Bali  "Het paradijs ,,,,,,,,,,,,,,,,of?". 

 Deel 3. Vergane glorie of onze ware identiteit? Zoals ik al heb aangekondigd zal ik een paar epistels schrijven naar aanleiding van mijn verblijf op Bali.

Het eerste deel was de aankomst en wat over het eiland zelf het tweede deel over de overeenkomsten die wij hebben en daar aangekoppeld onze roots.

Nu ga ik het hebben over de muziekbeleving op dat eiland welke overeenkomt met de beleving die wij TOEN hadden. De tijd van onze grote wegbrekers voor onze identiteit die nu, na zovele jaren ineens in de belangstelling komt.

Ene van Dis is op Tv en zo zijn er diverse andere programma’s die uiteindelijk de Nederlandse bevolking, als die er nog is, gezien de enorme invasie van allerlei nationaliteiten en culturen, eindelijk eens met de feiten worden geconfronteerd.

Niet zo zeer is het aspect wat ik aanhang, de rancune en de veroordeling, maar wel het feit dat wij, Indische mensen, eindelijk eens kunnen communiceren met de Nederlanders in het algemeen.

Hoe lang hebben wij en onze ouders vooral, de mond gehouden omtrent hun afkomst en waar zij vandaan kwamen, ach, het had geen zin om uit te leggen waar je vandaan bent gekomen als men toch al klaar staat met minachtig en spot, iets wat ik niet bij de Duitsers heb meegemaakt toen ik voor het eerst in Duitsland ging werken. Daar werd respectvol gevraagd waar ik vandaan kom en men luisterde met belangstelling en stelde vragen.

Nu is Indie, wel te verstaan Nederlands –Indie volop in de belangstelling en hoe zeer is het om te weten dat mijn oudjes en deels ik zelf, nimmer konden uitdrukken waarom zij hier zijn gekomen en het belangrijkste vind ik, wat hun herinneringen zijn of waren en wat zij hebben moeten achterlaten.

Zij hebben het nooit kunnen vertellen, ook niet binnen het gezin soms, stukgeslagen door de keer op keer opnieuw te moeten beginnen. Mijn Oudjes spraken er summier over en al wat ik wist als jochie van mijn geboorteland probeerde ik uit te leggen aan mijn schoolmaatjes, ouderen zoals vaders en moeders van die kinderen, het mocht niet baten.

Of je krijgt te horen dat je een imboorling bent, nimmer brood had gegeten en ach…je kwam uit een vreselijk achtergesteld land, ja zelfs werd mij verscheidene keren gevraagd hoe het is om gekleed te lopen.

Voorbij is die tijd, de monden waren gesmoord en het leven was een en al aanpassen, aanpassen aan de hebbelijkheden en onhebbelijkheden van s’lands cultuur hier in dit koude land.

Ik heb in den beginne vaker over dit onderwerp geschreven en menigmaal werd ik door mijn eigen gemeenschapgenoten op de korrel genomen om dan te worden beschoten. Vooral als ik mij kritisch uitlaat over de saamhorigheid, die ik zo verlangde van mijn volk. Het samen voelen, ervaren, weten en de toekomst in gaan. Ons gezamenlijke verhaal vertellen. Men ziet mij als een onruststoker en ergens kan ik het ook wel begrijpen, mijn teksten zijn niet altijd erg aangenaam en soms tegen het harde aan.

Ik ben dan ook deels teleurgesteld, teleurgesteld niet alleen in mijn lotgenoten, maar veeleer in de onverschilligheid jegens hun afkomst. Begrijpen kon ik het niet en naderhand ben ik milder geworden, probeer met diegenen die ferme aanvaringen met mij hebben gehad weer op een vriendschappelijke omgang te komen.

Niet altijd aangenomen, de indo heeft lange tenen en vergevingsgezindheid is een onhebbelijkheid. Gelukkig geldt dit niet voor het overgrote deel van mijn volkje die ik zo koester.

Waarom deze vernaderde houding? Welnu, ik heb inmiddels mijn fanatisme wat laten varen omdat ik de wereld niet kan veranderen en ik er achter ben gekomen dat idealisme niet altijd wordt gedeeld en begrepen.

