Alle berichten (39)

Sorteer op

10897269496?profile=originalHet Masterplan MP3EI  zorgt voor  toetreding  Indonesie tot top G7

 

Indonesië rijk aan bronnen in de bodem, en een economie met een organisch groei die langs een natuurlijk weg verloopt tot hoog in de bomen. Met jaarlijkse groei tussen de 12 % tot 16 %, kunnen menige landen in de Eurozone jaloers op zijn, die met een steeds verdere krimp worden geconfronteerd. Met liefst een verschil van 15 %, en het verschil zal alleen verder toenemen. Nog lang is de rek er niet ut wat de Indonesische economische groei betreft. Sterker Indonesië staat voor een volgende ongekende turbulente dynamische fase. Bronnen melden dat de republiek aan de vooravond staat van Giga ontwikkeling dat begint in 2014 tot 2030, waar vele landen al te graag willen investeren als private investeren.

 

McKinsey Global Institute (MGI)  kwam met een rapport uit met de titel “De archipel Economie: ontketenen het potentieel van Indonesië”.

 

Het onderzoek van McKinsey globale Instituut (MGI), richt zich op het terrein economie en bedrijfswetenschappen. Is een onderdeel van McKinsey & bedrijf, opgericht in 1990 tot het ontwikkelen van een dieper begrip van de veranderende mondiale economie. Met als doel om leiders in de sociale, commerciële en openbare sectoren met de feiten en

inzichten waarop management en beleid van besluiten zich op kunnen baseren. MGI onderzoek combineert de disciplines van economie en management, met de analytische hulpmiddelen van de economie met de inzichten van de bedrijfsleiders. Hun micromacro methodologie onderzoekt de trends in de micro-economische sector om beter te begrijpen de globale macro-economische krachten op het gebied van zakelijke strategie en openbare orde. MGI beschikt diepgaande verslagen van al meer dan 20 landen en 30 industrieën.

 

Huidig onderzoek richtte zich op zes thema's:

productiviteit en groei, financiële markten, technologie en innovatie, verstedelijking, arbeidsmarkten en natuurlijke hulpbronnen. Recent onderzoek de afnemende rol van aandelen, vooruitgang op schuld heeft beoordeeld en productiviteit van de hulpbronnen, steden van de toekomst, de toekomst van werk in geavanceerde economieën, de economische impact van het Internet, en de rol van sociale technologie.

 

10897270299?profile=original

     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het onderzoek kwam met de volgende conclusies:

Indonesië vandaag met een populatie van 240 miljoen. Een economie behoort tot de 16e-grootste in de wereld. Leden van de consumeren klasse 45 miljoen geschoolde werknemers. In de Indonesische economie hebben 55 miljoen kans op de markt van de consument diensten, landbouw en visserij, middelen, en onderwijs 0,5 biljoen dollar van de bevolking in steden 53% produceren 7 4% van het BBP.

 

In 2030 economie in de 7e-grootste wereld leden van de consumeren klasse 135 miljoen geschoolde werknemers benodigde 113 miljoen kans op de markt van de consument diensten, landbouw en visserij, middelen, en onderwijs. 

 

Om tot de 2030 economie te komen werd het Indonesië economische Masterplan 2011-2025 ontwikkeld. Zeer innovatie ambieus plan dat door de architecten is bedacht waarin MGI – methodiek van McKinsey globale Instituut de basis vormt,

 

Het Masterplan of MP3EI is een eerste stap voor Indonesië om te versnellen en de economische ontwikkeling uit te breiden teneinde haar transformatie naar een ontwikkeld land tegen 2025. Dit zal gedaan worden door "alomvattende, rechtvaardige en gelijktijdige economische prominente groei". Om te bereiken dat moet de economische groei worden 7-8% per jaar. De particuliere sector zal een belangrijke rol bij de uitvoering van het Masterplan, investeringen, productie en distributie, in samenwerking met de regering die als de regelgever en ook als een facilitator en met versterkte coördinatie tussen de betrokken ministeries fungeren, zal en de regionale regering hebben.

 

Het Masterplan bestaat uit drie belangrijke elementen: 

(a) de ontwikkeling van zes Indonesië economische gangen, door de oprichting van centra van ontwikkeling binnen elke corridor en ontwikkelende industriële clusters en speciale economische zone op basis van geavanceerde grondstoffen middelen; 

(b) versterking van nationale connectiviteit, dat bestaat uit intra en interconnectiviteit van centra ontwikkeling, intra-eilanden (corridors) en internationale handel; 

(c) de nationale wetenschap en technologie versnelling ter ondersteuning van de ontwikkeling van het hoofdprogramma.

 

Bij de uitvoering van de economische Corridors, economische ontwikkeling zal zich richten op de synergie van sectorale en regionale ontwikkeling te verhogen voordelen op nationaal niveau. De economische Corridors ook richten op de ontwikkeling van de infrastructuur die de samenwerking tussen de overheid en de particuliere sector zal benadrukken. De tenuitvoerlegging van de economische Corridors naar verwachting leiden tot versnelling en uitbreiding van economische groei, met de behoeften in de ontwikkeling van de infrastructuur voor fase één (2011-2014) wordt geschat op 150 miljard dollar. Als bemiddelaar zal de regering fiscale en financiële prikkels te geven, project garantie, bereiden verwante agentschappen, versterking van de toepasselijke wet- en regelgeving kader, en openbare dienstverlening als voorbereiding Project ontwikkeling faciliteit (PDF). 

Wat is de relevantie?  

Met het Masterplan stelt de overheid duidelijk dat een sterke positie niet alleen als de regelgever, maar ook als facilitator en functie als "katalysator voor groei". Met deze nieuwe aanpak van de regering is de tijd rijp voor de particuliere sector tot een diepere dialoog dan eerder gezien, om gezamenlijk werken aan de doelstellingen uiteengezet. Een van de belangrijkste mogelijkheden met het Masterplan is dat de regering zal wijzigen of verwijderen van regelgeving die een remmende werking van de uitvoering van de investeringen, en mogelijk ook degenen die meer handel belemmeren en soepeler goederenstroom. Deze "debottlenecking" proces is een belangrijke factor, omdat de regering zullen vereisen en verzoek de input van de particuliere sector voornamelijk identificeren maar ook oplossingen te vinden voor de problemen bij de hand. Het team van de werken van het Masterplan bestaat uit Echelon enkele ambtenaren, in sleutel ministeries zoals coördinatie van Ministerie van economische zaken (FLIPPO Perekonomian), EuroCham zal verdiepen de samenwerking/dialoog met FLIPPO Perekonomian voor de uitvoering van het masterplan, vooral met betrekking tot de "debottlenecking" van verordeningen om meer investeringen en soepeler stroom van goederen te vergemakkelijken.

 

Het Masterplan of MP3EI is een nieuwe aanpak die investeerders en aanbieders van oplossingen wereldwijd bereikt. Een nieuwe aanpak die Indonesië naar de volgende generatie 2030 brengt. Het brengt Indonesië naar een hoger platform wat betreft de infrastructuur, Industrie, Milieu, en sociaal / economisch terrein. Het biedt werk aan 600.000 arbeidsplaatsen tot 2030 maar bovenal vele landen die participeren in dit Masterplan. Een aanpak wat voor vele landen als model kan dienen.

 

 

 

Lees verder…

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

Herdenken - WAAROM HERDENKEN OP 15 AUGUSTUS?

10897273093?profile=original

Nederland wordt bevrijd op 5 mei 1945. Op die datum is er in voormalig Nederlands-Indië echter nog geen bevrijding. De Japanse overheersing van het voormalig Nederlands-Indië drukt in de hierop volgende maanden nog zwaar op alle inwoners van dat land en ver daarbuiten.

De aandacht van de (Nationale) Herdenking op 4 mei gaat vooral uit naar de gevolgen van de oorlog tegen nazi-Duitsland. De dag erna is gereserveerd voor de feestelijke viering van de bevrijding van de Nazi bezetter.
De geschiedenis van de mensen met een Indische oorlogsachtergrond is echter zó anders verlopen dat de activiteiten op 4 en 5 mei niet genoeg bij de behoeften van deze groep blijken aan te sluiten.

Capitulatie
Pas op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan de oorlog in dit gebied door de capitulatie van Japan. Dit betekende echter nog niet dat er sprake kon zijn van een echte bevrijding. Toen Japan zich overgaf, waren er nog geen geallieerde troepen Indië binnengetrokken. De Japanse militairen kregen de opdracht de orde en rust te bewaren totdat de geallieerde troepen de macht konden overnemen.

Maar twee dagen na de capitulatie van Japan op 17 augustus 1945 besloot een invloedrijke groep Indonesiërs onder druk van hun jonge achterban Indonesië onafhankelijk te verklaren zowel van Nederland als van Japan. Als gevolg daarvan begonnen Indonesische strijdgroepen alles in het werk te stellen om wapens van het Japanse leger te bemachtigen om te voorkomen dat de Nederlanders hun voormalige machtspositie zouden terugkrijgen. Het begin van de onafhankelijkheidsoorlog was een feit en ging met veel geweld gepaard.
Velen, ex-kampers en buitenkampers, waaronder Indo-Europeanen en Chinezen, belandden in een concentratiekamp nu onder het regime van Indonesische “vrijheidsstrijders”.



Onafhankelijkheid
Deze oorlog leidt uiteindelijk tot de onafhankelijkheid van Indonesië op 27 december 1949. Als gevolg daarvan worden velen gedwongen te kiezen tussen Nederland en Indonesië. Keuze tussen blijven en vertrekken. Honderdduizenden worden daarom in de jaren na 1945 (nood)gedwongen naar Nederland verscheept. Dit betekent dat tot in de jaren zestig zo’n 300.000 personen vanuit Indonesië naar Nederland komen. Velen zijn nog nooit in Nederland geweest en hebben op de een of andere manier hun wortels in Indië. Hollanders, Indo-europeanen (“Indo’s”) en de groep Ambonezen / Molukkers en Chinezen.
Ondanks hun eigen (vaak dramatische) oorlogsgeschiedenis, wordt hen duidelijk gemaakt dat in Nederland een “eigen” oorlog is geweest waardoor er geen ruimte blijkt te zijn voor de verhalen over die “verre Aziatische” oorlog.

Dit heeft onder andere tot gevolg dat het einde van de Tweede Wereldoorlog voor veel Indische mensen niet een periode van herstel inluidt, maar eerder een markering blijkt te zijn van voortschrijdend verlies: van have en goed, status en geboorteland. Soms zelfs van identiteit. Kortom, compleet verlies van een manier van leven.
Er rest de betrokkenen niets anders dan het zich zo geruisloos mogelijk aanpassen aan de in het nieuwe vaderland heersende cultuur. Onder andere door het hanteren van een eigen “Indische” arbeidsethos: extra hard werken.

10897275083?profile=originalHerdenken en ontmoeten
De 15e augustus is elk jaar de dag waarop al die ingrijpende gebeurtenissen kunnen worden herdacht in gezelschap van personen met een gedeelde “Indische” achtergrond.
De eerste herdenking op 15 augustus komt op initiatief van ir. G.S. Vrijburg in 1970 in Den Haag tot stand. Hierbij zijn koningin Juliana, Prinses Beatrix en Prins Claus aanwezig zijn.

Na deze, oorspronkelijk als eenmalig bedoelde gebeurtenis, blijkt dat velen behoefte hebben aan een herhaling van deze gelegenheid tot herdenken en ontmoeten. In 1980 wordt de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 opgericht met ZKH Prins Bernhard als beschermheer om een jaarlijkse herdenking en ontmoeting te organiseren. In dat jaar vindt een grootse herdenking plaats in aanwezigheid van Koningin Beatrix en ZKH Prins Claus. Sedertdien wordt ieder jaar de herdenking op 15 augustus op wisselende plaatsen in het land georganiseerd.
Totdat in 1988 het Indisch Monument aan de Prof. Teldersweg in Den Haag wordt onthuld door H.M. koningin Beatrix en de Indische gemeenschap eindelijk een eigen monument heeft waar men jaarlijks de overleden dierbaren kan herdenken.
Dit monument symboliseert het lijden van alle landgenoten in Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Eer bewijzen
In 1999 heeft het kabinet Kok 15 augustus 1945 erkend als het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf dat moment wordt op deze dag op alle overheidsgebouwen gevlagd. Ook de media besteden zendtijd aan deze gebeurtenis.

Velen van de generatie die de Tweede wereldoorlog in Azië daadwerkelijk hebben meegemaakt zijn inmiddels overleden. Desondanks wordt de jaarlijkse Herdenking op 15 Augustus druk bezocht.
Voor vele deelnemers is het de gelegenheid om stil te staan bij de eigen herinneringen aan die periode. Om eer te bewijzen aan dierbaren die deze periode niet hebben overleefd.

Ook jongeren komen in toenemende getale naar de Herdenking. Veelal op uitnodiging van hun ouders of grootouders. Vaak ook uit eigen gezonde nieuwsgierigheid naar hun “wortels”. Uit respect voor hun (voor)ouders. Er is bij hen sprake van behoefte om verhalen te horen die eigen ouders en grootouders (nog) niet hebben kunnen of durven vertellen.
Bij de jongere generatie blijkt nu een groeiende behoefte aan persoonlijke verhalen over toen. Om te kunnen weten. Om de geschiedenis van zichzelf en die van de (groot)ouders beter te kunnen begrijpen.

De Herdenking wordt jaarlijks bijgewoond door vertegenwoordigers van de Nederlandse regering en van die van de toenmalige geallieerden. Hiermee toont men betrokkenheid bij en erkent men het belang van de Herdenking van 15 augustus 1945.

http://www.indieherdenking.nl/cms/publish/content/showpage.asp?page...

10897275677?profile=original

ii

Lees verder…

Geachte heer Jesse klaver, mag ik mij even voorstellen ?

10897379893?profile=original10897380101?profile=originalGeachte heer Jesse klaver
Desondanks wij elkaar niet kennen uit de Indische zaken, wil ik mij graag aan u voorstellen. Ik ben de Editor/redactie van ICM Online, de Indische Internetkrant, die in zijn 18 jaar bestaan vele kabinetten heeft overleefd, en zo doende van vele Indische onderwerpen een historie heeft kunnen opbouwen. Als media – man heb ik een beeld gekregen dat onder Rutte II dat Uw partij zich voor 200% inzette voor de Indische zaken.

Ik kan mij herinneren het beeld dat uw collega Linda Voortman o.a. die fors tegen Martin van Rijn tekeer ging op de dag dat hij besloot om later toch tot uitbetaling te komen van de KNIL. Dit was 1 van de vele momenten van Linda, niet te vergeten wat achter de politieke schermen zich afspeelde. Helaas hier bleef het bij.


Het beeld van U ken ik met GL - missie alles wat maar “groen” is om deze om te zetten in alle soorten ontwikkelingen, het ei dat U samen met Diederik uitbroeide. Gek scherend genoeg was een sobat (vriend) van mij – civiel ingenieur - die dit fenomeen in de Gemeente Apeldoorn ontwikkelde en uitrolde ergens in de jaren negentig en in hiervoor een Award kreeg in VS, nooit In Nederland heeft hij deze waardering gehad. Hij is 5 jaar geleden definitief teruggegaan naar Indonesie als Indo. In Jakarta werd hij met open handen ontvangen voor zijn groene – ontwikkelingen o.a. ook door de president. Hij had niet het politiek podium, U wel met uw Indische achtergrond zoals Mark, Geert, en Jetje Bussemaker. Ik constateer dat er weinig Indische stappen worden gemaakt. Wel kan ik Uw partij voor de afgelopen periode als “Indisch” classificeren.


Waarom mijn mail aan U?


Essentieel is kennis te nemen dat het Indisch Platform (IP) geen bevoegdheid heeft om namens de Indische Gemeenschap te praten laat staan handelen, in dit geval de deal met Martin van Rijn. Op dit moment zijn verschillende partijen bezig dit IP te ontmantelen ( de helft van de delegatie is inmiddels opgestapt)wegens mismanagement (wanprestaties) en deze partijen gaan nu zelf ten strijde. In tegenstelling tot de jaren 2000-2017 barsten de Indische zaken nu als een vulkaan los. Volgens de ambtenaren van Martin van Rijn heeft de Indische Gemeenschap nu een populatie van 2 miljoen, met de kern van 60.000 (was 341.000) dat nu over is, en niet te vergeten de groep Nederlandse onderdanen dat in de Republiek Indonesie niet door Nederland werd toegelaten, tussen de 30.000 – 40.000. Oud – premier Lubbers heeft geprobeerd om via dit Overlegplatform structureel de Indische zaken op te lossen. Na 2000 tot het heden is dit IP geen stap verder gekomen, en sinds twee jaar is bekend dat deze geen mandaat hebben dus geen bevoegdheid om namens die 2 miljoen Indische te praten laat staan handelen met de Overheid.


