Alle berichten (24)

Sorteer op

Het verhaal van Eddy Samson Humphrey de la Croix

10897279684?profile=originalHet verhaal van Eddy Samson  Humphrey de la Croix

foto -Eddy Samson thuis in 2012

De geschiedbeoefening over Indische Nederlanders vindt voornamelijk plaats dáár waar de meesten van hen wonen: in Nederland en Noord-Amerika. Er zijn mensen die dat in het perspectief van een Indische diaspora plaatsen. We mogen gelukkig constateren dat in de laatste 25 jaar de productie van geschiedenisboeken en het aantal films en documentaires over de geschiedenis van Indische Nederlanders flink is gegroeid.
De aandacht voor Indo’s die er niet in zijn geslaagd te repatriëren of gekozen hebben in Indonesië te blijven, is echter achtergebleven. De banden met Nederland zijn altijd gebleven, niet altijd via familie of vrienden maar ook mentaal. Indo’s zullen zich ook altijd Nederlander blijven voelen.

Eddy Samson is op 3 april 1934 in de Boomstraat in Surabaya geboren uit een Indische vader en een Menadonese moeder. Vader was Johannes Alexander Samson


(Madiun 1907) en moeder de Menadonese Femina Korang. Hij vertelt dat zijn familie ook een gedeeltelijk Portugese oorsprong heeft. De overgrootvader van vaderszijde was een volbloed Portugees, die een Molukse vrouw trouwde. Opa van vaders kant was gehuwd met Augustien Abels, een totok.
Eddy Samson is getrouwd met een Indonesische en heeft vier kinderen, Fabian, Febe Augustien, Johannes en Eduard. Hij is in Surabaya opgegroeid in de Boomstraat, de huidige Jalan Brambangan. Vader Samson was vóór de oorlog ambtenaar bij de Staatsspoorwegen. Eddy Samson’s komt met al die gemengde relaties uit een echte Indo-familie.

De oorlogsjaren

Toen de oorlog Nederlands-Indië had bereikt, was zijn vader Johannes ingedeeld bij de Luchtbeschermingsdientst (LBD). Na de capitulatie in maart 1942 kwam hij terecht in de Jaarmarktgevangenis, waar hij twee jaar zou zitten. Daarna lieten de Japanners hem “vrij”, dat wil zeggen: hij moest spoorwegen gaan aanleggen. Dat zou duren tot half 1945, niet lang voordat de

10897280284?profile=originalfoto- Het vlagincident op 19 september 1945

oorlog zou eindigen. De jonge Eddy zat toen met moeder in    een huis aan de Jalan Kendjeran, de dienstwoning van zijn vader.
Voor Eddy was de Japanse tijd de eerste grote ingreep in zijn leven: de school werd bijna vier jaar onderbroken, de toekomst en eigen leven waren onzeker geworden, en het gezin ondervond een zeer aanzienlijke materiële achteruitgang omdat bezittingen moesten worden verkocht om te overleven.

Bersiap en Indonesische vrijheidsstrijd

Eddy vertelt al snel over de Bersiap-tijd die direct aansloot op het einde van de oorlog. Hij zegt dat de pemoeda’s, de jonge revolutionairen, zijn vader op een dag opwachtten om hem aan te spreken op zijn werk dat hij voor de Japanners had gedaan en op het feit dat hij in 1945 vóór hun capitulatie was vrijgelaten. Eddy merkt op dat deze pemoeda’s vóór de oorlog bij de spoorwegen, de ondergeschikten waren van zijn vader. Hij maakt hier de toespeling op persoonlijke rancune en afrekening als motieven voor hun optreden. Dus niet zozeer gedreven door het ideaal van de onafhankelijkheid. De 12-jarige Eddy heeft meegemaakt dat zijn ouders door pemoeda’s werden afgeranseld.
In die roerige tijd vertrokken Eddy’s moeder en de kinderen naar Tambaksari, waar hij voorheen ooit op school had gezeten. De wijk was een buurt waar veel Indo’s , Menadonezen en Molukkers zaten. Moeder heeft toen gewerkt in een gaarkeuken van een opvangkamp voor Nederlandse en Indische ex-krijgsgevangenen en burgers die geen huis meer hadden of in afwachting waren van een verhuizing of een gezins-hereniging. De wijk stond onder bewaking van pemoeda’s. Op een dag   gelastten   dezen   de  in  de keuken werkzame vrouwen te evacueren en ze zouden via Mojokerto westwaarts richting Jombang gaan. Meerdere Indo-families werden toen geëvacueerd. Eddy herinnert zich dat een familie Soemobito daartoe behoorde en een van zijn tantes. Omdat Eddy tijdens de werkuren van zijn moede meestal ging rondzwerven in de stad, was hij op het moment van de evacuatie gescheiden van zijn moeder. Hij wist niet waar ze was toen hij haar aan het eind van de dag weer opzocht. Dit kwam echter goed omdat het transport niet meer is doorgegaan.

