiër de overledene ook daadwerkelijk als aanwezig. De symbolische uitdrukking hiervan wordt op verschillende manieren uitgebeeld. Bij sommige culturen blijven de doden gemummificeerd in hun ouderlijk huis wonen (bij bijv. de Toraja’s op Celebes); bij anderen – zoals in Bali – wordt de overledene met grootse pracht en praal verbrand en wordt de as in zee uitgestrooid om met de stroom te kunnen meebewegen en overal blijvend aanwezig te zijn. Deze blijvende aanwezigheid van de overledenen wordt ook vaak beleefd in dromen die de Indonesiër een houvast geven in moeilijke situaties. Een methode om bijv. een voortvluchtige te vangen is eenvoudig te wachten tot hij bij het graf van zijn vader of moeder komt, want dat is het algemene toevluchtsoord in een crisis.

 

 

Inèz, een kind uit de desa

Wordt vervolgd.

I

 

 

.

 

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

E-mail me wanneer mensen antwoorden –

Antwoorden

  • Indonesië - Sterven en Leven ( deel 14)

    Omgang met de overledenen

    ‘Luguber?’ Nee hoor, een simpele zaak in het dagelijkse leven van de Indonesiër. Dus geen ‘stille kracht verhaal’, maar nog eens een tekenend voorbeeld over het verschil tussen het collectivistische gedrag van de Indonesiër en de individualistisch ingestelde Nederlander. Het verschil uit zich ook in de protocollen bij dood en begrafenis en de rouwverwerking in de periode daarna, hoewel we dit verschil niet mogen verabsoluteren.

     

    Harmonie

    Evenals voor de Nederlander, is het protocol bij dood en begrafenis voor de Indonesiër van groot belang. In Indonesië wordt alles echter gedragen en gekleurd door menselijke relaties. Het sterven wordt als een breuk ervaren. Men zal er daarom alles aan doen om de harmonie weer te herstellen, zowel in het gezin van de nabestaanden als binnen de vriendenkring van de overledene. Vanaf de sterfdag is het een vrij komen en gaan van familieleden en vrienden. Opmerkelijk is dan dat men elkaar geen ‘oprechte deelneming’ betuigt, want daarmee geef je aan dat het niet jou, maar alleen de ander treft. Neen, gezamenlijk heeft men iemand verloren. Ook in de periode daarna, op bepaalde dagen, zoals de veertigste, honderdste, de duizendste dag en zelfs nóg later, komt men bijelkaar om gewoon weer bijelkaar te zijn. Immers, familie en vrienden zijn er nog. Gevoelens kunnen worden uitgeleefd, vertrouwde verhalen over de overledene en grappige anecdotes doen de ronde en zo ontstaat er een sfeer van ‘toen, zoals vroeger’. De door de dood wreed verstoorde harmonie wordt opnieuw opgebouwd. Scheiding van godsdienst, cultuur, afkomst, scholing, rang en stand valt weg, want sàmen wil men opnieuw ervaren dat de dood geen absolute scheiding betekent. Het sociale netwerk van de overledene krijgt weer gestalte in de groep vrienden en familieleden die regelmatig bijelkaar komt. Geen trieste en dramatische taferelen, maar een gewoon samenzijn in een vertrouwde sfeer. Voor de nabestaanden is dit niet alleen een steun, maar ook een gemeenschappelijke rouwverwerking.

     

     

    Inèz, een kind uit de desa

    Wordt vervolgd.

    I

  • .                                                   3038274168?profile=original Indonesië – Kledingcodes  Deel 13 

    Indonesië - Familie

     

     

    Meerdere malen ben ik omarmd door warmte, heb ik geleerd van het zilverblauw van de zee, het groen van de rijstvelden en de onbeschrijflijke kleuren van de ondergaande zon. In stille verwondering heb ik herontdekt dat het leven simpel en vredig kan zijn. En na al het aardse stof van het lijf te hebben gespoeld, heb ik nog voldoende stof over voor de lezer. Daar gaat ‘ie dan.