Nu de beleving van de muziek in Indonesië en in mijn geval doe ik een kort verslag van mijn impressies.

Natuurlijk ga je als muzikant zoeken naar collega’s en andere muziek makende mensen in ieder land waar je komt, althans dat is mijn onhebbelijkheid. De nieuwsgierigheid naar hen, waar ik van kan opsteken of waar ik over muziek kan praten, zien wat voor instrumenten er gebruikt worden etc.

Ze waren er, de muzikanten op Bali. Erg veel voor een kleine plaats moet ik zeggen, ik ben natuurlijk niet over heel het eiland gaan wezen zwerven. Je blijft altijd weer in de buurt van jouw hotel.

Ik zag er verschillende muzikanten, soms met een akoestische gitaar, soms een hele band met electrische gitaren compleet zoals wij die hier in ons circuit kennen.

Het meerendeel wat ik ben tegengekomen waren de jongens die met een simpele opzet muziek maken, zoals twee gitaren een percussie instrument. Anderen hebben een drummer bij, en als men heel luxe op pad gaat zie ik er ook een basspeler bij, akoestisch of elektrisch.

De bands die elektrisch te werk gaan spelen over heel eenvoudige apparatuur, ik zag wat versterkers waar ik bijvoorbeeld niet mee zal optreden. Verwend als ik ben met mijn mooie spullen. Natuurlijk heb ik er hard voor gewerkt, niets komt zo maar tenzij je rijk geworden of geboren bent. Ik ben dat niet en heb gelukkig hard voor mijn zaakjes moeten zwoegen.

Om muziek te maken zal men offer moeten brengen, hoe getalenteerd dan ook, je zult er tijd, geld, frustraties en vaak slaap voor moeten offeren. Je kunt ook gewoon thuis voor de lol spelen, maar daar ga ik het hier niet over hebben.

Wat mij opvalt, is dat de muzikanten die ik tegen ben gekomen stuk voor stuk, goed zijn, eerlijk uit mijn hard goed. Ik ben soms jaloers op hun muzikaliteit en ook op hun instelling die ik hier in ons land vaak mis, waar het met veel betere spullen aan toe gaat.

Van de muzikanten die ik ben tegengekomen heb ik gezien, niet alleen hun muzikaliteit maat ook hun instelling.

Zo, als ik een paar punten mag noemen, het repertoire keuze, weinig bands die het zelfde hebben, en dat in een kleine plaats.

Hun performing dus de uitvoering van hun muziek is zondermeer goed, goed uitgezocht, zeker wat betreft samen zang, de techniek op de instrumenten, gedegen uitgevoerd mooi om naar te luisteren. De inhoud van de boodschap via de muziek wordt zorgvuldig vertaald, dat wil zeggen dat men met emotie en gevoel speelt. De liederen leven, je hoort het verhaal erin, dan rustig, vervolgens heftig en spannend en ook vaak de melancholie.

En dat met slechts een beperkte hoeveelheid van gitaren, en apparatuur. Ik kwam drie jongens tegen, twee akoestisch gitaren en een conga met koebel, op het strand in Jimbaran speelt een 4 tal jongens, conga, contrabas en twee gitaren. Ik hoorde pretty woman van Orbison. Ik speel dat nummer ook, maar op de een of andere manier is hun uitvoering veeeel beter, niet alleen dan mijn uitvoering maar ook van vele van mijn collega’s. Vergeet niet, met beperkte middelen.

Hun kleding is een eenheid, zelfde overhemden, broeken en schoenen, en het drietal waar over ik het even had, iedere dag een ander outfit en ze spelen iedere avond van 18 tot 22.30 voor……8 euro in de week.

Waar zij thuis ook nog een gezin van moeten onderhouden.

Ze verdienen mij oprechte respect, en tegelijker tijd vergelijk ik het met de muzikanten hier in ons circuit. Ik herinner mij de moeilijkheden als je voor jouw groep eenduidige kledij moet aanpraten, over een simpel bedrag som van een tientje wordt moeilijk gedaan, laat staan dat men allemaal eenduidige kleding accepteert, moet je nagaan, wij met onze welvaart.

Ik herken in die muzikanten daar wat wij, als indo jongens in den beginne hadden. Niets wat te veel als het ging om, outfit, muzikaliteit en vindingrijkheid c.q. inspiratie. Onze bands zagen er imposant uit, de muziek was bij iedere band anders, de professionaliteit was er. Je werd al geïmponeerd als de jongens de bühne op kwamen.

Hoe anders is het geworden, men is vaak te gemakzuchtig om zelf een eigen gezicht te creëren, makkelijker is te copieren wat anders al doen en waar men succes mee heeft.

Als je over verschijning praat dan zie ik vaak een paar die vanachter hun luie stoel zijn geroepen om even te spelen. Natuurlijk leven wij in een moderne tijd, maar mensen is het niet zo, dat onze bands en wij nog steeds ouderwets zijn?

Mag het? Waarom ook niet, de meeste bands spelen voor ouder publiek die de roemruchtige tijd heeft meegemaakt, ja, juist de begin tijd waar wij ons moesten behelpen met ook krakkemikkige apparatuur, instrumenten e.d.

Onze bands, herhaling van wat ik vele malen heb beschreven in andere epistels, zijn saai geworden, muzikaal technisch redelijk tot goed, afhankelijk van de instelling (!!!) van de muzikanten.

Ik komregelmatig opplaatsen waar collega’s spelen, er zijn er nog die wat vertellen via hun muziek en dan bedoel ik de wijze waarop men MUZIEK maakt, niet een instrument bespeelt.

Helaas zijn er ook die het niet zo nauw nemen met het eigen geluid of het samenspel, wat betekent repeteren en je nivo verbeteren. Die begeven zich ook op de bühne en dat hoor of merk je. Die vinden wat ze kunnen goed genoeg om mee op de bühne te gaan. Geen enkele drijfveer om verder in de muziek te duiken, het bekende,,,,als maar geef geluid.

Vaak ik het technisch best goed en het nivo is er maar dan kom ik tegen, het jat en kopieer werk, de lusteloze manier van spelen. De vlakheid in de muziek, zonder gevoel, zonder nuances, een rechte lijn denderend naar het einde van de avond toe.

Wat die collega’s doen met hun beperkte middelen zie ik hier weinig tot niets van als ik moet vergelijken, de durf om anders te zijn is geheel verdwenen, de inspiratie, waarover ik al vaker heb geschreven, niet tot weinig aanwezig.

Hoe anders is het bij onze Hollandse collega’s waar vaak beter gestructureerd wordt gespeeld en wat wij hebben gehad, de eigen identiteit. De Nederlanders zijn ons ver voorbij gestreefd en dat zie niet alleen binnen de amateur muziek, maar ook professioneel.

Ik wil niet zeggen dat wij terug moeten gaan naar het begin, maar een ding mis ik, nu ik mijn arme collega’s heb gezien die voor 8, -eurotjes werken dag in dag uit, de ECHTE muzikaliteit.

Ik vergelijk het weer met onze jongens van vroeger, die muzikanten daar. Eens waren wij ook zo behept.

Eens waren wij ook bezeten van de muziekgeest, komt het door onze verwende instelling? Nu is alles makkelijker met een hoeveelheid van allerlei gemakkelijk makende apparatuur wat wij toen niet hadden?

Is daarom onze beleving van de muziek anders, hebben wij ons teveel aangepast aan wat volgens de organisatoren standaard is? Ook daar vind je de matheid terug, men durft nauwelijks iets anders te proberen omwille van het publiek, wat overigens het voor gezien houdt om alsmaar hetzelfde gepresenteerd te krijgen en waardoor de evenementen minder worden bezocht. Leegloop heet dat.

Ik kwam, ik zag en constateer de ijver en volharding van de arme Indonesische collega’s wat ik grotendeels bij ons niet meer tegenkom, verwend geworden en laks?

Of moet ik spreken van Vergane glorie of onze ware identiteit?

Albert van Prehn (ICM Moderator) 21 maart 2012.

 

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

E-mail me wanneer mensen antwoorden –

Antwoorden

  • Deel 3. Vergane glorie of onze ware identiteit? Zoals ik al heb aangekondigd zal ik een paar epistels schrijven naar aanleiding van mijn verblijf op Bali.

    Het eerste deel was de aankomst en wat over het eiland zelf het tweede deel over de overeenkomsten die wij hebben en daar aangekoppeld onze roots.

    Nu ga ik het hebben over de muziekbeleving op dat eiland welke overeenkomt met de beleving die wij TOEN hadden. De tijd van onze grote wegbrekers voor onze identiteit die nu, na zovele jaren ineens in de belangstelling komt.

    Ene van Dis is op Tv en zo zijn er diverse andere programma’s die uiteindelijk de Nederlandse bevolking, als die er nog is, gezien de enorme invasie van allerlei nationaliteiten en culturen, eindelijk eens met de feiten worden geconfronteerd.

    Niet zo zeer is het aspect wat ik aanhang, de rancune en de veroordeling, maar wel het feit dat wij, Indische mensen, eindelijk eens kunnen communiceren met de Nederlanders in het algemeen.

    Hoe lang hebben wij en onze ouders vooral, de mond gehouden omtrent hun afkomst en waar zij vandaan kwamen, ach, het had geen zin om uit te leggen waar je vandaan bent gekomen als men toch al klaar staat met minachtig en spot, iets wat ik niet bij de Duitsers heb meegemaakt toen ik voor het eerst in Duitsland ging werken. Daar werd respectvol gevraagd waar ik vandaan kom en men luisterde met belangstelling en stelde vragen.

    Nu is Indie, wel te verstaan Nederlands –Indie volop in de belangstelling en hoe zeer is het om te weten dat mijn oudjes en deels ik zelf, nimmer konden uitdrukken waarom zij hier zijn gekomen en het belangrijkste vind ik, wat hun herinneringen zijn of waren en wat zij hebben moeten achterlaten.

    Zij hebben het nooit kunnen vertellen, ook niet binnen het gezin soms, stukgeslagen door de keer op keer opnieuw te moeten beginnen. Mijn Oudjes spraken er summier over en al wat ik wist als jochie van mijn geboorteland probeerde ik uit te leggen aan mijn schoolmaatjes, ouderen zoals vaders en moeders van die kinderen, het mocht niet baten.

    Of je krijgt te horen dat je een imboorling bent, nimmer brood had gegeten en ach…je kwam uit een vreselijk achtergesteld land, ja zelfs werd mij verscheidene keren gevraagd hoe het is om gekleed te lopen.

    Voorbij is die tijd, de monden waren gesmoord en het leven was een en al aanpassen, aanpassen aan de hebbelijkheden en onhebbelijkheden van s’lands cultuur hier in dit koude land.

    Ik heb in den beginne vaker over dit onderwerp geschreven en menigmaal werd ik door mijn eigen gemeenschapgenoten op de korrel genomen om dan te worden beschoten. Vooral als ik mij kritisch uitlaat over de saamhorigheid, die ik zo verlangde van mijn volk. Het samen voelen, ervaren, weten en de toekomst in gaan. Ons gezamenlijke verhaal vertellen. Men ziet mij als een onruststoker en ergens kan ik het ook wel begrijpen, mijn teksten zijn niet altijd erg aangenaam en soms tegen het harde aan.

    Ik ben dan ook deels teleurgesteld, teleurgesteld niet alleen in mijn lotgenoten, maar veeleer in de onverschilligheid jegens hun afkomst. Begrijpen kon ik het niet en naderhand ben ik milder geworden, probeer met diegenen die ferme aanvaringen met mij hebben gehad weer op een vriendschappelijke omgang te komen.

    Niet altijd aangenomen, de indo heeft lange tenen en vergevingsgezindheid is een onhebbelijkheid. Gelukkig geldt dit niet voor het overgrote deel van mijn volkje die ik zo koester.

    Waarom deze vernaderde houding? Welnu, ik heb inmiddels mijn fanatisme wat laten varen omdat ik de wereld niet kan veranderen en ik er achter ben gekomen dat idealisme niet altijd wordt gedeeld en begrepen.

    Nu de beleving van de muziek in Indonesië en in mijn geval doe ik een kort verslag van mijn impressies.

    Natuurlijk ga je als muzikant zoeken naar collega’s en andere muziek makende mensen in ieder land waar je komt, althans dat is mijn onhebbelijkheid. De nieuwsgierigheid naar hen, waar ik van kan opsteken of waar ik over muziek kan praten, zien wat voor instrumenten er gebruikt worden etc.

    Ze waren er, de muzikanten op Bali. Erg veel voor een kleine plaats moet ik zeggen, ik ben natuurlijk niet over heel het eiland gaan wezen zwerven. Je blijft altijd weer in de buurt van jouw hotel.

    Ik zag er verschillende muzikanten, soms met een akoestische gitaar, soms een hele band met electrische gitaren compleet zoals wij die hier in ons circuit kennen.

    Het meerendeel wat ik ben tegengekomen waren de jongens die met een simpele opzet muziek maken, zoals twee gitaren een percussie instrument. Anderen hebben een drummer bij, en als men heel luxe op pad gaat zie ik er ook een basspeler bij, akoestisch of elektrisch.

    De bands die elektrisch te werk gaan spelen over heel eenvoudige apparatuur, ik zag wat versterkers waar ik bijvoorbeeld niet mee zal optreden. Verwend als ik ben met mijn mooie spullen. Natuurlijk heb ik er hard voor gewerkt, niets komt zo maar tenzij je rijk geworden of geboren bent. Ik ben dat niet en heb gelukkig hard voor mijn zaakjes moeten zwoegen.

    Om muziek te maken zal men offer moeten brengen, hoe getalenteerd dan ook, je zult er tijd, geld, frustraties en vaak slaap voor moeten offeren. Je kunt ook gewoon thuis voor de lol spelen, maar daar ga ik het hier niet over hebben.

    Wat mij opvalt, is dat de muzikanten die ik tegen ben gekomen stuk voor stuk, goed zijn, eerlijk uit mijn hard goed. Ik ben soms jaloers op hun muzikaliteit en ook op hun instelling die ik hier in ons land vaak mis, waar het met veel betere spullen aan toe gaat.

    Van de muzikanten die ik ben tegengekomen heb ik gezien, niet alleen hun muzikaliteit maat ook hun instelling.

    Zo, als ik een paar punten mag noemen, het repertoire keuze, weinig bands die het zelfde hebben, en dat in een kleine plaats.

    Hun performing dus de uitvoering van hun muziek is zondermeer goed, goed uitgezocht, zeker wat betreft samen zang, de techniek op de instrumenten, gedegen uitgevoerd mooi om naar te luisteren. De inhoud van de boodschap via de muziek wordt zorgvuldig vertaald, dat wil zeggen dat men met emotie en gevoel speelt. De liederen leven, je hoort het verhaal erin, dan rustig, vervolgens heftig en spannend en ook vaak de melancholie.

    En dat met slechts een beperkte hoeveelheid van gitaren, en apparatuur. Ik kwam drie jongens tegen, twee akoestisch gitaren en een conga met koebel, op het strand in Jimbaran speelt een 4 tal jongens, conga, contrabas en twee gitaren. Ik hoorde pretty woman van Orbison. Ik speel dat nummer ook, maar op de een of andere manier is hun uitvoering veeeel beter, niet alleen dan mijn uitvoering maar ook van vele van mijn collega’s. Vergeet niet, met beperkte middelen.

    Hun kleding is een eenheid, zelfde overhemden, broeken en schoenen, en het drietal waar over ik het even had, iedere dag een ander outfit en ze spelen iedere avond van 18 tot 22.30 voor……8 euro in de week.

    Waar zij thuis ook nog een gezin van moeten onderhouden.

    Ze verdienen mij oprechte respect, en tegelijker tijd vergelijk ik het met de muzikanten hier in ons circuit. Ik herinner mij de moeilijkheden als je voor jouw groep eenduidige kledij moet aanpraten, over een simpel bedrag som van een tientje wordt moeilijk gedaan, laat staan dat men allemaal eenduidige kleding accepteert, moet je nagaan, wij met onze welvaart.

    Ik herken in die muzikanten daar wat wij, als indo jongens in den beginne hadden. Niets wat te veel als het ging om, outfit, muzikaliteit en vindingrijkheid c.q. inspiratie. Onze bands zagen er imposant uit, de muziek was bij iedere band anders, de professionaliteit was er. Je werd al geïmponeerd als de jongens de bühne op kwamen.

    Hoe anders is het geworden, men is vaak te gemakzuchtig om zelf een eigen gezicht te creëren, makkelijker is te copieren wat anders al doen en waar men succes mee heeft.

    Als je over verschijning praat dan zie ik vaak een paar die vanachter hun luie stoel zijn geroepen om even te spelen. Natuurlijk leven wij in een moderne tijd, maar mensen is het niet zo, dat onze bands en wij nog steeds ouderwets zijn?

    Mag het? Waarom ook niet, de meeste bands spelen voor ouder publiek die de roemruchtige tijd heeft meegemaakt, ja, juist de begin tijd waar wij ons moesten behelpen met ook krakkemikkige apparatuur, instrumenten e.d.

    Onze bands, herhaling van wat ik vele malen heb beschreven in andere epistels, zijn saai geworden, muzikaal technisch redelijk tot goed, afhankelijk van de instelling (!!!) van de muzikanten.

    Ik komregelmatig opplaatsen waar collega’s spelen, er zijn er nog die wat vertellen via hun muziek en dan bedoel ik de wijze waarop men MUZIEK maakt, niet een instrument bespeelt.

    Helaas zijn er ook die het niet zo nauw nemen met het eigen geluid of het samenspel, wat betekent repeteren en je nivo verbeteren. Die begeven zich ook op de bühne en dat hoor of merk je. Die vinden wat ze kunnen goed genoeg om mee op de bühne te gaan. Geen enkele drijfveer om verder in de muziek te duiken, het bekende,,,,als maar geef geluid.

    Vaak ik het technisch best goed en het nivo is er maar dan kom ik tegen, het jat en kopieer werk, de lusteloze manier van spelen. De vlakheid in de muziek, zonder gevoel, zonder nuances, een rechte lijn denderend naar het einde van de avond toe.

    Wat die collega’s doen met hun beperkte middelen zie ik hier weinig tot niets van als ik moet vergelijken, de durf om anders te zijn is geheel verdwenen, de inspiratie, waarover ik al vaker heb geschreven, niet tot weinig aanwezig.

    Hoe anders is het bij onze Hollandse collega’s waar vaak beter gestructureerd wordt gespeeld en wat wij hebben gehad, de eigen identiteit. De Nederlanders zijn ons ver voorbij gestreefd en dat zie niet alleen binnen de amateur muziek, maar ook professioneel.

    Ik wil niet zeggen dat wij terug moeten gaan naar het begin, maar een ding mis ik, nu ik mijn arme collega’s heb gezien die voor 8, -eurotjes werken dag in dag uit, de ECHTE muzikaliteit.

    Ik vergelijk het weer met onze jongens van vroeger, die muzikanten daar. Eens waren wij ook zo behept.

    Eens waren wij ook bezeten van de muziekgeest, komt het door onze verwende instelling? Nu is alles makkelijker met een hoeveelheid van allerlei gemakkelijk makende apparatuur wat wij toen niet hadden?

    Is daarom onze beleving van de muziek anders, hebben wij ons teveel aangepast aan wat volgens de organisatoren standaard is? Ook daar vind je de matheid terug, men durft nauwelijks iets anders te proberen omwille van het publiek, wat overigens het voor gezien houdt om alsmaar hetzelfde gepresenteerd te krijgen en waardoor de evenementen minder worden bezocht. Leegloop heet dat.

    Ik kwam, ik zag en constateer de ijver en volharding van de arme Indonesische collega’s wat ik grotendeels bij ons niet meer tegenkom, verwend geworden en laks?

    Of moet ik spreken van Vergane glorie of onze ware identiteit?

    Albert van Prehn (ICM Moderator) 21 maart 2012.

     

     

    3038276660?profile=RESIZE_1024x1024

Dit antwoord is verwijderd.