Alle berichten (30)

Sorteer op

10897383492?profile=originalAOR - vervolg, rechter beslist toekenning aan vrouw woonachtig in Indonesië, zie vonnis.

Bij het inkaderen m.b.t. de toepassing van AOR voor de vergeten Indische oudjes (Omroep Max), zijn er nog een aantal vragen ter beantwoording

 

Om te beginnen heeft Nederland onder Drees afstand genomen van het Nederlands - Indische regering als je de ontwikkelingen rond het traktaat volgt.

Het vonnis heeft wel de vrouw wonend in Indonesie in het gelijke gesteld, dat is. De vergeten Indische oudjes hebben allen die oorlog meegemaakt, alleen zij kunnen niet aantonen de Nederlandse nationaliteit omdat zij hun documenten zijn kwijt geraakt. Wel stelt de AOR dat op het moment dat je het aanvraagt wel over de Nederlandse nationaliteit dient te hebben, en woonachtig in Nederland.

 

Het woonachtig zijn in Nederland heeft de rechter van tafel geveegd, dus nu gewoon van Indonesie! Zie het vonnis.

 

Probleemstelling voor de meesten is dat ze niet kunnen aantonen via documenten dat ze "Nederlandse Nationaliteit" hebben, wellicht is hier een soort generaal pardon toe te passen voor de resterende groep. Met het vonnis is van tafel dat bij de aanvraag dat ze dus gewoon van Indonesie kunnen doen. Gezien zij geen AOW etc. ontvangen worden geen kortingen toegepast op de AOR.  Volgend probleem is om de groep te bereiken. Dus zal eerst die personen onder Teman Teman, HAlin en Max maakt mogelijk moeten contacten om hun aanvragen in te dienen via Peggy Lesquillier bijvoorbeeld, voorts in de uitvoering van de AOR zal VWS toch over de brug moeten komen voor de uitvoeringswerkzaamheden bij de aanvraag en later bij het beheer hiervan conform PGB model.

 

CONCLUSIE:

alle aanvragen die voor 1-1-2019 worden ingediend BIJ DE SVB  en worden toegekend,  worden betaald met terugwerkende kracht tot 1-10-2017.

DUS: VRAAG (OPNIEUW) DE AOR AAN.
EN GEEF DEZE INFO DOOR AAN JE INDO FAMILIE !

Aldus,
Peggy Lesquillier, 
advokaat
tel. 00-31-(0) 30 2896009.

 

AOR home

De Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) biedt financiële ondersteuning aan Nederlandse burgers en dienstplichtigen die in de Tweede Wereldoorlog in Azië oorlogsletsel hebben opgelopen in de periode tussen december 1941 en februari 1954. Weduwen en weduwnaars van burger-oorlogsslachtoffers die door oorlogsletsel zijn overleden, kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden voor financiële ondersteuning in aanmerking komen.

 

_______________________________________________________________________________________________

ECLI:NL:CRVB:2017:2681

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
03-08-2017
Datum publicatie
04-08-2017
Zaaknummer
15-1677 AOR
Rechtsgebieden
Socialezekerheidsrecht
Bijzondere kenmerken
Eerste en enige aanleg
Inhoudsindicatie

Weigering AOR-toekenningen. Voor het op voorhand uitsluiten van aanvragers vanwege het ten tijde van de aanvraag woonachtig zijn in Indonesië, valt geen grondslag in het recht te vinden.

Vindplaatsen
Rechtspraak.nl 
Verrijkte uitspraak

Uitspraak

15/1677 AOR

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen partijen en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade

Partijen:

[Appellante] te Indonesië (appellante)

de Pensioen- en Uitkeringsraad (verweerder)

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie)

Datum uitspraak: 3 augustus 2017

PROCESVERLOOP

In verband met een wijziging van taken, zoals neergelegd in de Wet van 17 december 2014 tot wijziging van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

(Stb. 2014, 583), is in deze zaak de Pensioen- en Uitkeringsraad in de plaats getreden van de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (CAOR). Waar in deze uitspraak wordt gesproken van verweerder wordt daaronder in voorkomend geval (mede) de

- voormalige - CAOR verstaan.

Namens appellante heeft mr. J.C.M. van Berkel, advocaat, beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 12 februari 2015, kenmerk BZ01811960 (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (AOR).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting door de enkelvoudige kamer heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2016. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Van Berkel. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.

De Raad heeft het onderzoek heropend teneinde verweerder in de gelegenheid te stellen nader onderzoek te doen naar de nationaliteit van appellante.

Op 20 maart 2017 heeft verweerder de Raad in kennis gesteld van de resultaten van het bedoelde onderzoek.

De Raad heeft de zaak verwezen naar een meervoudige kamer.

Het onderzoek ter zitting is hervat op 29 juni 2017. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Van Berkel. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.L. van de Wiel.

OVERWEGINGEN


1.1.

Appellante is woonachtig in Indonesië. Zij heeft op 25 juni 2014 een aanvraag om toekenningen op grond van de AOR ingediend. Bij besluit van 4 juli 2014 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Deze afwijzing is als volgt toegelicht. Eén van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor voorzieningen op grond van de AOR is dat de aanvrager op de datum van de aanvraag niet woonachtig is binnen het grondgebied van de republiek Indonesië. Uit de aanvraag van appellante blijkt dat zij woonachtig is te [plaatsnaam] , Indonesië. Daarom is verweerder genoodzaakt de aanvraag af te wijzen.

1.2.

Appellante heeft tegen het besluit van 4 juli 2014 bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.

2. Appellante stelt zich op het standpunt dat er geen grond is om haar vanwege haar woonplaats de voorzieningen op grond van de AOR te onthouden.

3. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

3.1.

Uit het ter zake door verweerder verrichte onderzoek is gebleken dat appellante beschikt over de Nederlandse nationaliteit.

3.2.

Het op de datum van de aanvraag wonen buiten de republiek Indonesië is geen voorwaarde om voor toekenningen krachtens de AOR in aanmerking te komen. Nergens in de AOR is zo’n voorwaarde terug te vinden. Wie ten tijde van zijn aanvraag woonachtig is in Indonesië, kan dus niet op die grond van toepassing van de AOR worden uitgesloten. Anders dan zou kunnen worden opgemaakt uit het besluit van 4 juli 2014, onderkent verweerder dat. Verweerder stelt zich echter op het standpunt dat aanvragers die ten tijde van hun aanvraag in de republiek Indonesië wonen, moeten trachten hun eventuele AOR-aanspraken in dat land te verwezenlijken.

3.3.

Verweerder beroept zich in dit verband op de zogeheten Aide Memoire van 12 januari 1954, waarbij is overeengekomen dat Nederland met ingang van 1 februari 1954 de uitbetaling aan rechthebbenden met de Nederlandse nationaliteit van reeds toegekende uitkeringen op zich neemt. Dit betrof ook uitbetalingen aan rechthebbenden in Indonesië. Indonesië zou volgens deze overeenkomst alle overige verplichtingen, dat wil zeggen de behandeling van nieuwe aanvragen, op zich nemen. Daar is het evenwel niet of nauwelijks meer van gekomen, want na de instelling van de CAOR bij besluit van 3 juni 1954 heeft Nederland ook de behandeling van nieuwe aanvragen aan zich getrokken, uitgezonderd dus aanvragen van personen die woonachtig zijn in Indonesië. Artikel 1, aanhef en onder a, van het genoemde instellingsbesluit, bedeelt de uitvoering van de AOR voor zover het gaat om personen met de Nederlandse nationaliteit volledig aan de CAOR toe en rekent het “nemen van beschikkingen” uitdrukkelijk tot haar taak.

3.4.

Het overwogene onder 3.2 en 3.3 kan tot geen andere conclusie leiden dan dat er voor het op voorhand uitsluiten van aanvragers vanwege het ten tijde van de aanvraag woonachtig zijn in Indonesië, geen grondslag in het recht valt te vinden. Die grondslag is in de eerste plaats niet gelegen in de Aide Memoire van 12 januari 1954, die immers mede betrekking had op personen, woonachtig in de republiek Indonesië. Zij is evenmin te vinden in het besluit tot instelling van de CAOR, waarin niets staat over het uitsluiten van aanvragers die woonachtig zijn in Indonesië. Voor zover verweerder zich op het standpunt heeft willen stellen dat Nederland strikt genomen tot op de dag van vandaag überhaupt niet verplicht is om nieuwe aanvragen krachtens de AOR in behandeling te nemen, en dat daarom zo’n verplichting ook niet kan worden aangenomen ten aanzien van aanvragers die ten tijde van hun aanvraag in Indonesië wonen, kan dat betoog niet slagen. De bestaande uitvoeringspraktijk houdt in dat de behandeling van nieuwe aanvragen, afgezien van de aanvragen uit Indonesië, wel degelijk door Nederland ter hand wordt genomen. Het afwijzen van aanvragen op de enkele grond dat de aanvrager op het moment van de aanvraag in Indonesië woont komt, als dat al niet in strijd met de regelgeving is te achten, op zijn minst in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

3.5.

Het betoog van appellante slaagt dus. Het beroep is gegrond. De Raad zal het bestreden besluit vernietigen. Nu de behandeling van de aanvraag, met inbegrip van de voor besluitvorming benodigde onderzoeken, nog volledig gestalte moet krijgen, ligt definitieve geschilbeslechting niet binnen het bereik van de Raad. De Raad zal daarom verweerder opdragen om, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen.

4. Appellante heeft verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

4.1.

In zaken zoals deze, waarin het primaire besluit is genomen na 1 februari 2014, is de redelijke termijn voor een procedure in twee instanties in beginsel niet overschreden als die procedure in haar geheel niet langer dan twee jaar in beslag heeft genomen (zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:188). Daarbij geldt dat in beginsel het bezwaar binnen een half jaar en het beroep binnen anderhalf jaar zouden moeten worden afgehandeld. Verder bedraagt de schadevergoeding € 500,- per half jaar overschrijding.

4.2.

Vanaf de datum van de ontvangst van het bezwaarschrift op 7 augustus 2014 tot de datum van deze uitspraak heeft de procedure bijna drie jaar geduurd. Er is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met (afgerond) twaalf maanden. Dat leidt tot een schadevergoeding van € 1.000,-. Van deze overschrijding is, afgerond, een maand toe te rekenen aan de bestuurlijke fase. Voor het overige is de overschrijding toe te rekenen aan de rechterlijke fase. Voor berekening van het bedrag van de schadevergoeding dat voor rekening komt van verweerder respectievelijk van de Staat wordt de methode gevolgd die is uiteengezet in de arresten van de Hoge Raad van 19 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:252) en van 24 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:292). Verweerder wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellante tot een bedrag van € 83,- (1/12 deel van

€ 1.000,-). De Staat wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellante tot een bedrag van € 917,- (11/12 deel van € 1.000,-).


5. Het voorgaande geeft aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten van appellante, tot een bedrag van € 990,- in bezwaar en een bedrag van € 990,- in beroep, voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING


De Centrale Raad van Beroep


- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;

- draagt verweerder op om, met inachtneming van deze uitspraak, een nieuwe beslissing te

nemen op het bezwaar tegen het besluit van 4 juli 2014;

- veroordeelt de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie) tot betaling aan

appellante van vergoeding van schade tot een bedrag van € 917,-;

- veroordeelt verweerder tot betaling aan appellante van vergoeding van schade tot een

bedrag van € 83,-;

- veroordeelt verweerder in de kosten van appellante, tot een bedrag van € 1.980,-;

- bepaalt dat verweerder appellante het door haar in beroep betaalde griffierecht ten bedrage

van € 45,- vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend als voorzitter en C.H. Bangma en

M. Kraefft als leden, in tegenwoordigheid van L.V. van Donk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 augustus 2017.


(getekend) B.J. van de Griend


(getekend) L.V. van Donk

Lees verder…

10897386475?profile=original

Vier generatie Indo's (Indische Nederlanders door Rudy Groenewald

Ja ....... drie generatie Schwabs ; Kacang Indo, aardappel Indo en twijfel Indo dit naar het boek van Rudy Eduard Groenewald; Zijn boeken zijn te bezichtigen bij ICM stands op PM. Overigens mijn ouders en schoonouders vallen onder Rijstepikkers. Rudy heeft dit onderscheid weloverwogen gemaakt; de Indonesische benamingen geven de verbinding met land. Is essentieel om deze relatie te leggen wat betreft de binding. Op dit moment volgens de cijfers die door de ambtenaren van Martijn van Rijn zijn gegeven vallen ruim 1,9 miljoen onder categorie aardappel - en twijfel Indo. Meer op ICM webshop opwww.icm-online.nl

Lees verder…

Nieuw ICM project Collect Items album

Nieuw ICM project Collect Items album

10897383881?profile=original

 

Initiatiefnemer Rudy Groenewald die alle koempoelan met Trees bezoeken, kwam spontaan met dit initiatief. ICM staat altijd open voor nieuwe innovatieve ideeën en steun deze onherroepelijk.

Het album “Collect Items”, de titel zegt het al, een verzameling van items van foto’s die zijn geschoten op de betreffende “Koempoelans”. Alleen foto’s en beelden dat wordt vastgelegd in een prachtige collage in het album collect item. De foto’s van het publiek, en alleen bands & Artiesten die daar hebben opgetreden. Rudy verzamelt al deze foto’s en maakt er een prachtig album “Collect Items” dat de sfeer en impressie uitademen. Een genot om er in te bladeren, tegelijkertijd Collect Items ook de periode aangeeft met name de bands die van de afgelopen 5 of 10 jaar de revue passeren geven het tijdsbeeld weer.

Bij het jubileum van 5 of 10 jaar bestaan biedt Rudy het album Collect Items aan, aan de organisatie van de koempoelan als blijk van waardering. Daarnaast hebben de leden van de koempoelans de mogelijkheid om deze via de koempoelan – organisatie te bestellen om als trotse bezitter thuis op schoorsteen te stallen als een “Collect Item met een blijvende herinnering.

De koempoelan Ajo Dansa was de eerste die het album collect Item in ontvangst mocht nemen.

Op 6 mei wordt door Ferry Schwab namens ICM op de koempoelan Ini-dia wederom bij het hoogtepunt het album “Collect Items”   overhandigd

Lees verder…

Moed, Beleid en Trouw   /   Bert Immerzeel

10897296094?profile=originalMoed, Beleid en Trouw       Door:  Bert Immerzeel

 

Deze week werd door de Koning aan majoor Gijs Tuinman de hoogste Nederlandse dapperheids-onderscheiding, de Militaire Willems-Orde, toegekend. Het was voor het eerst sinds vijf jaar dat iemand ‘voor daden van moed, beleid en trouw’ werd geridderd. Gelukkig gebeurt dit maar zelden. Hoe minder oorlog, des te minder gelegenheid om dapper te zijn.

Ooit was dat anders. De Militaire Willems-Orde, ingesteld in 1815 door Koning Willem I, werd vroeger heel vaak toegekend. Tot 1940, zo lezen we op de website van het Ministerie van Defensie, maar liefst 5866 keer. Na de Tweede Wereldoorlog nog ongeveer 200 keer.

10897296477?profile=originalKNIL officieren in Atjeh

Atjeh

De meeste toekenningen hadden te maken met de late Napoleontische tijd en de strijd tegen de Belgen in 1830, en onze koloniale oorlogen in Indië. Meer dan de helft van alle MWO’s is gebaseerd op activiteiten in Indië, waarbij het overgrote deel gebaseerd op de 19e eeuwse ‘pacificaties’. De strijd in Atjeh alleen al heeft een duizend onderscheidingen opgeleverd.  

Dat laatste lijkt bijzonder. Is de verovering van Sumatra niet in ons geheugen opgeslagen als die van een superieur Nederlands leger tegenover arme onbewapende drommels? Zoiets als de Italianen tegenover de Abessijnen, als u dat nog iets zegt? Of komt het, omdat we de laatste tijd steeds geconfronteerd worden met die paar foto´s van slachtpartijen uit deze oorlog, gebruikt ter vervanging van niet-bestaande foto´s van Rawagedeh en Zuid-Celebes? Ons blikveld lijkt te zijn vernauwd. We zijn blijkbaar vergeten  dat  we  heel  erg  hard

moesten strijden om Atjeh eronder te krijgen, en dat bij die strijd heel veel dapperheid nodig was, wát dat ook mocht inhouden.