De Indische wereld ondergaat nu turbulente ontwikkelingen dat aandacht verdient.


Als Editor maak ik mij best veel zorgen dat het Indisch vraagstuk van de agenda dreigt te verdwijnen. Tegelijkertijd diverse Indische partijen bezig zijn om de Indische zaken aan te kaarten. Als laatste destijds werden drie Indische moties die met voldoende draagvlak aangenomen die hielden in compensatie voor alle Indische oorlogsslachtoffers en de Indische verankering, echter door Martin van Rijn werd deze afgeraden omdat kennelijk Mark Rutte hier tegen was. Die moties werden ingediend op de dag dat werd besloten om de KNIL te compenseren. Deze drie moties zijn kennelijk afgevoerd.


Zoals U weet zijn nu verschillende partijen bezig met de Indische zaken o.a. “ de vergeten groep in Indonesie” dat door omroep MAX onder de aandacht wordt gebracht met duidelijk signaal naar Den Haag toe. Dan het Onderzoek van de Oorlogsmisdaden aangezwengeld door Uw collega Bert Koenders. Verder worden KNIL zaken juridisch voorbereid. Ten slotte met Traktaat van Wassenaar waar vorig jaar de president van Indonesie persoonlijk een gesprek is meegevoerd, en icm pres release persoonlijk werd overhandigd, evenals intensieve gesprekken zijn gevoerd met collega van Halbe Zijlstra, IbU Retno.


Mijn studie als media wijst uit dat de Indische oorlogsslachtoffers dubbel het slachtoffers zijn geworden; nimmer zijn deze gecompenseerd als gevolg dat kon. Wilhelmina – dus NL regering- Japan de oorlog verklaarde. Japan had niet de intentie om het voormalige Indie binnen te vallen. Voor deze groep veranderde hun leven van de ene dag in andere dag in een hel; eerst de oorlog, in kampen gezeten, dan de bersiap en vervolgens de kille koele ontvangst. Bovendien alles zelf moeten betalen, tegelijkertijd Nederland 7 miljard ontving uit de verdragen met Japan en Indonesie gesloten plus geld uit Marshal hulp van de VS, dus het geld is niet van de belastingbetaler.

Al eerder uitte Gert Zalm dan NL Staat op het Indisch geld zit.


Mijn vraag is wat gaat U doen nu in dit nieuwe Kabinet met deze Indische vraagstukken met betrekking tot:
1. De vergeten groep (NL Onderdaan) die nu stateloos zijn in de republiek Indonesië, gaat u deze NL onderdanen terughalen, of deze met terugwerkende kracht voorzien van een AOW zoals de oudjes hier. Is uiteraard een prachtig initiatief van Omroep Max, maar is een druppel op een gloeiende plaat om deze toch nog een goede oude dag te gunnen.
2. Wat gaat U doen met nu geschat de 60.000 oorlogsslachtoffers, die nimmer schadeloos zijn gesteld, terwijl hiervoor NL wel 7 miljard ontving
3. Wat gaat U doen aan De Indische Verankeringen op de scholen etc.
4. Wat gaat U doen met Traktaat van Wassenaar


Ik stel uw hoog gewaardeerde reactie op prijs.


Ferry Schwab sr.
ICM editor.

Lees verder…

Likeur met spekkoek smaak predikaat fine and excellent!

10897275873?profile=originalDag Ferry,

Vergat jou als nieuwsjager, dacht ik, nota bene dit heugelijke nieuws van mijn oudste zoon te melden. 
Tv-interviews, krantenartikel in het AD, fotoshoots met BN'ers, kortom veel reclame voor dit nieuwe Indische drankje met spekkoek-smaak, door hem geproduceerd en op de markt gebracht.
Onze 3e generatie luidt de bel en hoe...!!!
Het is een internationale doorbraak en geweldige erkenning wereldwijd. De internationale vakjury bestaande uit 300 leden, gaf het predikaat: fine and excellent..!! Is toch een nieuwsfeit van de eerste orde en geweldige opsteker voor de Indische gemeenschap, toch?
Kijk maar op zijn site: www.sayah.nl
gr
Wouter

Weergaven: 129.218

Lees verder…

10897380085?profile=originalArchief ICM - Nederland betuigt spijt aan Indonesië

Nederland zal spijt betuigen voor oorlogsmisdrijven tijdens de koloniale oorlog in het toenmalige Nederlands-Indië (Indonesië). Premier Mark Rutte heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad.

Door: ANP/Novum

 Foto:  ANP

Bekijk de uitspraak van Rutte:       Bekijk video

Het gaat om excuses voor specifieke gevallen van standrechtelijke executies. Er is geen sprake van algemene excuses voor de politionele acties en dus geen breuk met het Nederlandse beleid tot dusver, zei Rutte.

De excuses worden op 12 september aangeboden in het Erasmushuis in Jakarta door de Nederlande ambassadeur in dat land. De zogenoemde tien weduwen van Zuid-Sulawesi zijn daarbij in ieder geval aanwezig. Hun mannen werden in 1947 door Nederlandse militairen op Zuid-Celebes doodgeschoten.

Begin augustus werd bekend dat de weduwen ieder 20.000 euro schadevergoeding krijgen omdat hun mannen destijds standrechtelijk zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen. Eerder betaalde Nederland hetzelfde bedrag aan weduwen van het bloedbad van Rawagedeh op Java. 

Ben Bot

Voor de rol van Nederland tijdens de onafhankelijkheidsstrijd geldt de spijtbetuiging uit 2005, zei Rutte. Toenmalig minster van Buitenlandse Zaken Ben Bot (CDA) zei toen tijdens een bezoek aan Indonesië dat Nederland 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis' stond met de pogingen om de onafhankelijkheid van Indonesië met geweld te voorkomen. 

Rutte bezoekt Indonesië in november, maar hij wilde niet wachten tot die tijd met de excuses vanwege de executies. Het is van belang dat dit zo snel mogelijk gebeurt en de ambassadeur is daarvoor de aangewezen persoon, aldus de premier. 

Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken zei eerder al dat hij er geen enkele moeite mee heeft om persoonlijk namens Nederland excuses aan te bieden voor de oorlogsmisdrijven. Hij zegde toen al toe dat ook aan de ministerraad voor te leggen. Volgens Rutte is nu afgesproken gelijke gevallen op dezelfde manier te behandelen.

Door: ANP/Novum
Lees verder…

10897378854?profile=originalVersterken zustergemeentes in Indonesië de banden met Nederland?

 

Versterken  zustergemeentes in Indonesië de banden met Nederland?   De laatste tijden staan de betrekkingen tussen Indonesië en Nederland onder druk als wij de media mogen geloven. Al eerder werd Timmermans naar Jakarta gestuurd om excuses aan te bieden, de hele Kamer op zijn nek kreeg. Vervolgens kopt de telegraaf met een bizarre onthulling “1995 had Koningin Beatrix de intentie namens Nederland Rep. Indonesië excuses aan te bieden” ergens in juni dit jaar. Op 21 april 2013 kopt de Telegraaf weer met een negatief berichtgevingen die weer verder schade brengt aan de betrekkingen “Deur dicht voor claims Indonesische weduwen”.  

67 jaren hebben bepaalde groeperingen die zich wisten te nestelen in de Tweede Kamer om steevast die blokkades op te leggen als het om de banden en zaken met Indonesië  te maken hebben. 

Nederland en Indonesië komen nu tot de inzichten dat ze elkaar hard nodig hebben in deze turbulente dynamische 24 uur economie. Nederland verkeert in ernstige resessie ooit in de geschiedenis dat zelf het spaarvarken naar de slagt gaat. In 2001 grapten de Spaanse en Franse media nog dat het Nederandse spaarvarkentje naar de slachtbank zullen brengen, zie nu anno 2013. De spaarpot van de babybomers wordt omgedraaid,  en leeggeplunderd om hun fouten te camoufleren. Terwijl er vele economische mogelijkheden liggen in de groeiende economie van de republiek Indonesia.

Indonesië weer om kennis, innovatie, management en ervaringen waar Nederland weer beschikt op het terrein  met betrekking tot  Infrastructuur, milieu, watermanagement en industrie om Indonesie op een hoger niveau te positioneren (te moderniseren).  

Bij de viering van de onafhankelijkheid van  de residentie in Wassenaar met de Indonesische ambassadeur Marsudi lonkt Rutte en zei dat hij „een beetje jaloers” was op de economische groei die de Indonesische economie doormaakt. Met geplande  handelsmissie in november is de eerste keer sinds 2006 dat een Nederlandse premier Indonesië bezoekt. „Dus het werd tijd ook.”   Ook de Indonesische ambassadeur Marsudi geeft weer voor de zoveelste keer een handreiking door te zeggen dat “excuses niet nodig zijn”.  

De actuele stand nu is dat er een brug naar elkaar toe te worden geslagen met wederzijdse respect  met ongekende economische mogelijkheden voor Nederland; hopende dat NU weer niet de schaduwen van Kok en Pronk beiden PvdA’-ers weer ertussen gaan zitten, want wij hebben Samsom nog die als PvdA’er roet in het eten kan gaan gooien.  

 

Desondanks de koele banden wordt er ruim 3 miljard euro verdiend uit deze naar schijnt koele betrekkingen. Die niet in verhouding staan bijvoorbeeld tot dat steeds meer Indonesische producten in de schappen van de grote supermarkten zijn te vinden. In te tegenstelling tot de Nederlandse producten die in Indonesie schaar zijn. Naast de supermarkten zijn  in vele steden wel een Indonesisch restaurants te vinden. Wat denken van in de Hollandse keukens. Kortom de Indonesische keuken heeft zijn plek verworven in de Nederlandse samenleving in deze 65 jaren.

10897378665?profile=originalOp het gebied van grote evenementen spelen de pasar malams een heel belangrijke grote rol. Die door heel Nederland nu worden gegeven die zijn oorsprong vond in Batavia – Het Jakarta van nu – waar het hele Indonesisch palet wordt uitgedragen; dans, muziek, eten, drinken, cultuur en de Indonesiche artikelen.    Den Haag met het Mailieveld kent twee pasar malams, Rotterdam, Utrecht, Apeldoorn, Arnhem, Den Helder, Alkmaar, en Assen om maar te noemen van de ruim 70 pasar malams in het land, die het hele jaar doorgaan.   Drie miljard gaat dus om in de Indonesische – Nederlandse economie betrekkingen. Van uit Nederland zijn incidentele organisaties kleinschalig bezig met projecten in Indonesie, die via de media die aandacht krijgen.  Nederland is geen velden te bekennen in Indonesie als het direct impact moet hebben op de burgers due Indonesie  in Nederland  heeft geinvesteerd om de Indonesische cultuur hier te introduceren dat maatschappelijk door de Nederlandse samenleving is geaccepteerd.

Hoe staat met maatschappelijke acceptatie van Indonesie bij politiek Den Haag?

Niet best, die loopt straatlengtes achter op het Nederlands volk mag de conlcusies zijn; De politiek werkt blokkerend en als  een stoorzender in de media wordt er met gif gestrooid als de republiek Indonesia weer in beeld komt. Voorbeelden ten over. Politiek mag een voorbeeld nemen aan de initiatieven die in samenleving organisch zijn gegroeid.  Ergo zelfs het ondernemingsklimaat leidt hier onder.

De vele koloniale gebouwen bijvoorbeeld ; in Jakarta, in Bandoeng en Soerabaja zonder andere plaatsen te kort te doen spreken boekdelen over de gezamenlijke geschiedenis.  

De vergeten groep achterblijvers van het voormalige Indie,  niet onbelangrijk wat door velen worden vergeten is de Indo’s die niet naar Nederland gerepatrieerd konden worden. Deze Indo Europeanen werden geweigerd, terwijl zij wel voor he Koninkelijk Huis tegen de Jappen vochten. Redenen waren o.a. de slechte communicatie of waren de benodigde documenten kwijt geraakt door die oorlog.  In Nederland is deze populatie rond het ander half miljoen met alle generaties mee geteld. In Indonesië is het dubbele. Onlangs heeft Jan Slagter van Omroep Max nog die aandacht gevestigd op de “vergeten groep Indo’s” met verschillende TV uitzendingen.  Op ICM verscheen het persbericht: "Persbericht - Indo's in Indonesië? Hoe zit dat"

De vraag die je moet stellen waarom ook niet zustergemeentes met Indonesië   dan is alles structureel in 1 keer opgelost zoals wij die kennen met andere landen. Een concept/model dat zich heeft bewezen in die 100 jaren dat op het gebied van cultuur / economie duurzaam werkt naar Win Win situatie. Vreemd genoeg dat Nederlandse Gemeentes met die andere landen die geen gezamenlijke geschiedenis en geen draagvlak hebben in de huidige samenleving toch een zustergemeente vormen (hiervoor budgetten voor vrij worden gemaakt).  Gemeentes worden jaarlijks geconfronteerd bij de aanvragen van een vergunning voor een groot evenement als een pasar Malam in ruim 100 gemeentes waar ruim 10.000 bezoekers op afkomen m.u.v Den Haag waar 100.000 op afkomen. 

De media staat bol hiervan. Mede door de recessie komen budgetaire vele zaken op straat te liggen.  

Rotterdam zou een zustergemeente met Jakarta kunnen vormen.  

Informele bronnen wisten te melden dat er op Gemeente nivo al contacten lagen uit het grijze verleden. Omdat Jakarta een haven heeft van betekenis en Rotterdam tot de 1 van grootste havens behoren. Soerabaja met gemeentezuster Den Haag of Bandoeng met zustergemeente Apeldoorn om maar als voorbeeld te noemen. 

Nederlandse gemeentes kunnen bijvoorbeeld de laatste technieken en methodieken die zijn toegepast voor Nederlandse stedelijke ontwikkelingen voor; de infrastructuur, bouw, milieu, energie en watermanagement weer her aanwenden voor de zustergemeentes in Indonesië. Voorbeeld de werkzaamheden aan de Metro in Amsterdam kunnen zo weer worden voortgezet in Jakarta (zie Jakarta Baru master plan). Nederland weer kan bijvoorbeeld methodieken overnemen hoe Indonesië terrorisme en corruptie bestrijdt. Daarnaast kan Nederland veel leren hoe Indonesië als grootste Islam land met duizenden verschillende culturen in  zo’n islamitische multiculturele samenleving de democratisering boven de islamitisering  weet te besturen en te bewerkstelligen met als eerste Islamland een vrouwelijke president. De dochter van oud – president Soekarno,  waar diverse geloven broederlijk naast elkaar leven  zestig jaren lang. 

 

 Dat deze bewegingen van zustergemeentes met Indonesie  informeel op de achtergrond lopen zijn niet onbekend. Zo had Gemeente Rotterdam met Jakarta al informele contacten met betrekking tot stedelijke ontwikkelingen. Rotterdam is groten deels door de Tweede Oorlog verwoest en herbouwd tot 1 van de modernste steden in Europa met metro, nieuwste gebouwen, infrastructuur, bruggen en haven met grote opslag.

Jakarta moet ook herbouwd worden, en Jakarta heeft Rotterdam als voorbeeld.  Ontwikkelingshulp zou meer via gemeentes ingezet moeten worden via zustergemeentes om de Indonesische Nederlandse betrekkingen verder te intensiveren om dit concept te ondersteunen om tot een constructieve structurele oplossing te komen. 

Het voorbeeld dat het werkt is Jakarta/Rotterdam. Het Jakarta Baru Masterplan werd in handen gegeven aan een Ingenieurs Groep die Rotterdam hebben herbouwd. Deze hebben het ontwerpplan uitgewerkt zie onderstaande presentatie op YouTube. Diverse Nederlandse ondernemingen zijn vanaf 2009 bezig geweest, en hebben  veel last gehad van de handelswijze van Politiek Den Haag. De gemiste orders zijn hierdoor aanzienlijk geweest; Dit jaar zijn ontelbare keren koppen in de media verschenen o.a. dat De Tweede Kamer Timmermans onder vuur nam na zijn bezoek aan Jakarta, bij niemand ontgaat dit! 

YouTube Rotterdam verpakt het in MasterPlan Jakarta baru,  http://youtu.be/hGtol65OeUg   

Editor/redacteur 

Ferry Schwab sr.

Lees verder…
Op 8 december 1941  om 01.55 Javatijd verklaarde Nederlandse regering  de oorlog aan Japan.

10897378481?profile=original

8 december, wat een dag. Om 01.55 Javatijd 1941 viel Japan Pearl Harbour aan. Japan was niet van plan om ook Nederlands Indie de oorlog te verklaren. U leest het goed.


Maar de Nederlandse regering die uitgeweken was naar Londen, verklaarde wel op 8 december 1941 de oorlog aan Japan. Het startschot voor de internering van 1000-den Indische KNIL-militairen en moeders met kinderen.

Wat heeft deze Nederlandse regering gedaan tot het heden die het leven van hun onderdanen van de ene dag in een ware hel veranderde. Alles heeft Nederlandse regering aan gedaan om hun onderdanen in het voormalige Indie niet die steun te geven als veroorzaker van het leed van deze 500.000 onderdanen die het moest bekopen in de Japanse kampen, huis en raad kwijt. Bij de overdracht moest het Japanse leger de Nederlandse Indische onderdanen beschermen deze anders te worden uitgemoord door de Indonesische bevolking die Nederlandse regering 300 jaar heeft vernederd, onderdrukt en land leeggeroofd.

 

Voor de Indische onderdanen in het voormalige Indie was die oorlog niet voorbij in 1945, de bersiap periode trad in en ze moesten het land uit.  Nederlandse regering weigerde 500.000 Indische onderdanen de toegang tot Nederland en deze te compenseren voor de aangerichte oorlogsschade als veroorzaker.  Alles heeft deze groep moet betalen; de reis, tijdelijk verblijf en huisvesting. Onder druk van VS werd Nederland gedwongen. Hiervan werden er 341.000 toegelaten.

159.000 werden geweigerd en dus bewust stateloos gemaakt, de vergeten groep dat nu door Omroep Max die aandacht krijgt.

Nederlandse regeringen om je te schamen, niets vermeld het akkoord van dit Kabinet om een keer diepe buiging te maken naar deze Indische oorlogslachtoffers die dubbel slachtoffers zijn geworden, en geef het Indisch geld terug dat Nederland van Japan, Indonesie en van Marshal van VS heeft ontvangen. 

 

Lees verder…

10897253880?profile=original10897283271?profile=originalTerugblik op Het Gebaar (2001) -    
Tegoeden Tweede  Wereldoorlog  nr. 23VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 28 februari 2001, Volledig versag ook hier tedownloaden >>>
 

De vaste commissie voor Financiën1 en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2hebben op 8 februari 2001 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën en minister Borst-Eilers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:  

– De voortgang van de werkzaamheden in verband met de tegoeden Tweede Wereldoorlog (25 839, nr. 17);

– De voortgangsrapportage Tegoeden Tweede Wereldoorlog (25 839, nr. 18), voor zover de stukken betrekking hebben op de Indische tegoeden;

– De nadere uitwerking van de regeringsreactie naar aanleiding van het rapport van de begeleidingscommissie onderzoek Indische tegoeden (25 839, nr. 21).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit, Vragen en opmerkingen uit de commissies, zijn hier ook te  downloaden >>>>>>> 

 

Dat er nu anno 2014 een debat komt daar is geen enkel twijfel over!  Want het gaat anno 2014 om het zevenvoudige bedrag dan die van Gebaar 2001 (385 miljoen de schatkist kostte).  Een staatssecretaris of een minister kan niet eenzijdig een dergelijk besluit op eigen houtje nemen en zal eerst in de Tweede Kamer moeten brengen, hiervoor is draagvlak van de Tweede Kamer voor nodig, net als in 2001 bij Het Gebaar, desondanks destijds vele zaken onduidelijk lagen in tegenstelling tot nu.

 

Als voorbeschouwing wil ICM graag als redactie terugblikken In beginsel naar Nr. 23 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG dat vast vastgesteld werd op 28 februari 2001, waarom de Indische Gemeenschap niet die gelijke behandeling heeft gehad als de Joodse gemeenschap (Ruim 30.000 - 40.000 per individu gehad), dat overigens bij dit overleg veel aan de orde is geweest. Om dit te beoordelen zal de Indische kwestie naar de vijf perspectieven belicht worden: Indische gemeenschap als bevolkingsgroep, de Indische belangen organisaties (200 stuks verspreidt over het hele land), het oude Indisch Platform voorzitters Boekholt en KLeijn,  het Politiek systeem, en Nederlands rechtssysteem.

 

De Indische Gemeenschap t.o.v. de Joodse Gemeenschap wordt niet gekend als een homogene groep. De verdeeldheid is groot dat zich uit in de wel honderden Indische verenigingen, en ieder met eigen doel en missie, die haaks tegen over elkaar staan. Vanuit politiek Den Haag (Tweede Kamer) komt de Indische Gemeenschap niet goed weg wat de homogeniteit betreft. Is dat de Kamer hier het voordeel van de twijfel geeft (dankzij het politieksysteem) en het zeer te doen hadden wat de Indische Gemeenschap heeft moeten ondergaan in de oorlog tegen Japan,  de bersiap periode, en misschien ook door het politieke systeem die redding bracht met Gebaar voor de kille koel ontvangst asl tussenstation.  Tevens erkent door de vele te bureaucratisch te werk te gaan en de fouten aan de kant van de Nederlandse Overheid.   In vergelijking tot de bevolkingsgroep de Joodse gemeenschap die gekenmerkt wordt als een homogene groep, was binnen de Indische Gemeenschap alleen maar een grote verdeeldheid te besmeuren dat het modder gegooi verder ging dan binnen de Indische Stichtingen. Vele buitenstaanders o.a. ICM (NINES Online) verbaasden zich over dit amateuristisch gedrag in het openbaar.

 

De Indische organisaties gekenmerkt in het verlengde van hun achterban (leden) voerden een onderlinge hevige strijd onder elkaar, en nadrukkelijk niet tegen die Overheid.  Dit was openlijk te besmeuren op het Internet (o.a. via de beroemde websites en het msn). Elk ging voor het eigen belang. De typering alleen al van de "binnen - en buitenkampers”, die regelrecht een discriminatie onder elkaar vormden is te bizar om te verwoorden.  Geen eenheid, geen solidariteit, geen visie, geen plan, geen bewijsvoering zoals onderbouwde onderzoek met feiten, en het ontbreken van kennis om een dergelijk grote zaak tegen de Overheid aan te spannen, maar in bijzonder het ontbreken van die professionaliteit, expertise die door de boventoon van eigen belang en emotie werd gevoerd.

 

Het Oude Indisch Platform als politiekoverlegplatform ingesteld door oud premier Ruud Lubbers moest die oplossingen bieden en die redding brengen.  

Moeizaam kwam deze van de grond. Te meer de voorzitters Oud - Militaire door de Overheid werd benoemd, dit viel bij de andere organisaties in slechte aarde dat van de honderden slechts 7 toetraden, is niet te verwonderen.  Deze hadden geen enkel stem, dat dominant geregisseerd werd door Boekholt oud - buitendienst generaal ( broodheer de Overheid had) en veelal ging voor zijn eigen belangen. De burgers die in het voormalige Indie als oorlogsslachtoffers gekenmerkt hadden worden vielen daardoor overal buiten de boot. Tot wie moesten zij zich  wenden.  De andere zittende 7 Indische organisaties porforma zitting namen, geen enkel ervaringen hadden dat buitenstaanders moesten ingrijpen!  Is ook vrij logisch gezien hun CV profielen die geen enkel academische achtergronden hadden of bestuurservaringen in het bedrijfsleven, en die zich totaal lieten regisseren (overrulend)  door een Boekholt waar later ook gelden naar de familie toestroomden (Indisch Huis, in Scheveningen die nooit afkwam, om maar een voorbeeld te noemen, ook deze zaak werd uitgebreid gemeld in het verslag van het overleg, zegt al voldoende in het vertrouwen van het IP). 

ICM / NINES Online zag deze bizarre strijd en stak regelmatig de hand op om geen ruzie met elkaar te maken, want de ambtenaren van Overheid kijken ook mee op het Internet! Wat maakt uit of je binnen - of buitenkamper bent of KNILLER. Allen zijn oorlogsslachtoffer geworden met lange nasleep van de "overdracht", Bersiap, en de "Koele Kille Ontvangst in Nederland "geworden uiteindelijk. Van een oorlog die door het koninklijk huis namens Wilhelmina aan Japan is verklaard. Iedere oorlog zal onherroepelijk schade toebrengen aan het leven van de burgers: oorlogsschade immaterieel als materieel en als je ook nog je land kwijt bent waar je bent geboren en getogen . Dit zijn de keiharde feiten, waarom dan nog Buiten-, Binnenkampers, Knillers, en oud - ambtenaren ! Dit onderstreept al die tegengestelde belangen van de gewone burgers in het voormalige Indie.

 

Het Politiek systeem, Den Haag erkent dat de Overheid en alle voorgaande regeringen te bureaucratisch en grove fouten hebben gemaakt jegens de Indische Gemeenschap..

Maar gezien de grote verdeeldheid bij de Indische organisaties die weer het Oude IP bejegend is voor de Kabinet moeilijk de claims te becijferen zoals die bij de Joodse Gemeenschap.  Voorts verschilt de situatie wordt tot de conclusie gekomen. De vraag is of het een Gebaar of een tegoedkoming moet zijn. Politiek Den Haag heeft toch te doen met alles wat de Indische Gemeenschap heeft moeten meemaken, en krijgt in principe het voordeel voor de twijfel, dit mede door het falen van duidelijk wensen / eisen pakket van het oude Indisch Platform door de grote verdeeldheid, die bij de Joodse Gemeenschap wel nadrukkelijk aanwezig is.  Dankzij de politieke partijen die de claims willen wegen wordt Het Gebaar als tussen station gezien voor die "Koele en Kille ontvangst in Nederland"en toegekend 385 miljoen, waarvan 35 miljoen voor collectieve projecten (Voor the time being). Om de zaken te kunnen becijferen wordt voorgesteld om een breed historisch onderzoek door het NIOD te laten uitvoeren. Deze resultaten af te wachten om als nog definitief de hoogte van de claims te bepalen, die naast de claim van Het Gebaar kunnen worden ingediend bij de Overheid. 

 

Het Nederlands rechtssysteem (burgerwetboek) stelt, dat iedere burger rechten heeft die moet toezien of de Overheid die ook nakomt'.  Het wetenschappelijk onderzoek om reconstructie van feiten in Voormalige Indie zal moeten uitwijzen dat alle zaken die vastgelegd zijn Nr. 23 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG  op 28 februari 2001 de Indische gemeenschap in gelijke wordt gesteld aan de hand van de feiten en conclusies die de wetenschappers van het NIOD in het rapport als reconstructie hebben vastgelegd. Daarnaast de transacties hiervoor zijn uitgevoerd; Het Gebaar is uitgedeeld naar de afgesproken bedragen en het breed historisch onderzoek is verricht door de NIOD. Uit dit rapport zijn de claims te herleiden die onvoorwaardelijk de Overheid veroordeelt om tot uitvoering te komen van Gebaar - II met finale kwijting.  

 

Het eventuele verslag van Algemeen Overleg van Tweede Kamer anno 2014 komt er wellicht nu zo uit te zien met betrekking tot eerdere opgesomde perspectieven!

 

De Indische Gemeenschap, is meer betrokken geraakt bij de Indische kwestie door de jaren heen o.a. door  de communicatie via het internet (ICM & NICC) als Internetkrant en maand Magazine en via de pasar malams (800.000 man) . Hierdoor meer bewustwording creëerden en betrokkenheid bij de Indische kwestie. Te meer ICM als communicatie middel werd gebruikt door de Indische organisaties om de achterban te bereiken. Naast dat de Indische kwestie met het Indisch Platform veel in beeld is gebracht door ICM op de pasar malams, en koempoelan gedurende de periode 2003 tot 2014. Niet te vergeten voor de vele oproepen om richting het Plein te gaan voor IP manifestaties. Niet onbelangrijk de informatie en de boeken van schrijvers die hierin een grote bijdrage leveren( Ik Beken, van Elise Lengkeek) . Dat het draagvlak vele malen groter is geworden bleek uit de gehouden Indische Petitie initiatiefnemer Hans Vogelsang. Ruim 10.000 mensen gaven hun mandaat in de vorm van hun handtekening voor de Stille Tocht die uit handen van IP delegatie aan VWS werd overhandigd. Met die petitie stelde de achterban unaniem achter de doelstellingen en de missie: Erkenning, Excuusjes, en compenstatie in de vorm van een pensionregeling.

 

De Indische organisaties erkenden nu het nieuwe Indisch platform als de organisatie die de belangen namens de Indische Gemeenschap behartigt. Het geruzie en met modder gegooid lijkt nu achter de rug te zijn. Helaas uit dit zich niet bij een aansluiting bij Het nieuwe Indisch Platform, maar allen gaan voor 1 doel; Erkenning, Excuusjes en compensatie voor iedereen die geboren / gewoond heeft in Indonesie. De groep wordt nu geschat op 90.000 man van het oorspronkelijke aantal  van 341.000.

 

Het nieuwe Indische Platform als organisatie ziet een stijging van Indische organisatie die lid worden van Het IP. Van 7 (2001) naar 28, zelfs Pasar Malam Besar in Den Haag met 140,000 bezoekers trad toe tot het IP. De nieuwe vz. Herman Bussemaker koos voor de aanval en trad voor het eerst openlijk de publiciteit tegemoet.  Uiteraard gesterkt met de bewijsvoering onder zijn arm De Indische NIOD Rapporten die ruim 1,8 miljoen hebben gekost. In oktober 2009 ism met ICM wordt IP Manifestatie op Het Plein georganiseerd en de hele landelijk pers werd uitgenodigd dat later op de NOS omroep kwam, en in het nieuws. Een gehele andere benadering dan het oude IP, die letterlijk alles hebben verkwanseld.

 

Niet onbelangrijk en grote aanwinst en versterking was de toetreding bij de delegatie IP Ton Te Mey. Ton die alle in - en outs van politiek Den Haag kent, bovendien met oud MP Jan Peter Balkenende heeft gewerkt. Ton heeft veel sympathie voor wat de Indische Gemeenschap deze 69 jaren moest ondergaan om als tweede rang burger te zijn behandeld door de Nederlandse Overheid.  In 2013 trad Herman Bussemaker terug als voorzitter en werd opgevolgd door Silfraire Delhay, Herman Bussemaker zal wel blijven deelnemen in de delegatie als adviseur met betrekking tot zijn achtergrond als materiedeskundige en historicus. Dit IP gaat professioneel en slagvaardig te werk. Het gaat hier niet om 385 miljoen maar ruim om twee en half miljard op zijn minst, dat niet eenvoudig het draagvlak zal krijgen bij de Tweede Kamer.

 

Politiek systeem, Den Haag heeft er alles aangedaan om barrières den drempels gelegd om de NIOD rapporten te accepteren en om deze ook maar in behandeling te nemen.

  • Op 27 oktober 2009 op het Manifestatie zegde Jan Peter Balkenende toe om de Indische kwestie in behandeling te nemen. Jet Bussemaker zou de Indische kwestie, hiermee wordt bedoeld de NIOD rapporten, ter hand nemen en deze verder voorleggen aan leden van de Tweede Kamer. De val van het Kabinet - Balkenende blokkeerde deze zaak. Jet Bussemaker (naamgenoot van Herman Bussemaker, maar beslist geen familie).  De NIOD rapporten verdwenen de la van de ambtenaren, en Jet Bussemaker verzuimde de overdrachtprocedure op te stellen in deze voor haar opvolger. Bij het aantreden van het nieuwe kabinet werd wederom de NIOD rapporten ter sprake gebracht door het nieuwe IP.
  • In het overleg van 28 april 2011 van de staatssecretaris met Het Indisch Platform heeft mevrouw Veldhuijzen verklaard niet te willen meewerken aan de totstandkoming van een oplossing voor de Indische kwestie, zoals vastgelegd in de petitie van het platform aan de Tweede Kamer die in november jl. werd ingediend. De Tweede Kamer heeft toegezegd de Indische Kwestie te bespreken.
  • De 1e hoorzitting vond plaats in de Van Someren-Downer zaal op dinsdag 7 juni 2011 in het gebouw van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Lange Poten 4 in Den Haag.
  • Algemeen Overleg Kamercommissie VWS met staatssecretaris mw. Veldhuyzen van Zanten is verplaatst. inplv. 16 juni a.s. wordt het overleg op dinsdag 28 juni gehouden, in de Troelstrazaal van het 2e Kamergebouw Lange Poten 4 – aanvang 16.00u
  • Motie Tweede Kamer 

    Blijkbaar pikte ook het parlement het te kort door de bocht gaan van Staatssecretaris mevrouw Veldhuijzen Van Zanten-Hyllner niet en diende Pia Dijkstra (D66) daarop mede namens een aantal andere oppositiefracties een motie in. Die motie bestond uit twee delen. De Kamer wil dat de Nederlandse regering op een passende wijze op een daartoe passend moment aan de Nederlanders uit voormalig Nederlands-Indie erkenning en excuses aanbied. Verder wilde de Kamer dat de regering een onafhankelijke commissie van wijze personen instelt om de uitgebrachte NIOD rapporten met het Indisch Platform te bespreken en te onderzoeken wat de daadwerkelijke reikwijdte van Het Gebaar is.
    Hoewel door de Tweede Kamer de behandeling van Oorlogsgetroffenen boven de politieke partijen staat blijkt dat nu het onderwerp volledig gepolitiseerd is. De oppositiepartijen steunen het Indisch Platform, de Regeringspartijen inclusief gedoogpartner PVV zijn het eens met het regeringsstandpunt. 
  • De stemming
    vannacht in de Tweede Kamer was historisch vanwege de tweespalt in de Kamer over de Indische kwestie. Het komt niet vaak voor dat de tegenstellingen zo groot en scherp naar voren kwamen. De gehele oppositie (inclusief de SGP) steunde de motie van Pia Dijkstra (D66), die mede door de andere partijen werd ingediend.
    De motie om de geschillen bespreekbaar te maken door het instellen van een Commissie van wijze personen is door de Kamer vannacht na hoofdelijke stemming met een verschil van twee stemmen verworpen. Volgens het Indisch Platform betekent dit niet dat hiermee de Indische Kwestie van tafel is. Slechts het voorstel tot instellen van een Commissie is verworpen
    .
  •  73 waren voor “de Indische motie” en 75 tegen Gisteren 30 juni vond de stemming plaatst van  VAO ( Verbreed Algemeen Overleg )oorlogsgetroffenen in Tweede Kamer dit naar aanleiding van de hoorzitting die plaatsvond op 28 juni jl. Waarbij alle oppositie partijen reeds nadrukkelijk de  Indische Kwestie steunden.  Fel werd op die bewuste  dag uitgehaald naar de staatssecretaris van VWS
  • Aanbieden petitie aan Tweede Kamer op 19 maart 2013; Erkenning, Excuusjes, en compensatie in de vorm van een pensioenregeling. Martin van Rijn belooft Vz. Silfraire Delhay met oplossingen te komen. Criticaster beweren dat Martin van Rijn zijn beloftes niet kan waarmaken. Het pensioenplan zal ruim 3 miljard kosten. Anderen zijn deze mening niet toegedaan er zullen vele meevallers 2014 - 2015 de Overheid treffen.

Toespraak door Herman Bussemaker bij het overhandigen van de Petitie op 19 maart 2013, ziehttp://icmonline.ning.com/profiles/blogs/toespraak-door-herman-buss...   

 
Het contracst met 2001 en 2014 is zo groot; Over de hele linie in Nederland heeft de Indische kwestie meer draagvlak en sympathie gekregen, in de Kamer ruim 50% . ICM blikt postief vooruit op de ontwikkelingen en de oplossingen waarmee staatsecretaris van Rijn als nog op de valreep komt.
De verdere conclusie laat ICM aan U over!

10897234678?profile=original

Steun ACTW66 ! 

Uw donatie  kunt U storten op Rabo rekening NL41 RABO 03977255 07   ten name van F.Schwab / ICM Online onder vermelding van donatie Traktaat van Wassenaar.

Lees verder…

Column   Helemaal alleen in Indonesië

 10897269496?profile=originalColumn   Helemaal alleen in Indonesië                  Door:   Ed Caffin

Reizend door het noorden van de Molukken en Sulawesi, minder toeristische delen van Indonesië, zijn we regelmatig de enige toeristen in het dorp, hotel of op het hagelwitte strand met palmbomen. Voor veel reizigers is dat het summum: je ergens pionier voelen, terwijl alles eigenlijk allang ontdekt is. “We waren er helemaal alleen; we hoorden dat er zeker een half jaar lang geen westerling geweest was”, hoor je dan vaak. Als het onderwerp “Beste reisverhalen” voorbij komt in een of ander gesprek in een backpackerscafé, dan scoor je daar zeker punten mee.

Voor ons voelt het na een aantal maanden in het drukke en toeristische Bali, waar we tussen de rijstvelden en andere toeristen woonden, vooral vreemd.  Dat komt met name omdat het reizen in deze gebieden als bijeffect heeft dat je overal wordt nageroepen en er regelmatig foto’s van je worden gemaakt. We zijn  blijkbaar opeens een beziens-waardigheid en aan die status kunnen we maar moeilijk wennen.

Dat westerlingen in deze delen van Indonesië een heuse verschijning zijn, valt te verklaren als je kijkt nar de verdeling toeristen over Indonesië. Van de ruim 7 miljoen buitenlandse toeristen die in 2011 naar Indonesië gingen, kwam bijna de helft (2,9 miljoen) met verder dan het kleine Bali. Van de rest gaan de meesten naar Jakarta en Java, of Sumatra. Slechts kleine plukjes toeristen gaan verder, richting het oosten van Indonesië, en ontlopen daar elkaar gemakkelijk.

In de Molukken en bepaalde delen van Sulawesi kom je er in ieder geval weinig tegen. En dat merk je aan de reacties van de mensen. Degenen die ons aanspreken en op de foto willen, zijn zonder uitzondering erg aardig en positief, dat wel, maar een anoniem etentje zit er – hoe absurd het ook klinkt – niet in. Soms neemt het wel heel extreme vormen aan. Op het strand voor het hotel, wilde een grote groep vrienden – met kinderen op schoot – één voor één met ons op de foto.  Ook worden we geregeld zonder te vragen gefotografeerd. Onze beeltenis prijkt intussen als een screensaver op tientallen mobiele telefoons, denk ik. Als ik aan een man van mijn leeftijd vraag waarom hij die foto eigenlijk wil, antwoordt hij simpelweg, dat hij het een leuke herinnering vindt, een foto van een Bule (buitenlander). “Het komt niet vaak voor dat je een exemplaar in het wild tegen het lijf loopt, en dan moet je hem schieten”, zegt hij er nog net niet bij. We zijn gewillige slachtoffers; ook ons zoontje van twee. Met zijn bruinverbrande kop en lichtblonde haren is hij een soort allemans knuffelbeer geworden. Na een stuk of tien uitgebreide fotoshoots is hij er inmiddels al zeer bedreven in. Zodra iemand naast hem knielt, hem bij de schouders pakt en de wang tegen de zijne drukt, staat hij stil en er verschijnt zowaar een heuse fotoglimlach op zijn gezicht.  Minpuntje wellicht, hij weet inmiddels niet beter dan dat hij blijkbaar erg 

interessant is om te fotograferen. Hij zou er bijna van naast zijn kleine “Croqs” gaan lopen. Na weken vol fotoshoots mijden we de laatste dagen de drukke stranden maar even en gaan we naar ons prachtige en verlaten witte strand met palmbomen, langs een hobbelige weg verderop. Daar zijn we helemaal alleen en kunnen we tenminste anoniem zwemmen.

Eerder verschenen in DE AZIATISCHE TIJGER  

Lees verder…

Uit de ICM archieven.10897376882?profile=original

Uit onderstaande persbericht van 1 juli 2011 blijkt dat destijds het Kabinet Rutte I haar verantwoordelijkheid niet nam. Nu anno 2017 zijn wij een aantal Kabinetten Rutte verder. Opvallend, weer zitten CDA in dit Kabinet, echter nu met D66 die de Indische zaken steunde in de oppositie, en o.a. diverse Indische moties ter tafel bracht. Echter binnen de Nederlandse Indische Gemeenschap hebben zich ook veel mutaties voorgedaan. Na gedegen onderzoek bleek dat het Indisch Platform geen bevoegdheid heeft om namens De Nederlandse Indische Gemeenschap te handelen met de Nederlandse Overheid. Oud premier Lubbers heeft dit platformoverleg destijds in het leven geroepen om rust in de Indische tenten te houden, dus om de NIG zoet te houden, en om alles met behulp van het IP onder het tapijt te vegen. Denk nu aan de studie – onderzoek oorlogsmisdaden in het voormalige Indie, de vergeten Indische Groep van Omroep Max, en het Traktaat van Wassenaar. Allemaal onderwerpen waar het Indisch Platform geen oog voor had. Wat zet IP op de agenda? BackPay en KNIL, nota bene een zaak waar de Indische oorlogsslachtoffers die tijdens WAR II in jappenkampen hebben gezeten, dan de overdracht en bersiap, dan het land te worden gezet. Mooi als bliksemafleider met dank aan Lubber zet het IP dit op de agenda. Het zijn particuliere initiatieven die oorlogsslachtoffers, de vergeten groep en de oorlogsmisdaden anno 2015 op de Kaart zetten, met dank aan het Indisch Platform het voorportaal van Min. VWS.

  Vanaf 2013 ontstond onenigheid binnen de delegatie van het Indisch Platform vanwege de onderhandelingen met Martin van Rijn die zonder overleg met de achterban (mensen die hun handtekening onder petitie hebben gezet. De helft van delegatie is opgestapt omdat het grondbeginsel van het verkregen mandaat uit de gehouden petitie niet werd nagekomen. Bovendien juridisch gezien is deze DEAL met Martin Van Rijn ongeldig, er is immers met een spook - organisatie onderhandeld en overeengekomen. Deze DEAL zorgt nu dat er door diverse procedures worden opgestart. Naast dat er vele acties op touw zijn.

In 2013 kreeg het Indisch Platform het mandaat van NICC en ICM. Hiervoor werd een petitie gestart met als doel: Erkenning, Excuses en Compensatie. Compensatie met de prioriteit nadrukkelijk op de 60.000 Indische oorlog slachtoffers. Hiervoor werd een pensioenplan ontwikkeld om deze oorlogsslachtoffers gedurende vijf jaren uit te keren. 7 miljard kostte dit plan. De middelen komen uit de verkregen gesloten verdragen met de republiek Indonesie, en Japan. Niet te vergeten uit Marshal hulp. Nederland heeft deze gelden gebruikt - geleend - voor eigen opbouw na de WAR II. 

De Indische oorlogsslachtoffers zijn dubbel het slachtoffer geworden. In tegenstelling tot vluchtelingen en asiel zoekers waar ruim € 40.000 per persoon per jaar wordt uitgetrokken, hebben de Indisch oorlogsslachtoffers zelf hun kosten moeten betalen voor; de reis, tijdelijk verblijf, en hervestiging. Gelijktijdig president Soekarno voor deze "Indische vluchtelingen “, die in 1959 het land uit werden, het bedrag van 689 miljoen betaalde. 

Jaar 2018 voor Kabinet Rutte wordt een druk jaar. Diverse partijen zijn bezig om de Indische- en de Indonesische zaken aan de orde stellen, praten doen deze partijen niet meer. Alle juridische trajecten worden in gang gezet. Is Lubbers gelukt om een orgaan dat het Indisch Platform heet te liëren als orgaan aan het Ministerie van VWS die zogenaamd de belangen van de Nederlandse Overheid te dienen.

 

ICM ARCHIF

P E R S B E R I C H T- Indische Gemeenschap door de regeringspartijen in de steek gelaten

P E R S B E R I C H T

Indische Gemeenschap door de regeringspartijen
VVD, CDA en PVV in de
steek gelaten

Voor het Indisch Platform is deze behandeling van de Nederlanders
uit Indië onacceptabel, en een fatsoenlijke overheid
onwaardig


De stemming vannacht in de Tweede Kamer was historisch vanwege de tweespalt in de Kamer over de Indische kwestie. Het is uniek dat de tegenstellingen zo groot en scherp naar voren kwamen. De gehele oppositie inclusief de SGP steunde de instelling van een commissie van wijze mensen. De motie om de geschillen bespreekbaar te maken door het instellen van een Commissie van wijze personen is door de Kamer vannacht na hoofdelijke stemming met een verschil van twee stemmen verworpen. Volgens het Indisch Platform betekent dit niet dat hiermee de Indische Kwestie van tafel is. Slechts het voorstel tot instellen van een Commissie is verworpen.


Volgens het Indisch Platform is het onthutsend te moeten constateren dat de politieke wil om een einde te maken aan wat inmiddels als de Indische Kwestie door het leven gaat nog steeds ontbreekt. Op 28 april jl. stelde staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten in een gesprek met het Indisch Platform, dat het in 2000 uitgekeerde 'Gebaar' ook een finale kwijting inhield van backpay (achterstallig salaris) en oorlogsschade. "Ze liegt", stelt het Indisch Platform.

Historie

Al meer dan 65 jaar speelt de 'Indische kwestie' waardoor Nederlanders uit het voormalige Nederlands-Indië door opeenvolgende regeringen nog worden steeds gediscrimineerd. Het gaat om Nederlandse ambtenaren en militairen die tijdens en na de Japanse bezetting geen salaris ontvingen over de 41 maanden dat zij in krijgsgevangenschap zaten en werd de schade die zij door de oorlog leden evenmin vergoed. Dit in tegenstelling tot de vergoeding van oorlogsschade voor Nederlandse burgers onder de Duitse Bezetting, die geregeld was in de Wet op de Materiële Oorlogsschade. De Nederlanders uit de Oost waren expliciet van deze wet uitgesloten. "Discriminatie", zegt het Indisch Platform bij monde van haar voorzitter Herman Bussemaker.

Het Gebaar
Het feit dat volgens de staatssecretaris Het Gebaar van 2000 ook de backpay en vergoeding van oorlogsschade omvat is niet eerder zo gecommuniceerd aan het Indisch Platform.
"Een complete verrassing voor ons", aldus Bussemaker. Los daarvan heeft het NIOD een tweetal studies verricht en ook die geven aan dat Het Gebaar daar niet voor bedoeld was. De conclusie moet dan wel zijn dat ook dit Kabinet weg loopt voor zijn morele verantwoordelijkheid in deze Indische Kwestie', stelt Bussemaker resoluut. Nog steeds ontbreekt de politieke wil om de Indische Kwestie op te lossen.

Veel overleg
Dat die wil ook bij deze regering ontbreekt, bleek ook in een gesprek op 28 april jl. tussen Staatssecretaris mevrouw Veldhuijzen Van Zanten-Hyllner van VWS en het Indisch Platform. Zij is in het geheel niet op de hoogte van de Indische Kwestie. Zij heeft op advies van haar ambtenaren bij herhaling de Tweede Kamer foutief en onvolledig  geïnformeerd. Zij heeft in de gesprekken met Het Indisch Platform en gedurende het Algemeen Overleg (AO) met de Kamer op 28 april jl. en twee dagen later in het Voortgezet Algemeen Overleg (VAO) van 30 juni jl. de Indische gemeenschap respectloos, beledigend en schofferend behandeld. "Voor het Indisch Platform is deze behandeling van de Nederlanders uit Indië onacceptabel en een fatsoenlijke overheid onwaardig", zegt Herman Bussemaker.

Motie Tweede Kamer

Blijkbaar pikte ook het parlement het te kort door de bocht gaan van Staatssecretaris mevrouw Veldhuijzen Van Zanten-Hyllner niet en diende Pia Dijkstra (D66) daarop mede namens een aantal andere oppositiefracties een motie in. Die motie bestond uit twee delen. De Kamer wil dat de Nederlandse regering op een passende wijze op een daartoe passend moment aan de Nederlanders uit voormalig Nederlands-Indie erkenning en excuses aanbied. Verder wilde de Kamer dat de regering een onafhankelijke commissie van wijze personen instelt om de uitgebrachte NIOD rapporten met het Indisch Platform te bespreken en te onderzoeken wat de daadwerkelijke reikwijdte van Het Gebaar is.
Hoewel door de Tweede Kamer de behandeling van Oorlogsgetroffenen boven de politieke partijen staat blijkt dat nu het onderwerp volledig gepolitiseerd is. De oppositiepartijen steunen het Indisch Platform, de Regeringspartijen inclusief gedoogpartner PVV zijn het eens met het regeringsstandpunt.

De stemming
vannacht in de Tweede Kamer was historisch vanwege de tweespalt in de Kamer over de Indische kwestie. Het komt niet vaak voor dat de tegenstellingen zo groot en scherp naar voren kwamen. De gehele oppositie (inclusief de SGP) steunde de motie van Pia Dijkstra (D66), die mede door de andere partijen werd ingediend.

De motie om de geschillen bespreekbaar te maken door het instellen van een Commissie van wijze personen is door de Kamer vannacht na hoofdelijke stemming met een verschil van twee stemmen verworpen. Volgens het Indisch Platform betekent dit niet dat hiermee de Indische Kwestie van tafel is. Slechts het voorstel tot instellen van een Commissie is verworpen.


Regeringen hebben ook morele verantwoordelijkheid
Volgens eerdere uitspraken van de Hoge Raad der Nederlanden gaat het hier om een morele aansprakelijkheid van de Nederlandse Overheid. Zelfs Koningin Wilhelmina en dr. Drees lieten zich in gelijke bewoordingen uit. Al die jaren heeft de Nederlandse overheid deze morele aansprakelijkheid naast zich neergelegd. Nederland is het enige land ter wereld dat hierin in gebreke blijft. Alle andere westerse mogendheden ook die met koloniën in het Verre Oosten hebben inmiddels ruimhartig hun ambtenaren het achterstallig salaris betaald en hun burgers gecompenseerd voor de geleden oorlogsschade.

Het Indisch Platform heeft als onderdeel van de overeenkomst die 'Het Gebaar' wordt genoemd in 2000 bedongen dat er een onafhankelijke studie zou komen naar de backpay en oorlogsschade binnen de Indische Gemeenschap. Deze studies zijn inmiddels verschenen. De twee historici van het NIOD komen los van elkaar tot de conclusie, dat in Nederland altijd de politieke wil heeft ontbroken om deze Nederlanders gelijk te behandelen met de Nederlanders in het moederland.
Het kan toch niet zo zijn dat de Joodse slachtoffers en de Roma en Sinti hun 'Gebaar' ontvingen voor hun kille en
bureaucratische ontvangst naast hun vergoeding voor oorlogsschade en dat voor de  Nederlanders uit Indië hun 'Gebaar' ook de Backpay en de vergoeding voor geleden
oorlogsschade in zou houden.

Afwijkend standpunt
Het standpunt van het Indisch Platform is glashelder en glashard. Het Gebaar was geen finale kwijting voor backpay en oorlogsschade, ook de NIOD onderzoeken bevestigen dat. De Indische Kwestie is dus nog steeds niet opgelost. De regering blijft zich op het standpunt stellen dat Het gebaar inclusief was en het Indisch Platform gesteund door de NIOD-onderzoeken bestrijden dat.
"Ik kan niet anders concluderen dat opeenvolgende regeringen onbetrouwbaar zijn gebleken. Stel dat vandaag de dag een van onze militairen in Afghanistan onverhoopt gevangen wordt genomen, ontvangt die dan gedurende de tijd dat hij of zij gevangen zit ook geen loon? Militairen die voor Koningin én vaderland worden uitgezonden! Dat is te gek voor woorden? Voor het Indisch Platform is de behandeling van de Nederlanders uit Indië onacceptabel, en een fatsoenlijke
overheid onwaardig. Wij weten ons daarin gesteund door de Indische gemeenschap in Nederland en overzee", zegt Herman Bussemaker.

Het Indisch Platform
benadrukt dat hier niet gaat om het wekken van valse hoop, zoals gesteld door regeringspartijen, maar om het wegnemen van onrecht. De emotionele reacties op de publieke tribune tijdens de hoorzitting op 28 juni gaven aan hoe diep de frustratie in alle lagen van de Indische Gemeenschap is. "Onrecht verjaart niet!" zegt Bussemaker, "en gaat Het Indisch Platform dan ook de confrontatie met dit Kabinet aan en zal niet rusten totdat er recht is gedaan. Het Kabinet laadt nu de verdenking op zich weg te lopen voor haar morele verantwoordelijkheid vanwege de penibele financiële situatie. Hoe onbetrouwbaar kun je als overheid zijn. Ik schaam mij diep voor zo'n overheid", besluit Herman
Bussemaker, voorzitter van het Indisch Platform waarbij 24 organisaties zijn aangesloten.

Lees verder…

Onhandige receptie

Onhandige receptie

10897377295?profile=original

Het is op zijn zachtst gezegd geen gelukkige keuze. Vandaag viert de Japanse ambassadeur Hiroshi Inomata de verjaardag van keizer Akihito met een feestelijke receptie op zijn residentie in Den Haag. Maar op deze dag viel Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbour aan in 1941, wat gezien wordt als het begin van de Tweede Wereldoorlog. De VS, Groot-Brittannië en Nederland waren een dag later in oorlog met Japan.

,,Het is een onhandige keuze”, zegt Yvonne van Genugten, directeur van het Indisch Herinneringscentrum in Den Haag, over de receptie. De verjaardag van de keizer is bovendien niet vandaag, maar pas op 23 december. ,,Het is natuurlijk lang geleden”, vervolgt ze over de oorlogsverklaring. ,,Maar daarmee gaat de pijn niet weg. ,,Je zou zeggen”, zei ze nog over de receptie waarvoor Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders en diplomaten vanover de hele wereld zijn uitgenodigd: ,,Hadden ze dat niet een andere dag kunnen doen.”

Een diplomaat van de Japanse ambassade, die niet met zijn naam in de krant wil, laat weten: ,,Aan de hand van allerlei schema’s van de ambassade is 7 december de enige dag waarop deze bijeenkomst gehouden kon worden.”

Volgens schattingen maakten de Japanners in Nederlands-Indië bijna drie miljoen slachtoffers, zowel burgers als militairen, zowel in de kampen als daarbuiten.

,,Wij gaan ervan uit dat het niet met opzet is”, reageert Hélène Briaire namens de Oorlogsgravenstichting op de keuze om de keizerlijke verjaardag vandaag te vieren. ,,Onhandig is het wel.” Koos Sol laat weten namens de organisatie van de Nederlandse Veteranendag: ,,Het is niet zo’n doordacht moment. Maar wij zouden om deze reden op zo’n receptie niet wegblijven.”

De Amerikaanse diplomate Sherry Kineson-Hall laat weten dat haar ambassade geen commentaar geeft op evenementen van andere ambassades.

Lees verder…

Relatie tussen Huis van Oranje - Molukkers

10897274894?profile=originalRelatie tussen Huis van Oranje en Molukkers  door: Nanneke Wigard

Tijdens de “Maand van de Geschiedenis”, die in oktober zal worden gehouden en in het teken staat van “Vorst en Volk”, produceert de Stichting Moluks Historisch Museum een talkshow over de complexe relatie tussen het Huis van Oranje en de Molukkers. Mata Rumah Oranje en Maluku zal plaatsvinden op het Landgoed Bronbeek en een van de items die aan de orde zullen komen, is de mythe van de “trouwe Molukker”. Al vanaf het begin van de Nederlandse aanwezigheid in de Gordel van Smaragd en met name de Molukken, is er sprake van een relatie van (delen van) de bevolking met het Nederlandse vorstenhuis. Zo wordt in 1605 het “Eeuwig Verbond” gesloten waarin de Islamitische

Foto - Groep jonge Molukkers tijdens het defilé op Koninginnedag op Paleis Soestdijk.

hoofden van het schiereiland Hitu op Ambon trouw beloven aan Prins Maurits.

In de zeventiende eeuw zijn er weliswaar nog verschillende oorlogen nodig, voordat de VOC een monopoly op de telt en handel in kruidnagel en nootmuskaat weet te vestigen. In 1817 luidt de terugkeer van het Nederlands bestuur in de Molukken een opstand tegen de Nederlanders in.

Van het beeld van de “Trouwe Molukker” is dan nog geen sprake. Dat beeld ontstaat pas aan het einde van de negentiende eeuw, wanneer het Nederlandse gouvernement op zoek gaat naar bevolkingsgroepen die kunnen worden ingezet bij het besturen en onder controle houden van de kolonie. Met name als de veelal Christelijke) Molukse KNIL soldaten zich manifesteren als symbool van trouw aan Nederland, gepersonifieerd door het vorstenhuis

van Oranje. De Tweede Wereldoorlog en de direct daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd versterken  dat beeld alleen nog maar. Dat Molukse soldaten en burgers al direct na het jaar van hun aankomst in Nederland in 1951 deelnemen aan het defilé op Paleis Soestdijk, is dan ook geen toeval. 

Rocky Tuhuteru spreekt op Bronbeek onder andere met historicus Wim Manuhutu en antropoloog Fridus Steijlen over hoe de mythe van trouw is ontstaan. En wat was het belang van een goede relatie van het Huis van Oranje met de Molukkers na de onafhankelijkheid van Indonesië. De afsluiting wordt gevormd door een gesprek met een aantal koninklijk gedecoreerde Molukkers over hun inzet in de samenleving. Tijdens de bijeenkomst is uniek historisch beeldmateriaal uit de collectie van de Stichting Moluks Historisch Museum te zien.

De talkshow zal worden gehouden    op dinsdag 15 oktober om 14.00 uur in De Kumpulan van het Landgoed Bronbeek in Arnhem. De toegang is slechts € 3,50. Aanmelden via mail:   nwigard@museum-maluku.nl, onder vermelding van Mata Rumah Oranje

Lees verder…

Willem Gerard Hofker  periode 1902 – 1981

10897278492?profile=originalWillem Gerard Hofker  1902 – 1981

foto -Willem Gerard Hofker, zelfportret 1935 

De kunstschilder Willem Gerard Hofker leefde van 1902 tot 1981 en is vooral bekend om zijn Indische oeuvre. Weinig mensen echter weten dat deze impressionist ook staatsieportretten van Koningin Wilhelmina en Koningin Juliana maakte. Hofker verkeerde in kringen van schilders als Willem Witsen, Isaac Israëls en George Breitner. Hofker schilderde tevens een groot aantal andere onderwerpen, zoals stads-gezichten, bloemstillevens, naakten, landschappen en landhuizen. Daarnaast was hij een meester in allerlei andere media: olieverf, aquarel, contékrijt, maar ook etsen, mezotinten en lithografieën.

Willem Hofker werd geboren op 2 mei 1902 als zoon van een PTT-ambtenaar.  Hofker ging eerst naar de academie in Den Haag, en later op zijn 14e jaar naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Willem Witsen en Isaac Israëls, die de vrienden waren van zijn vader, een amateur-artiest, waren de leermeesters van Hofker. In 1927 won Hofker de 2e prijs op de “Prix de Rome”. In 1930 trouwde hij met Maria Reuter, eveneens een kunstschilder en lector aan de Academie in Amsterdam.

In de jaren twintig heeft Hofker  een aantal monumentaal decoratieve opdrachten uitgevoerd, onder andere voor de Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij, waarvoor hij enkele wandschilderingen maakte in schepen. Hiervan is helaas weinig bewaard gebleven. Hofkers reputatie als portretschilder was zo groot, dat hij in 1936 de opdracht kreeg om Koningin Wilhelmina te schilderen. De opdracht kwam van en was bestemd voor het hoofdkantoor van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM) in Batavia. In 1938 begeleidde het echtpaar Hofker het schilderij naar Nederlands-Indië en ze maakten aansluitend een rondreis door de kolonie. Tijdens deze reis maakten ze tekeningen en schilderijen van Indische onderwerpen, die de KPM zou kunnen gebruiken.

De Hofkers vestigden zich op Bali, waar Willem zeer populaire tekeningen maakte van Balinese landschappen en danseressen. De Hofkers socialiseerden met vele schilders, waaronder Spies, Stasser, Meyer en hun goede vriend Rudolf Bonnet. In 1940 verhuisde het paar naar Ubud. In de periode van 1938 tot 1944 werd het meeste van Hofkers werk in Indië gemaakt. Zijn werkstukken waren verfijnd en vloeiend, zowel als poëtisch. Op Bali schilderde hij voornamelijk tempels en het religieuze leven op het eiland. Hij concentreerde zich daarbij op de mensen van Bali. Vele van zijn schilderstukken worden in Ubud, Arma en het Neka Museum tentoongesteld. In de Tweede Wereldoorlog waren Hofker en zijn vriend Bonnet

f10897279085?profile=originaloto-Flyer Teylers Museum

gedwongen om in het KNIL in Soerabaja dienst te doen. Hij en zijn vrouw werden daarop in verschillende kampen geïnterneerd; hij in Tana Toraja op midden Celebes. Gedurende deze periode raakten de meeste van de schilderijen van Maria Hofker verloren. Na de oorlog keerden zij terug naar Nederland.

10897279874?profile=original

Foto - Een van de tentoonstellingsstukken

Teruggekomen in Nederland in 1946 brak een moeilijke periode aan voor de Hofkers. Het artistieke klimaat was in Nederland inmiddels volkomen veranderd. Het figuratieve werk van Willen vond nauwelijks nog erkenning onder de collega’s. Wel kwamen al spoedig weer wat portretopdrachten binnen. In totaal heeft hij ongeveer 800 portretten geschilderd voor particulieren en voor instellingen, waaronder universiteiten en banken. Zo ook een portret van Herman van der Wall Bake in 1970, de president-directeur van de ABN.

Hofker specialiseerde zich ook in     met krijt getekende Amsterdamse stadsgezichten, waarbij hij zich voornamelijk toelegde op  architectuur. Als het ware “portretten van huizen en gebouwen”.  Deze zijn  in drie boeken gebundeld. Het Balinese werk verscheen onder de titel: “Bali gezien door Willem Hofker”. In 1978. Ook toen hij al in Nederland was, heeft hij nog steeds Balinese mensen en landschappen op papier en doek vastgelegd.

Tijdens zijn latere leven heeft Will;    en Hofker veel gedoceerd en mede door de uitgaven van zijn tekeningen nam zijn bekendheid weer toe. Ook  nu nog zijn zijn Balinese landschappen en danseressen zeer geliefd. Ook internationaal trekken zijn werken veel belangstelling. Willen Hofker woonde in Amsterdam van 1934 tot 1938 en van 1946 tot 1967. Hij overleed in Amsterdam op 30 april 1981.

Teylers Museum

Van het werk van Willem Gerard Hofker wordt een tentoonstelling gehouden in Teylers Museum. De tentoonstelling  toont in de intieme setting van Teylers Prentenkabinet een selectie van Hofker uit de museum-verzameling. Naast enkele portretten van Balinese meisjes, waarmee hij beroemd werd, zijn ook minder bekende werken van de kunstenaar te bewonderen. Hierbij zijn onder andere persoonlijke tekeningen van het dagelijkse leven in het Jappenkamp waar Hofker tijdens de Tweede Wereldoorlog geïnterneerd was. Hoogtepunt is het eerder in dit artikel besproken portret van Koningin Wilhelmina, dat recentelijk in een privécollectie is terug gevonden.

10897279897?profile=originalBoek 

Tegelijk met de tentoonstelling zal; bij uitgeverij Waanders een nieuw boek verschijnen, geschreven door een achternicht van Hofker, Seline Hofker samen met Gianni Orsini.

10897280487?profile=originalHet boek van Seline Hofker en Gianni Orsini dat bij de tentoonstelling zal verschijnen

Het boek vormt tevens de bij              de tentoonstelling te gebruiken catalogus, maar is meer dan dat. Het biedt een unieke blik achter de persoon van de oudoom van de schrijfster, alsmede een goed inzicht in de breedte van het oeuvre van Hofker. Het boek wordt verder gecompleteerd door citaten uit de vele brieven en dagboeken van de kunstenaar. Zo geeft dit boek een dieper inzicht in    de wereld zoals Hofker haar zag.      Het boek bevat meer dan 150 kleurenfoto’s. 

 

Teylers Museum tentoonstelling: Van 14 december 2013 t/m 9 maart 2014. Adres: Spaarne 16, 2011 CH Haarlem. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur; zondag 12.00-17.00 uur; maandag gesloten, evenals         25 december 2013 en 1 januari 2014. Toegangsprijzen: zie de website: http://www.teylersmuseum.nl.   

Boek: Willem Gerard Hofker, door Seline Hofker en Gianni Orsini, 205 pagina’s, verschijnt op 14 december 2013.  Prijs: € 35,00

Lees verder…

Zwarte Sinterklaas

Zwarte Sinterklaas Niet uitpakken maar inpakken. Voor de Nederlanders in Indonesië was 1957 het jaar van Zwarte Sinterklaas, 6 december 2007
Andere Tijden 6 december 2007 Zwarte Sinterklaas onderling belang

Op 5 december kwam de mededeling dat ze voorgoed het land moesten verlaten. Het was de climax van de anti-Nederlandse stemming die al maanden heerste in de voormalige kolonie. En daar gingen ze... richting een voor velen onbekend vaderland. 



Terwijl iedereen in Nederland op Sinterklaasavond in 1957 vrolijk pepernoten at en cadeautjes uitpakte, was de Sinterklaasviering in Indonesië omgeven door een zwarte rand. Alsof het een Sinterklaassurprise betrof, hoorden de 50.000 Nederlanders op 5 december dat ze Indonesië moesten verlaten. Van een echt ontspannen feestje was toen geen sprake meer. Lange tijd waren er al spanningen in Indonesië en de haat tegen de Nederlanders was hoog opgelopen. Toch had niemand van de Nederlandse gemeenschap erop gerekend dat ze echt weg zouden moeten. Maar de Indonesische regering pikte het niet meer. Nog altijd gedroegen de Nederlanders zich alsof het land van hun was, terwijl Indonesië al sinds 1949 onafhankelijk was. Bovendien viel Nieuw-Guinea nog onder Nederlands bestuur, geheel tegen de zin van de Indonesische regering in.


Twee pijnlijke zaken, die in december 1957 tot uitbarsting kwamen. Al weken scandeerden de nationalisten tijdens massademonstraties leuzen als "Weg met de Belanda" en "Ilias Belanda linjap dari Irian Barat"; Hollandse ratten, verdwijn uit Nieuw-Guinea. Daarbij flink aangevoerd door nationalistische toespraken van Soekarno. Het hek was van de dam toen de Verenigde Naties (VN) op 29 november 1957 besloot dat Nieuw-Guinea toch onder Nederlands bestuur bleef. De Indonesiërs gingen over tot bezetting van de Nederlandse bedrijven. Duizenden Nederlanders moesten de maanden daarna uit Indonesië vertrekken.

Ruurd Koopmans en zijn vrouw


Nederlandse bedrijven de baas

Als militair kwam de Nederlander Ruurd Koopmans in 1946 in Indonesië terecht. Lang duurde zijn militaire loopbaan in Indonesië niet, na de eerste politionele actie werd hij gedemobiliseerd. Hij besloot in 1948 bij de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) in Jakarta te gaan werken. Koopmans: “Ik wilde heel graag in Indonesië blijven. Ik zal er geen doekjes om winden, ik wilde daar carrière maken. Natuurlijk wilde ik ook goed doen voor het land, maar de broodwinning stond voorop. Het was een opbouwperiode, die eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog en het was niet makkelijk". Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 bleven de Nederlanders zich nog altijd gedragen alsof ze de baas waren in het land. Ze behielden vaak hun koloniale bezit en de oneerlijke economische verhoudingen bleven vrijwel gelijk. Heel verrassend was dat niet, want zo was het officieel vastgelegd bij de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag in 1949. De Nederlandse bedrijven hadden daar bedongen dat zij in het onafhankelijke Indonesië ongelimiteerd zaken konden blijven doen. Dat was opgetekend in de Financieel Economische Overeenkomst. De Nederlandse bedrijven konden gebruik maken van allerlei voordelige regelingen, zodat de winst optimaal was. De Indonesische regering was politiek dan wel onafhankelijk, maar economisch volstrekt niet. Dat ging wrikken. Die economische afhankelijkheid was pijnlijk zichtbaar bij de scheepvaartverbindingen tussen de talrijke eilanden van de archipel. Dat was praktisch het monopolie van de KPM. Indonesië zou graag de KPM in handen krijgen. Dat zou een uitstekende basis kunnen vormen voor de Indonesische handel. Maar dat bleef een droom. Daar was geen geld voor.

Voor de Indonesische regering was het wel haalbaar om op microniveau maatregelen door te voeren om de economische macht van de Nederlanders in te perken. Pragmatische politici begonnen daarom begin jaren vijftig met de zogenaamde "indonesianisasie". Die politiek was erop gericht om zoveel mogelijk economisch bezit in handen van Nederlanders, geleidelijk over te hevelen naar de Indonesische bevolking. Ook het Indonesisch personeel moest op hogere posities komen. Nederlandse bedrijven met een sleutelpositie, zoals de spoorwegen, elektriciteit - en gasbedrijven kregen als eerste met deze maatregelen te maken. Indonesiërs richtten een eigen handelsvereniging op om het monopolie van de "Big Five", de vijf belangrijkste Nederlandse handelshuizen, te breken. Ook reserveerde de regering importvergunningen exclusief voor eigen Indonesische importeurs, ten nadele van de Nederlandse ondernemers. Later volgde de regel dat 70 % van het personeel in Nederlandse bedrijven Indonesisch moest zijn. Maar het ging moeizaam. De Nederlanders stonden niet te springen om Indonesisch personeel op hogere functies of in het management te plaatsen. De scheiding tussen de Nederlandse gemeenschap en de Indonesische bevolking bleef groot. De Nederlanders leefden geïsoleerd van de Indonesische bevolking. Constance Huydecoper, echtgenote van de eerste secretaris van de Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta, herinnert zich dat het haar bij aankomst in 1957 opviel, dat er in het centrum van die immens grote gebouwen stonden van Nederlandse bedrijven: "Het enige Indonesische dat je op het grote centrale plein zag, waren de Indonesische bedienden die daar rondfietsten om ons, de Nederlanders, te bedienen".

Om Nederlandse bedrijven te dwingen meer Indonesiërs op hogere functies te plaatsen, beperkte de regering het afgeven van werkvergunningen aan Nederlanders. Dit ontmoedigingsbeleid moest er op lange termijn toe leiden dat Indonesiërs de bedrijven helemaal zouden overnemen. Voor de radicale nationalisten ging dat "op de lange termijn denken" veel te langzaam. Zij wilden de "koloniale economie" per direct omzetten in een nationale economie. En Nieuw-Guinea moest Indonesisch worden. Hun radicale opstelling versterkte de nationale gevoelens en de anti-Nederlandse stemming. Eind 1957, in aanloop naar de stemming in de VN over de status van Nieuw-Guinea, liepen de spanningen hoog op.


“Jaag de Nederlandse honden weg”

"Serahkan Irian Barat" (Laat West Irian los) en "Usirl andjin belanda dari R.I." (Jaag de Nederlandse honden weg uit de Republiek Indonesië); overal in Indonesië stonden deze leuzen op de muren gekalkt. De sfeer werd in deze laatste maanden van 1957 steeds grimmiger. De twee strijdpunten waren Nieuw-Guinea en economische zelfstandigheid. Men wilde af van het juk van de "koloniale" Nederlanders. De Indonesische regering stelde zich gematigder op dan de nationalisten, maar ging wel akkoord met de start van een landelijke Nieuw-Guinea campagne. De coördinatie kwam in handen van het “West Irian bevrijdingscomité”, geleid door de minister van Voorlichting, Subidjo. Dit bevrijdingscomité streefde naar het verbreken van de diplomatieke betrekkingen en nationalisatie van de Nederlandse bezittingen. Op 28 oktober 1957 startte de Nieuw-Guinea-campagne. Een joelende en schreeuwende mensenmassa stroomde toe op het plein voor het gebouw van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. Constance Huydecoper zag het vanaf het "platje" op het dak, waar ze altijd met haar man koffie dronk: "Ze verbrandden een stropop en schreeuwden dat de Hollanders, Belanda, dood moesten. Wij waren in hun ogen echt vijandige en ellendige figuren. De Hollanders kregen ook al geen invitaties meer om op nationale feestdagen te komen op het paleis van Soekarno. Wij waren niet meer welkom".

De demonstranten trokken brullend door de straten. Op gebouwen van Nederlandse bedrijven en auto's van Nederlanders schreven ze anti-Nederlandse teksten en woningen van Nederlanders werden geplunderd. De schrik zat er goed in, maar na een aantal dagen nam het leven zijn gewone loop. Nederlandse ondernemers waren op hun hoede en drongen er bij de Nederlandse regering op aan zich soepeler op te stellen met betrekking tot Nieuw-Guinea. Zij zagen de bui al hangen. De nationalisten hadden immers aangegeven dat ze alle bedrijven zouden bezetten, als de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Luns weigerde over de status van Nieuw-Guinea te onderhandelen. Om de druk op te voeren bezetten nationalisten op 10 november 1957 "De Djakartaclub" en de Nederlandse jachtclub in Tandjong Priok, de haven van Jakarta. Beide instituties golden voor Indonesiërs als dé symbolen van het Nederlands kolonialisme. Nederlanders kwamen in die clubs regelmatig bij elkaar om te eten en elkaar te ontmoeten. Constance Huydecoper kwam daar ook wel eens, maar ze zag er nooit een Indonesiër; alleen maar blanken.

Massademonstraties, spontane werkonderbrekingen en stiptheidsacties van het Indonesisch personeel volgden elkaar in rap tempo op. Propagandistische radio-uitzendingen stonden in het teken van anti-Nederlandse stemmingmakerij. In Jakarta, Bandung, Surabaja en Malang mochten Nederlanders niet meer in restaurants en bioscopen komen. In winkels negeerde het personeel de Nederlanders en bij benzinepompen mochten ze niet meer tanken. Op straat gold voor hen een parkeerverbod, en parkeerde men toch, dan werden de banden lek gestoken. Constance Huydecoper: "De sfeer was niet goed, wij hadden een speciale nachtwaker die waakte over de banden van onze auto, dat ze niet lek geprikt zouden worden door anti-Nederlandse oproerkraaiers”.

Met de bus had ook geen zin, omdat Nederlanders geen gebruik mochten maken van het openbaar vervoer. De sfeer was zeer broeierig. Libert Hol, wiens vader bij de gasfabriek OGEM werkte, vertelt dat vrijheidsstrijders in de wijk waar hij woonde Nederlandse fietsers dwongen te stoppen en geld eisten in het kader van de vrijheidsstrijd voor Nieuw-Guinea. “Het was duidelijk voelbaar dat alles wat blank was, fout was", zegt Hol. Constance Huydecoper merkte dat andere buitenlanders contacten met Nederlanders uit de weg gingen: "De Amerikanen spraken niet meer met ons, noch de Fransen, de Belgen, noem maar op. In het geheim hadden we contacten met de Australiërs. Er was drie weken geen water omdat de leidingen kapot waren, wellicht sabotage, gelukkig mochten we bij de Australiërs onze emmers vullen. De Australiërs beschikten over het oostelijke deel van Nieuw-Guinea, misschien dat ze zich om die reden soepel opstelden ten opzichte van de Nederlanders”.

De stemming over de status van Nieuw-Guinea op 29 november pakte negatief uit voor Indonesië. Nieuw-Guinea bleef onder Nederland bestuur. De chaos was compleet toen ook nog een aanslag op Soekarno werd uitgevoerd. De geest was uit de fles.

38213859


Militaire Managers

Na de negatieve uitslag van de stemming in de VN over Nieuw-Guinea verloor de Indonesische regering de regie. Radicale nationalisten hadden de landelijke Nieuw-Guinea campagne aangegrepen voor hun eigen doeleinden. De vakbonden zweepten Indonesisch personeel op voor een 24-uurs staking en om de talloze Nederlandse bedrijven te bezetten. Toch leek op 3 december alles dusdanig rustig, dat Ruurd Koopmans gewoon aan het werk ging op het KPM - hoofdkantoor. Maar die rust duurde niet lang. Het imposante gebouw van de KPM in Jakarta, al lang hét toonbeeld van koloniale overheersing, bleek het eerste doelwit. Koopmans hoorde ineens een hoop lawaai en geschreeuw uit de directiekamer, één verdieping boven hem; "Het leek wel een roofoverval! Alarmerend, ik heb onmiddellijk al het kasgeld en de belangrijke documenten in de kluis gestopt, de kluis direct gesloten en de sleutel verstopt. Maar het waren geen roofovervallers, het waren leiders van de vakbond van het Indonesisch KPM personeel. Zij stonden bekend als notoire raddraaiers. Ze eisten de overgave van het bedrijf".

De Nederlandse chefs kregen te horen dat zij uit hun functie ontheven waren en dat zij hun taak moesten overdragen aan een personeelslid. Koopmans: "mijn 'opvolger' was één van mijn Indonesische ondergeschikten. Hij was duidelijk niet gecharmeerd zijn nieuwe functie, maar durfde niet te protesteren tegen de intimidaties van de actievoerders. Hij vroeg mij in vertrouwen of ik alstublieft gewoon met mijn werk wilde doorgaan en zijn functie al nominaal wilde zien".
Na de KPM volgden bezettingen van Geo Wehry, de Nationale Handelsbank, Lindeteves, de Escomptobank en Jacobson van den Berg. De directeur van dit laatste bedrijf werd samen met een medewerker gearresteerd wegens "minachting van de Indonesische vlag". Deze nationale vlag was na de bezetting op de daken van Nederlandse bedrijven geplaatst, maar de directeur van Jacobson van den Berg had het vlaggetouw doorgesneden en de vlag weer naar beneden gehaald.

De overname van de bedrijven verliep erg snel. Het Indonesisch kabinet en de legerleiding hadden dit niet op deze wijze gepland. Zij hadden duidelijk de controle verloren. Na een paar dagen bleek hoe ernstig de gevolgen waren van de bezetting van de KPM. Ineens viel driekwart van het totale scheepvaartverkeer stil. Het verdwijnen van praktisch alle scheepvaartverbindingen tussen de eilanden verlamde het hele land. De aanvoer van voedsel stokte en de prijs van rijst verdubbelde in enkele weken. Rijstvoorraden raakten op en op Java dreigde na enige tijd zelfs hongersnood.

Volgens econoom Kian Wie Thee durfde niemand in die verhitte politieke atmosfeer iets te zeggen. De ontwikkelingen liepen zo uit de hand dat generaal Nasution, chef-staf van het leger, de beslissing nam om Nederlandse bedrijven onder militair beheer te plaatsen. Tegen het leger durfden immers ook de linkse vakbonden niet in te gaan. De legerofficieren werden zo de nieuwe managers en deden hun intrede in de economie. Zij hadden geen enkele ervaring met het werk in hun nieuwe functie. De legerofficieren lieten zich de jaren daarna niet meer van hun economische troon stoten. Hier is de basis gelegd voor een "zwarte economie" die nooit meer helemaal is verdwenen.


Sinterklaas en de Nederlanders niet welkom

"Op 5 december 1957 werd ik wakker en zag allemaal mannen met geweren op straat. Een vriendin van Shell zou bij mij koffie komen drinken, maar zij kwam niet. Zij had haar tafelzilver in een luier verstopt en was hals over kop verdwenen, weg uit Indonesië. Alle consulaten moesten dicht. We belden elkaar allemaal op en informeerden bij elkaar wat er aan de hand was", vertelt Constance Huydecoper.

Soekarno liet op deze Sinterklaasdag officieel een uitwijzingsbesluit uitgaan dat gold voor vrijwel alle Nederlanders. Zij moesten het land uit. Dat wierp een zwarte schaduw over de Sinterklaasviering. Het feest verliep vanwege alle spanningen die dag al heel anders dan voorgaande jaren. Zo was het al jaren de gewoonte dat de burgemeester van Jakarta de witgebaarde bisschop officieel ontving en een rondtocht maakte door de stad. Deze keer moest de bisschop verstek laten gaan. Het Sinterklaasfeest werd verboden. Het was immers een puur Hollands feest, waar ook nog eens de blanke Sinterklaas boven de zwarte knecht stond. Hendrik Bouwer werkte bij de Deli-Spoorweg-Maatschappij (DSM) en ondanks het officiële verbod op de Sinterklaasviering, lukte het hem toch in het geheim het feest bij DSM te organiseren.

Na Sinterklaas kwam de uittocht van veel Nederlanders op gang. Zij probeerden een plekje op één van de boten te bemachtigen en lieten vaak huis en haard achter. Niet iedereen vertok tegelijkertijd. Anneke Koopmans, wiens man bij de KPM werkte zegt: "Ik ben met mijn zoon vertrokken, net voor kerst in 1957. Net als alle andere vrouwen van het KPM personeel. Het was héél erg op die boot. We zaten allemaal onder het dek en moesten daar ook eten. Het was echt armoetroef op die boot".

Libert Hol vertelt dat zijn ouders pas besloten te vertrekken toen de ziekenhuizen geen Hollandse patiënten meer wilden opnemen. Hendrik Bouwer kreeg op 27 december te horen dat hij binnen 24 uur weg moest zijn uit Indonesië. En Lily Philippi stond op oudejaarsavond, 31 december 1957, met een klein mandje vol kleren te wachten op een bus, om te repatriëren. De bus bracht haar en anderen naar de haven van Surabaja, waar ze op de boot stapten.

Op één van de boten werkte Carla Meek als maatschappelijk werkster. Zij moest onderweg zoveel mogelijk informatie verzamelen over de achtergrond van de passagiers. Op basis van die gegevens maakte zij met haar team een onderverdeling van de repatrianten in groepen: "Als iemand bijvoorbeeld een bepaalde ziekte had, kon die persoon het best ingedeeld worden in een pension in de buurt van een ziekenhuis waar die ziekte behandeld kon worden".

De repatrianten kwamen in opvanghuizen terecht, verspreid over heel Nederland. Lily Philippi kwam met de boot aan in Singapore en vloog eind januari met het vliegtuig naar Nederland: "Het was hartje winter en ijskoud. Op schiphol moesten we trainingspakken aantrekken die ter plekke werden uitgedeeld. We hadden zelf niets bij ons. De volgende dag bracht een bus ons naar Zuid - Limburg. Dat wist ik natuurlijk niet, maar ik zag na uren rijden ineens steenkolenmijnen uit het busraampje. Ik vroeg waarom ik zo eindeloos ver weg gebracht werd, waarop de buschauffeur antwoordde: "maar meiske, ge benne toch rooms katholiek". Lily Philippi woonde van haar 15e tot haar 18e in het pension in Zuid Limburg.

In januari 1958 arriveerde Hendrik Bouwer ook in Nederland. Hij moest direct door naar een vakantieverblijf van DSM in Blaricum. Het kostte hem veel moeite om in Nederland werk te vinden:"Ik was te oud en ik telde gewoon niet mee".

Na veel inspanning en met doorzettingsvermogen lukte het zowel Lily Philippi als Hendrik Bouwer om in Nederland werk te vinden. Dat was de basis voor een nieuw leven in een nieuw Land. Om de herinnering aan hun eigen land en cultuur levend te houden, bezoeken ze nu nog regelmatig de zogenaamde "Masoek Sadja", de Indische inloopdagen, waar ze met vele lotgenoten in een toch enigszins weemoedige sfeer Indonesische hapjes eten en bingo spelen.

Tekst en research: Mirjam Gulmans
Samenstelling en regie: Gerda Jansen Hendriks

Beeldmateriaal

Voor de uitzending is gebruikt gemaakt van de 8mm kleurenopnames van Krik Arriëns, de tweede secretaris van de Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta. Daarnaast zijn er beelden uit het NTS journaal, dat in die tijd nog om de dag een uitzending verzorgde. Ook is gebruik gemaakt van het Polygoonjournaals en radioverslagen. De Sinterklaasbeelden dateren van een onderwerp gemaakt door de Nederlands-Indische Regeringsvoorlichtingdienst. Het betreft een bezoek van de Sint aan de Nederlandse generaal Spoor in 1946. Tot slot zijn er beelden te zien uit een vooroorlogse film van de KPM. Behalve de 8mm film, wordt al dit materiaal beheerd door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.




Lees verder…

Den Haag wist van executies in het voormalige Indië

10897270101?profile=originalDen Haag wist van executies in Indië  door  Meindert van der Kaaij

(Kabinet Beel 1946-1948 (foto ANP))

Hooggeplaatste Nederlandse politici waren al van de stadsrechtelijke executies in Nederlands-Indië op de hoogte toen die militaire acties nog in volle gang waren. Toenmalig minister-president Beel wist op 1 februari 1947 van de “methode Westerling”, waarbij burgers standrechtelijk werden geëxecuteerd. Kapitein Westerling maakte pas begin maart op Zuid-Celebes een einde aan die methode. Enkele weken geleden bood de Nederlandse ambassadeur in Jakarta namens de Nederlandse regering excuses aan voor de duizenden standrechtelijke executies die het Nederlandse leger tijdens de dekolonisatie jaren van 1945 tot 1949 uitvoerde. Lang werd ervan uitgegaan dat dit excessen betroffen die door individuele militairen werden begaan en oogluikend werden toegestaan door militaire leidinggevenden.

 

In de archiefstukken heeft Trouw nu aanwijzingen gevonden dat KVP-kamerlid Max van Poll, de Indië-specialist van de fractie, al in november wist dat de commando-eenheid Depot Speciale Troepen onder leiding van Raymond Westerling in Zuid-Celebes zou worden ingezet. Van Poll besloot om op 1 februari 1947 minister-president Beel  gedetailleerd te vertellen wat Westerling op Zuid-Celebes deed en wat zijn “methode” inhield.

Zo schreef hij: “Indien er dan eenigen personen gevonden worden, die deze extremisten aanwijzen, worden eerst de extremisten doodgeschoten en daarna zij die de extremisten hebben aangewezen”. Van Poll liet daarop volgen dat de methode veel succes had en dat er “inderdaad een herstel van orde en rust wordt verkregen: de schrik komt er geweldig in”. Maar hij waarschuwde de minister-president ook: “U zult het wel met mij eens zijn, dat het te hopen is, dat dergelijke methoden niet voor het wereldforum bekend worden!”.

10897271259?profile=originalFoto-Kamerlid Max van Poll

Van Poll was behalve een zeer ervaren Kamerlid ook lid van de zogeheten Commissie-Generaal. Dit was een driemanschap dat Gouverneur-generaal Van Mook bijstond in de onderhandelingen met Soekarno over de toekomst van de Republiek Indonesia. Prominent lid daarvan was ook Willem Schermerhorn, die vlak na de oorlog korte tijd minister-president was. Het is waarschijnlijk dat hij net als Van Poll wist van de executies op Zuid-Celebes.

Goed beschouwd moet ook de onbetwiste leider van de KVP, Carl Romme, op de hoogte zijn geweest van de gang van zaken. Tijdens zijn bezoek aan Nederlands-Indië verbleef hij eind januari 1947 zelfs enige dagen in de hoofdstad Makassar, dat gonsde van de geruchten  over de executies en de successen die daarmee werden geboekt. Bovendien zal Kamerlid Van Poll het niet hebben aangedurfd om wél Beel en niet zijn eigen baas in te lichten over de operaties van Westerling.

10897271292?profile=originalFoto-Kapitein Raymond Westerling

Tot slot waren hoge civiele autoriteiten in Nederlands-Indië niet alleen op de hoogte van de excessen, maar gaven zij daartoe tevens zelfs expliciet toestemming. Dat gebeurde in een vergadering op 22 januari 1947. Vermeulen kreeg van de directeur Hoven van Binnenlands Bestuur (te vergelijken met een minister van Binnenlandse Zaken) groen licht om de Datoe (de plaatselijke vorst) van Suppa en zijn belangrijkste medewerkers te liquideren. Deze Datoe had erg veel macht en gezag bij de inlandse bevolking en zat    op dat moment “preventies gevangen”.

 

Lees verder…

Geert Wilders als ‘toekang kroepoek’

10897241252?profile=originalRaar maar waar: Geert Wilders als ‘toekang kroepoek’

Na afloop van een optreden in het stadhuis van Nijmegen stond ik buiten met twee Indische dames. Twee jongens van Marokkaanse afkomst fietsten voorbij. ‘Kijk, daar heb je weer dat tuig van de riggel’, zei een van de dames. ‘Kent u die jongens?, vroeg ik. Het antwoord was nee. ‘Hebben ze u wat gedaan?’ Opnieuw nee en een integratiedebat op de stoep van het stadhuis was het gevolg. Volgens de dames zijn Marokkaanse jongens onbeschoft, omdat ze niet fatsoenlijk opgevoed worden door hun ouders. Ze vergeleken dat met hun eigen opvoeding toen ze hier in Nederland kwamen in de jaren ’50.

Dat herkende ik. Ook mijn ouders en familie hielden ons voor hoe we ons hier moesten gedragen. Netjes, beleefd, fatsoenlijk. Zo waren ze het in Indië gewend en zo moest het ook hier, want hier moest je je vooral aanpassen. Altijd groeten, met twee woorden spreken, opstaan in de bus voor oudere mensen. En hoe vaak kreeg ik niet te horen ‘éérst je huiswerk, dán de meisjes’. Mijn familie dreigde ook met wat er kon gebeuren als we niet ons best deden. Dan wachtte ons een slechte toekomst als straatschoffie in de kampong of als ‘toekan kroepoek’ (Indische kroepoekbakker). 
In de Indische gemeenschap ontstond vorig jaar wat deining vanwege het gerucht dat Geert Wilders een Indo zou zijn. Het werd met ongeloof ontvangen. Zou Geert met zijn onverholen afschuw van de multiculturele samenleving en zijn felle anti-islamhouding afkomstig zijn uit het grootste islamitische land ter wereld? Dat kon niet waar zijn.

Toch wel! In de biografie ‘Veel gekker kan het niet worden’ (2008) bevestigt Wilders wat ongemakkelijk zijn Indische afkomst. Daarin zegt hij o.a. ‘bij de oudste zus van mijn moeder gingen we wel eens in het weekend kroepoek bakken’. Geert Wilders als Indische kroepoekbakker; het moet inderdaad niet gekker worden.

In mijn jeugd was kroepoek bakken mijn favoriete kookactiviteit. Je doet die kleine kroepoekjes in de hete olie en dan worden ze heel snel heel groot in allerlei kronkelige vormen. Je moet wel erg opletten: niet te veel, anders rijzen de pan uit en niet te lang in de olie, anders branden ze aan. Maar als het goed gaat tover je iets oneetbaars tot een knapperige lekkernij. 
De afgelopen tijd is de geblondeerde Indische kroepoekbakker al weer wekenlang de lieveling van alle media. Gedurende het gehele formatieproces bakte hij er weer lustig op los. Met zijn politieke kroepoek voorziet hij anderhalf miljoen voorstanders van knapperige hapklare brokken. Tegelijkertijd geeft de kroepoekbakker al zijn tegenstanders een onverteerbaar gevoel. Zo onverteerbaar dat er een proces tegen hem werd aangespannen. Dat vind ík weer onverteerbaar. De strijd om zijn opvattingen hoort niet thuis in de rechtzaal, maar in het parlement en het maatschappelijke debat. Dáar moeten voor en tegenstanders met elkaar de pollepels kruisen over zijn smaak en zijn recepten. Nu kan de kroepoekbakker zich uitleven als dé topkok van de vrije meningsuiting en zich tegelijkertijd op zijn zwijgrecht in de rechtzaal beroepen.

Kroepoek bakken is als toveren, maar Wilders is een slechte tovenaar. Hij gooit teveel giftige stukjes in de oververhitte olie van de Nederlandse samenleving, waardoor ze de pan uitrijzen. Hij houdt ze ook te lang in de pan, zodat ze alleen door aangebrande mensen te vreten zijn. Nee, ik gun Wilders van harte vrijspraak in zijn proces. Hij mag wel veroordeeld worden, maar dan door de Keuringsdienst van Waren. Voor zijn niet te vreten kroepoek. 

Wouter Muller, auteur is actief als muzikant, tekstschrijver en componist en tevens werkzaam voor de Stichting Welzijn en Cultuur Twente 

(bron: Twentse Courant Tubantia, 23-10-2010)
Lees verder…

HET VERBORGEN LEED BESTAAT NOG STEEDS....... EN IK BLIJF HET HARDOP ROEPEN.

10897376865?profile=original
Menigeen kan zich dit nog herinneren of heeft het aan den lijve meegemaakt.

Er zijn veel Indische gezinnen na de tweede wereldoorlog vertrokken naar de een of andere bestemming in de wereld.

De meesten zijn in Nederland aangekomen, een deel is naar Nieuw Guinea vertrokken, Australië, Amerika en sommigen zelfs naar Zuid-Afrika.

De repatriëring heeft vele gezinnen uit hun natuurlijke omgeving gehaald, ik bedoel met natuurlijke omgeving, het geboorteland.

Vele gewoontes die men van jongs af aan had leren kennen moesten in de nieuwe vreemde landen, het eerst veranderd worden. 
Je moest je aanpassen, assimileren, en dat ging tegen de vastgeroeste levensgewoontes in van vooral de oudere Indische en Nederlandse mensen uit de tropen.

Aanpassen moest je, anders kon je niet overleven, want jouw oude “ik”, moest ineens een nieuwe “ik” worden met gevolg dat het vooral bij de oudere indo’s nogal wat invloeden had.
Als je jong bent, ben je iets flexibeler, hoewel het toch frustraties binnen in jezelf oproept als je op een ongecontroleerd moment jezelf was en je door je Hollandse omgeving op harde wijze werd gecorrigeerd.

Men vond je dan eigenaardig en lieten dat dan ook blijken, ja soms met een afwijzende houding. Dus je lette er in het vervolg wel op, om niet al te zeer als vreemdeling gekenmerkt te worden.
Je voelde je toch Nederlands? Je sprak de taal en kende het land en zijn cultuur op het duimpje.
Piece of cake dat aanpassen.
Maar je had een raar accent, rook vaak naar knoflook en andere kruiden, en sommige Nederlandse uitdrukkingen kende je niet

Maar is dat wel zo raar? Hebben zij zich niet totaal moeten geven om “echt” aangepast te raken?
Hadden zij daarbij niet iets wat tegenstribbelde in hun binnenste, dat protesteerde iedere keer als het gevoel naar boven komt, dat je jezelf aan het verloochenen was?

De oudere generatie had geen tijd om te treuren over het verlies van familie, land, beroep en belevenissen uit de oorlog. Velen moesten zich gelijk weer op het heden van toen storten omdat de situatie zo verschillend was dan die 5 of 10 jaar eerder voor de oorlog.
Men kon de trauma’s opgelopen in de kampen, interneringsgebieden, vernederingen en angsten niet verwerken omdat de tijd het hun niet gunde.
Van het ene ogenblik op het andere werd men geconfronteerd met de wrede naweeën van een onafhankelijkheidsoorlog. Nog maar niet te spreken over de Jappentijd en de ontberingen in diverse interneringskampen. Maar ook zij die de “buitenkampers” worden genoemd waren net zo goed slachtoffers van hun situatie.

Er zijn heden ten dage nog vele ouderen die de terugslag moeten verwerken. Waar eerst trauma’s konden worden beheerst door erover te zwijgen en ze niet te tonen aan de buitenwereld, deels uit onmacht en bang voor de eigen emoties die men dan moest tonen en daardoor zichtbaar werden, en deels omdat je er met niemand over kon praten, was de kracht eruit en kost het meer moeite.
Je had geleerd om niet te zeuren, je was opgevoed met een harde discipline die openlijke emoties niet toestaat, ook uit persoonlijk veiligheidsgevoel.
Daarnaast moest je leven met het gegeven dat je moest zwijgen, omdat de mensen die de oorlog in Nederland hadden meegemaakt het ook zwaar hebben gehad.
De enkeling die zijn of haar verhaal uit Indië wilde doen werd al gauw het zwijgen opgelegd met als argument dat de Duitsers heel erg waren geweest en dat de mensen in Indië nog geluk hadden omdat het fruit en zo gewoon aan de bomen groeiden.

De beleving van de trauma’s uiten zich door ongecontroleerde uitbarstingen die vaak op de kinderen werden afgereageerd. Het gevolg was mishandelingen, verslechterde verbintenis-gevoelens, ook vaak waren de ouders emotioneel zo ver gesloten dat je niet kunt spreken van warmte en genegenheid. Dat konden veel ouderen niet meer opbrengen.
Het is helaas zo dat er vele ouderen deze trauma’s in hun graf hebben meegenomen en dat deze hun levensvreugde zeer hebben beperkt.

Was het maar zo dat ze hulp hadden gezocht. Hadden zij maar de hulp gehad die men heden ten dage kan bieden in diverse opvangcentra, gespecialiseerd in trauma-verwerking.
Nu zijn er speciale instellingen waar men behandeld kan worden. Ik noem hierbij de stichting 45 in Oegstgeest en de Sinai-centra in Amersfoort en Amstelveen. (waar ook mijn echtgenote bijna 3 jaar is behandeld)

Maar als je denkt dat vele lotgenoten die weg zoeken dan heb je het mis. De Indische man of vrouw is te bang en te gesloten om hulp te vragen, men ervaart hulp als zwakte en als je naar een psycholoog gaat ben je getikt.
Het is de verkeerde opvatting, helaas, want hulp kan de levensvreugde bevorderen. Je angsten en de daarbij gepaard gaande isolatie van emoties die eruit willen breken laten gaan, zodat je meer toegankelijk bent voor je omgeving.
Eindelijk vrij van innerlijke belevenissen van vroeger. Eindelijk rouwen om iets wat je is overkomen. Ja, eindelijk het verdriet laten gaan zoals het zich binnen in je opgesloten aanvoelt.

Ik merk dat soms Indische mensen om mij heen, voornamelijk de wat ouderen, zich gedragen alsof de wereld om hen heen nog steeds vijandig is.
De vaak gecamoufleerde gesloten instelling naar anderen toe, terwijl men met een schijnvertoning van openheid de wereld, de ware belevingen onthoudt.

Als getraumatiseerde kun je niet anders dan jezelf anders voordoen dan wie je bent.
De wereld is vijandig en je bent altijd alert, jouw echte genegenheid en andere gevoelens zijn vaak geblokkeerd. Het liefste verblijf je dan in je huis en als men buitenshuis onaardig tegen je doet, zie je dat als een bevestiging van wat je jezelf inbeeldt.

Dit alles heeft zijn tol geëist, kinderen die hun vader als rationeel en emotieloos ervaren, problemen met uitingen van emotionele blijdschap, emotionele bindingsangst, naar anderen toe.

In je leven heerst het regime van de voorzichtigheid en oplettendheid, de nachtmerries, de blokkade van zichtbare spontaniteit die anderen van je verwachten, en waardoor je vaak tegen onbegrip aan loopt dat heel vaak resulteert in een ongewilde verwijdering.

Ook het beroerde beleid van de Nederlandse overheden geeft aan dit soort gevoelens een voedingsbodem. Het niet erkennen van de meer dan slechte opvang in Nederland van de Indische landgenoten, is een doorn in het oog. 
Alles zijn zij kwijtgeraakt. Land, geld en goederen.

Zij moesten het allemaal zelf rooien.
En dat hebben ze gedaan die moeders en vaders van toen. Er was geen tijd voor praten en denken, nee, zo snel mogelijk moest het Nederlandse leven worden opgepakt, en daarbij geen gezeur, want de Nederlanders hadden het al zo moeilijk gehad. Dus niet klagen, maar slikken en schikken.

Velen van hen waren in dienst van de overheid in Nederlands Indië, en hebben nog steeds salarissen, over de oorlogsjaren, tegoed. Ook andere betalingen die Indonesië heeft gedaan zijn nooit doorbetaald aan de rechthebbenden. Elke vorm van een eerlijke tegemoetkoming voor al die mensen die have en goed verloren hebben en in Nederland terecht zijn gekomen zijn tot op heden voortdurend in de steek gelaten.
Ik kan er niet vaak genoeg over vertellen. Het is de schande die kleeft aan de Nederlandse politiek.

De Nederlandse overheid heeft zich in allerlei zaken altijd gedistantieerd met de boodschap dat zij in dienst waren van de Nederlands-Indische overheid en dus niet van Nederland. 
Soms als je daar aan denkt dan zakt mijn broek af.

Joodse Nederlanders en leden van de zigeuner-gemeenschap hebben destijds een ruimhartige vergoeding gekregen voor het feit dat al hun goederen verloren zijn gegaan en voor het leed dat hen is aangedaan.
De Indische Nederlanders die land, have en goed hebben moeten achterlaten in Indië en het leed van de Japanse bezetting en de onafhankelijkheidsstrijd van de Indonesiërs achter zich hadden.
Niets, niets en nog eens niets……………………………

Het verborgen leed bij Indische mensen dragen velen ongemerkt met zich mee tot het einde. Vaak dierbaren achterlatend die hun eigen ouder nimmer echt hebben leren kennen.

Door Han Dehne

Lees verder…

De digitale guerrilla over het Indisch Platform op Indo sites en Facebook met de vele kapitein langs de zijlijn, die het al 20 jaar beter weten, maar dan nooit zelf iets maar hebben ondernemen!

10897376882?profile=original

10897253880?profile=originalNaar aanleiding van vele commentaren, reacties m.b.t. de Indische Perkara op ICM (Stille Tocht).

 

De vele commentaren / reacties m.b.t. de Indische Perkara / kwestie dat niets meer wordt gepubliceerd op ICM na een lange periode wil de redactie daarom het volgende pleidooi houden met een stuk achtergrond waarom Ferry Schwab Sr. er nog voor 100% in geloof stelt dat puur gestoeld heeft op rationele gronden dus op wetenschappelijke gronden en analyses met prognoses, en een broedende kip moet men niet storen.


ICM bestaat pas 14 jaren.

Het team met haar leden bewogen zich zeer actief op dit terrein o.a.  Sinds de aanvang van deze pekara / zaak die in beginsel stamt vanaf 1999 (Het Gebaar). Dit was een tussenstation voor de kille koele ontvangst. Als bedrijfskundige constateerde Ferry Schwab dat cultuurtje die heerste binnen het oude Indisch Platform niet lekker hun vel zat. Eerst moest de strijd intern geleverd worden met cultuurtje van oude Indisch Platform. Daar moest worden mee afgerekend met oude IP die de zaak verkwanselde met het Gebaar waar eigen belang hoogtij vierde. Opgemeld dient te worden dat dr. Kloosterman lid van het oude IP de zaak openbrak waardoor het Gebaar uiteindelijk tot stand is gekomen. Beladen was deze diepte – of hoogtepunt voor alle Indische die uit Indie moesten door Overdracht.

Even een zijsprongetje.

In het nieuwe boek van onze ICM abonnee/ lid Henk Harcksen, die nu een ruim een jaar bezig is om dit vast te leggen, staat dit tot detail beschreven die op 18 januari 2014 wordt uit gebracht. Een selecte ICM lezersgroep heeft hier al kennis van mogen nemen als voorschotje. Want Henk wil dat alle werkelijke feiten worden vastgelegd- , daar gaat Henk in op details waar ook het Gebaar aan de orde komt.

De meesten van het oude IP die daar zitting namen, hadden hun broodheer de Overheid dat bij iedereen geen geheim vormt. Beide voorzitters waren bezig om zo veel mogelijk Indische organisaties aan zicht binden. Met maar 1 doel om de Indo's zoet te houden en het Haagsche bos in te sturen. 

Met de komst van het Nieuwe Indisch Platform ging het roer om en een frisse wind door het Indisch Platform. Dit IP ging gelijk in de aanval richting politiek Den Haag.  Vind wel belangrijk dat een auteur aan dit thema wijt in zijn boek gaat wel over een periode van 1999 tot 2013, en dat ook zo de feiten worden vastgelegd. Overigens heeft Herman Bussemaker - de strijder van het eerste uur als historicus - ook zijn bijdrage geleverd aan het boek naast anderen. Er zijn vele boeken geschreven door andere auteurs, maar een boek over het oude IP, en Het Gebaar daar rust een taboe op. De tijdlijn 1999 tot nu zijn letterlijk onder het tapijt geveegd, desondanks Het Gebaar met riante subsidies van 35 miljoen strooide zijn deze auteurs nergens te bekennen, die nu als een boemerang op hun bordje krijgen.

Schande dat nu weer een petitie dient te worden gestart om onze geschiedenis een ere te herstellen.

Helaas het boek van Henk gaat binnenkort ter perse wat het resultaat is geweest zal waarschijnlijk niet in komen te staan ....., maar wel interessant om straks te lezen wat er achter de schermen is gebeurd bij het oude IP, en waarom niets werd bereikt dat te wijten is aan hun brevet van onvermogen.

 

Terug naar de orde van de dag  …..


In 2008 werd het nieuwe IP opgericht olv vz. Herman Bussemaker. Hiervan hebben de meesten nimmer bij die Overheid gewerkt. Het geluk wilde dat binnen de IP delegatie iemand zat namelijk Ton Te Meij die alles wist over het reilen zeilen in Den Haag met zijn netwerk; Is secr. geweest van Jan Peter Balkenenden.   Ton wist zo vele zieltjes te winnen in de Tweede kamer, ook Gerdi Verbeek als vz. van de Tweede Kamer.Zo wist onze Ton alles op de agenda te zetten, ook dit mag eens wel gezegd worden.

Alleen al dit aspect verhoogde onze kansen. Zeker als je die Oude IPérs tegen licht aanhoudt, het zijn lamzakken geweest!

Het gewicht van het IP met IP delegatie die al link hadden met politiek Den Haag verhoogde de kans op slagen tot 90 %, eindelijk actie direct al bij de aanvang, desondanks dat binnen ICM netwerk diverse personen (vrienden) zijn afgehaakt in 2012, wat zeer deed met als argumentatie IP misbruikte de naam / namens de Indische Gemeenschap waren o.a. hun verwijten, en op de pasar malams hadden vele Indo's geen geloof hier meer in. Dit was nog steeds een aftreksel van het oude Indisch Platform.

Deze nieuwe frisse wind begon gelijk ten strijde richting Den Haag.

Vanaf dat moment zijn pogingen gedaan o.a. door een kleine pasar Malam op Het Plein om een dialoog aan te gaan met als inzet de opgestelde Indische NIOD rapporten dat anderhalf miljoen de belastingbetaler heeft gekost. Deze gebeurtenissen staan allemaal vastgelegd op ICM video’s, waar o.a. Halbe Zijlstra het podium nam “” met waar zij die oude 600 miljoen oude guldens gebleven”“ helaas het kabinet viel. Direct daarop werd weer ludiek een campagne gestart op Het Plein om weer in dialoog te komen, die twee dagen duren en tot de ochtend uurtjes en de Indische motie werd verworpen met verschil van twee stemmen.  Ton Te Mei nog heeft nog geprobeerd om de twee decidenten van het CDA  over te halen om achter onze motie te krijgen. 

Toen kwam Hans Vogelsang met zijn Indische Petitie die via zijn site, ICM en pasar malams handtekeningen die een jaar lang handtekeningen verzamelde en later sloten de andere groepen zich aan; Met de stille Tocht  (Peggy Stein) daar hebben ruim 400 man in meegelopen om de petitie aan te bieden; velen staan nog op de gemaakte reportages. Zelfs pasar organisator Wout Nijland was van de partij naast vele bekenden.

Wat mij zeer teleurstelt in die 15 jaren ICM, is een zaak dat alle Indo's aangaat hun sudahhhh laat maar - cultuurtje, en het zijn een dergelijk 400 man die sinds 2009 strijden en dan te denken dat wij een populatie hebben van anderhalf miljoen.

Wat dat betreft ben ik jaloers op de Molukse gemeenschap: 

De eendracht, samenhorigheid, en solairidairiteit, MAG WEL EENS GEZEGD WORDEN NA 15 jaren ICM werd geconfronteerd om dat zij mij assistentie vroegen voor het organiseren van een pasar Malam, ben zo in hun wijken geweest. 

Iedere geval van achter het bureau van de redactie ICM:

CHAPEAU voor die 400 strijders die strijden om het grote onrecht wat hun ouders allemaal is aangedaan en erin blijven geloven.

Zie reportage manifestatie 2009 
http://icmonline.ning.com/video/reportage-ip-manisfestatie-ip

UPDATE PER 2013.

Helaas het aantreden van de nieuwe voorzitter van het Indisch platform heeft ICM redactie doen besluiten om afstand te nemen van dit Indisch Platform, en spijtig genoeg heeft ICM de petitie van Hans Vogelsang geduwd met het eisenpakket : Erkenning, excuses, en compensatie. Compensatie nadrukkelijk op deze volgorde: Oorlogslachtoffers ............ en laatste prioriteit KNIL en Backpay. ICM is van mening dat deze twee niet thuishoren onder de Indische Perkara's, maar een zaak is van oudwerkgever Min. Binnenlandse Zaken en Defensie. Zoals het artikel begon met de nieuwe voorzitter is weer intern binnen delegatie van het Indisch Platform de strijd aangewakkerd, en uiteindelijk geexplodeerd . De helft van delegatie is opgestart en op Facebook wordt deze strijd verder gevoerd, niet gennant, en niet professioneel.

Te beseffen dat Het Indisch Platform geen enkele bevoegdheid heeft om namen Nederlandse Indische Gemeenschap te handelen. 

ICM + redactie hebben ruim 4 jaar afstand genomen van dit IP en de overblijfselen hiervan.

Lees verder…

'Miljardenschuld aan Indische gemeenschap weggemoffeld

Monument ter nagedachtenis aan de KNIL.

Monument ter nagedachtenis aan de KNIL. © ANP

'Miljardenschuld aan Indische gemeenschap weggemoffeld'

Nederland moffelt een miljardenschuld aan de Indische gemeenschap weg. Dat stellen nabestaanden van voormalige KNIL-militairen en ambtenaren uit Nederlands-Indië. Gesteund door de Task Force Indisch Rechtsherstel strijden ze bij de rechter tegen de staat om uitbetaling van achterstallige salarissen tijdens de oorlog.




De kwestie draait om 82.000 voormalige militairen en ambtenaren in Nederlands-Indië. Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) hebben ze geen salaris noch pensioenopbouw gekregen. Over uitbetaling daarvan wordt al decennialang gesteggeld. Het ging destijds om 1,3 miljard gulden, zo’n 16.000 gulden per persoon. Inmiddels is de totale schuldenlast omgerekend naar nu zo’n 5,7 miljard euro, ofwel: 70.500 euro per persoon, exclusief rente.

Nederland weigert aansprakelijkheid. De staat beroept zich op een arrest van de Hoge Raad in 1956, waarin staat dat alle financiële verplichtingen zijn overgedragen aan Indonesië, de rechtsopvolger van Nederlands-Indië. Dat is bij de soevereiniteitsoverdracht in 1949 vastgelegd in een vermogensbalans.

Backpay

Uit archiefonderzoek van onderzoeksjournalist Griselda Molemans blijkt dat dit nooit gebeurd is. Uitbetaling van de achterstallige salarissen, de ‘backpay’, ontbreekt op de vermogensbalans. ,,Indonesië kan helemaal niet aansprakelijk worden gesteld. In de onderhandelingen staat nergens dat die schuldverplichting is overgedragen’’, zegt Molemans. ,,En er staat letterlijk dat Indonesië alleen schulden hoeft over te nemen waar de republiek belang bij heeft. Daarmee heeft Nederland een vrijbrief gegeven om de achterstallige salarissen niet te betalen. Dat is de hoogste trede van bedrog.’’

Nederland heeft vrijbrief gegeven om achterstallige salarissen niet te betalen. Dat is hoogste trede van bedrog Griselda Molemans

Eind 2015 sloot toenmalig staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) alsnog een akkoord met het Indisch Platform over een terugbetaalregeling. Alleen voormalige militairen en ambtenaren die op 15 augustus 2015 nog in leven waren – of hun erfgenamen als ze na die datum overleden – krijgen een eenmalige uitkering van 25.000 euro, een veel lager bedrag dan waar ze recht op hebben.

Tot nu toe hebben 577 rechthebbenden de uitkering gekregen. Dat heeft de Nederlandse staat ‘slechts’ 14,4 miljoen euro gekost. Dat is een schijntje bij de eigenlijke schuldlast van 5,7 miljard euro.

Nabestaanden van KNIL’ers en ambtenaren die vóór de peildatum overleden, haalden dit jaar bakzeil bij de rechter. Daarom stapten enkelen gisteren naar de Centrale Raad van Beroep, onder wie Liszy Jonkers (59), dochter van een ex-KNIL-militair. Haar vader diende tijdens de oorlog in het KNIL. Hij werd gevangengenomen, opgesloten in een Jappenkamp en verrichtte dwangarbeid aan de Birma-spoorlijn.

Jonkers vindt de peildatum ‘oneerlijk’ en ‘discriminerend’. Haar vader overleed op 1 oktober 2004. Bovendien is het in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: in gelijke gevallen moeten mensen gelijk behandeld worden.

Jonkers: ,,Voor mij is het een principekwestie. Ik wil morele en financiële erkenning voor mijn vader. Hij is in dienst geweest van Nederland, is gemarteld en heeft geleden. Ik heb het gevoel dat hij niet meetelt. Mijn vader kan er niets aan doen dat hij in 2004 overleed. De Nederlandse staat kan er wel wat aan doen dat ze deze mensen ruim 70 jaar heeft laten wachten.’’

Morele genoegdoening

Het ministerie zegt dat het een niet-wettelijke regeling heeft, waar geen juridische verplichtingen aan vastzitten. De regeling is getroffen als ‘morele genoegdoening’ en is ‘politiek en financieel het hoogst haalbare’, aldus de advocaten.

Nederland heeft 350 jaar gebruikgemaakt van de vruchten van het land en het zweet van de bevolking

Sylvia Pessireron

Bovendien stellen ze dat de backpay-regeling niet moet worden gezien als een uitbetaling van achterstallige salarissen. Maar dat strookt niet met de brochure van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het uitvoerend orgaan, waarin expliciet staat dat de regeling daarvoor bedoeld is.

Volgens Hana van Ooijen, advocaat van Jonkers, wordt de schuldenlast door Nederland ‘weggemoffeld’. ,,Het is 
too little, too late. Het heeft lang op zich laten wachten en bereikt slechts een fractie van de groep rechthebbenden. Hoeveel betekenis heeft deze regeling?''

Nederland is het enige land ter wereld dat achterstallige salarissen over de oorlogsperiode nooit heeft uitbetaald. ,,Het is een beleid van afschuiven en doorschuiven’’, zegt voorzitter Sylvia Pessireron van de Task Force Indisch Rechtsherstel. ,,Nederland heeft 350 jaar gebruikgemaakt van de vruchten van het land en het zweet van de bevolking. Als dat land wordt bezet, schuift ze die verantwoordelijkheid voor haar onderdanen af.''

De rol van het Indisch Platform is dubieus. De organisatie is in het overleg geen officiële vertegenwoordiger van de Indische gemeenschap. Bovendien zijn veel lidorganisaties uit onvrede opgestapt. Molemans: ,,Het wordt verkocht als een daad van goede wil. Dat je het lef hebt om dit morele genoegdoening te noemen. Alsof het een genereus gebaar is. Het is gewoon een schuld van 5,7 miljard euro die betaald moet worden. Deze mensen hebben daar recht op.’’

Luitenant-generaal Hans van Griensven, ontving onlangs nog als blijk van goede wil Molukse KNIL veteranen.
Luitenant-generaal Hans van Griensven, ontving onlangs nog als blijk van goede wil Molukse KNIL veteranen. © ANP Handouts
Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives