Albert van Prehn - Als de padi halmen zingen.

Als de padi halmen zingen.

Het is in het jaar 1957 dat i in de tuin van ons, (gabah) ongepelde rijst korreltjes strooide. Het was een plekje in onze grote tuin dicht bij de goedangs (schuren) die zich achter ons woonhuis bevinden en waar de baboes (dienstmeiden) het eten bereiden en de was deden. Voor een van die schuren was een kleine poel die door mij was aangelegd voor mijn eendjes. Het water komt tot aan jouw enkels als je ER in stond, de poel zelf had een diameter van ca. 3 bij 3 meter.

I kon dat zonder problemen aan leggen, niet alleen omdat de tuin vrijgroot was en de afmeting van deze poel in het niets wegzonk ten opzichte van de totale oppervlakte van ons huis en tuin, maar i had ER het voordeel bij dat ER water uit de grond gepompt kon worden omdat ER, voordat wij ER kwamen wonen al een waterpomp was geplaatst. Waarom weet i tot nu toe niet, wij hadden gewoon leidingwater.

Rond die poel op ca 5 meter afstand stonden kleine acacia bomen met Hun sliertige bladerentros en Dan de Lange peulvruchten. Die kon je namelijk eten, want de juiste benaming van die bomen was, Tamarindeboom. Maar net zoals alles, waar je zo makkelijk aan kon komen, laat je het gewoon liggen. Het was wel makkelijk voor de kokkin, die hoefde geen tamarinde op de markt te kopen. Nu kijk i in iedere Indische toko of zij asem (tamarinde ) hebben en koop die Dan waar i later lekker van kan genieten.

Onder de bomen, op de grond vond je na een bloeiperiode en later vrucht periode, vele Lange peulvruchten liggen. Deze peulvruchten lijken op de peulen van de bonen die wij hier kennen maar Dan 5 maal de grootte.

Door de grote hoeveelheid pitten  (zaden) die vrijkwamen begonnen vaak jonge plantjes te groeien die de jongos (tuinman) iedere keer weer verwijderde.

Zo rond de tijd van 8 uur in de morgen tot ca 6 uur in de avond, liepen onze kippen en eendjes rondom de poel om te drinken en de eendjes vooral om ER in te zwemmen.

Het was dus een leuke bedrijvigheid en i keek ER met veel genoegen naar als i van school thuis was.

In de poel die vrijwel altijd helder was omdat je dagelijks bij moest vullen vanwege de verdamping door de zon in het tropen land, had i visjes gedeponeerd, de gupjes die je in elke beek, poel of rivier tegen komt, zwemmend in grote groepen tegen de stoom in, altijd aan de oppervlakte.

Deze guppies, hier in ons land als aquarium siervisje bekend, zijn geduchte muggenlarven eters en zo wordt voorkomen dat je een muggenplaag kreeg.

De poel werd ook bezocht door kikkers en padden, en op een goede dag had i ER twee kleine meervallen in gezet, wat i niet had moeten doen. Ten eerste maakten die de poel troebel vanwege Hun gewroet in de zandbodem maar ook omdat het rovers zijn en zich graag te goed deden aan de guppies, die i Dan in de rivier achter ons huis moest vangen.

Het was het jaar dat i vrij veel buiten de stad met mijn ouder mee ging op bezoek bij een kennis van mijn vader die afgelegen woonde nabij het bos en de sawa’s.(rijstvelden)

I kon uren op de sawa doorbrengen liggend onder een klapperboom op een heuveltje, starend naar de verten waar i de bosrand zag en ook de eindeloze wuivende padie halmen. Verder zag je allerlei bomen zoals de bananen bomen, de papaja, en natuurlijk de kokospalmen oftewel de klapperboom.

Daarbij zie je op de rijst halmen vele mooie vogeltjes Hun maaltijd zoeken zoals de glatic, en de nonnetjes. Beide hier in ons land als siervogeltje gekweekt. De glatic was grijs met een wit befje, rode pootjes en snavel en witte bakkebaardjes.

De nonnetjes waren geheel lichtbruin met een wit kopje, vandaar de benaming.

Je ziet hoe witte en grijze reigers zoeken naar een prooi die roerloos op de dijkjes lagen te wachten op prooidieren. Ook kleine python slangen zag je zo nu en Dan over de dijkjes van het ene padie veld naar het andere schuifelen.

Rijst groeit in water en de rijstvelden waren door dijkjes afgebakende stukje grond gescheiden van elkaar. Tussen de dijkjes die ca een halve meter hoog waren had men kleine inkepingen gemaakt, zodat het water dat veelal vanuit een nabij gelegen rivier of berg bron komt, in het rechthoekige stukje afgebakende terrein kon stromen.

Heel vaak zat i op zo’n dijkje gehurkt, naar de visjes te gluren die tussen de rijstplanten door zwommen. Ook heel vaak ging i ze vangen.

Op een dag had i besloten om deze padie halmen ook thuis te laten groeien en wat was ER beter voor geschikt Dan de poel. Dus i strooide wat van de ongepelde rijstkorreltjes in de poel en een weekje later zag i ze uitkomen, de kiemen.

Toen gebeurde het, i kreeg de geelzucht, dus een vrij ernstige ziekte in die tijd.

Om het genezingsproces te doen slagen moest i binnen blijven en in bed. Je kreeg vetarm voedsel, dat is samen gesteld door de kundige arts. Het was niet echt lekker eten en de ziekte had ook heel vervelende fysieke gevolgen, o.a. Dat je heel moe was en het lijkt alsof jouw leven aan het uitdoven was.

Mijn ouders waren dan ook erg bezorgd en ikzelf miste natuurlijk ook alle leuke dingen zoals de uitjes etc., je lag er maar in dat bed. In die periode verlangde ik hoe langer hoe meer naar het geruis van de padie halmen en de uitgestrekte sawa’s.

Als ik daar vertoef, kreeg ik een enorm rust en vredig gevoel over mij heen, alsof ik een deel ben van alles wat er op die sawa gebeurde, ja het leek alsof ik spiritueel veel verder kon zien dan het moment van mijn leven. Alles wat mijn leventje zo belastte op dat moment was ver van mij verwijderd alsof ik in een andere wereld vertoefde, je kunt zelf stellen als of je op die momenten in het paradijs zelf was.

Het duurde een maand, een maand in bed blijven terwijl het leven buiten in volle gang voorschrijdt, ik hoorde de vogels fluiten, ik hoorde de bedrijvigheid in en rondom het huis waar de bedienden zich hun loon aan het verdienen waren, mijn ouders, mijn broertje en zusters, kortom, er gebeurde alles behalve in mijn kamer.

Naarmate de maand duurde hoorde ik ook het geruis van de wind die je ook hoorde als je op de sawa was toenemen, waar de wind door de padie halmen joeg en het geheel doet zingen zo leek het wel. Een gezang wat je vrede gaf, rust en dat heerlijke een zijn met de omgeving, je voelde je als herboren.

Dat zelfde gevoel kreeg ik ook, naarmate de tijd vorderde en mijn genezingproces de goede kant opging.

En dan komt de dag waarop je voor het eerst het bed uit mocht, wankel en een beetje duizelig sta je na een poosje te popelen om weer de frisse lucht in te ademen. Wat blijkt? Het gezang van de padiehalmen die mij naarmate mijn genezing vorderde, werd in de afgelopen weken alsmaar luider en luider en ook hoorde ik meer bezoekertjes die wij de rijste pikkertjes noemden en die ook op de sawa aanwezig waren.

Ik ging voor het eerst naar de poel om te kijken hoe het was met de visjes en het leven in en rondom de poel, maar kon het niet meer terugvinden. Wat er wel was waren de padie halmen van ca anderhalve meter hoog die heen en weer bewogen door de wind. Van de guppies was niets meer over, de poel was een modderpoel geworden waaruit een muur van padiehalmen zijn gegroeid en het mooiste welkomst geschenk waren de volle aren, de rijst aren rijkelijk voor zien van hun inhoud en ook het bezoek van de vele vogeltjes die kenmerkend zijn bij een sawa.

Ik kon er mijn ogen er niet vanaf houden en het was alsof ik zo uit het ziekte bed, terug was op mijn lievelings omgeving, de uitgestrekte rijstvelden, de sawa. De Indonesiërs zeggen,dat als de padie halmen zingen, er een nieuwe periode voor jou zal komen. Daar hebben zij gelijk in gehad, want kort nadat ik beter was vertrokken wij naar Nederland alles achterlatend was mij zo lief en dierbaar was, ik voelde mij verschrikkelijk eenzaam op het moment dat ik het land van de sawa’s verliet.

 

Albert van Prehn (ICM Moderator) 23 januari 2012.

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

E-mail me wanneer mensen antwoorden –

Antwoorden

  • Mooi een "echt" verhaal uit je gedachten van toen in je geboorteland. Ons innerlijke velangt er nog steeds naar daarom zijn indo's zoals ze zijn. Ieder heeft een herinnering dat hun spirit verlangt terug te zien. We zijn Nederlanders bij geboorte, en we zijn Nederlanders tot den dood. Maar toch een wortel is afgekapt, en dat maakt het niet compleet, we leven gewoon door. Indischen houden van gezelligheid, en koempoelans en dat zal altijd in Nederland door gaan gezamelijk met het lekkere indische eten.Vooral vele Nederlanders kennen er niet meer zonder het indisch eten.

    Vaak denk ik ook terug over Indie(Indonesia), mijn opa had een vijver gemaakt in de voortuin in Malang, grote vissen werden erin gedaan, 1 weet ik nog (ik 1 1/2 jaar oud 1941) opa noemde het lingling met lange net als een kat snorharen aan die vis. Aan de zij kant van het huis in Malang, waren grote djoewit bomen, djamboe, kersen boom. Alle neefjes en nichtjes, speelden met elkaar, soms hadden we een klosje garen en we knoopte het draadje aan een grote  tjapong, en kijken hoe ver die ging.(wel gemeen eigenlijk) Grote atlas vlinders hingen aan de dennebomen langs het huis......En toen het kamp in......

Dit antwoord is verwijderd.