Niet aangeleerd

Wat is dat eigenlijk, dapperheid? En hoe dapper moet je zijn om een MWO te mogen ontvangen? Omdat ik meer wilde weten, kwam ik terecht bij het deel van de website *) van Defensie dat beheerd wordt door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Sinds kort bevindt zich hier eendatabank dapperheidsonderscheidingen **), waar voor het eerst vrijwel alle namen van dragers van      alle Nederlandse dapperheids-onderscheidingen tussen 1815 en 2000 (zijn) samengebracht.”

 

Het is een indrukwekkend geheel. We zijn (of waren) een dapper volkje. Vele tienduizenden werden in het verleden zó dapper bevonden dat ze werden gelauwerd. Over dapperheid in het algemeen vermeldt de site: “Dapperheid kan niet worden aangeleerd. Vaak is dapper gedrag pas zichtbaar in een onverwachte, levensbedreigende situatie waarin iemand boven zichzelf en anderen uitstijgt. Een persoon krijgt een dapperheidsonderscheiding dan ook op basis van handelen. Daarnaast speelt zo’n onder-scheiding een belangrijke rol in de maatschappij: dapper gedrag is immers een voorbeeld voor anderen.” Daar moeten we het voorlopig mee doen. Dapperheid overkomt je, zo lijkt het. Het is er, of het is er niet. Ook de toekenning van de MWO aan Gijs Tuinman leert ons niet veel meer, behalve dan dat hij in alles beter was dan zijn kameraden. Outstanding.

Steeds moeilijker

De website van het NIHM vermeldt per onderscheiding  wél in drie woorden de gebeurtenis, maar geeft verder helaas geen toelichting. Zo blijven we in het duister als we bijvoorbeeld willen weten waarom scheepskok Proost tijdens het beleg van Palembang in 1821 bijzonder dapper was. Bij een andere onderscheiding was het Kapittel zeer openhartig. Mangkoe Adie Ningrat kreeg in 1833 de MWO “omdat hij de derde vorst op Madoera en broer van de sultan was”.

In verband met gebeurtenissen en activiteiten in Indië in de Tweede Wereldoorlog werden 38 MWO’s uitgereikt, in verband met de Politionele Acties nog 26. Schamele aantallen, als je ze vergelijkt met die van de voorafgaande periode. Misschien werd het wel steeds moeilijker om dapper te zijn. De activiteiten van de personen waar het om gaat (naast Koningin Wilhelmina kreeg slechts één vrouw de onder-scheiding) zijn echter allen met een scherp oog beoordeeld. En van allen werd geconcludeerd dat zij, binnen de context waarin zij opereerden, zeer bijzonder waren. Hun onderscheiding heeft daarmee hopelijk de voorbeeldrol gespeeld die de overheid voor ogen had.

10897296896?profile=originalMajoor Tuinman wordt geridderd door Koning Willem-Alexander op 4 december 2014

Alhoewel de MWO sinds 1940 ook is opengesteld voor burgers, is het toch vooral een militaire onderscheiding gebleven. Een onderscheiding die slechts wordt verleend op grond van activiteiten in oorlogstijd. Laten we om       die reden alleen al hopen, dat     in de toekomst nog maar zeer, zeer weinigen zullen worden gelauwerd. Vrede zij met u.

*)  http://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/inhoud/militair...

**)  http://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/nieuws/2014/11/...

Weergaven: 89

Lees verder…

Bersiap periode

Bersiap periode


10897288689?profile=original

Bersiap periode  

Voor alle lezers die nog niet helemaal op de hoogte zijn van alle geschiedkundige feiten en verhalen, in dit artikel even een opfrissertje.

De Japanners, noch de Britten waagden zich aan enige vorm van gezagshandhaving, tenzij ze van hogerhand daartoe de opdracht kregen. De Pemuda’s, jonge Indonesiërs, waren op straat de baas. De Japanse kampcomman-danten moesten wel de kampen bewaken tegen de explosie van geweld van de Pemuda’s. Deze jongelui waren tijdens de oorlogsjaren door de Japanners opgehitst tegen de Nederlanders.

10897289260?profile=originalDe Pemuda’s waren jonge rebellen, die niet behoorden tot het Indonesische leger. Zij waren bijzonder fanatiek en gingen aggressief en vaak zeer wreed te werk. De ergste uitbarsting van geweld vond plaats in het najaar van 1945. De Japanse eenheden in Soerabaja hebben er na de capitulatie alles aan gedaan om het de geallieerden zo moeilijk mkogelijk te maken. Japanse wapenarsenalen werden open-gesteld voor Indonesische strijd-groepen, terwijl de Indonesische jongeren die door hen eerder waren opgehitst tegen de Nederlanders, nu aangespoord werden om wraakacties te beginnen. Echter ook de ca 400 Chinezen in Soerabaja werden het slachtoffer van deze acties. En tenminste 600 Nederlanders vonden op vaak afschuwlijke wijze de dood.

In totaal zouden ook ca. 12.000 Indonesiërs worden gedood in de strijd om Soerabaja, die nog zou volgen. In die strijd kwamen ook zeker 429 Brits-Indische militairen de dood. Het 16e leger van Japan stelde zijn wapendepots open voor de Indonesiërs en  selecteerde een duizendtal officieren en onder-officieren om een regulier leger in Indonesië op te zetten.

Nationalistische Pemuda’s vormden tot de tanden gewapende groepen met samoeraizwaarden (van de Jappen gepikt of gekregen), klewangs, indrukwekkend lange politiesabels (waar ze meestal als eerste naar grepen) en Hun uitrusting werd gecompleteerd door één of twee pistolen in holsters, een bajonet en een zonnebril. Vaak ook hadden ze vlijmscherp geslepen bamboe-speren bij zich. Enkelen hadden zelfs patroonbanden weten te bemachtigen, die ze kruislings over de borst droegen. Ze reden rond in vrachtwagens die ze van de Jappen hadden geconfisceerd. Trots en vol vuur schreeuwden zij uit alle macht om vrijheid en revolutie: “Merdeka – merdeka”.

10897288898?profile=originalBuiten de kampen werd het erg gevaarlijk; als ze je te pakken kregen, werd je onherroepelijk “getjingtjangt” (in mootjes gehakt) Een zekere Soetomo, die de drijvende kracht was achter deze haarcampagnes tegen alles wat Nederlands was, trok zich niets aan van Soekarno en Hatta, die lieger op een constructieve manier en met steun van de Verenigde Naties de vrijheid van hun land wilden bevechten. Het optreden van de extremistische groepen leidde ertoe dat Soekarno en Hatta zich genoodzaakt voelden om totaal onvoorbereid de onafhankelijkheid uit te roepen op 17 augustis 1945.

Hiermee brak de Bersiap periode aan. Commandant Whitmarsh-Knight, die op dat moment aan het hoofd stond van de 5e Indian Division, getuigde over ene Jack Boer, reserve kapitein bij het KNIL over zijn daadkracht en zijn strategisch inzicht. Er zaten 2348 Nederlanders opgesloten in de Werfstraatgevangenis in Soerabaja en die stonden op het punt om door de extremisten te worden vermoord. Er stonden voor de uitgehongerde gevangenen tonnen met vergiftigde rijst klaar. Als ze die gegeten zouden hebben had niemand het overleefd en daarna zou de gevangenis met vaten benzine in brand worden gestoken, waarbij ieder die er zich bevond, dood of nog levend, verbrand zou worden.

10897288689?profile=originalOp 10 november 1945 vond een spectaculaire bevrijding plaats, waarbij Jack Boer en 10  Gurkha’s de Nederlanders hebbemn bevrijd. Na het uitschakelen van de wachten, werd met een tank de muur doorboord, waardoor de gevangenen konden vluchten. Degenen die nog in hun cellen zaten, werden bevrijd door de celdeursloten kapot te schieten. Buiten stond een vrachtwagen klaar om de in veiligheid te brengen. Bij deze actie verloor slechts één Gurkha het leven.    De bloedbaden van de Simpang-club en het Goebeng-transport vormden een blinde vlek in de Indonesische onafhankelijkheids-geschiedenis, zo beschrijft Inez Hollander. Zij geeft een aanval weer    op    een    transport    van vrouwen en kinderen. De bronnen in Indonesië over de revolutie in Soerabaja noemen het bloedige lot van het Goebeng-transport niet eens. Na de agressie van een zwaar beproefd volk, kwam men tot bezinning. Men sprak er liever niet meer over. Inez Hollander is zo’n beetje de enige die het in haar boek “Verstilde stemmen en verzwegen levens” beschrijft. Er is een massagraf van dit transport in Soerabaja. De juiste aantallen van Indonesiërs die in de slag om Soerabaja het leven lieten, zijn niet bekend, maar het zullen er duizenden zijn geweest.

Soekarno

In 1927 Richtte Soekarno de Partai Nasional \indonesia (RNI) op. Deze partij streefde naar de onafhankelijkheid van Indinesië. In 1929 werd hij door de Nederlanders gearresteerd en in de Soekamiskin gevangenis gezet. Hij kreeg strafverkorting en werd op 31 december 1931 vrijgelaten. Zijn reis naar huis werd een ware triomftocht. In augustus 1933 werd Soekarno weer gearresteerd en verbannen naar Flores. Vanwege zijn gezondheid werd hij in februari 1938 overgeplaatst naar Benkoelen in Zuid-Sumatra. Die tocht bracht weer massa’s mensen op de been. Toen de oorlog met Japan uitbrak, in 1942, kwam hij weer vrij. Men dacht dat Soekarno en Hatta gemanipuleerd waren door de Japanners, maar eigenlijk was het juist Soekarno die een heel sluw spel speelde met de Japanners. Hij heeft de Japanse autoriteiten geholpen, soms ten koste van zijn eigen volk, door zijn mensen als dwangarbeiders uit te leveren; deze werden door de misleidemde campagnes geronseld Hij gebruikte de Japanners om zijn doelen te verwezenlijken. Door de onvoorwaardelijke capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 was er een gezagsvacuum ontstaan, wat de Britten weigerden om op te vullen. Hierdoor werd Soekarno door zijn eigen achterban gedwongen om op 17 augustus de Republik Indonesia uit te roepen. Na de oorlog werd Soekarno (niet democratisch) gekozen om te regeren over alle eilanden die door onder andere de Nederlanders bij elkaar gebracht waren, maar die daarvoor nooit één rijk vormden. De Molukkers, Timorezen, Papua’s en Medanezen, aan wie door Koningin Wilhelmina onafhanke-lijkheid was beloofd, vonden het verschrikkelijk dat Soekarno met geweld over hen ging regeren. Veel Molukkers kregen via de rechter een verblijfsvergunning in Nederland.

10897289497?profile=originalBritse hulp

Door de verwarring rond de Japanse capitulatie was een snelle overname van de macht dpoor geallieerden van het nog door Japan bezette Nederlands-Indië onmogelijk. Het inschepen van Maharata-, Gurkha- en Sikh-troepen vanuit Brits Indië (India) geschiedde pas in o0ktober 1945. In deze twee verloren maanden had de terugkeer van de krijgs-gevangenen naar hun familie en vooroorlogse standplaatsen moeten plaatsvinden. De leiding van het Britse leger bewapende de Japanse soldaten opnieuw met bajonetten en geweren (zonder kogels) voor de verdediging van de kampen. Hierdoor werden de Japanners gedwongen de bajonetten, die zij voorheen op ons hadden gericht, nu op de Pemuda’s te richten.

De duistere rol die de Japanners in de naoorlogse politiek gespeeld hebben is nooit helemaal duidelijk geworden. Zij hadden immers de tijd gekregen al het belastende materiaal over hun wandaden te vernietigen. Dit heeft dan ook de berechting van van veel Japanners wegens oorlogsmisdaden ernstig bemoeilijkt. De Britten hebben zich aanvankelijk geconcentreerd op de bevrijding van de krijgs-gevangenen en de ontwapening van de Japanners. Het herstel van het gezag zoals dat voor de oorlog was, behoorde niet tot hun taak. Ook met de Indonesische onaf-hankelijkheidsstrijd bemoeiden ze zich niet. Daardoor werden de eerste vijf bataljons van de Nederlandse oorlogsvrijwilligers maandenlang in Malakka in quarantaine gehouden, terwijl de Pemuda’s de Nederlandse burgers aan het afslachten waren.

Twee politionele acties waren nodig om Nederland militair tot overwinnaar te maken, maar de Nederlanders verspeelden op politiek terrein alle sympathie van de internationale gemeenschap en was hierdoor feitelijk de grote verliezer. De Nederlandse politiek was en bleef de enige schuldige aan het zinloos geweld en niet de Indische Nederlanders of de vanuit Nederland gezonden soldaten, die thans veteraan zijn.

Lees verder…

Internationale Top 50 Allertijden

 Internationale Top 50 Allertijden

10897301658?profile=original

Tussen Kerst en Oud en Nieuw is Nederland in de ban van lijstjes. De 10 beste en slechtste dingen van 2014 en natuurlijk op Radio 2 de Top 2000 Allertijden. Maar wat zijn nu de grootste Indische hits allertijden. Indoweb zette 50 Indo-evergreens voor je op een rij. Wat is jou Indo-hit allertijden?

1. Tielman Brothers – Little Bird
2. Blue Diamonds – Ramona
3. Anneke Grönloh – Brandend zand
4. Ernst Jansz – Een eerste klein verraad
5. Andy Tielman & Tjendol Sunrise – Rock little baby of mine
6. The Crazy Rockers – Mamma-Pappa Twist
7. Anneke Grönloh – Nina bobo
8. Yopie Latul – Poco poco
9. Rudi van Dalm – Begawan solo
10. Dinand Woesthoff – Dreamer (Gussie’s song)

11. The Young Sisters & The Black Dynamites – Let’s have a party
12. Boudewijn de Groot – Verdronken vlinder
13. Van Halen – Jump
14. Liesbeth List – Pastorale
15. Blaudzun – Promises of no man’s land
16. Wieteke van Dort – Arm Den Haag
17. Eddy Chatelin – Down by the riverside
18. Royal Hawaiian Minstrels – Mooi Hawaii
19. The Hot Jumpers – I’ll never let you cross my mind
20. Kane – No surrender

21. Ricky Risolles – Poco poco style
22. Michelle Branch – Everywhere
23. Massada – Sajang é
24. Armand van Helden – You don’t know me
25. Lois Lane – It’s the first time
26. Jiggy Djé – Ik heb je
27. The Eastern Aces – The Way I Treat You
28. Jamai – Step right up
29. Blue Diamonds – That’ll be the day
30. Tielman Brothers – Rock little baby of mine

31. Jack Jersey – Papa was a poor man
32. Tjendol Sunrise – Rays of morning sun
33. Wieteke van Dort – Klappermelk met suiker
34. Blaudzun – Flame on my head
35. The Partysquad – Rampeneren
36. Ernst Jansz – De ballade van Nina Bobo
37. Tielman Brothers – Java guitars
38. Kane – Rain down on me
39. Liesbeth List – Te veel te vaak
40. The Desmounts – Midnight blue

41. George Baker – Little green bag
42. Sandra Reemer – The party’s over
43. Lois Lane – Tonight
44. Justine Pelmelay – Blijf zoals je bent
45. Sjors van der Panne – In het zicht van de haven
46. Jack Jersey – In the still of the night
47. Justine & Marlon – Waarom huil je toch Nona Manis
48. Original Talkatives – Squeeze Louise
49. Boudewijn de Groot – Testament
50. Dewi Pechler & Jamai – When you walk in the room

Lees verder…

De vloek van religies.

n

10897284474?profile=originalDe vloek van de religies. 

Religie is iets wat de mens al vanaf zijn ontstaan met zich mee draagt.

Vanaf het moment dat hij zijn brein kon gebruiken en de wereld wonderen om hem heen begon te aanschouwen kwam hij tot de ontdekking dat  er zaken zijn die hij niet kon verklaren en zo gebeurde het dat de mens het dan maar toeschreef als iets wat bovennatuurlijk is en niet verklaarbaar omdat er een almachtig wezen moet zijn wat zoveel onverklaarbaars teweeg brengt.

Het geloof in het bovennatuurlijke heeft de mens sindsdien alleen maar vastgehouden en al naar gelang de tijd vorderde zijn er zovele geloofsovertuigingen geweest naarmate de mens zich ontwikkelde al intelligent wezen.

Met de toename van het intelligentie peil nam ook de overtuiging toe dat er een almachtig wezen moest bestaan en daarbij ook een wezen met kracht, macht en geweld waar je diepe respect voor moet hebben en het strafproces voor het NIET respect hebben kwam om de hoek kijken.

De bovennatuurlijke macht werd al gauw gezien als een goddelijk wezen die je gunstig moet stemmen om dingen gedaan te krijgen die je zelf als mens, niet voor elkaar zou kunnen krijgen zoals  jouw eigen gelukzaligheid en voorspoed, tegenslag, overleven, goede oogsten, droogte en regen tijden, ziekten en heling en ga zo maar door.

Ieder stam heeft zijn eigen goddelijk wezen en deze kreeg vaak een eigen naam, maar met het bewustzijn van de aanwezigheid van een goddelijk wezen kwam ook de tussenpersoon in het leven die kon bemiddelen tussen mens en God. De man (meestal) of vrouw die bijzondere gaven had.

Dat werd een sjamaan, priester, medicijnman of wat voor benaming ook, die zijn macht en invloed had op de rest van de stam, het volk of gemeenschap.

Deze persoon was vaak bepalend voor de normen en waarden die hij of zij bedachten in combinatie met die van de stam, groep, of volkstradities in de cultuur verweven.

Heden ten dage zijn de primitieve geloofsovertuigingen bestempeld als bijgeloof, heidense gedachtenspinsels en noem maar op en heeft zich het fenomeen voorgedaan dat het overgrote deel van de menselijke aardse bevolking zich tot de christelijke of mohammedaanse geloofsovertuiging heeft gekeerd.

Niet geheel vrijwillig maar veelal heeft de geschiedenis laten zien dat het onder dwang is gebeurd, bijvoorbeeld door onderwerping, bij kolonisaties.

Er zijn zovele godsdiensten geweest en de goden hadden allemaal een eigen stam, volks, gemeenschap etc. naam.

Zo hadden de Noordeuropeanen Wodan, Thor en weet ik veel nog meer, de Grieken hadden Zeus, de Romeinen, Spanjaarden Egyptenaren en ga zo maar door allen hun eigen godsbeelden.

Totdat er vanuit het Midden-Oosten twee religies hun grote invloed konden uitbreiden, de joodse geloofsovertuiging en die van de Arabieren.

Deze twee voornaamste geloofsovertuigingen staan bol van cultuur inhoudelijke zaken die bij de betreffende volkeren hoort.

Doordat invloedrijke machthebbers zich tot deze geloofsovertuigingen wenden, werden al heel snel de onderworpenen al dan niet onder dwang ook bekeerd. Via de machthebbers in Rome in de tijd van het christusverhaal.

Maar laten wij eens dieper op de inhoud van de religies in het algemeen duiken.

Allereerst valt meteen op dat de goden menselijke gelijkenissen hebben en niet alleen dat, ze hebben ook de menselijke eigenschappen in zich en nog erger de menselijke gedachten gangen en hiërarchieën.

Zo is er een boven god die zijn zetel heeft als gelijk een menselijke koning, die heeft weer zijn onderdanen, er is een straffende God die vreselijk te keer kan gaan als je niet gehoorzaam bent en diezelfde god staat je bij in jouw strijd bij oorlogen, bevoordeelt je als je maar goed gehoorzaam bent en heeft jouw eigen volk als voorkeurs volk zodat je boven de andere volkeren een rechtspositie hebt verkregen en je het recht hebt om anderen te onderwerpen aan jouw god.

Dat is al eeuwen aan de gang en het gebeurt nog steeds, waardoor ik persoonlijk overtuigd ben geraakt dat er helemaal niet zo’n goddelijk wezen bestaat.

Bepaalde geloofsovertuigingen zijn net als clubjes waar je lid van moet worden, en als je er geen lid van bent ben je per definitie ongelovig, heiden, verdwaalde, en verlorene.

De heilige geschriften beelden de mannelijke denkwijze uit waar de vrouw de onderdanige en nietszeggende rol toebedeeld krijgt en eigenlijk alleen als broedmachine, lustobject, verkoopwaar, en slavin van de man is.

Het is ook niet anders want de geschriften zijn door mannenhanden samengesteld met mannengedachten in een mannencultuur, bovendien zijn ze puur menselijk met alle menselijke eigenschappen, zoals het belonigsstelsel, de vader, zoon verhoudingen alsof het gewoon een vleselijke menselijkheid is, het priesterschap wat alleen mannelijke leden heeft, kortom alles wat wij als structuur in onze maatschappijen hebben zo zal het ook daar in de vermeende hemel moeten zijn.

Is dat zo? Nee, zeg ik persoonlijk als ongelovige, in mijn optie is een Almachtig wezen ver van onze bekrompen ideeën verwijderd en wie zegt dat de Almachtige een man moet zijn. Ja, volgens de geschriften wel, maar die zijn zoals eerder vermeldt door mannen handen geschreven en beïnvloed door mannen gedachtegangen.

Zo is er ook een duivel uitgevonden wat in mijn ogen puur een middel is om de eigen onvolmaaktheid een plaats te geven en die figuur van satan is HET middel om je te verlossen van jouw geweten, immers je kunt er niets aan doen als die duivel je aanzet om rottigheid te veroorzaken.

Zo wordt je met 12 maagden beloond in de hemel als je als islamiet je eigen leven offert voor jouw geloofsgenoten in de strijd, alsof je daar in de hoedanigheid van geest nog seksverlangens kunt hebben. Alweer zon geval waar men abusievelijk aanneemt dat het daar niet anders aan toe gaat dan hier op aarde.

Er is een pracht en praal in Rome met een machtscentrum van jewelste die bepaalt of je veilig mag vrijen of niet en zich niet bezighoudt met het feit dat al die rijkdommen best eens aangewend kunnen worden aan het hongerprobleem op deze aardkloot waar men het simpele geld als echte ware god aanbidt. Het is ook nog een politiek bolwerk wat zich bezighoudt met dood en verderf en onderdrukking zoals zijn tegenhanger de islam. Politiek hoort niet in een echte religie thuis.

Je mag naar hartenlust andersdenkenden vervloeken, vermoorden, uitroeien en vooral als je machtswellustig bent. Wel in dienst van de godheid die je aanbidt of gebruikt voor jouw eigen frustraties en wellust/wreedheden. Alle eigen kwaadheid goedpraten in naam van allah of jezus of weet ik veel  wie nog meer. En dan ook anderen voor jouw vieze eigen karretje spannen en zelf proberen buiten schot te blijven.

Kortom zoals ik erover denk, en dat is persoonlijk, bestaat er geen god zoals de religies ons willen doen geloven, voor mij is het TE menselijk en is men met niets anders bezig dan met zijn eigen overtuigingen ZONDER eerst te kijken waar het om je heen echt aan toe gaat.

In mijn ogen is een goddelijke overtuiging niets anders dan het weten dat er een macht is wat jou en het hele universum beheerst, alle ingewikkelde natuurwetten heeft gecreëerd.

Anders dan dat wij willen geloven zijn wij allemaal, dieren planten en mensen, uit een zelfde energie ontstaan en dat bij iedere aantasting ervan je bezig bent met je zelf aan te tasten.

De vloek van de religie is het primitieve brein van de mens die zijn ego niet kan overwinnen.

Indien U en ik, en wij als mens allemaal niet alleen met onszelf bezig zijn, onze eigen IKKE, maar met de werkelijke essentie van het bestaan hier op aarde, HET LEVEN SAMEN MET ELKAAR, dan is geen religie nodig en hadden wij voor onszelf en voor onze medeschepselen een paradijs kunnen scheppen.

In mijn belevenis en overtuiging is het Almachtige wezen verre van menselijk en doen wij het te kort door religies die het uitbeelden als zijnde een mens met als onze hebbelijk en onhebbelijkheden.

Religies zijn nuttig voor het bewustzijn van het noodzakelijke om alles met elkaar te delen en doen, zonder onderscheid om gewoon simpelweg te overleven, maar ze zijn onbewust ontwikkeld tot een ordinair politiek spel van macht en overheersing.

De mens zal de ware Almachtige pas leren kennen als het zijn primitieve ego heeft overwonnen.

Tot die tijd zijn religies een vloek voor de mensheid door misbruik en eigen belang.

Wat wel is dat, hoe gestudeerd je ook denkt te zijn, je er niet omheen kunt dat het simpele van jouw eigen bestaan en de dingen om je heen zoals een simpele bloem, niet hebben KUNNEN ontstaan zonder een scheppende kracht. Alle ingewikkelde natuurwetten zijn er niet zomaar ineens uit het niets.

Ben je daarvan bewust, dan ben je ook bewust van jouw eigen nietigheid, en ben je daarvan overtuigd geraakt zal je heel anders in het leven staan. Het simpele feit dat je leeft is al een wonder op zich want je bent niets anders dan een product van stoffen uit de natuur die ook aanwezig zijn in ieder ander wezen op deze planeet. Intelligentie kan ook domheid inhouden die vernietiging van jezelf teweegbrengt. Intelligentie wat het  persoonlijke ego NIET kan uitschakelen is niets anders dan primitief aanwezig zijn. Op dat gebied verschillen wij niets van het dier.

In alle simpelheid beschreven met persoonlijke overtuiging.

Albert van Prehn. 23 april 2018.

Lees verder…

10897281292?profile=original

INDIËGANGERS KOTSMISSELIJK VAN INDONESISCHE SCHADECLAIMS

Klopjacht op de staatskas

Het is de Nederlandse burger een doorn in het oog, die alsmaar aanhoudende schadeclaims tegen de Staat en de reeks verzoeken tot strafvervolging van individuele militairen.

„Dát is nou onze wens voor 2015, dat die ellende eindelijk eens ophoudt”, zeggen Greetje en Charles van Dijck. Jarenlang woonde het echtpaar in Indonesië, waar hij door Nederland gebouwde marineschepen afleverde. „Er wordt daar 11.000 kilometer ver weg een klopjacht gehouden op ons belastinggeld.”

Vorige week was het alweer raak: twee hoogbejaarde Indonesiërs zeggen in respectievelijk 1947 en 1949 te zijn gemarteld en verkracht. Het Comité Nederlandse Ereschulden heeft advocaat Liesbeth Zegveld in de arm genomen om de Staat aansprakelijk te stellen voor psychische en fysieke schade.

Antwoord binnen vijf dagen, eisten het comité en de raadsvrouw. Want vanwege de hoge leeftijd van mevrouw Tremini (84) telde elk etmaal. De verkrachting zou ruim 65 jaar geleden hebben plaatsgevonden.

Dagvaarden

De andere zaak betreft een Indonesische gevangene. Voormalig vrijheidsstrijder Yaseman (86) zou in 1947 door KNIL-militairen op Java met stroomstoten zijn behandeld in pogingen een bekentenis los te krijgen. Ook moest hij, naar eigen zeggen, liters water drinken, waarna Nederlandse soldaten op zijn buik gingen staan.

Advocaat Liesbeth Zegveld: „Het ultimatum van vijf dagen is verstreken, de Nederlandse Staat kwam niet met inhoudelijke antwoorden. Dus gaan we dagvaarden.”

Zegveld slaagde er eerder in schadevergoeding af te dwingen voor tien weduwen van het Rawagede bloedbad van 9 december 1947 op West-Java. Ze kregen allemaal 20.000 euro. Gevolgd door eenzelfde uitkering van twintig mille per persoon aan achttien nabestaanden van wreedheden die door kapitein Raymond Westerling, commandant Speciale Troepen, op Sulawesi zouden zijn begaan.

Nog eens tien vrouwen van dit voormalige Celebes wachten op vonnis van de Nederlandse rechtbank, 28 januari. Vijf kinderen van hetzelfde eiland zijn óók een procedure begonnen…

Als Liesbeth Zegveld haar zoveelste zaak tegen de Staat aankondigt, ontploft Twitter. ‘Niet wéér die geldwolf’, heet het dan. En: ‘waar zijn toch de bewijzen’?

Dat vragen Charles en Greetje van Dijck zich ook af. „Die weduwen van 84, 86 en soms zelfs 104 jaar oud, bestaan die eigenlijk wel? In Indonesië worden mensen niet zo oud, zeker niet als ze uit de kampong komen. Is er eigenlijk ooit dna afgenomen?”

Advocaat Zegveld is overtuigd van de geloofwaardigheid van haar cliënten. „Ik heb geen enkele reden om aan hun verhalen te twijfelen. Er is daar systematisch gemarteld, zo blijkt ook uit de excessennota. Die mensen hebben toch recht op genoegdoening? En wat is nou 20.000 euro voor marteling…”

Charles van Dijck werkte als koopvaardijofficier bij de Holland Amerika Lijn. Daarna ging hij als technicus aan de slag op de voormalige marinewerf Wilton-Feijenoord. Geboren in toenmalig Batavia, de lokale taal sprekend en in 1980 naar Soerabaya vertrokken om tot 1983 door Nederland gebouwde fregatten af te leveren aan de Indonesische marine.

Net teruggekeerd uit de archipel laat hij lokale kranten zien. Bijvoorbeeld de Tribun Metro. Op de voorpagina: ‘Nederlandse overheid zal 65,6 miljard ruipah verstrekken voor 200 slachtoffers van door troepen onder leiding van Raymond Westerling in Gowa, Zuid-Sulawesi, aangerichte slachtpartijen’.

„De financiële afhandeling van die Rawagede affaire werd gemakshalve maar als leidraad genomen voor 200 andere zogenaamde nabestaanden, op een heel ander eiland”, zegt Van Dijck. „Zij die in Rawagede 20.000 euro schadevergoeding kregen, werden vervolgens in de kampong van hun geld beroofd door andere dorpelingen, agenten en politici. Want twintig mille is daar gelijk aan twintig jaarinkomens…”

Overdreven

Het Nederlandse geweld in Rawagede zou volgens mensenrechtenorganisaties 431 Indonesische slachtoffers hebben gekost, sommigen spreken zelfs van duizenden doden. Maar generaal-majoor b.d. Leen Noordzij, voorzitter van veteranenorganisatie VOMI, eerder in deze krant: „Ik ken Nederlandse ooggetuigen die over maximaal 22 doden spreken. Ook het aantal van 40.000 slachtoffers op Sulawesi lijkt schromelijk overdreven.”

Het ministerie van Buitenlandse Zaken meldde in oktober dat er nog 21 dossiers van Indonesische nabestaanden lopen. Beide procedures voor vermeende marteling en verkrachting die vorige week werden aangekondigd niet meegeteld.

„Ik ken Indonesië als mijn broekzak”, zegt Charles van Dijck. „Van mijn vroegste jeugd, de jaren onder Japanse bezetting en de beruchte Bersiap -eriode vlak na de oorlog. Toen Nederlanders en Indische Nederlanders bij bosjes werden vermoord door ‘vrijheidsstrijders op drift’; deels pure etnische zuiveringen. Als je ook maar tien procent Nederlands bloed had, ging je over de kling.”

Het echtpaar Van Dijck wantrouwt alle claims vanuit ’s werelds grootste eilandengroep. „Want het Indonesische alfabet begint met de C. Van corruptie”, aldus de gepensioneerde zeeman en zijn vrouw.

Analfabeet

Greetje: „Als ik dan lees van hoogbejaarden die zeventig jaar na dato nog precies weten hoe ze door onze militairen zijn misbruikt of gemarteld, schud ik mijn hoofd. Wij hadden destijds in Soerabaya kokkie Sihati. Zij wist niet eens haar geboortejaar! In de lagere sociale klassen zijn vrijwel alle Indonesiërs analfabeet. En waarom toch zo lang wachten met dat claimen?”

Advocaten geven toe: mede veroorzaakt door de publiciteit. Liesbeth Zegveld: „Natuurlijk werkt het wervend als het Comité Nederlandse Ereschulden op Indonesische voorpagina’s staat. Maar waar het echt om gaat, is dat Nederland destijds verzaakte en vertrok. Daarvoor krijgt Den Haag nu de rekening.”

Een rekening die uiteindelijk exorbitant hoog kan uitpakken, vrezen veteranen. Zij die van 1946 tot 1949 in de archipel dienden, vaak als dienstplichtige of oorlogsvrijwilliger uitgezonden, stellen dat aan beide zijde sprake was van wreedheden.

Indonesische pemuda’s vielen Nederlandse compounds op Java en Sumatra aan. Ze noemden zich vrijheidsstrijders, maar aarzelden niet om een weerloze verpleegkundige met haar voltallige gezin uit te moorden.

„Stel, ik vraag Indonesië om schadevergoeding voor leed dat mijn lang geleden overleden ouders daar is aangedaan”, zegt Charles van Dijck. „Dan worden we met die oosterse glimlach weggestuurd. Indonesische stille kracht versus Hollandse naïviteit.”

Want zo omschrijven Nederlandse veteranen de vonnissen waarbij rechters telkens weer geld toekennen aan nabestaanden van het oorlogsgeweld in de archipel. „Ze hebben geen idee wat zich daar toen afspeelde”, aldus Greetje van Dijck. „Dat die soldaten voor herstel van orde en veiligheid door regering en parlement waren gestuurd. Het was geen illegale oorlog, maar een guerrillastrijd die wij nooit konden winnen.”

Hoeveel claims er nog komen? Als het aan het Comité Nederlandse Ereschulden ligt zoveel mogelijk. Huisadvocaat Liesbeth Zegveld – zij speelt ook een juridische hoofdrol in een poging Dutchbat-commandant Thom Karremans en zijn twee plaatsvervangers strafrechtelijk te laten vervolgen voor het Srebrenica-drama – stelt dat het in Indonesië „nog om slechts een handjevol mensen gaat”.

Maar ook na acties aan het thuisfront liggen Nederlandse militairen onder vuur en dreigen schadeclaims. Zelfs als het om beëindiging van gijzelingen gaat. Zo willen een overlevende kaper en nabestaanden van zes gijzelnemers die omkwamen toen mariniers in 1977 Hondekop treinstel nummer 747 bij De Punt bestormden genoegdoening van de Nederlandse Staat.

Tot verbijstering van passagiers die de kaping destijds overleefden. Zoals Arie Dijkman: „De wereld op zijn kop. Die Molukkers pleegden een misdaad en namen heel bewust risico. Het zijn geen slachtoffers.”

Liesbeth Zegveld die ook hier tegenover de Nederlandse Staat acteert: „Zeker twee kapers – Max en Hansina – zijn door de mariniers weerloos afgeslacht.”

Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) bevestigde op 19 november, nadat Liesbeth Zegveld de Nederlandse Staat namens haar Molukse cliënten aansprakelijk had gesteld, dat door de mariniers zorgvuldig was gehandeld. Deze maand liet de bewindsman echter plotsklaps weten alsnog onderzoek te laten doen of een vorm van aansprakelijkheid bestaat…

Frauderen

Mariniers van de topgeheime Bijzondere Bijstandseenheid (BBE), destijds ingezet, voelen niets voor de gang richting rechtbank. Maar advocaat Zegveld zegt: „Als er geprocedeerd moet worden, dan is het horen van getuigen daarvan onderdeel…”

Begin volgend jaar wordt duidelijk of ook voor dit dossier een greep uit de staatskas moet worden gedaan. Charles en Greetje van Dijck vrezen het ergste.

„Net als bij al die zogenaamde slachtoffers van Hollands geweld in voormalig Nederlands-Indië”, zegt Greetje van Dijck. „Ik moet er niet aan denken. Al die klagende weduwen op Sulawesi en Java… Ze zijn geen 80 plus, in Indonesië kan iedereen frauderen.”

Echtgenoot Charles, citerend uit een lokale krant: „Hier, het wordt ronduit toegegeven. ‘Ongetwijfeld zullen er in de te verzamelen gegevens over slachtoffers van Nederlands oorlogsgeweld ook een aantal fictief blijken’. Wij zijn weer eens het braafste jongetje van de klas. En daar, aan de andere kant van de wereld, gaan ze schuddebuikend van het lachen in polonaise door de kampong.”

Reactie / REDACTIE ICM.

Typisch Nederlands,  advocaten moeten instelling worden gebracht  en aan de orde te komen na 70 jaren om met claims te komen bij Ministerie van Buitenlandse zaken. Nu de andere kant van het verhaal. In 1966 kwam de Indonesische regering met 698 miljoen oude guldens om alle Indische Nederlanders te compenseren:  Met het verdrag van Wassenaar werd deze overeenkomst getekend door Indonesie en Nederland.

Indonesie heeft zijn afspraken nagekomen, die 698 miljoen oude guldens daar moet nog de eerste oude Gulden aan de Indische Nederlanders worden betaald door Ministerie van Buitenlandse zaken.

Beiden, Charles en Greetje moeten eerst beter hun geschiedenisboekjes na lezen en bestuderen. Of bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken de Brochure "Traktaat Verdrag Wassenaar" maar eens opvragen. Ook hier is meer dan corruptie aan de hand om de Indische Gemeenschap niet te informeren. 

300 jaren heeft Nederland "daar" geroofd, gemoord, vrouwen verkracht , de bevolking verkracht en zich verrijkt met economische-bomen die nog verder dan de hemel groeiden, alle te korten werd aangevuld uit de Indische Economie.

Over corruptie gesproken was is dit dan 689 miljoen toe eigenen wat van De Indische Gemeenschap is, voeg daar nog aan toe de oorlogsslachtofferschade, en niet uitgekeerde salarissen van ambtenaren over een periode van 4 jaren. De Indische Gemeenschap moet die claim van welgeteld 7 / 8 miljard ook bij Zegveld leggen.

Charles en Greetje de corruptie heeft Indonesie van Nederlandse regering aangeleerd, zie hier weer een bewijs, 689 miljoen oude gulden zijn bij de begunstigden gekomen ergo, het geld is nu nog van de Republiek Indonesia.

Waarvan Akte geboren in Bali, 13 jarige vertrokken naar Nederland, niet welkom  bij de Nederlanders met koele Kille ontvangst!

Lees verder…

SANDRA, ZANGERES WILDE OUDERS LEED BESPAREN

SANDRA REEMER ZANGERES WILDE OUDERS LEED BESPAREN

10897355689?profile=original

’Kom, gezellig. doen en de, schouders eronder

Bron Telegraaf, 7 juni 2017

Ze wist drie maanden geleden nog heel erg zeker dat het allemaal goed zou komen, Sandra Reemer. En als ze daar ergens in een uithoekje van haar hoofd misschien best aan twijfelde, dan drukte ze dat weg. Niet voor zichzelf, maar voor haar hoogbejaarde ouders, die ze al dit leed zo graag had willen besparen.

Gisteren werd bekend dat de zangeres en televisiepersoonlijkheid toch is bezweken aan de gevolgen van kanker. Ik sprak Sandra (66) in maart voor een reportage in onze zaterdagbijlage VRIJ. Toen liet manager Rik Luijcx weten dat ze het nare nieuws van de diagnose borstkanker graag via een persoonlijk interview in De Telegraaf naar buiten wilde brengen. Dan wist iedereen het maar. Daarna zou ze zich meteen afsluiten van de buitenwereld om zich volkomen te kunnen richten op haar behandeling.

Zo op het eerste gezicht was er helemaal niets aan haar te zien. Vrolijk als altijd bewoog ze zich door haar Brabantse woning, vol met herinneringen aan reizen en optredens. Zorgzaam ook, er waren broodjes gehaald en wilde ik misschien iets warms, een kopje soep? Er moest wel even gezellig wat gegeten worden natuurlijk.

Op aandoenlijke maar ook ferme wijze trok ze meteen de regie van het interview naar zich toe: „We gaan eerst over andere dingen praten. Over leuke dingen. Ik wil niet alleen maar kanker zijn, begrijp je dat?” Iemand die zo ziek is, want al na korte tijd zag ik de vermoeidheid doorschemeren in haar ogen, de gelige kleur van haar huid, ga je niet tegenspreken. Het was háár interview.

Het laatste, blijkt nu, maar dat lag op dat moment beslist niet in de lijn der verwachtingen. We zouden nog een keer afspreken toch, als ze al die nare chemobehandelingen straks achter de rug had? Als het weer goed zou gaan? Dan kon ze vertellen wat ze allemaal zou gaan doen, want juist door het succesvolle tv-programma Gouden Jaren had ze weer volop plannen en ideeën voor de toekomst.

Het verhaal over die kankerdiagnose, waar Sandra al lange tijd mee getobd moet hebben, wilde ze schrijnend genoeg zo vrolijk en luchtig mogelijk houden. Niet voor zichzelf, ze had het punt bereikt dat ze geen schone schijn meer hoefde op te houden. Maar voor haar ouders, 92 en 97 jaar oud. Het meest vreselijke moment van haar leven was de dag dat ze het aan hén had moeten vertellen.

Positief

Dat het ouderpaar op die hoge leeftijd misschien nog een dochter moest gaan verliezen, daar lag ze ’s nachts van wakker. Het verdriet dat deze twee, toch al zo breekbaar, voor hun kiezen kregen deed haar meer pijn dan de kanker zelf. Ook daarom hield ze de boodschap positief en opgewekt. Ze zou beter gaan worden, punt! En als ze met die vaste overtuiging niet alleen haar ouders maar ook zichzelf een hart onder de riem stak, was dat mooi meegenomen.

Het heeft alleen niet mogen baten. Van één ding was ze wel heel zeker: „Ik heb een fantastisch leven gehad. Alles eruit gehaald wat erin zat. En voor nu komt mijn Indische kant naar boven: kom, we doen gezellig en zetten de schouders eronder.”

Privé

7 juni 2017

10897356254?profile=original

ZANGERES EN TV-PERSOONLIJKHEID TOT HET LAATST    VOL HOOP EN MOOIE PLANNEN 

Dood overviel SANDRA  in anderhalve week

Waarschijnlijk was ze zieker dan ze zelf wilde inzien, maar dat SANDRA REEMER (1950-2017) zo snel zou overlijden aan de ziekte die haar trof, heeft zijzelf nooit kunnen denken. Vol vertrouwen in haar artsen en een goede afloop, ruimde ze - vandaag twee weken geleden - met ADDY VAN DEN KROMMENACKER haar garderobe op. Een avond die veel emoties losmaakte omdat aan elk kledingstuk een verhaal zat…

De dood van SANDRA REEMER, op slechts 66-jarige leeftijd, overviel gisteren de Nederlandse showbizzwereld, zoals zijzelf pas anderhalve week geleden moet zijn overvallen door het nieuws dat haar ziekte niet alleen was teruggekeerd, maar dat ook haar kansen waren gekeerd.

„Toch bleef zij tot het laatst positief en geloven in een goed einde”, zegt haar manager RIK LUIJCX, die de droeve taak had het nieuws van haar overlijden namens de familie bekend te maken.

’Beste vriend’ en couturier ADDY VAN DEN KROMMENACKER had zondagavond nog contact met Sandra. „Ik ben nu in goede handen”, zei ze hem, nadat zij was opgenomen in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis en zo dankbaar was voor de zorg die zij daar kreeg. „Ik had geen idee dat het de laatste keer was we contact zouden hebben”, zegt hij vanuit Florence. „Ze wenste me nog een mooie show.”

ALBERT VERLINDE, die Sandra kent uit Den Bosch, zag haar eind maart voor het laatst op de Nationale Boomplantdag, waarvoor zij zich gezamenlijk inzetten. „Het viel me weer op hoe prachtig ze eruit zag, maar ze was waarschijnlijk zieker dan ze zelf wilde inzien. Wat me trof was dat positieve, wat Sandra zo typeerde. Ze was een bijzondere vrouw, hoor. Presentatrice, zangeres, met terugwerkende kracht denk je nu: wat was ze veel eigenlijk! Ze heeft vaker meegedaan aan het Songfestival dan wie ook. Daarnaast wist ze heel veel van kunst en literatuur. Op de Tefaf in Maastricht, waar we eens waren, noemde ze van bijna elk werk de schilder. Wat ben ik geschrokken, het is zo vlug gegaan…”

Haar zusje MARINA REEMER: „We zijn kapot. Het is veel te snel gegaan. En wat heb ik een respect voor haar, hoe sterk zij zich hield naar mijn ouders en naar ons. Ze was op.”

Succes

Hoe anders zag het leven er nog maar enkele weken geleden uit voor Sandra Reemer die, nadat haar ziekte zich naar het zich liet aanzien met succes was bestreden, juist weer zo positief vooruitkeek. Via sociale media dankte zij opgewekt fans en mensen op straat voor alle goede wensen en blijken van liefde die zij had mogen ontvangen.

Ze had een belangrijke knoop doorgehakt. Sandra had besloten de prachtige boerderij onder de rook van Den Bosch, waar zij jarenlang gelukkig was met enige echtgenoot FERDI BOLLAND en na haar scheiding van hem in 1991 bleef wonen, te verkopen. Bolland reageerde gisteravond geschokt. De twee hadden weinig contact meer en hij heeft niet geweten hoe ernstig ziek zijn ex-vrouw was.

Sandra had haar oog laten vallen op een appartement in hartje ’s-Hertogenbosch en verheugde zich er enorm op om verlost te zijn van haar enorme huis, dat zo onderhoudsgevoelig was en zo afgelegen was. Straks zou zij zomaar even binnen kunnen lopen bij Addy, een boodschap kunnen doen zonder eerst in de auto te stappen, en weer onder de mensen te zijn. Bovendien zat zij dichterbij haar ouders, beiden in de negentig. „Die waren haar alles”, zegt iedereen die Privé spreekt, onder wie Addy: „De band tussen Sandra, haar ouders en familie, die was zo hecht en bijzonder…”

Het publiek kreeg er iets van mee, toen Sandra hen beiden vorig jaar nog ondersteunde op de Dam, tijdens de Nationale Dodenherdenking. Waardig en indrukwekkend begeleidde zij daar haar vader en moeder die in Nederlands-Indië zo hadden geleden onder de Japanse bezetting. Het zou één van de laatste keren zijn dat Sandra in het openbaar verscheen. Later in 2016 ontdekte zij een knobbeltje in de borst, waarmee zij nog maanden bleef doorlopen. Pas na haar deelname aan het Omroep MAX-programma Gouden Jaren, waarvoor zij met onder andere BEN CRAMER en CARRY TEFSEN terugkeerde naar Indonesië, besloot zij het advies van haar dokter op te volgen en specialistische hulp te zoeken.

„Over de behandeling was zij zo enthousiast”, zegt manager Luijcx. „Hoe vaak ze niet vertelde hoe blij ze was met juist déze artsen bij wie zij terecht was gekomen. Daarom kon zij ook zo positief blijven.”

Shock

Hoewel nog in shock door het nieuws van het plotselinge overlijden van Sandra, beseft Addy dat hij bijna veertig jaar vriendschap op een bijzondere manier heeft afgesloten. Hij vertelt Privé: „Anderhalve week geleden was ik bij haar, omdat ze een keer door die enorme kledingkasten van haar heen wilde. Op de boerderij zijn we toen een hele avond bezig geweest met uitzoeken wat mee moest naar het nieuwe huis, wat er weg kon, en wat ik ergens zou opslaan. Al die pakken, al die herinneringen aan Wedden Dat..?, waar ze natuurlijk schitterde naast JOS BRINK, en Sterrenslag, alles kwam weer boven. Al die jaren trokken aan ons voorbij. Bij alles wist ik nog wanneer zij het had gedragen en wat ik niet wist, vulde zij aan. Ik werd er heel emotioneel van. Nee, zij niet zo, besef ik nu. Niet dat ze iets afgesloten had, want ze was vast van plan te gaan verhuizen en keek daar erg naar uit. Maar, ik weet het niet… Afwezig is het woord ook niet. Ze had het gewoon niet graag over haar ziekte. We praatten er wel over, maar altijd in het positieve. Ze zou er echt wel bovenop komen met al die liefde die ze kreeg en voelde. Met negativiteit wilde ze niets te maken hebben, daar schoot je niks mee op. Opgewekt zijn, dat was het allerbelangrijkste.”

Addy kijkt verdrietig, maar dankbaar terug op bijna veertig jaar intense vriendschap. „Ik heb nooit ook maar één keer ruzie of spanningen met haar gehad, daar was ze ook de vrouw niet naar. Ik heb haar leren kennen in 1980, kort nadat ze met Colorado aan het Eurovisie Songfestival had meegedaan. We vonden dezelfde kleding mooi en toen ze kort daarna al die presentatieklussen kreeg, vroeg ze mij haar te kleden. Ze heeft mij bekend gemaakt en ze bleef me trouw. In die tijd wilde elke couturier haar als klant. Maar ze zei: „Nee, ik heb Addy!”

Het grote verdriet in haar leven, de scheiding van Ferdi Bolland, verliep geruisloos. Eensgezind en vastbesloten vrienden te blijven, deden ze gezamenlijk en eenmalig hun verhaal. En het gekrakeel rond de Dutch Diva’s met MARGA BULT en SJOUKJE SMIT leek meestal meer eenrichtingverkeer, doordat Sandra zich niet uit de tent liet lokken en niet op hun verwijten inging. Gisteren was Marga overigens een van de eersten die via Facebook vertelde ’enorm geschrokken en stil te zijn door het nieuws over muziek-collega en presentatrice Sandra Reemer.’

Ben Cramer, die Sandra weer langere tijd meemaakte tijdens de Indonesiëreis, raakte daar onder de indruk van haar. Hij zegt: „Ze sprak niet over haar ziekte. Pas toen ze al maanden terug was, heeft ze het ons verteld tijdens een reünie, ze was bang dat het programma anders dáárover zou gaan. Twee weken geleden zei ze me nog dat het allemaal goed zou komen en dat ze zin had in ons plan om samen een theaterprogramma te gaan maken met LAURENS VAN ROOIJEN, die ook mee was. Dat hadden we daar met z’n drieën bedacht. En nu dit… Ik ben me kapot geschrokken.”

Addy kan er met zijn verstand niet bij dat hij vandaag terugkeert in Nederland en Sandra, na het opruimen van haar garderobe, daar nooit meer zal zien: „Toen ik zondag eerst naar Roemenië vloog om vervolgens naar Italië door te gaan, voelde ik me niet zo lekker. Ze wenste míj daarop desondanks een goede show en heel veel beterschap. Dat beterschap, dat is dus het laatste wat ik van haar heb gehoord…”

Lees verder…

10897381070?profile=original10897381870?profile=original

10897381895?profile=original

10897382301?profile=original

10897383456?profile=original

10897383486?profile=original

Het volledig team en deskundig ICM platform staan klaar om al Uw Indische vraagstukken te beantwoorden op de aanstaande pasar malam; - WUV, - Wubo - Bersiap - KNIL betalingen - Traktaat van Wassenaar,
-  AOR de Vergeten Indische Oudjes in Indonesie (Omroep Max) 
- of de overige Indische vraagstukken.

Uiteraard kan u zich gelijk inschrijven als deelnemer voor de Claimstichting ACTW66 (traktaat van Wassenaar).

10897384072?profile=original

Hoe essentieel de rol van ICM in de Indische samenleving is blijkt wel, dat in eerste instantie wekelijks door ruim 250.000 bezoekjes wordt vereerd, maar belangrijk is de rol die het journalistiek vervult, dat velen de redactie benaderen, dat wordt gesteund door materie deskundigen en juristen die op alle bronnen onderzoek doen, zodat geheel onafhankelijk mogelijk de lezers worden geinformeerd. A) Dit vertaalt zich dat vele Indischen ICM stand aandoen op de pasar malams maar tegelijk ook relevantie informatie komen brengen.

Zoals onlangs een Weduwe van een Kniller kwam met goede nieuws dat zij haar aanvraag bij SVB deed en binnen een week haar € 25,000 op bank werd gestort.

10897383878?profile=originalOproep aan na bestanden (weduwen)die KNIL - uitbetaling nog niet hebben ontvangen.



Op zondag op de Pasar Malam in Ahoy, meldde zich een mevrouw bij ICM stands  die met haar naam niet op de ICM krant wil. Zij deelde mede dat haar  man…

Doorgaan

Dan komt 1 van onze advocaten ( mede delegatie van ACTW66) met het nieuws om in aanmerking te komen voor het AOR de  rechter heeft gevonnist voor een  dame woonachtig in de republiek Indonesia  de uitkering AOR  toekent op basis van haar Nederlandse Nationaliteit. Dit maakt de weg vrij voor de "Vergeten Indische Groep, beter bekend onder het programma van Omroep MAx" , schatting ruim 40.000 oudjes ! Kennelijk heeft deze Rechter de bizar vreselijke beelden gezien. 

10897383492?profile=originalWeer goed nieuws op ICM - Een Indische vrouw woont in Indonesië. Zij heeft de AOR aangevraagd bij de SVB.



De Aor is een oorlogsuitkering, zoals de Wubo. De aanvraag werd in eerste instantie afgewezen, voor de in  woonachtig in de republiek  Indonesië. Ze tekent bezwaar aan wederom afgewezen. Uiteindelijk gaat ze in beroep bij de rechter. De rechter stelde in het vonnis haar in het gelijke, dus gewonnen. Deze rechter heeft beslist in het vonnis dat de vrouw in kwestie in  bezit is van de Nederlandse Nationaliteit,  dat ze in de…  Doorgaan

ICM Press Release for Mr. Joko Widodo – President of the Republic Indonesia, aangaande het traktaat van Wassenaar persoonlijk op de hoogte gebracht.

10897335872?profile=original10897336270?profile=original

Het is gelukt om even een momentje met Jokowi van gedachten te wisselen! "Aku djuga orang Betawi ",  "Apa ini disini  ! " en waren vijf minuten verder, overhandigde ICM Presss Release, en ICT Informatieplan Jakarta Baru Masterplan.

Op zij lijn gaf Hans de Boer een knipoog ! 

Met dank Hans de Boer, Lilianne Ploumen, en KBRI allen dragen ICM een warm hart toe!

Zie ICM Press Release zoals beloofd, de eerste mijlpaal is geslagen voor het vervolg!  

Doorgaan

10897385453?profile=originalIk zei tegen Cola Bleeker eigenlijk heb ik geen zin meer, al mijn werk ligt stil als ik op de  pasar sta, met alle voorbereidingen ! Cola Bleeker "Ferry kan je niet maken, de Indische krant mag nimmer ontbreken op de pasar malams "!!! Ok, dan nog een jaartje ...........................

Lees verder…

Indische gemeenschap krijgt extra bijdrage voor zorg en herdenking

Woensdag 18 april 2018, Het laatste nieuws het eerst op NU.nl
Het kabinet trekt extra geld uit voor de Indische gemeenschap in Nederland. De bijdrage is bedoeld voor een ontmoetings- en herinneringsplek in Den Haag, zorg en herdenkingsactiviteiten.

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) spreekt in een Kamerbrief van een ''collectieve erkenning''. Jaarlijks gaat het tot 2022 om 1,5 miljoen euro en vanaf dat jaar ieder jaar structureel om een bijdrage van 1 miljoen.

Na de Tweede Wereldoorlog waarbij Nederlands-Indië werd bezet door Japan en de onafhankelijkheid van Indonesië, kwamen honderdduizenden mensen uit de kolonie naar Nederland. Vaak waren zij ontheemd, berooid en getraumatiseerd.


Afspraken

Van Rijn heeft afspraken gemaakt met onder meer welzijnsorganisatie Stichting Pelita, koepelorganisatie Indisch Platform en Stichting Herdenking 15 augustus 1945.

In Den Haag komt een 'Indische pleisterplaats'. Het is de bedoeling dat het Indisch Herinneringscentrum, het Moluks Historisch Museum, het Indisch Platform en Stichting Herdenking 15 Augustus 1945 zich vestigen in een statig pand aan de Haagse Sophialaan.

Een voorganger van de 'pleisterplaats', het Indisch Huis, ging in 2006 ten onder aan wanbeheer. Om herhaling te voorkomen is er volgens Van Rijn goed gekeken naar de financiële plannen en zijn er duidelijke afspraken over de verantwoording.


Verleden

Ook komt er meer aandacht voor de speciale zorg voor ouderen. Velen hebben een traumatisch verleden met geweld en oorlog en daarbij ook een (deels) niet-Nederlandse culturele achtergrond.

Tot slot is er geld voor herdenken, zoals de Nationale Herdenking op 15 augustus, maar ook een virtueel Indisch monument met oorlogsverhalen en namen van slachtoffers.

Het kabinet besloot in 2015 al tot betaling in de slepende backpay-kwestie: achterstallige salarissen van ambtenaren en militairen uit Nederlands-Indië tijdens de Japanse bezetting die tot woede van de Indische gemeenschap nooit waren uitbetaald. Die regeling gold alleen voor nog levende betrokkenen.

Lees verder…

10897383492?profile=originalWeer goed nieuws op ICM - Een Indische vrouw woont in Indonesië. Zij heeft de AOR aangevraagd bij de SVB.

De Aor is een oorlogsuitkering, zoals de Wubo. De aanvraag werd in eerste instantie afgewezen, voor de in  woonachtig in de republiek  Indonesië. Ze tekent bezwaar aan wederom afgewezen. Uiteindelijk gaat ze in beroep bij de rechter. De rechter stelde in het vonnis haar in het gelijke, dus gewonnen. Deze rechter heeft beslist in het vonnis dat de vrouw in kwestie in  bezit is van de Nederlandse Nationaliteit,  dat ze in de republiek Indonesië woont, maakt niets bij AOR uit. De rechter heeft de uitspraak gedaan op 3 augustus 2017.

Ruim jaren is de zorg van ruim 400-600  Indische oudjes door private instellingen gedaan door o.a. Halin, Teman Teman van Franchine en Max maakt mogelijk. Advocaat Peggy Lequillier nam Ferry Schwab van ICM in hand mede om te publiceren, en ICM veel relaties / contacten heeft.  Daarbij komt dat Stellar Events organisator van de pasar Malam Nieuwegein dit project in Indonesie steunt, dus voor de hand was om direct tot actie over te gaan. Uit de bespreking kwamen een tal van problemen aan de orde o.a. het beheer van de gelden dat ondoenlijk is om het geld zo over de schutting te gooien. Net als in Nederland , er zal een soort organisatie moeten komen die de eerder genoemde private organisaties verder steunt zoal bij de PGB's het geval is. Nu worden tussen de 400-600 Indische oudjes verzorgd door Teman Teman van Franchine en Halin. De volgende zorg is om de resterende Indische oudjes te bereiken. Op dit moment wordt eerst verder de zaken onderzocht hoe realistisch deze AOR uitkering in de uitvoering hiervan is en wordt voorgelegd gezamenlijk door ICM en Peggy Lesquiller aan Staatssecretaris van VWS.

CONCLUSIE:

alle aanvragen die voor 1-1-2019 worden ingediend BIJ DE SVB  en worden toegekend,  worden betaald met terugwerkende kracht tot 1-10-2017.

DUS: VRAAG (OPNIEUW) DE AOR AAN.
EN GEEF DEZE INFO DOOR AAN JE INDO FAMILIE !

Aldus,
Peggy Lesquillier, 
advokaat
tel. 00-31-(0) 30 2896009.

 

AOR home

De Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) biedt financiële ondersteuning aan Nederlandse burgers en dienstplichtigen die in de Tweede Wereldoorlog in Azië oorlogsletsel hebben opgelopen in de periode tussen december 1941 en februari 1954. Weduwen en weduwnaars van burger-oorlogsslachtoffers die door oorlogsletsel zijn overleden, kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden voor financiële ondersteuning in aanmerking komen.

 

Redactie ICM)

Met deze uitspraak lijkt op voorhand dat de ruim naar schatting 40.000 Indische oudjes met Nederlands Nationaliteit, beter bekend de vergeten groep Indische oudjes van  het programma op omroep Max, hiervoor ook in aanmerking  te kunnen komen, de hoop uit spreken dat ze desondanks de papieren kwijt zijn, toch ergens geregistreerd staan als Nederlandse burger, 1 ding de Nederlandse taal beheersen veel beter dan de vluchtelingen en asielzoekers waar veel geld wordt geinvesteerd om de Nederlandse taal te leren spreken, laat dit de toets zijn om hun AOR toe te kennen.

_______________________________________________________________________________________________

ECLI:NL:CRVB:2017:2681

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
03-08-2017
Datum publicatie
04-08-2017
Zaaknummer
15-1677 AOR
Rechtsgebieden
Socialezekerheidsrecht
Bijzondere kenmerken
Eerste en enige aanleg
Inhoudsindicatie

Weigering AOR-toekenningen. Voor het op voorhand uitsluiten van aanvragers vanwege het ten tijde van de aanvraag woonachtig zijn in Indonesië, valt geen grondslag in het recht te vinden.

Vindplaatsen
Rechtspraak.nl 
Verrijkte uitspraak

Uitspraak

15/1677 AOR

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen partijen en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade

Partijen:

[Appellante] te Indonesië (appellante)

de Pensioen- en Uitkeringsraad (verweerder)

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie)

Datum uitspraak: 3 augustus 2017

PROCESVERLOOP

In verband met een wijziging van taken, zoals neergelegd in de Wet van 17 december 2014 tot wijziging van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

(Stb. 2014, 583), is in deze zaak de Pensioen- en Uitkeringsraad in de plaats getreden van de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (CAOR). Waar in deze uitspraak wordt gesproken van verweerder wordt daaronder in voorkomend geval (mede) de

- voormalige - CAOR verstaan.

Namens appellante heeft mr. J.C.M. van Berkel, advocaat, beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 12 februari 2015, kenmerk BZ01811960 (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (AOR).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting door de enkelvoudige kamer heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2016. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Van Berkel. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.

De Raad heeft het onderzoek heropend teneinde verweerder in de gelegenheid te stellen nader onderzoek te doen naar de nationaliteit van appellante.

Op 20 maart 2017 heeft verweerder de Raad in kennis gesteld van de resultaten van het bedoelde onderzoek.

De Raad heeft de zaak verwezen naar een meervoudige kamer.

Het onderzoek ter zitting is hervat op 29 juni 2017. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Van Berkel. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.L. van de Wiel.

OVERWEGINGEN

1.1.

Appellante is woonachtig in Indonesië. Zij heeft op 25 juni 2014 een aanvraag om toekenningen op grond van de AOR ingediend. Bij besluit van 4 juli 2014 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Deze afwijzing is als volgt toegelicht. Eén van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor voorzieningen op grond van de AOR is dat de aanvrager op de datum van de aanvraag niet woonachtig is binnen het grondgebied van de republiek Indonesië. Uit de aanvraag van appellante blijkt dat zij woonachtig is te [plaatsnaam] , Indonesië. Daarom is verweerder genoodzaakt de aanvraag af te wijzen.

1.2.

Appellante heeft tegen het besluit van 4 juli 2014 bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.

2. Appellante stelt zich op het standpunt dat er geen grond is om haar vanwege haar woonplaats de voorzieningen op grond van de AOR te onthouden.

3. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

3.1.

Uit het ter zake door verweerder verrichte onderzoek is gebleken dat appellante beschikt over de Nederlandse nationaliteit.

3.2.

Het op de datum van de aanvraag wonen buiten de republiek Indonesië is geen voorwaarde om voor toekenningen krachtens de AOR in aanmerking te komen. Nergens in de AOR is zo’n voorwaarde terug te vinden. Wie ten tijde van zijn aanvraag woonachtig is in Indonesië, kan dus niet op die grond van toepassing van de AOR worden uitgesloten. Anders dan zou kunnen worden opgemaakt uit het besluit van 4 juli 2014, onderkent verweerder dat. Verweerder stelt zich echter op het standpunt dat aanvragers die ten tijde van hun aanvraag in de republiek Indonesië wonen, moeten trachten hun eventuele AOR-aanspraken in dat land te verwezenlijken.

3.3.

Verweerder beroept zich in dit verband op de zogeheten Aide Memoire van 12 januari 1954, waarbij is overeengekomen dat Nederland met ingang van 1 februari 1954 de uitbetaling aan rechthebbenden met de Nederlandse nationaliteit van reeds toegekende uitkeringen op zich neemt. Dit betrof ook uitbetalingen aan rechthebbenden in Indonesië. Indonesië zou volgens deze overeenkomst alle overige verplichtingen, dat wil zeggen de behandeling van nieuwe aanvragen, op zich nemen. Daar is het evenwel niet of nauwelijks meer van gekomen, want na de instelling van de CAOR bij besluit van 3 juni 1954 heeft Nederland ook de behandeling van nieuwe aanvragen aan zich getrokken, uitgezonderd dus aanvragen van personen die woonachtig zijn in Indonesië. Artikel 1, aanhef en onder a, van het genoemde instellingsbesluit, bedeelt de uitvoering van de AOR voor zover het gaat om personen met de Nederlandse nationaliteit volledig aan de CAOR toe en rekent het “nemen van beschikkingen” uitdrukkelijk tot haar taak.

3.4.

Het overwogene onder 3.2 en 3.3 kan tot geen andere conclusie leiden dan dat er voor het op voorhand uitsluiten van aanvragers vanwege het ten tijde van de aanvraag woonachtig zijn in Indonesië, geen grondslag in het recht valt te vinden. Die grondslag is in de eerste plaats niet gelegen in de Aide Memoire van 12 januari 1954, die immers mede betrekking had op personen, woonachtig in de republiek Indonesië. Zij is evenmin te vinden in het besluit tot instelling van de CAOR, waarin niets staat over het uitsluiten van aanvragers die woonachtig zijn in Indonesië. Voor zover verweerder zich op het standpunt heeft willen stellen dat Nederland strikt genomen tot op de dag van vandaag überhaupt niet verplicht is om nieuwe aanvragen krachtens de AOR in behandeling te nemen, en dat daarom zo’n verplichting ook niet kan worden aangenomen ten aanzien van aanvragers die ten tijde van hun aanvraag in Indonesië wonen, kan dat betoog niet slagen. De bestaande uitvoeringspraktijk houdt in dat de behandeling van nieuwe aanvragen, afgezien van de aanvragen uit Indonesië, wel degelijk door Nederland ter hand wordt genomen. Het afwijzen van aanvragen op de enkele grond dat de aanvrager op het moment van de aanvraag in Indonesië woont komt, als dat al niet in strijd met de regelgeving is te achten, op zijn minst in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

3.5.

Het betoog van appellante slaagt dus. Het beroep is gegrond. De Raad zal het bestreden besluit vernietigen. Nu de behandeling van de aanvraag, met inbegrip van de voor besluitvorming benodigde onderzoeken, nog volledig gestalte moet krijgen, ligt definitieve geschilbeslechting niet binnen het bereik van de Raad. De Raad zal daarom verweerder opdragen om, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen.

4. Appellante heeft verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

4.1.

In zaken zoals deze, waarin het primaire besluit is genomen na 1 februari 2014, is de redelijke termijn voor een procedure in twee instanties in beginsel niet overschreden als die procedure in haar geheel niet langer dan twee jaar in beslag heeft genomen (zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:188). Daarbij geldt dat in beginsel het bezwaar binnen een half jaar en het beroep binnen anderhalf jaar zouden moeten worden afgehandeld. Verder bedraagt de schadevergoeding € 500,- per half jaar overschrijding.

4.2.

Vanaf de datum van de ontvangst van het bezwaarschrift op 7 augustus 2014 tot de datum van deze uitspraak heeft de procedure bijna drie jaar geduurd. Er is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met (afgerond) twaalf maanden. Dat leidt tot een schadevergoeding van € 1.000,-. Van deze overschrijding is, afgerond, een maand toe te rekenen aan de bestuurlijke fase. Voor het overige is de overschrijding toe te rekenen aan de rechterlijke fase. Voor berekening van het bedrag van de schadevergoeding dat voor rekening komt van verweerder respectievelijk van de Staat wordt de methode gevolgd die is uiteengezet in de arresten van de Hoge Raad van 19 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:252) en van 24 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:292). Verweerder wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellante tot een bedrag van € 83,- (1/12 deel van

€ 1.000,-). De Staat wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellante tot een bedrag van € 917,- (11/12 deel van € 1.000,-).

5. Het voorgaande geeft aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten van appellante, tot een bedrag van € 990,- in bezwaar en een bedrag van € 990,- in beroep, voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;

- draagt verweerder op om, met inachtneming van deze uitspraak, een nieuwe beslissing te

nemen op het bezwaar tegen het besluit van 4 juli 2014;

- veroordeelt de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie) tot betaling aan

appellante van vergoeding van schade tot een bedrag van € 917,-;

- veroordeelt verweerder tot betaling aan appellante van vergoeding van schade tot een

bedrag van € 83,-;

- veroordeelt verweerder in de kosten van appellante, tot een bedrag van € 1.980,-;

- bepaalt dat verweerder appellante het door haar in beroep betaalde griffierecht ten bedrage

van € 45,- vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend als voorzitter en C.H. Bangma en

M. Kraefft als leden, in tegenwoordigheid van L.V. van Donk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 augustus 2017.

(getekend) B.J. van de Griend

(getekend) L.V. van Donk

Lees verder…

10897316487?profile=originalARCHIEF ICM: Mark Rutte hoe zit met Verdrag Traktaat van Wassenaar 1966, dat tussen Nederland en de republiek Indonesie is gesloten?

Op NPO – I  zondag 10 januari bij de uitzending van Buitenhof leek het er op dat machine campagne van de VVD al op volle toeren te draaien.  Nederland is weer bij de top rancking als om de kredietwaardigheid gaat, de economie groeit gestaag, de werkloosheid is gestabiliseerd, en vluchtelingenproblematiek lijkt te zijn gestroomlijnd.

“Nederland is 1 van de weinige landen in Europa die naar buiten gekeerd is”, aldus Mark Rutte, “wij zijn een handelsland, net als Zweden. Wij moeten het van handelsverdragen hebben, en wat het referendum betreft van de Oekraïne,  is absoluut niet een poging tot toetreding tot Europa, is een handelsverdrag”.

Witteman en de collega’s konden als journalisten geen speld er tussen krijgen.

“Nederland moet het van Handelsverdragen hebben”!

Maar hoe zit het dan met het Verdrag van Wassenaar Mark Rutte?

Zijn dat ook details als keuze om hier de scope er niet op te zetten net als die deal van Teven? Nota bene uw collega Halbe Zijlstra heeft zijn tanden er in gezet toen de VVD in de oppositie zie de beelden http://icmonline.ning.com/video/reportage-ip-manisfestatie-ip

 Dit heeft kennelijk destijds veel Indische stemmen opgeleverd met een populatie van 1,4 miljoen. Helaas Halbe Zijlstra werd door AB Klink het bos ingestuurd, en nooit is er behoorlijk antwoord hierop komen tot op de dag van heden.

In maart 2015 heeft het Actie Comité TvW-66 in een brief aan Bert Koenders geschreven waarin hij wordt geïnformeerd dat deze zaak aan de kaak wordt gesteld,  en dat JAT (Jakarta Advocaten Team) deze zaak namens de Indische Gemeenschap gaat behartigen om tot uitbetalingen te komen. Enige eis die JAT stelde aan Actie Comité TvW-66 handtekeningen.  Inmiddels zijn de handtekeningen overgedragen uit de gehouden petitie, de petitie zal voor onbepaalde tijd blijven doorlopen. Kopie van deze brief werd aan uw collega Halbe Zijlstra mede gestuurd, die gelijk met het antwoord kwam dat hij breder in de fractie gaat brengen, met advies om ook aan de overige fracties te sturen.

Het is nog al wat,  een Verdrag met natie als republiek Indonesië die door NL regering ruim 50 jaren niet is nagekomen in de uitvoering. Een natie met hoog percentage groeiende economie van ruim 8%.

 Het verdrag hield in o.a. dat oud-president Soekarno betaald 689 miljoen dit ter compensatie om de Indische Nederlanders (341.000) die moesten “vluchten” uit voormalige Indie voor het verlies van al hun bezittingen, banktegoeden en zij meer. Deze 689 miljoen is inmiddels in waarde gestegen tot 2,4 miljard.

Het “vluchten” heeft te maken als tegenreactie op de gepleegde oorlogsmidaden door Nederland, oud-president Soekarno deze groep in bescherming moest nemen tegen de Indonesische bevolking (permuda’s) . Vooraf had het Japanse leger bij de capitulatie dit op zich moeten nemen, vluchtelingen dus!

Wat heeft Nederland 70 jaren met deze "Indische vluchtelingen" gedaan ?

Hoe kijk de Minister president hier tegen aan met grote smet op de Nederlandse vlag?

Van de journalisten in programma Buitenhof helemaal een afgang wetende dat KNIL – debacle zich net heeft voltrokken onder de Staatssecretaris Martin van Rijn nog geen 14 dagen geleden.

 Een goede journalist,  heer Witteman,  had juist een dergelijk verdrag aan de kaak gesteld waar het imago van Nederland ludiek prijkt over de wereld en flinke deuk zal oplopen, moge duidelijk zijn, en zeker wanneer Brussel dit ter ore komt. Nog niet gesproken als Jokowi president van republiek van Indonesie hier vragen over gaat stellen;

Waarom heeft na 50 jaren de Indische Gemeenschap deze compensatie nog steeds niet ontvangen. Zal de rancking en imago van dit handelsland niet worden aangetast zo worden beschadigd. Net als de deal van Teven weer een dramatische keuze voor de VVD, die niet werd genoemd,

In het programma van Buitenhof van zondag 10 december.

http://programma.vpro.nl/buitenhof/afleveringen/2016/buitenhof-10-j...

 

======================================================================================


10897237288?profile=original10897237700?profile=original

INDISCHE PETITIE  TvW’66                            

Indische zaak - Het Traktaat van10897237288?profile=originalWassenaar 1966 

Hier Onderteken petitie   < of >    Kijken wie er getekend hebben

< of >   Laatste Updates

Lees verder…

Griselda Molemans wekt valse hoop Indische-Nederlanders

portret_PeterK.jpg
In De Volkskrant van 18 maart jl. verscheen een artikel van Lidy Nicolasen onder de alarmerende kop 'Indiëgangers hebben nog miljoenen tegoed'. Het was gewijd aan het nieuwe boek van journalist Griselda Molemans Opgevangen in andijvielucht. Peter Keppy, senior onderzoeker bij het NIOD, is het niet eens met Molemans' werkwijze en conclusies.

Het boek Opgevangen in andijvielucht begint met een invoelend geschreven relaas over de kille opvang van Indische-Nederlanders in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Maar de epiloog lijkt een ander boek. Molemans’ verontwaardiging over misstanden bij de opvang ontaardt aan het slot van haar boek namelijk in een slecht gefundeerde en warrige aanklacht tegen instanties, personen en onderzoekscommissies. Zij harkt het Indische repertoire van oorlog gerelateerde kwesties bijeen (veronderstelde verdwenen banktegoeden, niet uitbetaalde salarissen van KNIL-militairen, het uitblijven van schadevergoeding). Volgens Molemans liggen er nog ergens door Indische-Nederlanders niet-opgeëiste miljoenen. Zij slaagt er echter niet in dit hard te maken; erger nog: haar epiloog vertroebelt wat we al weten.

Ongenoegen

Molemans' ongenoegen lijkt een echo uit de midden-jaren negentig. Er was een discussie gaande over Joodse tegoeden. Minister van Financiën Gerrit Zalm schokte de Indische gemeenschap met de uitspraak dat de Nederlandse regering niet op ‘Indisch geld’ zat. Onder druk van het Indisch Platform, een overkoepelend orgaan van Indische belangenorganisaties, besloot de Nederlandse regering in 1998 tot onderzoek naar bank- en verzekeringstegoeden van Indische-Nederlanders.

Ik maakte deel uit van het onderzoeksteam van historici dat werd bijgestaan door enkele bancaire en juridische experts (bekend als de Commissie van Galen). Gedreven om aan te tonen dat Zalm het wel eens mis zou kunnen hebben, togen we aan het werk. We veronderstelden dat Indische-Nederlanders als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1942-1945) en de daarop volgende Indonesische revolutie (1945-1949) waren beroofd van banktegoeden en verzekeringsgelden en dat de Nederlandse en Nederlands-Indische overheid nalatig waren geweest.

Onze aanname bleek niet te kloppen. We vonden geen aanwijzingen voor bij financiële instellingen geparkeerde miljoenen, noch een grote groep rechthebbenden die daar na de oorlog aanspraak op zou kunnen maken. Wel vonden we bewijzen dat zowel overheden als banken en verzekeringsmaatschappijen die uitbetaling tijdelijk, en in een klein aantal gevallen zelfs permanent, hadden verhinderd. In 1955 was er sprake van dertig rechthebbenden die door twee Canadese levensverzekeringsmaatschappijen waren benadeeld. 

Molemans' miljoenen

Hoe zit het dan met Molemans’ miljoenen verdwenen bank- en verzekeringstegoeden? Volgens haar geeft een document van de Federal Reserve in New York, gedateerd juni 1945, antwoord op de verzekeringskwestie. Zij betoogt dat dit document aantoont dat het mogelijk is onderzoek te doen naar individuele gevallen van niet-uitgekeerde verzekeringen, hetgeen door de Commissie van Galen is bestreden. Het document toont volgens Molemans dat in 1938 de zeventien grootste verzekeraars in Nederlands-Indië voor 251,8 miljoen gulden aan levensverzekeringen verkochten.

Als Molemans meent dat onderzoek naar gedupeerden uitvoerbaar is op basis van dit document, waarom heeft zij dit dan niet gedaan? Het antwoord is eenvoudig. Niemand kan op basis van dit enkele document uitleggen hoe levensverzekeringen ná juni 1945 zijn afgewikkeld. Het geeft slechts een inventarisatie van de stand van zaken in 1938. De Commissie van Galen daarentegen heeft in 2000 wel het antwoord gegeven op de vraag hoe in de context van de in augustus 1945 uitgebroken Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en de soevereiniteitsoverdracht van 1949 levensverzekeringen en banktegoeden zijn afgewikkeld. Dat Molemans deze onderzoeksuitkomsten negeert is lichtzinnig. Haar suggestie van het bestaan van niet-opgeëiste miljoenen wekt valse hoop bij Indische oorlogsslachtoffers en nabestaanden over de kansen op vergoeding van materiële en immateriële schade. Dat is regelrecht kwalijk.

Molemans wil meerdere rekeningen vereffenen, maar het effectbejag in haar epiloog zit dat in de weg. Het principe van hoor en wederhoor is zoek. Collega-historici publiceerden over de kille opvang van Indische-Nederlanders, over minister van Financiën Lieftinck die in de naoorlogse jaren zijn hand stijf op de knip hield, over de achterstallige salarissen van voormalige KNIL-soldaten, uitgebleven schadevergoeding, en de strijd voor erkenning van leed en onrecht.
De boekenkast is inmiddels goed gevuld, maar we vinden deze bevindingen en titels niet terug bij Molemans. Onderzoeker Lizzy van Leeuwen poneerde de prikkelende stelling dat “Indische cultuur en identiteit zijn gaan behoren tot de groeiende cluster van mythen, legenden en broodje-aapverhalen”. Molemans doet haar duit onbeschaamd in dat zakje.

Verder lezen:

Door: Peter Keppy
Lees verder…

Indonesisch kolonialisme mag? aldus Nino Solisa

10897287060?profile=originalIndonesisch kolonialisme mag? door: Nino Solisa

Nino Solisa is een student in       de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit van Groningen, waar hij onder andere onderzoek deed naar de vraag of de Zuid Molukken zelfbeschikkingsrecht hadden.                                       De vraag of de Zuid-Molukken   wel of niet zelfbeschikkingsrecht hadden kan volgens Solisa niet zo rechtlijnig beantwoord worden als door historicus Cees Fasseur.

In zijn bijdrage aan O&D van 8 januari dit jaar tracht emeritus hoogleraar Cees Fasseur het recht op zelfbeschikking van de Zuid-Molukken te marginaliseren. Fasseur reageerde op het op 6 januari gepubliceerde artikel van professor Verbon, die oud-premier Dries Van Agt een bijzondere selectiviteit verweet in zijn verontwaardiging over aantasting van internationaal recht. Hiermee neemt de maatschappelijke discussie over de gewelddadige beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977 een interessante wending. Vanuit het licht van de oorspronkelijke discussie lijkt de in Nederlands-Indië geboren Fasseur (oud-collega en intimus van Van Agt) aan het grote publiek duidelijk te willen maken dat de omgekomen Molukse treinkapers streden voor een onjuiste of onhaalbare zaak. Bij het trekken van deze conclusie gaat historicus Fasseur helaas voorbij aan enkele belangrijke historische feiten.

In zijn opiniestuk stelt Fasseur dat aan de Zuid-Molukken geen recht op zelfbeschikking was toebedeeld in de akkoorden die geleid hebben tot de (tot op heden onvoltooide) dekolonisatie van Indonesië. Hij stelde dat er eerst gekeken had moeten worden naar de vervulling van een “intern zelfbeschikkings-recht” binnen de Verenigde Staten van Indonesië. In de gegeven omstandigheden was dit echter volkomen onrealistisch, omdat de Verenigde Staten van Indonesië al snel werden ontmanteld door de voorvechters van de eenheidsstaat van de Republiek Indonesië. De vraag is ook in hoeverre de schriftelijke erkenning van het bestaan van het zelfbeschikkings-recht bij een dergelijk universeel beginsel van internationaal recht vereist kan worden. Des temeer daar, hoewel later uitgewerkt, het recht op zelfbeschikking van volken reeds sinds 1945 was vervat in artikel 1 lid 2 en artikel 55 van het Handvest van de Verenigde Naties. Met het instorten van de Verenigde Staten van Indonesië was er voor het Molukse volk geen andere optie dan een beroep op haar recht op zelfbeschikking. De latere illegale militaire annexatie van het Zuid-Molukse grondgebied kan het Molukse volk juridisch niet onder-werpen aan het Indonesische eenheidsgezag. Hier geldt het beginsel uit het volkenrecht: Ex injuria jus non oritur (uit onrecht ontstaat geen recht).

Dat de Molukken in een conflict enige tijd na de soevereiniteits-overdracht zich voor de uitoefening van een fundamenteel menselijk recht op vrijheid zouden moeten beroepen op een akkoord ondertekend door de vroegere kolonisator en de partij die op het punt stond het Molukse grondgebied militair te annexeren, is ridicuul en volledig in strijd met de geest van dekolonisatie en het internationaal volkenrecht.

De heer Fasseur is daarnaast voorbijgegaan aan de wijze waarop de Zuid-Molukken zijn toegetreden tot de deelstaat Oost-Indonesië. Op 11 maart 1947 heeft de Raad van de Zuid-Molukken besloten voorlopig toe te treden tot de deelstaat Oost-Indonesië, op voorwaarde dat het Zuid-Molukse gewest het recht had uit de deelstaat te treden, wanneer zou blijken dat deze deelstaat Oost-Indonesië de Molukse belangen niet zou kunnen waarborgen. Zowel verleden als ook het heden hebben uitgewezen dat dit laatste werkelijkheid is geworden. De deelstaat Oost-Indonesië kon helaas geen weerstand bieden tegen de in aantocht zijnde eenheidsstaat onder leiding van Soekarno, die reeds in maart 1950 was begonnen deelstaten al dan niet militair aan de eenheidsstaat toe te voegen. Het Molukse bestuur voorzag dat binnen een grote eenheidsstaat de Molukken het zouden moeten ontgelden. Na  een volksbijeenkomst en een daaraan gekoppeld tevergeefs appel op handhaving van de deelstaat Oost-Indonesië, besloot de Raad voor de Zuid-Molukken op 25 april 1950 met spoed gebruik te maken van het vastgelegde recht op uittreding uit de deelstaat en een aanspraak te maken op het aan elk volk toekomende recht op zelfbeschikking. Al snel werd zij aangevallen door de troepen van Soekarno.

Bijna vier maanden later, op      17 augustus 1950, werd de Indonesische Republiek, zoals wij hem nu kennen, uitgeroepen. In dat licht kunnen er nog enige vraagtekens worden gezet bij het bestempelen van de Republik Maluku Selatan (RMS) als zijnde “separatistisch”. Zij bestond immers eerder dan de Republik Indonesia. Het stuk van de heer Cees Fasseur is te beschouwen als een schoolvoorbeeld van het gezegde dat de geschiedenis  altijd wordt geschreven door de (militaire) overwinnaar. Gelukkig laat de toekomst zich nog schrijven. 

Lees verder…

10897284101?profile=originalRecensie “door de ogen van het kind”

 

De vader van een bekende schrijver overleefde het jappenkamp door op zijn tellen te passen en door de macht van het getal de macht over zijn leven in eigen hand te houden (Adriaan van Dis, Indische Duinen).

 

Ellen dat als Indisch kind juist op het verkeerde moment (WAR II, overdracht, bersiap, koele kille ontvangst) en plaats ( Tegal in Het Voormalige Indiër ) het licht van aardse voor het eerst mocht aanschouwen, kreeg haar rugzakje al mee.  Een bestemming met een gave, die zorgde dat ze van bizarre gebeurtenissen even afstand kon nemen van het aardse om te kunnen overleven. Zij kende maar even de liefde van haar ouders waarna zij als een “ stuk vuil " van het ene gezin in andere belandde, waar ze opnieuw haar integriteit moest bewijzen. De aankomst in het kille koele Holland stond niemand aan de kade om haar op te vangen.


Wanneer Ellen door volwassenen wordt gedwongen om zich voor de zoveelste keer aan anderen te hechten vindt zij in de natuur haar bondgenoten. Daar bij worden de flora en fauna, de dieren en de reptielen niet ingedeeld in vals of edel. Nee, het zijn de slangen die haar steunen en warmte geven en daarmee de wet van fabeldieren op zijn kop zet.
Wel blijven de ogen spiegels van de ziel en beschrijft zij de dood van haar moeder en hoe zij afscheid van haar neemt op een wijze die niemand onberoerd kan laten.
Voor mij was belangrijk te lezen hoe zij haar discriminatie op haar Nederlandse middelbare school aanpakte en het heft in eigen hand nam. Daarmee het karma van onderdanige en dociele Indische mensen in een paar zinnen rechtzet zonder daarin normen stellen en te vervallen in politiek correct gezwets.
Hulde om dit alles op te schrijven vanuit de ogen van een kind die zich moet onttrekken aan de voldongen feiten die volwassenen haar stellen.

 

Ik moet al lezend denken aan de woorden van Boudewijn de Groot (Moeder):
Op de schoorsteenmantel haar portret, we kijken naar elkaar
Haar ogen zijn mijn ogen, maar lijk ik ook op haar
Soms doet het verre carillon me denken aan de gamelan
Aan het land waar alles begon

 


=======================================================

Redactie, Bent U nieuwsgierig geworden U kunt nu al het boek bestellen;;

ISBN: 978-94-91872-05-1

(C)  2013 E.Hauwert 

www.calbona.nl      email : Calbona@gmail.com 

=======================================================

Lees verder…

Velen lezen mijn pas uitgebrachte boek "Voorbode van het turbulente Millennium" .

10897342078?profile=originalVelen lezen nu al mijn pas uitgebrachte boek "Voorbode van het turbulente Millennium" .................

Silfraire, Cornelia, Han, Peter, Ibu token, Barbara, Elly, Wanda, Rene, Helen, Liz, Gloor, Paul, Geert, Enna, Jim, Veronique, David, Kevin, Bob, Jenne, Thony, Pitty, ELs, Guus, Justine, Rob, Rene, Rolo, Wout, Ben, Jane, Monique, Barbara, Cornelia, Silvia, Helen, Monique, Han, Peter, Elisabeth, Elly ......... te veel om op te noemen ......... allemaal lezen het, en zowel in de familie als buiten de familie.

Het leest zo lekker weg merken ze op en je blijft gekluisterd aan het boek met verhalen, en leuk die foto;s die ook hun verhaal vertellen, desondanks breed aan onderwerpen en de vele flashbacks leest het makkelijk...... en ook nog een stuk geschiedenis over opa & oma Hardy, en ook nog een stuk geschiedenis over opa & oma Hardy, en opa en oma Schwab o.a waar zijn die te goeden van hun ondernemingen gebleven die President Soekarno aan Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft betaald dat nooit aan opa Hardy is uitgekeerd?

Mijn moeder heeft het min of meer gehad, de afgezanten Generaal Saboer, en Soeharto kwamen het geld van de verloren gegane ondernemingen persoonlijk in Voorburg brengen in 1966, na dat wij in 1961 in Nederland waren aangekomen. Hoeveel mijn vader ter genoeg doening kreeg, en wat mijn moeder deed met het vele geld; Niet verklappen lezers van het boek, is in het boek te lezen.,

Leuk nu al die goede kritieken te mogen ontvangen. 
Te bestellen op http://www.boekenroute.nl/gasten/gtn1Boek.aspx?BoekID=39335

Speciale actie geldt alleen :
bestellen bij bestel@ICM-online.nl en ontvangt U gratis een DVD of een gratis jaarabonnement ICM.

Prijs 29,95 exclusief, verzendkosten € 3,95

Aantal Exemplaren : ______

Naam  : ______________________________________

Adres  : ______________________________________

WPL    : ______________________________________

POSTCODE : _________________________________

Telefoon : _________________________________

Weergaven: 342

Lees verder…

Pasar Malam Selamat Datang in Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met  vertaalde  Nederlandse artikelen - Engels

 

Mary Bruckel-Beiten an ordinary person, a wife, a mother and grandmother. In this book the reader is introduced by her daughter in law Geraldine Bruckel-Lang, with many illustrations of Indonesia and of Mary's pioneering spirit. The reader is shown how it was in the days Mary lived in her birth land Indonesia and also during the Japanese occupation of the land. Mary and her 2 sons and many fellow country men and women were imprisoned.

Mary kept a sketched dairy of that time and kept it hidden in a dirty laundry basket. She would be severely punished if it would have been found out. The people like Mary are called Indisch or Indo. Those people got their origin in the days the Netherlands colonized the Indies and are of mixed blood with "all nations of the world, mostly Dutch/Indonesian born with a Dutch nationality on  "Indisch" land now Indonesia.

They are like a "lost nation" and ended up in the Netherlands, driven out of their birth land because Indonesia became independent and they lost everything of their hopes and life's inheritances. This was a sad event for the Indisch people. But  were glad that their fatherland Holland waited with open arms. But the Dutch had to get used to the new comers in the Netherlands,for they had to start all over again themselves  after the second World War. After arrival in the Netherlands Mary found it her duty to make sure her people now settled in the Netherlands and they would have courage to go on. In those integration years of the 1940's Mary went many times from village to village to introduce the Indisch culture to the Dutch and started her tours in the rural farm area for housewives as well as men.

She wrote many cookbooks to introduce the Dutch to cook the oriental Indonesian foods themselves with their own ingredients. This went so well, today there are hundreds of Indonesian restaurants and outlets for Indonesian gatherings. These foods are now well loved by the native Dutch. Mary started to have Fancy Fairs in the late 1950's, the Indisch people were so delighted and commented  to her, it feels like  the olden times Pasar Malam (name originated in Indonesia meaning market) The Indisch called it like "Tempo Doeloe" She instigated to organize an Arts group the Indisch Arts Culture centre Tong Tong. And suggested a Pasar Malam like in the Tempo Doeloe time. Nobody had money in those days after the war.

But Mary and her family put all their little savings on the table..And so, she organized and founded the first post colonial Pasar Malam in 1958 in the Hague. The yearly pasar malam events she continued 8 more years. She was called "Mother of the Pasar Malams in the Netherlands" by the arts group Tong Tong. And after all Mary has done for the Dutch Indisch, today it is falsely documented in the Dutch archives Ned.Indisch history at the City of the Hague and incorrectly documented at Wikipidia, that one of Mary's co-worker Tjalie Robinson did it all. This is not olny unfair but a false honor nomination.

 

A false history is no history, but in this case a discrimination towards a woman. And a pity for us Indisch to know something is kept untrue for corrupted reasons. We are not like that, the Indisch people in general are honest and happy,love seeking, and always looking out for people to help.

All proof of original copy's of Mary's pioneering work is documented in this book.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Met dank aan onze ICM vertalers!

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Pasar Malam Selamat Datang in Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met vertaalde Nederlandse artikelen - Engels

Mary Bruckel-Beiten een gewoon persoon, een vrouw, een moeder en grootmoeder. In dit boek wordt de lezer geïntroduceerd door haar dochter in wet Geraldine Bruckel-Lang, met vele illustraties van Indonesië en de pioniersgeest van Mary's. De lezer wordt weergegeven hoe het was in de dagen Mary leefde in haar geboorte land Indonesië en ook tijdens de Japanse bezetting van het land. Mary en haar twee zonen en vele collega land mannen en vrouwen werden opgesloten.
Mary gehouden een getekende zuivel van die tijd en hield het verborgen in een vuile wasmand. Ze zou zwaar worden gestraft als het uit zou hebben gevonden. De mensen als Mary worden Indisch of Indo genoemd. Die mensen hebben hun oorsprong in de dagen die Nederland gekoloniseerd Indië en zijn van gemengd bloed met 'alle naties van de wereld, meestal Nederlands/Indische geboren met een Nederlandse nationaliteit op "Indisch" land nu Indonesië.
Ze zijn als een "verloren nation" en belandde in Nederland, uit hun geboorte land verdreven omdat Indonesië onafhankelijk werd en zij allemaal van hun hoop en leven van erfenissen vermageerden. Dit was een trieste gebeurtenis voor de Indisch-mensen. Maar waren blij dat hun vaderland Holland met open armen wachtte. Maar de Nederlandse moest wennen aan de nieuwkomers in Nederland, want zij hadden om te beginnen over de hele opnieuw zich na de Tweede Wereldoorlog. Na aankomst in de Maria Nederland vond het haar plicht om ervoor te zorgen dat haar volk nu vestigde zich in Nederland en zij zouden hebben moed om verder te gaan. In die jaren van de 1940 Mary gingen vele malen van dorp tot dorp integratie in te voeren het Indisch aan de Nederlandse cultuur en begon haar tours op het gebied van landelijke boerderij voor huisvrouwen als mannen.
Ze schreef vele kookboeken in te voeren van de Nederlandse om te koken de Oosterse Indonesische levensmiddelen zelf met hun eigen ingrediënten. Dit ging zo goed, vandaag zijn er honderden Indonesische restaurants en afzetmogelijkheden voor Indonesische bijeenkomsten. Deze voedingsmiddelen zijn nu goed geliefd door de autochtonen. Maria begon te hebben Fancy beurzen in de late jaren 1950, de Indisch mensen waren zo verheugd over en heeft gereageerd met haar, het voelt als vroeger tijden Pasar Malam (naam ontstond in Indonesië zin markt) de Indisch noemde het als "Tempo Doeloe" ze aangespoord om te organiseren een Arts groep de Indisch Arts cultuur centrum Tong Tong. En stelde een Pasar Malam zoals in de tijd van de Tempo Doeloe. Niemand had geld in die dagen na de oorlog.
Maar Mary en haar familie hun weinig spaargeld op tafel gelegd...En dus, ze georganiseerd en de eerste post koloniale Pasar Malam in 1958 opgericht in Den Haag. De jaarlijkse pasar malam gebeurtenissen bleef ze 8 jaar. Ze heette "Moeder van de Pasar Malams in Nederland" van de kunsten fractie Tong Tong. En na alle Mary heeft gedaan voor de Nederlandse Indisch, vandaag is het ten onrechte gedocumenteerd in de Nederlandse archieven Ned.Indisch geschiedenis op de stad Den Haag en goed gedocumenteerd op Wikipidia, dat een van Maria's mede-werker Tjalie Robinson deed het allemaal. Dit is geen olny oneerlijke maar een valse eer nominatie.

Een valse geschiedenis is geen geschiedenis, maar in dit geval een discriminatie van een vrouw. En jammer voor ons Indisch om iets te weten om beschadigde redenen onjuist wordt gehouden. We zijn niet als dat, de Indisch-mensen in het algemeen zijn eerlijk en blij, hou op zoek naar, en altijd op zoek naar mensen om te helpen.
Alle bewijs van het oorspronkelijke exemplaar van Mary's baanbrekend werk wordt beschreven in dit boek.
 
 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bahasa Indonesia
 
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Pasar Malam Selamat Datang di Engels Holland - boek verkrijgbaar bij Amazon.met vertaalde Nederlandse artikelen-

Mary Bruckel-Beiten orang biasa, seorang isteri, ibu dan nenek. Dalam buku ini pembaca diperkenalkan oleh anaknya dalam undang-undang Geraldine Bruckel-Lang, dengan banyak ilustrasi Indonesia dan semangat perintis Mary. Pembaca ditunjukkan bagaimana ia adalah pada hari-hari yang Mary tinggal di kelahiran beliau tanah Indonesia dan juga semasa zaman Pendudukan Jepun di tanah. Mary dan anaknya 2 dan banyak negara rakan-rakan lelaki dan perempuan telah dipenjarakan.
Mary terus tempat tenusu sketched masa itu dan disimpan ia tersembunyi dalam bakul Dobi dirty.Dia akan teruk dihukum jika ia telah mendapati. Orang-orang seperti Mary dipanggil Indisch atau Indo. Orang-orang mendapat asal-usul mereka pada hari-hari yang Belanda dijajah di Indies dan mempunyai darah yang bercampur dengan "semua negara di dunia, kebanyakannya Belanda/Indonesia dilahirkan dengan kerakyatan Belanda yang terakhir"Indisch"tanah Indonesia sekarang.
Mereka adalah seperti sebuah "negara hilang" dan berakhir di Belanda, dihalau keluar dari tanah kelahiran mereka kerana Indonesia menjadi bebas dan mereka kehilangan segala-galanya dan harapan mereka, hidup inheritances. Ini suatu peristiwa yang menyedihkan bagi orang-orang Indisch. Tetapi gembira bahawa Belanda tanahair mereka menunggu dengan tangan terbuka. Tetapi Belanda terpaksa digunakan untuk pendatang baru di Belanda, bagi mereka untuk memulakan seluruh lagi diri mereka selepas Perang Dunia Kedua. Selepas tiba di Mary Belanda mendapati ia tugas beliau untuk memastikan beliau orang yang kini menetap di Belanda dan mereka akan mempunyai keberanian untuk pergi. Integrasi tersebut tahun 1940 di Mary pergi berkali-kali dari Kampung ke Kampung untuk memperkenalkan Indisch dalam budaya kepada Belanda dan memulakan lawatan beliau di kawasan luar bandar ladang untuk suri rumah serta lelaki.
Beliau menulis banyak buku masakan untuk memperkenalkan Belanda untuk memasak di Timur Indonesia makanan sendiri dengan bahan-bahan mereka sendiri. Ini pergi begitu baik, hari ini Terdapat beratus-ratus Indonesia restoran dan kedai-kedai untuk pertemuan Indonesia. Makanan ini adalah kini disukai oleh Belanda asli. Mary mula untuk mempunyai pameran mewah pada 1950 lewat, orang Indisch jadi gembira dan berkata kepada beliau, rasanya dahulu masa Pasar Malam (nama yang berasal dari Indonesia erti pasaran) Indisch yang dipanggil ia seperti "Rentak Doeloe" dia menyusul untuk menganjurkan satu kumpulan seni Indisch seni budaya Pusat Tong Tong. Dan Pasar Malam seperti yang disyorkan dalam masa yang Tempo Doeloe. Tiada siapa mempunyai wang pada hari-hari selepas perang.
Tetapi Mary dan keluarga beliau meletakkan semua simpanan mereka sedikit Jadual...Dan jadi, dia dianjurkan dan mengasaskan Pasar Malam pertama yang posting penjajahan pada tahun 1958 di the Hague. Tahunan pasar malam kejadian dia terus 8 tahun lebih. Dia dipanggil "Mother of the Pasar Malams di Belanda" oleh Kumpulan kesenian Tong Tong. Dan selepas semua Mary telah dilakukan untuk di Belanda Indisch, hari ia palsu didokumenkan dalam sejarah Ned.Indisch Arkib Belanda di the Hague dan tidak didokumenkan pada Wikipidia, bahawa salah satu sekerja Mary Tjalie Robinson melakukannya semua. Ini bukanlah olny tidak adil tetapi penamaan penghormatan palsu.

Sejarah yang palsu yang tiada sejarah, tetapi kes ini satu diskriminasi terhadap seorang wanita. Dan sayang untuk kita Indisch untuk mengetahui sesuatu yang disimpan tidak benar sebab rosak. Kita tidak suka, orang-orang Indisch secara umum yang jujur dan gembira, suka mencari dan sentiasa mencari orang untuk membantu.
Semua bukti salinan asal Mary merintis kerja adalah didokumenkan dalam buku ini.
 
 
Lees verder…

 "Liefde als ruwe diamant" vertelt u onder over de recente ontwikkelingen van de Indische Kwestie

10897275454?profile=originalHet boek "Liefde als ruwe diamant" vertelt u onder  andere over de recente ontwikkelingen van de Indische Kwestie. Zoals U bekend dient dit dossier onder staatssecr. Martin van Rijn van VWS. Naar verwachting zal hij binnen een maand met het antwoord komen of met het voorstel.

 
Vertelt U op pagina 133 haar bronnen o.a.:
Gesprekken met Frits Bolkenstein, Herman Bussemaker oud vz - IP, Henk Beekhuis, NIOD instituut Jeroen Kapperman, Hans Vervoort, en ICM Online.

Vanaf pagina 138;
wordt het Indische Platform in beeld gebracht, en de Indische kwestie onder de loep genomen.

Vanaf pagina 140;
doet Slifraire Delhaye nieuwe Vz IP zijn kerndoelstellingen en het IP beleid uit te doeken. Brengt de ontwikkelingen in beeld de dialoog met staatsecr. Martin van Rijn van 24 mei 2013 tot het heden. 
Dan neemt Ton te Meij IP delegatie het woord over de politieke dialogen die begonnen op 12-01-2007 tot het heden.
Tot slot komt staatsecr. Martin van Rijn in beeld met zijn Veegbrief Kerstreces 20 december 2013.

Dit is slechts een topje van Liefde als ruwe diamant !

Bent U nieuwsgerig geworden over de afloop het boek is nu,

te bestellen bij calbona@gmail.com <calbona@gmail.com>
of bestel@icm-online.nl

Lees verder…

ERESCHULD EN BOETE  Pjotr Xerxes Siccama

ERESCHULD EN BOETE  Pjotr Xerxes Siccama

10897380055?profile=originalERESCHULD EN BOETE

foto :  Michel Korzec.

Een ander lid van de Indische gemeenschap is een zekere mevrouw Spoor-Dijkema die na vijftig jaar nog verkondigde dat er geen goede Jappanners bestaan (‘Vrij Nederland’, 1991).

Deze uitspraken uit de Indische gemeenschap zijn in- en intriest en teleurstellend.

De redactie van de Volkskrant (1991) had schijnbaar in een moment van verstandsverbijstering (?) het geschrift van een zekere heer Korzec geplaatst, die (in een column) commentaar gaf over de, zoals hij het noemde “gedisproportioneerde” aanspraken van de Stichting Japanse Ereschulden.

 

 

Hoezo gedisproportioneerd? Waar haalt mijnheer Korzec die wetenschap vandaan dat te beweren en zich dat aan te matigen? Stoken en modder over een gemeenschap uitstorten die hij helemaal niet kent; is hij een geïnterneerde uit WO II of anderszins een oorlogsslachtoffer? Voorzover ik na kan gaan, is dat niet het geval. Maar het kwaad is al geschied en de destructie heeft zijn werk gedaan. Het doet er nu ook niet meer toe omdat hij kennelijk de bedoeling had mensen voor de schenen te schoppen en te beledigen. Of draagt deze wijsneuzige meneer nog latente en onbegrepen ressentimenten met zich mee, al zeulend, onder een merkwaardig soort jaloezie waarvan hij zelf oorsprong en oorzaak niet meer weet (als oorspronkelijke niet-westerse Europeaan)? Om hier in West Europa voor vol te worden aangezien, moet je toch wel driftig om je heen slaan en zeuren over zaken waar je immers geen ene notie van hebt? Een buitenstaander heeft doorgaans de grootste mond omdat hij zelf betrokken noch verantwoordelijk is. Ik gun als sociaal mens en rechtgeaard vrije democraat van nature een ieder zijn mening en de vrijheid een mening te verkondigen zoals men wil maar hier is geen sprake van een mening: het is een onvervalst oordeel. Dat deze man door Kousbroek ook is aangehaald met betrekking tot de claims van de Stichting Japanse Ereschulden wil niets zeggen over de kwaliteit van zijn geschrift of denkbeeld, laat staan over de man zelf. Ik raad hem dan ook aan zich eerst te verdiepen in de Indisch-Nederlandse geschiedenis, talloze rapporten en vooral de NIOD-rapporten te lezen voordat hij zich waagt aan enig oordeel.

 

Heel anders is het bij burger-geïnterneerden en anderen die aanspraken maken op een materiële genoegdoening die overeenkomt met andere claims van oorlogsslachtoffers en die volstrekt gedisproportioneerd is, om dat woord nog maar eens te gebruiken.

Het is voor mij onbegrijpelijk van Kousbroek dat hij uit de column van Korzec alleen het woord gedisproportioneerd eruit heeft gepikt. Over het waarom, krijgen we het volgende te lezen:

“De overlevenden van de Duitse kampen kregen Wiedergutmachung dat willen de Indische geïnterrneerden ook, maar ze willen meer. Ze willen twintig keer zoveel.

Nu gooit Kousbroek (zelf geïnterneerd om het nog erger te doen lijken), net als Korzec, een knuppel in het hoenderhok, en maakt louter om te JENNEN), een behoorlijke fout met de hiervoor genoemde misplaatste en ridicule opmerking. Ik vind dit zo teleurstellend en bijzonder gemeen van de man om een groep mensen (waar hij, naar hij zegt zelf toe behoort) neer te zetten als lamenterende klagers. Kousbroek weet drommels goed dat dit onwaar en buiten de werkelijkheid is! Ze willen helemaal niet MEER, ze willen volledige genoegdoening (hetgeen nog niet is gebeurd) wat hen recht doet en rechtens toekomt, nu in materiële zin die gelijk is aan  andere oorlogsslachtoffers. Wat kandie man toch zeuren om iets waarmee hij, naar hij zelf zegt veel moeite heeft, namelijk over het onrecht dat in dit land met voeten wordt getreden. Onbegrijpelijk.

 

Bij onze Europese buren gebeurde de compensaties (voor hún koloniën) toch vloeiender en beschaafder en vraag men zich af of  het de Nederlandse regering historisch nog niet duidelijk genoeg is dat de buurlanden Frankrijk, Engeland hun voormalige koloniën (nog afgezien van de VS) en zelfs het straatarme Portugal hun slachtoffers volledig hadden gecompenseerd. De internationale schande die Nederland hiermee op zich laadt, is buitengewoon groot wanneer dit langer blijft duren. Alles staat in de NIOD-rapporten waar en hoe de Nederlandse regering moet handelen.

Nederland wordt nu internationaal constant in de gaten gehouden (gemonitored zoals dat hedentendage heet) nu deze kwestie speelt en dus actueel is, om te weten waarmee en vooral op welke manier de Nederlandse Staat tot een voor de Indische gemeenschap bevredigende oplossing zal komen aanzetten.

 

Er gaan in mijn directe omgeving al stemmen op om Europese (juridische) sancties op te leggen aan hen die verantwoordelijk zijn voor het onrecht aangedaan aan een gemeenschap; die zijn, zo ik heb vernomen in voorbereiding voor het geval de Indische Kwestie niet snel wordt opgelost.

 

Om alles in juiste verhoudingen te zien schrijft Kousbroek vervolgens dat Duitsland aan de Joodse slachtoffers (per hoofd) ca. fl. 2000 had betaald. Ziedaar zijn grote berekeningsfout. Zoals we weten uit de gegevens werd per hoofd aan de Joodse gemeenschap meer dan fl. 40 duizend uitbetaald, evenals de Roma/Sinti-gemeenschap overigens. Ziedaar, zij werden geheel gecompenseerd. Kousbroek was dus weer niet goed geïnformeerd over de hoogte(s) van de respectievelijke vergoedingen/compensaties aan Europese slachtoffers. Waar haalt hij die compleet foute informatie toch vandaan? Ik neem hem dit zeer kwalijk. Hier lijkt iemand flink met cijfers te goochelen en een dom spelletje te spelen, kijken of een gek er misschien in trapt. Het bedrag heeft exact de hoogte die overeenkomt met de claim van de Indische gemeenschap (20 x fl. 2000 weet u nog?) (de burger-geïnterneerden e.a.). Dat is volstrekt helder en legitiem. Sterker nog, de Indische gemeenschap heeft in haar aanspraken zelfs de geldontwaarding, langer dan zestig jaar nog niet eens in het bedrag verdisconteerd. Een bedrag van € 35 duizend is daarom zelfs heel redelijk (zij het altijd nog te schamel bij nader inzien moet ik erbij zeggen, zowel letterlijk als figuurlijk.)

 

Nu komt de vraag weer op: waar komt die agitatie van Kousbroek vandaan om uitgerekend dit punt te berde te brengen? En dan: waarom maakt hij zich zo verdomd druk om deze zaak waarbij hij persoonlijk geen enkel belang heeft maar waarbij hij wel anderen onnodig tegen de schenen schopt? Ook dit reken ik hem bijzonder aan. Dat hij persoonlijk zelf de materiële genoegdoening niet nodig heeft, is zijn zaak en keuze maar dat hij op de stoel van een ambtenaar gaat zitten om zijn onredelijke betoog publiekelijk te spuien is werkelijk niet comme il faut.

 

Laten we eerlijk zijn en niet doen alsof het bedrag zo hoog en onoverkomelijk is.

En dan de onheuse behandeling en onrechtvaardigheid in deze kwestie die meer dan 65 jaar heeft geduurd. Het is nu de allerhoogste tijd om hier komaf te maken en een definitieve streep te zetten onder deze (voor ieder) pijnlijke Indische kwestie. Kousbroek gaf zelf toe (waar komt opeens die ambivalentie van hem vandaan?) dat de Nederlandse Staat (al die regeringen na WO II, de KVP onder leiding van Romme (de man die de vermaledijde “fokpremie” heeft ingevoerd, waar hij de sociale bijverschijnselen van die wet op de koop toe nam, voorop met zijn uitspraak:


 “.. we zijn hun niets verschuldigd..(.)” zo onvoorstelbaar stupide, grievend, laks en bovendien krenterig en geborneerd handelt wanneer het om aanspraken en in het algemeen over gelijkstelling gaat.

 

De Nederlandse Staat had al lang de tijd gehad om komaf te maken met de Indische Gemeenschap en ze in hun aanspraken volledig tegemoet te komen. In de 60-er en 70-er jaren had de Indische Gemeenschap toen hard en met de vuisten op tafel moeten slaan; maar ze waren hiervoor te beschaafd (“overbeschaafd”, schreef Jan Blokker – scheen geen visitekaartje te zijn PS).

En juist die houding tekent en kenmerkt het lot van mensen die dachten dat de ander uit hetzelfde hout waren gesneden. Het is met die bescheidenheid nu geheel afgelopen, de messen geslepen en de barricades opgesteld.

 

Per slot zijn de NIOD-rapporten waarin de aanspraken van de Indische gemeenschap zijn neergelegd en bevestigd niet voor niets opgesteld Waar moeten ze nog op wachten? Tot ze allen dood zijn? Er is immers geen enkele belemmering om de aanspraken nu uit te voeren; en ondertussen worden weer miljarden euro’s de wereld in geslingerd in plaats van recht(en) en democratie te exporteren voor al die ontwikkelingsprojecten waarvan een handvol uitvoerders het meeste profijt trekken en dat uit gemeenschapsgeld, tegen ongelijke verdeling en onrecht in de Wereld, maar eigen burgers worden ondertussen hun rechten ontnomen en volstrekt genegeerd. De woorden van Kafka zijn hier vlees geworden.

 

10897270465?profile=original

10897270653?profile=original

Het NIOD gebouw – Amsterdam.

 

10897269292?profile=original

 

10897302663?profile=original

De stille tocht 2012 Den Haag – de stoet naar plein 1813.

 

Door :

 ICM Columnist / respondent

 Pjotr Xerxes Siccama

10897249257?profile=original

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives