Bali "Het paradijs ,,,,,,,,,,,,,,,,of?".
Deel 2.. Herkenbaarheid van onze roots.
Ik heb beloofd om in een aantal van verslagen mijn ervaringen op schrift te stellen en deze aan de lezer aan te bieden, zonder dat ik mij pretendeer een Bali kenner te zijn. Er zullen best anderen zijn die meerdere malen deze vakantie hebben meegemaakt. Echter. Ik moet er nadrukkelijk bij vermelden dat ik NIET als toerist ben gegaan.
Diegenen die mij kennen weten dat er zich een vervelende geschiedenis in mijn jeugd heeft voor gedaan, die mijn verdere leven behoorlijk heeft beïnvloed, zoals zo velen van ons die er nooit voor uit durven te komen.
Ik ben dus deels op therapeutische basis gegaan en deels om te het verleden wat rooskleuriger te doen laten zijn.
Het was ten dele gelukt, dat wil zeggen het verblijf op Bali en de omgang met de lokale bevolking, want dat was mijn doel, niet alleen aan het strand liggen en verder de tuan besar toerist uit te hangen.
Het is mij opgevallen dat er vele buitenlanders vertoeven en waar ik mee sprak. Nederlanders vooral maar ik zag en hoorde ook veel Engels, Australiërs dus, Frans, en Duits. Het merendeel waren eigenlijk de Nederlanders.
Foto Den Pasar centrum
De Indonesiër kun je niet bepalen als een volk en cultuur, dan zou je je zelf tekort doen. Een Javaan is weer anders dan een sumatraan of in ons geval een Balinees.
Vanuit mijn historie als geboren in Indonesië, herken ik nog steeds de verschillen. Daarbij moet ik zeggen dat de Balinees mij meer aanspreekt dan de Javaan. De Balinees is vredelievender, meer gericht op menselijke waarden en normen. Criminaliteit op Bali, zo wordt mij door de locals gemeld, wordt veroorzaakt door of…de buitenlanders of door Javanen in het algemeen. Natuurlijk ook vind je onder de Balinezen zelf ook criminelen, maar dat is relatief weinig, mede vanwege hun geloofsovertuiging.
Het is mij opgevallen dat ik de sporen van de Indonesiër in mij voel als ik met de locals converseer, de manier van leven, de uiterlijkheden, de innerlijke beleving van hoe en waar je staat in het leven en daardoor de bescheidenheid en fijngevoeligheid.
Wat de omgeving en natuur betreft heb ik voor de natuur een cijfer 8 en de staat van het openbare leven, dat houdt in de kwaliteit van de woningen, de straten, onderhoud van openbare objecten en ordelijkheid een 5 gegeven.
Waarom dit cijfer? Welnu, de straten vertonen grote gaten en zijn soms niet echt begaanbaar, men doet weinig aan onderhoud en de reisjes die ik maakte per busje deden mij verwonderen hoe slecht het wegen stelsel is, de chauffeur week menigmaal uit voor de grote gaten in het wegdek.
Foto Bali visrestaurant Jiimbaran
De paden en trottoirs in de plaatsen waren niet echt mensvriendelijk, je moet heel goed uitkijken waar je loopt en bij sommige plaatsen waren de stoepen, waaronder een riool was, gewoon aan het inzakken en her en der waren die gewoon geheel kapot zodat je om de stoep moest lopen om niet in een van die gaten te verdwijnen.
Egaal waren die stoepen niet, en de verlichting in de avond en nacht liet ook te wensen over.
Behalve de hotels en de grote winkelcentra, waar alles keurig is geordend en onderhouden waren de kleine tokootjes van vele winkeltjes die je tegenkomt bijna primitief van opstelling en inrichting.
De vele eettenten zagen er netjes uit maar als je iets verder kijkt dan ontdek je toch wel wat oneffenheden. Alles Basic ingericht en soms twijfel ik weleens aan de hygiëne. Gelukkig is het niet zo dat je ziek wordt van de dis, maar toch is het zo dat je in vergelijk met onze steriliteit hier in ons land een beetje voorzichtig gaat zitten en eten.
Het mooie van dit is wel dat men de hoofdzaak, de maaltijd belangrijker vind dan alle poespas eromheen. Daar komt men uiteindelijk voor en als het er niet zo luxe uitziet, niet zo geordend, ach wat doet het ertoe, eten..daar kom je voor.