     

    Binnen de familie gedraagt men zich anders

    Ik vertel niets nieuws wanneer ik zeg dat de Indonesiër van aard een groepsmens is en zeer familiegericht. Als groepsmens voelt de Indonesiër zich verplicht anderen binnen zijn groep te helpen, zichzelf weg te cijferen en de belangen van de groep prioriteit te verlenen. Het mislukken van een lid van de eigen groep zou immers tot gezichtsverlies leiden. De Indonesiër gaat tot het uiterste om te zorgen dat niemand van de groep buiten de boot valt. Buiten de groep of familie wordt individualistisch gedrag echter wèl getolereerd. Daar waar de Indonesiër binnen de groep sociale controle ervaart, bestaan er voor hem buiten de groep geen vastgestelde gedragsregels. Hij kan zijn eigen vindingrijkheid gebruiken om zijn belangen te behartigen, zoals door gebruik te maken van zijn relaties en tussenpersonen en door gebruik te maken van kracht. Dit kan het gedrag van de Indonesiër een paradoxaal karakter geven. Gedraagt hij zich de ene keer als een bezield lid van het collectief, onder andere omstandigheden toont hij individualistisch, op het eigen belang gericht gedrag. Je moet je dan ook niet verbazen over situaties waarbij de Indonesiër voor een loket staat te dringen of bij een bushalte om een plaats vecht. Netjes in de rij staan om je beurt af te wachten is er niet bij. Ook vrienden worden als familieleden beschouwd met wie men alles behoort te delen. Een gast of vriend krijgt binnen de groep de hoogste prioriteit en ereplaats. Een Indonesisch spreekwoord zegt dat je alleen met vrienden zaken doet. Je maakt éérst vrienden en gaat dàn pas (zakelijk) met hen in zee. De van huis uit individualistischer Nederlander stelt regels vast om het sociale leven leefbaar te maken. Hij zal zijn beurt afwachten en netjes in de rij staan voor een loket of kassa. Hij verbaast zich over de voor hem onfatsoenlijke houding van de Indonesiër die zijn beurt niet afwacht. De Nederlander herkent de Indonesiër met zijn gewoonlijk zo beleefde houding niet terug in dergelijke publieke situaties. De Indonesiër daarentegen zal het gedrag van de Nederlander ongepast en grof vinden als die binnen zijn groep publiekelijk voor zijn eigen belangen opkomt. Onbekendheid met de achtergronden van elkaars gedrags-patronen kan leiden tot wederzijdse irritaties. Als je het zo op een rijtje zet, zie je hoe gedragingen door Nederlanders en Indonesiërs verschillend worden ervaren. Ik zei het al eerder: “word niet boos, verwonder je slechts!”

     

    Inèz, een kind uit de desa

    Wordt vervolgd.

    I

  • .                                                   3038274168?profile=original Indonesië – Kledingcodes  Deel 11 en 12

    Indonesië – Kledingcodes (3)

    Hoe preuts is naaktheid? Welnu, daar denkt de Indonesische Papoea anders over

    dan de moderne westerling.

     

    Ooit begint èrgens de preutsheid

    De doorsnee buitenlandse reiziger heeft aanvankelijk veel problemen met het bepalen van zijn eigen houding in Indonesië wanneer het gaat om de naaktheid van het eigen lichaam. Juist tijdens de avontuurlijkste reizen door bijv. Nw. Guinea, botsen elke dag weer complete werelddelen in hun preutsheid op elkaar. In schril contrast met de bijna naakte Papoea, hijst de beschroomde toerist zich ’s ochtends, in de beschutting van zijn krappe tent, al zuchtend in zijn kleren. Aan het uitpuilende tentdoek herkent een Papoea al snel om welk kledingstuk het gaat. Moediger toeristen begeven zich richting wasplaats met slechts een handdoek om de edele delen. Na de schoonmaakbeurt volgt dan de ceremonie van het aankleden in zijn meestal krappe tent die – al naar gelang de behendigheid – oogt als hoogstaande acrobatiek of lompe danspartij. Gezien vanaf de buitenkant van de steeds wisselende uitpuilingen van de tent, kan de Papoea bij de opvoering van dergelijke scènes zijn lachen niet onderdrukken.

    Wilt u weten hoe het er in Bali aan toe gaat? Lees daarover méér in de volgende editie.

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

    __________________________________

     

    Indonesië – Kledingcodes (4)

    In voorgaande edities vertelde ik al iets over de verschillen in kledingcodes tussen de Indonesiër en de westerling. De Indonesiër zèlf kent echter óók verschil in kledingcodes. Het is maar nèt op welk eiland je bent.

     

    Indonesische aapjeskijkers

    Wil je van je avonturen in de jungle tussen de bijna naakte Papoea’s bijkomen op de stranden van het toeristische en moderne Bali en gekleed in bermuda of bikini binnen de door de autoriteiten toegestane afmetingen, dan zul je niet zelden een heuse cultuurshock beleven. In plaats van eindelijk jezelf kunnen zijn, ervaar je dan aan den lijve hoe het is om door ‘aapjeskijkers’ van een vreemde cultuur te worden gadegeslagen of aangestaard. Flanerende streng islamitisch geklede toeristen uit andere delen van de Archipel richten met opgetrokken neuzen hun misprijzende blikken op de menigte ingeöliede badgasten. Een dergelijke visuele afkeuring doet je ‘extra large’ zwembroek of bikini gevoelsmatig krimpen tot een gewaagde tangaslip. De oorspronkelijk gepredicte tolerantie tegenover andere godsdiensten en culturen, is dan in de blikken van de inlandse toerist niet meer terug te vinden. Ook de eens zo wereldwijd geroemde verdraagzaamheid van het Balinese Hindoeïsme tegenover de lichamelijkheid van de mens, schijnt tot het verleden te behoren. Het aloude gebruik dat Balinese vrouwen, evenals hun mannen, met ontbloot bovenlijf rondliepen, is daamee verleden tijd geworden. Wie kijkt dan nog vreemd op wanneer je, in een keurige korte broek (mèt omslag) en een gestreken overhemd, een ‘surat jalan’ (reispas) voor Nw. Guinea gaat halen, in gebroken Nederlands van een Balinese ambtenaar te horen krijgt: “Jij eerst lange broek aan, dan terugkomen”.

    Ooit begint ergens de preutsheid.

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa

     

     

    .

     

  • .                                                   3038274168?profile=original Indonesië – Kledingcodes  Deel 9 en 10 (1)

    Maken kleren de man?

     

     

     

    “Uitkleden, de toeristen komen!” Het is gelukkig nog geen gewoonte in Nw. Guinea, waar de Papoea nog altijd slechts gehuld in een peniskoker zijn werk doet en hij de naaktheid van het lichaam een doodnormale zaak vindt. Nee, dan de westerse toerist. Acrobatische toeren uithalend in zijn krappe vakantietent kleedt hij zich ’s morgens aan. Vrijer gedrag zou van een westerling echter ook niet worden geaccepteerd.

    Een overpeinzing over kledingcodes in Indonesië.

     

    De ene mens beschouwt zijn lichaam als volmaakt en natuurlijk en toont het zonder schroom aan de buitenwereld. Een ander voelt het als een last door de schepping opgelegd en verbergt het lichaam het liefst onder een dikke laag kleren. In andere kringen krijgt het lichaam pas waarde als het gehuld is in de allernieuwste creatie van Chanel, Versace of een andere wereldberoemde kleding-ontwerper. En zo kan ik nóg een aantal voorbeelden noemen. De Indonesiër denkt hierover in het algemeen het volgende: “Gekleed gaan is modern, ontwikkeld, vooruitstrevend, godsdienstig, zuiver, onvermijdelijk en dus verplicht”. De Indonesische bevolking bestaat echter uit verschillende stammen en rassen, met ieder hun eigen cultuur en ‘adat’ en de buitenlandse reiziger komt al snel tot de ontdekking dat de Indonesiër zèlf verschil in kledingcodes kent. Daar komt nog bij dat de Indonesiër van nu vaak tegen zijn eigen grenzen aan loopt door invloeden van buitenaf en de voortschrijdende islamisering. Neem het toeristische Bali en het in ontwikkeling zijnde Nw. Guinea. Daar ga ik in de volgende editie meer over vertellen. Dus wordt vervolgd.

     

    Inèz, een kind uit de desa.

     

    _______________________

     

    Indonesië – Kledingscodes (2)

    In een vorig verhaal heb ik iets verteld over het verschil in beleving van de naaktheid van het eigen lichaam tussen o.a. de Indonesische Papoea en de moderne westerling. Hieronder méér over de kledingcodes in Indonesië.

     

    Afgedragen boetekleed

    Terwijl de – meestal slechts van een peniskoker (Koteka) voorziene Papoea – zich zelfverzekerd bezighoudt met het maken van vuur en halen van water uit een put, vertoeft de moderne badgast even zelfverzekerd halfnaakt op het strand. Tóch wordt in Indonesië juist het meest natuurlijke naakt – dat van de Papoea’s – door politiek en religie veelal beschouwd als een illegaal en afgedragen boetekleed. Hun naakte kwetsbaarheid heeft de Papoea niet kunnen behoeden voor de harde hand van de Overheid. De toeristenindustrie is echter volop bezig de standaardkledij van de natuurvolkeren óp te waarderen en te hanteren als kwaliteitskenmerk voor de èchte avontuurlijke reizen. Maar dan nóg zal de reiziger nu (mèt toestemming van de Overheid) enkele kilometers dieper de jungle in moeten trekken om nog een confectievrije zône te ontdekken. Maar de reiziger die denkt in diezelfde jungle zèlf naakt te kunnen lopen, rekent bij vele Papoea-stammen buiten de waard. Dat kleine beetje lichaam dat zij verbergen achter koteka’s, schelpen of bladeren, moet ook ècht onzichtbaar blijven. Wij moeten hun grootmoedigheid dan ook niet verwarren met vrijmoedigheid.

    Wordt vervolgd.

     

    Inèz, een kind uit de desa.

     

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

  • Indonesië – Adat (7)  (ICM 9/4-2011)

    We praten over dat mooie land bij de evenaar – de Gordel van Smaragd – en we hebben het over geloof, zeden en gewoonten: de ‘adat’. In vorige edities heb ik daar al iets over verteld. Over de wijze waarop je de mensen in Indonesië het beste kunt aanspreken; hoe een (voor ons) vriendschappelijk gebaar bij de Indonesiër helemaal verkeerd kan uitpakken en dat het rijden in een auto met chauffeur in veel gevallen een kwestie is van pure noodzaak. Deze keer ga ik het hebben over ‘zitstandjes’.

     

    Ga nooit op iemands hoofdkussen zitten!

    Stel dat je je om de een of andere reden in de slaapruimte van een Indonesiër bevindt. Ik bedoel hier niets lichtzinnigs mee. Sommige huisjes in Indonesië hebben nl. slechts één leefruimte. In diezelfde ruimte wordt dus ook geslapen. We kennen dat in Nederland overigens ook. Denk aan bijv. studentenkamers.

    Mocht de leefruimte geen andere zitgelegenheid bieden dan het bed, dan is het zéker niet de bedoeling om meteen op het bed te gaan zitten en vooral niet op het hoofdkussen. De Indonesiër ervaart het als een grove belediging als je op het bed of sterker nog op het hoofdkussen neerstrijkt, tenzij hij je daartoe zelf uitnodigt. Wanneer de Indonesiër zich echter aan de traditie wil houden, dan kan het verkeren dat je je westerse lijf in zitpositie moet ‘opvouwen’ op een kleedje op de grond. Er wordt dan een beroep gedaan op je lenigheid. Voor de mannen betekent dat: ‘benen kruiselings onder je bovenlijf’ en voor de vrouwen: ‘beide benen gebogen naast elkaar aan de zijkant van het lichaam’. Voorwaarde is dat je je ruggengraat zo recht mogelijk houdt. Het behoeft geen verdere uitleg waarom voor de vrouwen niet dezelfde zitpositie geldt als voor de mannen.

    Belangrijk is in ieder geval dat je van het hoofdkussen afblijft. Het woord ‘hoofdkussen’ zegt het eigenlijk al. Het hoofdkussen is bestemd voor het (wijze) hoofd en niet voor het minderwaardige achterwerk. De Indonesiër zelf zal zijn eigen hoofdkussen ook nooit voor het zitvlak gebruiken.

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa

    _______________________________

     

    Indonesië – Adat (8)

    We hebben het over zeden en gewoonten in Indonesië. In de vorige editie heb ik iets verteld over ‘zitstandjes’; deze keer ga ik het hebben over het blote bovenlichaam en blote benen.

     

    Verschijn nooit met ontbloot bovenlichaam aan tafel!

    Begeef je nooit in badkleding in huiselijke kring!

    Je (her)kent dat wel van de zomervakanties. Je hebt het warm, je bent plakkerig en hebt dan ’t liefst zo min mogelijk kleding aan. Mannen met ontbloot bovenlijf, vrouwen in bikini met wellicht een miniscuul bovenstukje. Zit je op het strand dan zal niemand dat je kwalijk nemen. Maar waag het niet om in Indonesië zo aan tafel te verschijnen!

    Het lichaam en kleding zijn belangrijke zaken in Indonesië. Het lichaam is rein, het heeft iets ‘eigens’, het heeft iets mystieks. Drie eigenschappen waardoor je respect moet hebben voor het lichaam. Dit begint bij respect hebben voor je eigen lichaam, zegt de Indonesiër. Je zal je lichaam dus nooit ontbloten wanneer dat niet strict nodig is. Óók als je daar zèlf geen probleem in ziet kun je je omgeving daarmee in verlegenheid brengen.

    Op een aantal eilanden worden de regels heel strict gehanteerd. Op Bali bijv. zegt het Hindoeïstische en Boeddhistische geloof dat je nooit een tempel zal betreden met zowel een (deels) ontbloot bovenlijf als met ontblote bovenbenen. Het bovenlijf zal altijd moeten zijn bedekt met hemd, blouse of T-shirt; en de toerist in korte broek (mannen èn vrouwen) zal altijd worden gevraagd een sarong (doek) om het middel te knopen die beide benen bedekt. Deze sarongs krijg je aan de ingang van de tempel en lever je weer af bij het verlaten van de tempel.

    Het verschil in de wijze waarop men zich kleedt zie je ook terug bij bijv. theater-bezoeken hier in Nederland. Heb je extra aandacht besteed aan je kleding dan ben je al snel “overdressed”, want menige theaterbezoeker zal niet de moeite hebben genomen om de dagelijkse spijkerbroek en (slobber)trui te verwisselen voor gepaste kleding voor een gezellig avondje uit. De Indonesiër daarentegen kent het verschil tussen dagelijkse kleding en uitgaanskleding wèl. Ook een doodnormaal verjaarspartijtje is in de beleving van de Indonesiër een uitje, een feestje waar iets te vieren valt en waarvoor je bent uitgenodigd en dat dien je te respecteren. Respect voor de gastheer en/of gastvrouw uit zich dan in eerste instantie in de kleding. Volgens de ‘adat’ kleedt men zich in Indonesië dus niet alleen voor zichzelf, maar óók uit respect voor de ander.

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

     

  • Indonesië – Een lief gebaar? (5)   (ICM 5/3-2011)

    Slavenarbeid?

    “Het edelste lichaamsdeel is het hart”, zegt de Indonesiër. Het hart mag je niet beschadigen. Je zult het in ere moeten houden. Ook eigenwaarde – een hart(s)zaak – dien je hoog te houden; een ander zal dat niet neerhalen.

    Hoe je de eigenwaarde van de Indonesiër pijnlijk kunt raken, doet zich bijv. voor wanneer je in huiselijke kring de ‘binnenmeid’ een handje wilt helpen. Even zelf het bed verschonen of de strijkbout hanteren; een kleine moeite, zou je zeggen. Of sterker nog de gedachte: “Aan slavernij doe ik niet mee”. Je hebt het dan volkomen mis. Hoezo slavenarbeid? We hebben het toch over betaald werk, gratis onderdak en voeding?

    Wat voor soort werk de Indonesiër ook onder handen heeft, hij is daar trots op en is daar blij mee. Het werk uit zijn handen nemen kan worden uitgelegd als een falen van zijn kant en dus ontevredenheid van jouw kant. Duidelijke ‘opdrachten’ worden méér op prijs gesteld en een compliment achteraf kan de mooiste sterren in de ogen tevoorschijn toveren.

    Aan de andere kant: zelf je eigen rotzooi opruimen wordt wèl op prijs gesteld. Er is niets zo minderwaardig dan een ander jóuw zooi te laten opruimen.

    De Indonesiër het gevoel geven dat hij met ‘minderwaardig’ werk bezig is; dát is pas èchte slavernij!

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

    _________________________________________

     

    Indonesië – Auto met chauffeur (6)  (ICM 25/3-2011)

    Van een olieland als bijv. Saudi-Arabië weten we dat de rijken in het bezit zijn van één of meerdere (dure) auto’s en één of meerdere chauffeurs in dienst heeft. Ook mensen met een zekere status, zoals regeringsleiders, genieten een dergelijke luxe. Maar status alléén is niet de enige reden; het betekent vooral dat hun banksaldo er mag zijn. Er bestaat echter óók zoiets als ‘noodzakelijke luxe’, zoals bijv. in Indonesië.

     

    Noodzakelijke luxe

    Hoewel Indonesië tot een olieproducerend land mag worden gerekend en rijk is aan andere grondstoffen, is het de status van ‘derdewereld land’ nog maar nèt voorbij. Sinds enkele jaren kan Indonesië zich een land in ontwikkeling noemen. Tóch zal het de buitenlander niet ontgaan dat een groot deel van de stedelijke bevolking in Indonesië in het bezit is van ten minste één auto met chauffeur. Hoewel men de grens van èchte armoede, zoals in veel derdewereldlanden, dan wellicht voorbij is, betekent een auto met chauffeur in Indonesië in veel gevallen echter niet altijd dat men tot de kring der rijken behoort. Integendeel. De meeste Indonesiërs die in het bezit zijn van een auto met chauffeur zullen zich krom moeten werken om zich een dergelijke luxe te kunnen permitteren. De auto met chauffeur is dan niet méér dan een middel om de dagelijkse bezigheden, maar vooral het betaalde werk dat men onder handen heeft, te kunnen doen in de hen beschikbare tijd. Dus niet zozeer een statussymbool, maar eerder een ‘noodzakelijke luxe’. Hoe dit precies in elkaar steekt vertel ik in de volgende editie. Dus wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

    Wordt vervolgd.

  • Indonesië – Aanspreken  (3) (ICM 19/2-2011)       

    Spreek niemand aan met ‘hé’!

    Onder het motto: alle beestjes hebben een naam, hieronder enkele ‘weetjes’ over hoe men in Indonesië iemand in het dagelijkse leven aanspreekt en hoe de Indonesiër het graag verwacht van de niet-Indonesiër.

    Strict formeel worden mannen en vrouwen aangesproken met: tuan (mijnheer/lees: toean), resp. nyonya (mevrouw/lees: njonja).

    In informele sfeer worden mannen of de gastheer vaak aangesproken met: Bapak (= man en betekent letterlijk: vader), en vrouwen of de gastvrouw met: Ibu (= vrouw en betekent letterlijk: moeder/lees: ieboe).

    Meestal wordt daarbij ook de naam van de aangesprokene genoemd, dus bijv.: Bapak Jansen, Ibu Smits of Bapak Ferry en Ibu Marjan.

    Ieder ander (bijv. op straat of in een winkel) spreek je aan met Pak (afkorting van Bapak) of Bu (afkorting van Ibu).

    Buiten de huiselijke kring, wordt het begrip vader en moeder in Indonesië dus ook in meer algemene zin gebruikt.

    Bij het aanspreken van kinderen waarvan je de naam niet weet, wordt er geen verschil gemaakt tussen jongens en meisjes. In zo’n geval spreek je de kinderen aan met: Dik (afkorting van Adik, betekent letterlijk broertje of zusje).

    Mannelijke toeristen worden doorgaans (meestal op straat) met “mister” aangesproken, vooral door kinderen. De benaming ‘mister’ betekent in de ogen van de kleine Indonesiër dat je ‘op niveau en belangrijk bent’.

    Buitenlandse vrouwen daarentegen worden door de Indonesiër niet snel zomaar aangesproken. Men vindt dat niet beleefd. Andersom zal het de buitenlander niet kwalijk worden genomen als die de Indonesiër wèl zomaar aanspreekt. Buitenlanders en vakantiegangers kunnen in Indonesië dus iedereen (zomaar) aanspreken, mits men de juiste benamingen en de juiste toon hanteert.

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

     

    _______________________________________

     

     

    Indonesië – Een lief gebaar (4)   (ICM 26/2-2011)

    Het ‘groot’ worden in twee verschillende culturen is als een miniwereldontdekkingsreis. Het geeft een schat aan kennis en ervaring en maakt dat je je overal snel thuis voelt en weinig problemen hebt met het meedraaien in andere leefstijlen. Uit persoonlijke ervaring kan ik dat met recht zeggen. Maar dat je je desondanks nóg kan vergissen, heb ik óók aan den lijve ondervonden. En ik bedoelde het juist zo lief! Ik waarschuw maar vast.

     

    Kom nooit aan het hoofd van een ander.

    Ook kinderen strijk je niet zomaar over het hoofd!

    Het hoofd wordt in Indonesië beschouwd als een edel lichaamsdeel. Wijsheid zit immers tussen de twee oren en wijsheid daar heb je respect voor. De Indonesiër drukt zich hierin nóg sterker uit: wijsheid verdient eerbied. Volgens de Indonesische ‘adat’ is het aanraken van iemands hoofd doorgaans niet gebruikelijk, óók niet als vriendschappelijk of lief gebaar. Zelfs in de grootste ruzie waarbij het tot een handgemeen komt, zal de Indonesiër altijd proberen het hoofd van de ander niet te raken. Maar wil men de ander tot in het diepst van zijn ziel beledigen, dan is een klap op het hoofd dus voldoende.

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

  • 3038274168?profile=originalIndonesië – Introductie (1)    (ICM 4/02-2011)

     

    Indonesië behoort reeds jaren tot één van de meest populaire vakantiebestemmingen onder de Nederlanders. Ik heb vele reizen mogen maken naar diverse landen, maar voor mij is Indonesië nog steeds het mooiste land ter wereld. Mooi van buiten en mooi van binnen. Buiten zie je de blauwe bergen, de uitgestrekte groene rijstvelden, de metershoge watervallen, de brede stranden, de bloedrode zonsondergang, de sierlijke tempels, de kleurrijke geklede inlander. Over deze inlanders, de bevolking van Indonesië, ga ik in een serie korte verhalen iets vertellen. Geen ellenlange ingewikkelde verhalen, maar handige ‘weetjes’ waarvan sommige heel belangrijk kunnen zijn voor een goed contact. Want wil je Indonesië ècht leren kennen, dan kan het helpen wanneer je ten minste iets weet over de gebruiken en het gedrag van de Indonesiër. Mijn verhalen zullen gaan over adat en gedragsregels.

     

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

     

    _______________________________________

     

    Indonesië – Introductie (2)     (ICM 11/02-2011)

    De geschiedenis heeft ervoor gezorgd dat er een band is blijven bestaan tussen Nederland en Indonesië. Een emotionele band en in een groot aantal gevallen zelfs een familieband. Ben je op Java of Bali dan blijkt dat heel sterk. Men is zeer nieuwsgierig, vraagt in alle onbevangenheid veel en wil contact met je. Where do you come from; What is your name; Do you believe in God; Are you married; Do you have children; enz.enz. Al deze vragen in genoemde volgorde van belangrijkheid. Jouw antwoord “Yes” op vooral de laatste drie vragen is in de ogen van de Indonesiër het hoogste goed. Antwoord op deze vragen nooit “nee”, want dan ontspinnen zich moeizame ‘waarom’-gesprekken. De Indonesiër zal niet begrijpen waarom je niet in God gelooft, waarom je niet getrouwd bent of waarom je geen kinderen hebt.

    In sommige delen van Indonesië is het toerisme echter nog niet tot volle bloei gekomen en daar beperkt de bevolking zich vaak tot alleen maar ‘in opperste verbazing staren’ (zó blank, zó blond en zó groot!) en een schoorvoetend dichterbij komen. Soms hoor je een onverstaanbaar woord (geluid). Maar overal waar je komt is duidelijk dat de Indonesiër de Nederlander graag mag en hem als zijn broeder beschouwt.

    Tóch is Indonesië een geheel ander land dan Nederland en het Europese westen. Niet alleen qua klimaat, natuur en taal, maar vooral in de wijze van denken en voelen. Wat de westerling doodnormaal vindt, kan in de beleving van de Indonesiër, hun gevoel en hun cultuur, als vreemd of zelfs onbehoorlijk worden ervaren. Èn andersom.

    Net als in ieder land wordt ook de Indonesische cultuur bepaald door de adat (zeden, gewoonten en geloof). De adat vloeit weer voort uit respect voor de medemens, de mens in zijn waarde laten. Dit uit zich o.m. in bepaalde gebruiken en omgangsvormen die bij de Indonesiër hoog in het vaandel staan. Op Java en Bali luistert dit heel nauw daar de bevolking iets fijngevoeliger van aard is dan bijvoorbeeld op Sulawesi (Celebes) en andere delen van de Archipel.

    Zonder betuttelend te willen zijn, wil ik degenen die zich mogelijk ooit richting Indonesië willen begeven, alvast iets meegeven over deze cultuur met daarbij het advies: “erger je niet en wordt nooit boos; je kunt je hoogstens verwonderen!”

    Wordt vervolgd.

    Inèz, een kind uit de desa.

     

     

     

Dit antwoord is verwijderd.