Terug naar de natuur, een cijfer 8 voor buiten de plaatsjes en een 4 voor in de plaatsjes zelf. Waarom? Zal ik proberen uit te leggen.
Toen ik kind was kon je in iedere struik of boom levendig heid tegenkomen, vlinders,
rupsen, mieren, sprinkhanen, torren, bijen, vogels, hagedissen etc.
NU zie ik er niets, nada. Op een enkele vlinder, bij of vogel na is de natuur steriel te noemen. Gewoon weg, door welke oorzaak dan ook, teruggebracht tot het uiterst minimale. Navraag doet mij geïnformeerd worden dat men de zaak gewoon dood heeft gespoten, voornamelijk om ongedierte te voorkomen voor het welzijn van de toerist.
Niet dat ik een voorstander ben van ongedierte maar in een tropical environment hoort ook dat er leven moet zijn en niet alleen maar groen. Zelfs op de sawa’s is het stil, geen veelvoud van vogeltjes, en andere vliegende objecten heb ik echt kunnen waarnemen.
In mijn tijd was dat wel anders, daar vlogen allerlei objecten rond en kropen er vele creaturen rond.
In dit epistel heb ik ben ik op bepaalde dingen ingegaan, zoals de charmante wanordelijkheid en gemakzuchtige levensstijl die ik tegenkwam op Bali. Als je mensen aan het werk zie, zie je een heleboel wat niet bij het effectief werken hoort. Zoals de manier waarop men het werk uitvoert, hoe is dat ook weer? Vele handen…etc.?
Nou de vele handen die hier aanwezig zijn helpen niet echt om een klus snel te klaren, de meeste handen zijn eigenlijk niet eens nodig en doen eigenlijk van alles wat je met twee paar handen ook kunt.
Verder neemt men de tijd voor alles en haast is er niet bij. Men is zich bewust van zijn lotsbeschikking wat betreft het bestaan en echt streven naar rijkdom etc. heb ik niet kunnen waarnemen.
Waarom deze uitvoerig en op sommige momenten waarnemelijke zaken noemen die er niets toe doen?
Ik zal het u proberen te vertellen. Ik ga niet veralgemeniseren maar haal er kenmerkende zaken uit.
Bij de meeste Indische gezinnen en huishouden kom ik de bovengenoemde zaken ook tegen. Wel in het kleine maar er zijn kenmerkende overeenkomsten.
De huishoudens van de vooral oudere indo’s zijn vaak niet echt een tentoonstelling van design en passende inrichtingen. Vaak is het slordig en wanordelijk, niet echt bewust uitgezochte inrichting.
De keukens zijn niet echt bedoeld om ermee te pronken maar dienen alleen maar voor het ene nut, koken.
Onderhoud van de woning is vaak alleen wat betreft hygiëne maar decoratief stelt het niets voor.
De indo is gastvrij van aard, maar ook vaak gemakkelijk ingesteld.
Als ik deze paar opgenoemde zaken beschouw met betrekking van wat ik heb beschreven in Bali, dan herken ik mijn roots, die van mijn Indonesische voorouder.
Het leven is belangrijker dan alle andere zaken die puur nodig zijn voor het onderhoud ervan.
Men geeft minder om een prachtige design inrichting dan om gezelligheid en warmte. Het huis is ervoor om in te leven en is geen bolwerk van allerlei verworvenheden.
De keuken is er voor om te koken en of het nu een wandmakers keuken is of niet, dat is niet belangrijk.
Ach, en of er nou iets scheef staat of recht, niet zo belangrijk.
De omgang met anderen is van nature op basis van ontspanning en acceptatie en niet van afwachtnetheid en terughoudendheid.
Ons uiterlijk is bijna hetzelfde dan dat van die inlandse bevolking, als vele indo’s een Indonesische kleding aan zouden trekken en je zet ze in de kampongs dan zou ik niet eens weten of ik met een local of indo te maken heb.
Dit in ogenschouw genomen te hebben, herken ik heel veel wat in mij zit, hetgeen ik in mij heb vanwege mijn roots.
Ik ben zo, deels Europeaan en deels Aziaat. Is dat nou niet erg mooi?
Albert van Prehn (ICM moderator)12 maart 2011. (tot het volgende deel)
Antwoorden
Bali "Het paradijs ,,,,,,,,,,,,,,,,of?".
Deel 1. Algemene indrukken.
Na een afwezigheid van bijna 50jaar zet deze Indische jonge, of beter geformuleerd, wat ouder geworden jonge indo, voet op de bodem van mijn geboorte grond.
De grond waar mijn ouders en grootouders zijn geboren en de grond waar zich zoveel heeft afgespeeld.
De grond waar ik ben ontstaan uit een mengelmoes van culturen door het lot en de geschiedenis van dit mooie plekke aarde.
Ik heb er nooit echt afscheid van kunnen nemen, ook niet naarmate ik ver van hier mijn jeugd en jonge jaren heb verruild voor de volwassenheid, en waar ik thans aan het begin van mijn herfst uiteindelijk het weerzien heb.
Wat heeft mij toch al die jaren beziggehouden? In een haat liefde te leven met een verleden van dit land. Het land waar ik als kind zoveel moois maar ook verdriet en angst heb meegemaakt, en wat al die jaren hebben geleid tot een persoon die tussen twee werelden leeft, het ene in het verleden wat altijd aanwezig blijft in mijn geest, en de realiteit van het heden. Een bijna niet te volharden werkelijkheid dat de persoon in mij heeft gevormd die ik liever niet had willen zijn. Een persoon met twee zielen, een die rondwaart in de tijd van mijn jeugd en een die zich moet aanpassen aan het heden, het opgroeien en volwassen worden in Nederland.
Het heet dan dat je aan een syndroom lijdt met een door wetenschappers uitgevonden benaming.
Ik heb nimmer terug willen gaan. Teruggaan betekent de harde confrontatie met jezelf en wat rest uit het verleden.
Ik ga niet alleen positief of negatief oordelen over mijn belevenis tijdens mijn aanwezigheid hier op dit paradijselijke eiland. Ik heb mij voorgenomen om mij nuchter en zakelijk op te stellen in dit verslag, misschien met hier en daar toch nog wat sentimentele elementen.
De lezer dezes zal het mij moeten vergeven, ik ben nu eenmaal een jongen uit de gordel van smaragd. Het voor diegenen die daar ook zijn geboren, zeker herkenbaar.
Sentimental me, zo wat?
Mijn back to the native begon op 20 februari, een reis van 16 dagen naar Bali. Allereerst met de bedoeling om te zien of de verwerking van het roerige verleden makkelijker zou gaan voor de toekomst.
Na een lange reis kom ik dan in mijn geboorteland aan, de hoofdstad maakte in mij krachten los die ik bijna niet kon beheersen. Vele akelige momenten kwamen weer tevoorschijn als of het terug in de tijd was. De nare herinneringen werden gekoppeld aan de mooie herinneringen en belevenissen.
Hoe onlosmakelijk zijn die twee factoren met elkaar verbonden, de mooie herinneringen roepen direct ook de vervelende op en op zo’n moment gaat jouw geest op een minder prettige manier met jouw lichaam om, je verliest de controle. Ik hoef geen uitleg te geven voor details, ik denk dat diegenen die hetzelfde voelen weten hoe je je voelt in deze situatie.
De kennismaking met de luchthaven in Jakarta was niet een, waar ik juichend over ben, natuurlijk weer met de last van het verleden kom ik al bevooroordeeld binnen. Het doet je voelen alsof je thuis komt en dat thuis zijn heeft weer relaties met het leven wat ik daar 50 jaar geleden heb gehad. Een, de herkenning en een, de flashbacks.
Ik voel mij daar niet prettig bij, iets waar je als kind als zeer negatief heb ervaren krijgt ineens een heftige innerlijke emotionele herbeleving en het is maar gelukkig zo dat je weet dat je er binnen een uur of anderhalf er weer vandaan bent.
Het eiland Bali op zich doet mij in den beginne wat chaotisch overkomen, voornamelijk de verkeerssituatie waar men kris kras zonder al te veel verkeersregels door elkaar sjeest, met name de honderd duizenden scootertjes. Ik zat vooraan de pendelbus en kreeg al heel gauw last van opgetrokken knieën iedere keer als er links, recht, voor, objecten voorbij scheuren, die nog net geen botsing veroorzaken, alles met het geduld en respect voor een ander. Ik denk dat als je hier in dit land je bij het minste geringste niet aan de regels houdt, je wordt overladen met getoeter, asociaal gedrag en opgestoken middelvingers.
Als je terug bekt heb je kans om in een ziekenhuis te belanden, niet door een ongeval, maar door de confrontatie met een vredige huisvader die thuis keurig zijn bordje leegeet maar die op de weg ineens in een psychopaat is veranderd. Soms denk ik weleens dat de mensen die thuis en elders problemen hebben, zich ineens een superman voelen in een auto en vooral zich weten te transformeren tot ware agressievelingen met moordneigingen. The Transformers, hoe gek is dat wanneer je kleine jochies ziet spelen met autootjes die zich to vechtmachines kunnen ombouwen. Ik heb menige keer op de weg wel eens transformers meegemaakt die om het minste geringste zich van brave nerd tot Hulk weten om te vormen en ook heb ik wel eens meegemaakt dat men je zonder pardon bijna naar Petrus zendt als je een gewone niets betekenende vergissing maakt op de weg.
Hoe anders gaat het daar op Bali aan toe, iedereen kan zonder probleem doen op de weg wat hem uitkomt en men houdt rekening met elkaar, zo zou je bijvoorbeeld op een drukke weg jouw auto even moeten keren, dat kan gewoon tot mijn verbazing. De persoon die geeft aan dat hij wil keren en de hele meute achterhem aan geeft hem gewoon de kans, heel geduldig wachtend en zonder een onvertogen woord.
Wat de bevolking betreft, een uiterst vredelievend volk. De Balinees is hindu in beleving en 80 % leeft ernaar. Ik heb gemerkt hoe geduldig, vriendelijk en menselijk de Balinees kan zijn, zeer innemend, vooral als je de Maleisië taal beheerst.
Wat religie betreft heb ik meer respect voor het hindu en boedisctische gebeuren dan welk andere religie op deze planeet dan ook. Daar waar ik andere religiën agressief vind in hun beleving, ook met uiterlijke kenmerken als of het om een of andere sportvereniging gaat, de eigen overtuiging zo nodig wil afdwingen met allerlei vage beloften en hel en verdoemenis, zo gelaten en vredig dragen deze mensen het uit.
Zo’n innerlijk beleden overtuiging die mij het meeste aanspreekt, al is het omdat de ons bekende (overtuigingen) in religiën, in mijn ogen teveel de wil van de mens bezielt dan dat het met spiritualiteit heeft te maken. Alleen al het respectvolle voor de natuur en medemens die het budisme en hindoeïsme uitdraagt, iets wat eens een man 2012 jaar ook heeft geprobeerd maar verkeerd werd begrepen en waar eigen menselijke hebbelijk en onhebbelijkheden als heilig in een of ander geschrift werden neergezet en vervolgens als heilig worden gepresenteerd. Ik kom het weer tegen en kan het niet nalaten om er mijn bedenkingen over uit te spreken. Echter zalig zijn zij die overtuigd zijn en die het ook willen beleven. Zolang de innerlijke uitdraging wordt beleden is het goed. Anders is het als men ermee te koop loopt en anderen probeert om te turnen alsof het een reclame boodschap is, ja vooral dwingt om zicht te onderwerpen aan iets wat menselijker is dan je voor mogelijk houdt.
De Balinees die arm is, is ook echt arm. De aard van de Balinees is niet zoals de Javanen die eigenlijk de politieke macht over alle eilanden hebben en die ook uitbuiten. De Javaan is over het algemeen in mijn ogen de kolonisator van de eilanden die het Indonesische eilanden rijk vormt. Aan elkaar geplakt is dat land groter dan Europa. Ieder eiland heeft een andere cultuur.
Ik heb te doen met die mensen die voor hun dagelijkse levensbehoeften afhankelijk zijn van de toeristen. Ik heb menig gesprek gehad met de inwoners die ik tegen kwam, zoals enkele bedienden, hotel medewerkers/sters, muzikanten en chauffeurs. Merendeels omdat je als toerist direct met deze categorie van de bevolking te maken krijgt.
Vele gesprekken hebben mij doen weten dat men voor een hongerloontje werkt, zich de aller noodzakelijkste levensbehoeften amper kan permitteren en men moet vechten voor het bestaan. Vaak vele uren werken voor een honger loon die een gezin met twee kinderen niet kan onderhouden. Verder studeren of gewoon naar school gaan als kind van een arme vader of moeder is bijna een onmogelijkheid. Wat anders is dat dan als ik mijn positie vergelijk met een van hun, en dan voel ik mij schuldig dat ik zoveel meer kan dan zij. Ik kan geld uitgeven waar zij misschien wel 10 jaar voor moeten zwoegen, zo maar omdat ik even een vakantie wil hebben op Bali. In een gemiddeld eet restaurantje sta ik te juichen dat alles zo goedkoop is terwijl het bedienend personeel niet eens het zelfde kan besteden voor hun gezin.
In winkels of op andere gebieden van geldverkeer maak ik van hun afhankelijkheid slim gebruik door af te dingen op de waren die ik zo nodig moet hebben en wil hebben.
Wat voor mij slecht een paar euro minder betaling inhoudt is voor de ander een fikse aderlating. Prijshandhaving is bijna niet mogelijk en in principe kan ik heel ver gaan met bieden, zeker in het stille seizoen waar men inkomen moet hebben al is het nog zo minimaal om te kunnen eten.
Je speelt het spel mee net als iedereen die hier als toerist hier zijn vakantie houdt. Het spel van bieden en profiteren van de ander zijn strijd om zijn onzekere bestaan. Vandaag verdiend is eten, wat morgen misschien niet kan, want er zijn vele die in hetzelfde schuitje zitten. En acht wat is het toch goedkoop, en als het kan wil je nog goedkoper bijna voor niets als je het handig aanpakt.
Het is oneerlijk, als toerist met de mogelijkheden om ver van huis jouw vakantie te houden tegenover anderen die het leven met grote onzekerheid voor de dag van morgen moeten leven.
IK heb beloofd in het begin van dit epistel dat ik nuchter zou blijven, maar het is wel moeilijk.
Mijn positieve ervaringen van dit eiland waar ik mij NIET als toerist wil over uitlaten zijn legio.
De bevolking, goudeerlijk, en vooral menselijk, een geduld van hier tot Tokio en misschien tien keer heen en weer terug. Een eigenschap die ik met mijn westerse opvoeding nimmer zal kunnen begrijpen, misschien wil ik het ook niet eens. Uit egoïsme misschien? Kan zijn, immers ook ik denk alleen maar net zoals zovelen aan het eigenbelang, hoewel ik mij heb voorgenomen om vooral bezig te blijven met het zoeken naar ondersteuningsmogelijkheden van uit hier, ons land.
Het landschap, waar ik de reis eigenlijk voor heb geboekt, voldeed geheel aan mijn verwachtingen en ik moet eerlijk zijn dat ik het wel eens heel moeilijk heb gehad, omdat het de confrontatie was met mijn verleden. Alweer het verleden dat ik, toen, niet had kunnen afsluiten als het om afscheid nemen gaat.
Het ging mijn mede baliegenoten niets aan dus ik verborg het met waarde, al had ik zoveel nog willen herontdekken en wat had ik de emotie, zoals je een lang verloren vriend of familielid weer tegenkom die je als verloren heb beschouwd.
De natuur, de groene aanwezigheid, de vele bomen, struiken, planten en dieren, ze waren er niet allemaal meer. Veel van wat er was, is er niet meer, of wel aanwezig maar heel zelden.
Mijn eerste herkenning waren de vele wevervogels, en de kleine rijstepikkertjes, zoals de reisvogeltjes met het zwarte kopje. De vruchtbomen waren er best veel, maar helaas niet in bloei, dus was het na zoveel jaren niet meer herkenbaar, behalve dan in grote lijnen.
Dit in grote lijnen mijn positieve kant, waarvan later meer.
Negatief was, de al reeds gemelde armoede, de harde strijd om het dagelijkse kostje brood, of nasi.
Ik kan na 50 jaren afwezigheid weer voor 99 % met de bevolking converseren wat mij de mogelijkheid gaf om dieper dan de gemiddelde toerist in het dagelijkse leven te duiken van de Balinees. De taxidrivers, de bedienden in het hotel, de privéchauffeurs en eigenlijk Jan en alleman die je tegenkwam ook, de vele collega-muzikanten waarover strak meer.
Negatief was ook de ervaring van de zaken zoals de politieke situatie waarover de meeste Balinezen het er met mij over hebben gehad, het feit dat Jakarta het land in feite benut om inkomsten te verwerven, vele rijke Javanen die er hun stulpje hebben en de corruptie die er in Jakarta voor zorgt dat de begunstigen voor posities op dit eilandje eigen familieleden, smeergeld betalenden, en vriendjes zijn. Verder komen ook armen uit de andere eilanden hier om werk te zoeken en dat gaat dan tegen een nog lagere beloning dan de Balinezen, gewoon om werk te krijgen.
De rijken die mij werden getoond tijdens de vele ritten in de kleine bus van de ingehuurde chauffeurs bezitten ook heel erg grote huizen, maar dat is in elk land zo, wie het breed heeft, laat het breed uitzetten en uitmeten als is het voor de status.
Nog is het helaas zo dat ook in deze regio van onze planeet er nog grote kloven bestaan tussen rijk en arm.
Er is nog een voorbeeld dat men mij mede deelde tussen de bedrijven door. Het is zo dat op Bali de Balinees geen grond heeft, al woont men generaties lang op een stukje moeder aarde, zo gauw er toevallig door een rijke uit binnen en vooral buitenland wordt gekozen voor dat stukje grond om er winstgevende projecten neer te zetten, worden enkele families, of bewoners gewoon weggejaagd, zonder enig recht. Dus als ik toevallig zin heb als (rijke westerling) om een mooistukje grond uit te zoeken om mijn huisje er neer te zetten, dan krijg ik het voor elkaar, al zou omaatje met haar kinderen en kleinkinderen er toevallig hun leven lang hebben geleefd. Zomaar, vort met de geit, pleite, wegwezen, en vooral kassa voor diegene die mij het aanbiedt.
Als er werk uit voortkomt voor de bevolking kan ik er nog mee leven, hoewel ik het netter had gevonden als men de rechten van de oorspronkelijke ( ) bezitters had gerespecteerd en er ten minste onderhandelingen mogelijk geweest zouden zijn.
Het nadeel van een paradijs zoals Bali is, dat het geld opbrengt en geld doet alles verdwijnen of ontstaan, geld is de eerste macht op aarde en dan komen de politici aan de beurt en ergens onderaan de rij wacht de Almachtige die moet toekijken hoe zijn schepping wordt benut voor dat enige waardevolle in de mens zijn leven, GELD.
Geld is een kanker gezwel dat alles en iedereen opvreet. Als er geen geld was uitgevonden was er vast iets anders voor in de plaats gekomen wat net zo machtig is, gewoon omdat de mens bezitgeil is. Daarbij blind is voor het feit dat ECHT leven door geldzucht wordt vernietigd. Mijn advies is dan ook aan iedereen, laat geld niet het ALLERBELANGRIJKSTE element zijn in jouw leven. Het is kort en als je de zegening hebt om het te mogen bezitten doe er iets zinnigs mee, leef en laat leven. Hoe vaak kom ik mensen tegen die succesvol zijn maar in feite reeds gestorven zijn en als zombies door hun leven gaan zonder het zelf te beseffen. Geluk zit in het simpele, als je dat weet te ontdekken ben je rijker dan de rijkste triljonair.
Ik heb in het kort een persoonlijke impressie gegeven van mij reis, mijn eigen reis, niet om de toerist uit te hangen, maar meer om te zien met ogen die ik heb gekregen om te zien. Natuurlijk zal ik best ook blind zijn, kan niet anders want ook ik ontkom niet aan het aards kortzichtige deel van jezelf.
Een paar dingen nog tot slot. Ik heb vele collega muzikanten aan het werk gezien. Heel vaak zijn het muzikanten met beperkte middelen, zoals instrumenten waar ik mijn neus voor zou optrekken, muzikanten met vaak de basis mogelijkheden en niet de geweldige installaties die ik en andere collega’s hier in ons land over beschikken om ( ) muziek te maken.
Zo moet ik tot mijn eigen schaamte ervaren dat die arme muzikanten die voor 8 euro avond in de week met een of meer collega’s spelen in restaurants of elders, vaak betere muzikanten zijn, ja ECHTE muzikanten.
Als je bij ons een behoorlijke gage ontvangt wordt het als normaal beschouwd als je al emotieloos staat te spelen.
Ik heb van ze genoten en zal niet nalaten om diepe bewondering voor uit te spreken.
Zo heb ik gemerkt dat hun muzikale kwaliteiten hoger zijn dan de gemiddelde muzikant en bands in ons land.
Om een paar feiten te noemen, het repertoire keuze, eigen uitzoekwerk, geen kopieer toestanden en jatten van andere collega’s.
Men speelt nummers die vaak voor onze eigen bands met hun assortiment aan effecten niet eens haalbaar zijn, laat staan dat men het met gevoel en intentietijd brengt die er eigenlijk zou MOETEN zijn bij iedere muzikant.
Men speelt daar met passie, gevoel, nuances die ik zoveel mis hier in ons land waar men op de bühne staat om een repertoire af te draaien en vervolgens weer huis waards keert met het honderdvoudige aan gage.
Qua professionaliteit zijn de meest primitieve muzikanten collega/groepjes verder. Kleding is goed verzorgd, ondanks de armoede, er wordt niet gekeken naar een te duur overhemdje of een investering aan kledij, (waar ik bij vele van onze bandcollega’s vaak discussie punten krijg al gaat het om een overhemdje of broek of wat dan ook van slecht een paar tientjes, soms om amper 10 euro per persoon) Ander punt van opmerking, men leert nummer uit het hoofd in plaats van een blok met zangboeken voor de neus te spelen. (men speelt vrijwel ALLES wat je hun vraagt te spelen)
Ze spelen goed professioneel, alles is goed voorbereid, zoals koorwerk, verdeling van taken binnen de groep, iets wat, ja sorry maar de hand in eigen boezem steken is heel nuttig, eigenlijk veel wordt verwaarloosd hier. Gewoon uit gemakzucht of desinteresse.
Natuurlijk zijn er gradaties in te vinden, maar dat vind men hier in onze gemeenschap ook, maar dan wel met zoveel meer mogelijkheden aan technisch materiaal. Kortom, menige band en muzikant binnen onze gemeenschap zou eens mee moeten doen met hen die daar voor hun kost staan te spelen, met de zelfde middelen. Ik wed dat men er van een koude kermis van thuiskomt.
Nog een ander punt waar ik aandacht voor wil vragen is,
Ga je naar bali op eigen gelegenheid en je wilt persoonlijk vervoer hebben die je van het vliegveld naar het hotel brengt of je overal naar toe brengt waar ook de dure excursies heen gaan, onthoudt een ding> Het is goedkoop en je kunt zelf bepalen waar je heen wilt, wanneer je ergens heen wilt of wat dan ook.
Ik heb beloofd dat ik zou helpen daar als contactpersoon hier in ons land te fungeren voor persoonlijk vervoer.
Je bent veel minder kwijt dan de gemiddelde taxie die op meterstanden rijdt of je een bedrag noemt om jouw ritje te doen.
Voor een hele dag, vanaf 10 uur in de morgen tot een uur of 10 half elf in de avond, ongeacht waar en wat je wilt zien of heen wil gaan, waren wij met 5 personen kwijt slechts 45 eurotjes.
Transfer van het vliegveld naar het hotel of andersom kost slechts een schijntje, gewoon niet te geloven, en dan sjouwt men ook nog jouw bagage.
Men is afhankelijk van het inkomen om een gezin te onderhouden, dus steun deze privé chauffeurs die Engels spreken, alle toeristische plekjes weten op dit eiland die tourorganisatoren ook aanbieden, maar tegen giga prijzen in vergelijk, en bel of mail mij als je van plan bent om naar Bali te gaan voor een zaken reis of vakantie.
Voor hen die er frequenter zijn geweest geldt dit aanbod ook, al weet ik dat men vaak zelf de weg weet.
Je helpt er iemand mee. Ik geef je het tel nummer of mailadres van de betrokken chauffeur zodat je VOORaf zelf kunt bepalen. Hij staat klaar voor je, al is het midden in de nacht.
Een kleine persoonlijke impressie van:
Woody en al de anderen die mij veel plezier hebben gewenst voordat ik vertrok, wetende dat het voor mij de eerste keer is, hartelijk dank mensen.
Iedereen beleeft het op zijn eigen(wijze) manier, dit is de mijne.
Ik zal er op een andere keer meer van mijn ervaringen vertellen, over de mooie plekken, de mooie hotels, eettenten, eten, drinks,de ontmoetingen met vrienden uit ons land daar, kortom alles wat je er is om van te genieten. (wel weer met een kritische noot)
Albert van Prehn (ICM Moderator) 8 maart 2012.