Tijdens een van zijn zwerftochten door Surabaya kwam Eddy Samson op 19 september 1945 terecht in het centrum van de stad, in Tunjungan. Samen met een groep jongens uit allerlei hoeken van de stad, waren ze op zoek naar andere vrienden. Ze stonden op een gegeven moment voor het gebouw van de vrijmetselaarsloge De Vriendschap. Daar kwamen ze vaak omdat het tijdelijk in gebruik was als opvangkamp en er veel Indo’s en Nederlanders zaten. Eddy werd er getuige van de gebeurtenis die later bekend is geworden als het vlagincident. Op dat moment haalden Indonesiërs op het dak van het Oranje Hotel, toen nog met de Japanse naam Yamato Hotel, de Nederlandse vlag naar beneden. Ze scheurden de blauwe baan eraf en hesen de vlag als de Indonesische rood-witte.

10897280677?profile=originalDe “Rode Brug” (Jembatan Merah) waar in oktober 1945 heel veel Indonesiërs en Britten omkwamen in de Slag om Surabaya

In het gebouw De Vriendschap logeerden op dat moment Nederlandse en Engelse paratroepers én mr. Willem Ploegman. Deze voorzitter van de afdeling Surabaya van het Indo-Europees Verbond stond op de nominatie de eerste Indische burgemeester van de stad te worden. Ploegman zag de revolutionaire Indonesiërs de vlag strijken en wilde hen beletten de vlag te schenden en stak de straat over richting het hotel. Eddy Samson vertelt dat de straat intussen was volgelopen met pemoeda’s en andere Indonesiërs, die met genoegen het tafereel meemaakten. Toen gebeurde het snel: Ploegman werd vanuit de massa mensen neergestoken door iemand met een bajonet. Eddy Samson zag hem ineenzijgen. Indische jongens die in De Vriendschap waren, kwamen snel naar buiten en tilden het lichaam van Ploegman op en brachten het naar binnen. Het bleek dat het slachtoffer op dat moment nog leefde, hij ademde zichtbaar. Hij werd per auto getransporteerd naar de Centraal Burgerlijke Ziekeninrichting aan de Jalan Simpang. Mr. Ploegman zou onder

zijn verwondingen bezwijken. Het vlagincident zou in oktober en november worden gevolgd door veel gewelddadiger en heftiger momenten van een nieuw uitgebroken oorlog.

De slag om Surabaya

Achterom kijkend zegt Eddy Samson dat hij en andere jongens erg roekeloos zijn geweest en niet bewust van de risico’s die ze als Indo liepen. Soms was er een handgemeen met intimiderende Indonesiërs, maar bang is hij niet geweest. In ieder geval heeft hij de gewelddadige en dramatische gebeurtenissen van oktober en november 1945 van dichtbij meegemaakt. Zo herinnert hij zich de komst van de Britse Ghurka-militairen in de loop van oktober en de strijd die ze meteen moesten leveren tegen de pemoeda’s die de stad hadden bezet toen er na de Japanse capitulatie een machtsvacuüm  was ontstaan. Naast beschietingen met kanonnen en tanks, bombardeerden de Engelsen de stad vanuit de lucht. Het was ook echt oorlog. De pemoeda’s werden nog een geduchte tegenstander omdat ze erin slaagden de Japanners te ontwapenen en hun magazijnen in bezit te nemen. In diezelfde maand was er voor Eddy Samson ook goed nieuws: vader was weer terug en het gezin herenigde zich in het zogeheten B-kamp in de havenwijk Perak.
Op 26 oktober 1945 bereikte Brigade-generaal A.W.S. Mallaby met de gouverneur Suryo van Surabaya een overeenkomst over een bestand. Een belangrijk onderdeel ervan was dat de Indonesiërs niet zou worden gevraagd hun wapens over te dragen. Echter, als gevolg van een misverstand tussen Mallaby in Surabaya en generaal Christison in Jakarta, strooiden de Britten op 27 oktober per vliegtuig folders boven de stad uit waarin juist stond die wapens te overhandigen. De Indonesiërs voelden zich verraden en het bestand liep gevaar. Brigade-generaal Mallaby was zich dat niet bewust en op 30 oktober ging hij zelf de stad rond om het bestand kenbaar te maken. Aangekomen bij de later geheten Rode Brug, Jembatan Merah, stuitte hij op revolutionairen. Daar is Mallaby omgekomen in nogal onduidelijke omstandigheden.
De Engelsen zijn als reactie daarop 10 november 1945 een offensief begonnen met inzet van schepen, vliegtuigen, tanks en extra troepen. De stad werd binnen drie dagen ingenomen, gevechten zouden nog drie weken duren. Voor Indonesiërs is ondanks de nederlaag Surabaya de stad van de helden geworden. Monumenten en beelden op verschillende plekken in de stad houden de herinnering overeind.

10897281261?profile=originalFoto -Het gebouw van de Sociéteit “De Vriendschap”

Evacuatie naar Menado

De Nederlandse regering adviseerde Indo’s en Nederlanders aan naar Nederland te gaan om   in een veilige omgeving bij te komen. Eddy’s vader had daar wel oren naar, maar moeder wilde liever richting de familie in Menado. Eind 1945 vertrekt het gezin daarheen om na een jaar weer terug te keren in Surabaya. Vader kon in Menado aan de slag op het belastingkantoor, zodat hij ondanks de staat waarin de (voormalige) kolonie zich bevond zijn gezin kon onderhouden. Eddy ging weer naar school en kwam in de zogenaamde voorklas terecht, die hem moest voorbereiden verder te gaan op de MULO.

Terug naar Surabaya

Vader kon weer werken bij zijn oude werkgever de Staatsspoorwegen. Eddy kreeg de kans naar de zogeheten Herstel-MULO te gaan. Dit onderwijs heette zo omdat er na de onderbreking door de oorlog in het curriculum aansluiting moest worden gezocht naar het lesprogramma zoals dat tot de Japanse bezettingstijd eruit zag. Eddy zat op de Moendoeschool in Tamansari en behaalde al in 1947 het diploma van de MULO. In 1950 wilde hij naar de HBS op de Soerabaja School Vereniging, locatie Gentengkali-Zuid. Hij heeft daar twee jaar op gezeten en doubleerde. Een diploma halen lukte ook niet omdat de school na de soevereiniteitsoverdracht niet meer open ging. Voor Nederlands onderwijs was er geen plek meer in de jonge republiek, die de herinneringen aan de koloniale periode leek te willen wissen.

Na 1950 als burger van Indonesië én Indo

In 1951 slaagde Eddy erin bij het handelshuis Lindeteves-Stokvis NV te werken als volontair, terwijl hij ook nog school volgde. Dat zou hij één jaar doen. Het kunnen verdienen van geld was een nieuwe gewaarwording. Inkomen betekende meer vrijheid, leuke dingen doen en interessante mensen ontmoeten. Vader zou tot 1957 bij de Staatsspoorwegen werken voordat de Indonesiërs het bedrijf nationaliseerden. Eddy ging na Lindeteves naar de tweejarige zeevaartschool in zijn eigen Soerabaja en behaalde het diploma “Indonesische Kleine Vaart”. Als leerling-stuurman werkte hij van 1952 tot 1953 bij de Nederlandse rederij KPM (Koninklijke Pakketvaart Mij). Vanaf 1954 stapte hij over naar de Nederlandse Handelsmaatschappij om van 1955 tot 1962 te werken bij  veembedrijf Strohoedenveem.

In Indonesië blijven of naar Nederland?

In de jaren vijftig had vader Samson zijn paspoort ingeleverd ten gunste van de Indonesische nationaliteit, de warga negara. Reden hiervoor was dat hij daarmee zijn opgebouwd pensioen zou kunnen behouden. Eddy begrijpt de beslissing van zijn vader, maar heeft moeite met de consequenties. Zijn redenering is dat hij als minderjarige niet kon en mocht meebeslissen over zijn eigen lot. In de optieverklaring had zijn vader de namen van zijn vrouw en zoon Eddy niet genoemd. Eddy meent dat dit een onrechtvaardigheid is die zijn lot heeft bepaald om in Indonesië te moeten blijven, ook al was hij toen nog minderjarig. Het Indonesische burgerschap leek een goede keuze omdat Nederland en Indonesië een solide overdracht hadden geregeld. Maar al zeer snel wilde Indonesië diverse afspraken niet nakomen. Alles wat Nederlands was raakte min of meer verdacht.

Eerst werd onderwijs alleen in   het Indonesisch toegestaan, vervolgens werden vrijwel alle (Indo) Europeanen dwarsgezeten, geïntimideerd en bedreigd met verlies van hun baan of gewoonweg fysiek. Sociaal-economisch ging het intussen achteruit met het land. De voormalige kolonisator werd de zondebok en Nieuw-Guinea nog onder Nederlands bestuur, werd de aanleiding om een breuk        te forceren. In 1957 werden     alle Nederlandse ondernemingen genationaliseerd en vervolgens Indo’s en Nederlanders letterlijk weggejaagd.

De jaren zestig in Indonesië

De periode 1957 tot 1967 was volgens Eddy Samson een heel moeilijke. Indo’s werden er op aangekeken Nederlanders te zijn en werden daarom tegengewerkt. Banen moesten worden afgestaan ten gunste van Indonesiërs, scholen werden gesloten en het was verboden Nederlands te spreken. Daarbij kwam nog dat het eind jaren vijftig moeilijk was om werk te vinden. In de praktijk kon Eddy Samson dat oplossen door zwart aan het werk te gaan als o.a. chauffeur of losse werkkracht bij allerlei werkgevers en bedrijfjes.

10897281477?profile=originalFoto- Gebouw van  “Lindevetes-Stikvis”, waar Eddy Samson in de jaren 1951-1952 heeft gewerkt

Deze situatie duurde tot ongeveer 1967. Op de vraag wat het jaar 1965 betekende toen Soeharto de macht van Soekarno overnam en de Nieuwe Orde, Orde Baru, vestigde, antwoordt Eddy Samson dat iedereen gedwongen werd het land van communisten te zuiveren.                                         Met name betekende dat een extra in de gaten houden van   alle Chinezen omdat men veronderstelde dat zij loyaal waren tegenover de nieuwe Volksrepubliek. Het was een gevaarlijke periode omdat je niet wist of iemand jou kon aangeven of je nu communist was of niet. Angst en wantrouwen maakten het leven onaangenaam. Je kon het beste niet tegen de heersende machten in te gaan.

De wens te vertrekken, maar nooit toegelaten tot Nederland

Vanaf de vroege jaren vijftig begon Eddy Samson zich al minder prettig te voelen in Indonesië. Hij heeft in 1950 en 1951 pogingen gedaan om als verstekeling naar Nederland te reizen. Eerder, in 1945 en zonder dat zijn ouders het wisten had hij dat ook al geprobeerd. Het zien vertrekken van Indische kennissen en vrienden in de gewelddadige en angstige maanden na 17 augustus 1945, had bij hem ook een verlangen gewekt eens te zien wat Nederland nu voor een land was. Hij zag de schepen gaan waarop hij ook wilde meevaren. En dat deed hij ook op de Zuiderkruis toen hij zich aansloot bij een groep Indo’s die gingen vertrekken. Maar verder dan Singapore kwam hij niet; nadat de douane hem ontdekte werd hij op een vrachtboot retour Surabaya gezet. De tweede poging in 1947 met de Johan van Oldenbarnevelt eindigde opnieuw in Singapore. Eddy Samson zegt te zijn verraden, maar weet niet door wie. Het driemaal is scheepsrecht kwam niet uit in 1951.

Aangemonsterd als werknemer-volontair wederom met een groep Indo’s, volgde dezelfde afgang als de voorgaande twee keer.
Eddy Samson besloot in de jaren zestig de officiële weg te bewandelen met het aanvragen van een visum voor Nederland. Op de eerste en tweede aanvraag in respectievelijk 1957 en 1960 kreeg hij afwijzingen. Op zijn smeekbrief van 1963 direct gericht aan de koningin kreeg hij in 1966 een afwijzend besluit. De redenen van afwijzing zijn hem nooit duidelijk geworden. Hierna heeft Eddy Samson zich erbij neergelegd. “Sudah, ik denk dat het geluk wat dat betreft niet voor mij is weggelegd”. Wilde hij dan zo graag een Nederlander zijn? Nee, dat was niet zozeer het punt. Hij is kind van beide culturen en landen. Eddy Samson voelt zich een Indo, houdt van Indonesië maar ook van Nederland, het verre land dat zijn leven mede heeft bepaald en dat hij ook altijd zelf wilde ervaren als inwoner. Die historische verbondenheid met Nederland voelt hij als een deel van zichzelf en zal er altijd blijven. Bij zijn kinderen en kleinkinderen ligt dat anders. Zij voelen zich geen Indo maar zijn zich bewust van hun afkomst.

10897281295?profile=originalfoto -Eddy Samson thuis: portretten van “zijn” drie koninginnen aan de muur

Indonesië in de jaren zestig

Langzaam maar zeker werd Indonesië een stabiel land, al was dat als gevolg van een harde dictatuur en een keihard optredend leger. In 1968 herstelden de diplomatieke betrekkingen met voormalig kolonisator Nederland. Eddy Samson ging het intussen ook beter. In 1970 was hij in dienst van Tegra (Teeuwen Graanhandel) dat gevestigd was in Nederland, in het Noord-Brabantse Rijen. Het bedrijf was op zoek naar een Nederlands sprekende opkoper van caplex (voederproduct op basis van gedroogde cassave). Eddy Samson bleek over de kwalificaties te beschikken en hij werd de tussenpersoon voor Tegra in Indonesië. Het salaris was goed en hij had een leuke baan waarin hij succesvol was. In 1972 besloot hij toch iets anders te gaan doen en koos voor een bestaan op zee. De drang om Nederland toch ooit te zien bleek te groot. Hij is toen wel in Rotterdam aangekomen, maar mocht niet van boord omdat hij geen visum had. Wél heeft hij de Hollandse duinen gezien en kanalen, veel en grote kanalen (waarschijnlijk bedoelde hij de Nieuwe Waterweg) voordat het schip kon aanleggen. De vaderlandse bodem was toen héél dichtbij.

Na Nederland letterlijk slechts te hebben gezien vanaf de boot, berustte hij in het kennelijke lot dat voet zetten op Nederlandse bodem er niet in zat. Het varende bestaan ruilde hij in voor een betrekking bij de tandpasta-fabrikant Prodent. Het was een goede baan in de marketing. In 1990 toen hij 56 werd kreeg Eddy Samson de gelegenheid het pensioen in een keer af te kopen en te stoppen met werken. Toch heeft hij op verzoek van het bedrijf er nog twee jaar gewerkt om zich daarna te storten in nieuwe interesses.

Pensionering: nieuwe activiteiten

Wat Eddy Samson na zijn actieve loopbaan is gaan doen, verschilt niet van dat van vele gepensioneerden in Nederland. Hij vervulde taken in de vakbond voor de chemische industrie Federasi Buruch Pekerja Seluruh Indonesia (FBSI). Maar de grote passie is geworden de oprichting in 1999 van de huidige Indo Club Soerabaja, dat in het begin het Bureau De Indo heette. Guus Kost en F. van Lichten waren de mede-oprichters. Doel was om de Indo’s te vinden en in het bijzonder de ouderen, van wie ze vermoedden dat een aantal wel steun konden gebruiken. En anders wel uit een isolement moesten worden gehaald. Bezorgdheid was er bij de oprichters of deze Indo’s genoeg inkomen hadden en hoe het met hun gezondheid en welzijn was gesteld. Zelf Indo’s zijnde die het na moeilijke jaren goed is gegaan, beseften ze dat niet iedereen dat tot stand heeft gebracht. Signalen zijn er natuurlijk altijd geweest omdat ze bekend waren met de Stichting Hulp aan Landgenoten in Indonesië, HALIN. En uit eigen waarnemingen wisten ze van het bestaan van armlastige Indo’s.

Eddy Samson en zijn kompanen voelden de sterke behoefte en noodzaak die mede-Indo’s te bereiken, die misschien te malu waren zich te melden of die niet de beschikking hadden over de (informatie)kanalen om zich bekend te maken. Eddy Samson gebruikte zijn kwaliteiten als netwerker en wist mensen in Indonesië en Nederland enthousiast te krijgen voor zijn plannen.

10897281873?profile=originalfoto -Indo Club Soerabaja; Koempoelan 24 mei 2009. Rechts-voor (gehurkt) Eddy Samson

Een andere belangrijke activiteit is zijn betrokkenheid bij het behoud van het cultureel erfgoed in Surabaya. In het bijzonder dat van gebouwen met een (kunst)historische waarde uit vooral de periode 1850-1950. Veel van deze gebouwen mochten niet worden gesloopt maar leden vervolgens structureel aan het nodige onderhoud. Het tropische klimaat maakt dat des te noodzakelijker. Het gevolg daarvan is dat de gebouwen er vuil en vervallen uitzien. Eddy maakt deel uit van de Poesaka Soerabaja, dat sinds 2010 een samenwerkingsverband is tussen 25 verschillende initiatieven ter behoud van het erfgoed. Eddy Samson is zelf ook nog eens een adviseur van het gemeentebestuur op dit onderwerp.

Bij Eddy Samson thuis

Recent

Eddy Samson heeft medewerking verleend aan de televisieserie Van Dis in Indonesië, die in 2012 is uitgezonden door de VPRO. Na mijn gesprek met Eddy was mijn conclusie dat Van Dis welhaast niet om hem heen zou kunnen. Daarnaast heeft hij meegewerkt aan een programma van Omroep Max over Indo’s in Indonesië. De uitzending zal zijn op november 2012.
Eddy Samson is duidelijk geen persoonlijkheid die “low profile” opereert. Vanuit betrokkenheid bij zijn Indische medemens en het Nederlands cultureel erfgoed zet hij zich actief in. Met name via PR-achtige activiteiten en het voortdurend onderhouden van zijn netwerken. Hiermee draagt hij bij aan het in stand houden van een Indische gemeenschap in Indonesië, meer dan een halve eeuw na het einde van Indië.
Daarnaast blijft hij een intermediair tussen o.a. de stichtingen HALIN en Tileng, particulieren enerzijds en de Indische gemeenschap anderzijds. Eddy Samson houdt daarmee de vinger aan de pols bij zijn mede-Indo’s die in kwetsbare situaties verkeren.                               Bron: www.indischhistorisch.nl

Meer informatie:                    Internet:
Stichting HALIN (Hulp aan land-genoten in Indonesië)
Stichting Help de Indischen in Indonesië
Stichting Tileng
Surabaya Heritage Society
Surabaya Memory (project van de Petra Universiteit)                  Literatuur:
Vilan van de Loo, Familie gebleven. Hulp aan landgenoten in Indonesië, Edam 2009

Lees verder…

Volkskrant - Wij hebben ons zelf de Eu ingerommeld!


 

10897285258?profile=originalVolkskrant - Wij hebben ons zelf de Eu ingerommeld

 

 

 


 

*******( Bron van onze Fre) met mijn reactie was betrokken bij de invoering van de Euro binnen het bankwezen als Int. Management Consultant, staat ook in boek dat per 24 mei uikomt =======================

===

Toch jammer dat burgerij nu pas beginnen te jammeren, en niet toen bij het tekenen van het Verdrag in Maastricht ergens in 1999 .   De Nederlandse Overheid was aan gelegen om de Euro zo snel mogelijk in te voeren, de vele droomscenario's passeerden de revu..

Een onderdeel van de Basda richtlijnen om de burgers doelmatig te informeren en te gewennen aan alle economieen van de verschillende lidstaten zoals o.a. Spanje en Italie. Het bewustwordingsproces om de waarde  van het geld die van 1000 eenheden naar 1 eenheid gingen.

Nederlandse Overheid  die al heel snel de prijs in euros invoerde, en richtlijnen zoals beide valuta te vermelden op de prijzen tot 3 jaren na de invoering geheel aan zijn laars lapt. Geen toezichthouder in velden te bekennen. Hierdoor werden de kopers, dus de burgers,  op het verkeerde been gezet.  Juist de Overheid schaart zich  aan de verkoopkant net als de rest van  alle verkopende partijen in Nederland. Zij  gebruikten de euro als een marketing instrument om het koopgedrag van de consument kuntsmatig met de Euro te stimuleren.: Een pak melk van 98 cent kost ons in eens 98 cent eur, ipv van 40 cent Euro. Sterker nog zit nu zelfs boven de € 1. Of een huis dat geprijsd staat voor 350.000 NLG / dat op € 160.000 komt gelijk op € 350.000 wordt geprijsd.

Toch prachtig dat  je koopwaar met 100% wordt opgewaardeerd, nogmaals voor alle verkopende partijen, inclusief de Overheid.

Basda richtlijnen hielden o.a. in begrotingstekort en het aantal werklozen.  Vermelden van de lokale valuta en de Euro voor de invoering, tijdens - en drie jaren na de invoering. Vermelding alle documenten ;j advertenties, informatiekanalen, bij uitgifte van kwitantie, kasbonnen noem maar op. Velen kunnen ze wel herinneren dat na een jaar alles was verdwenen in tegenstelling tot de zuidelijke landen, waarvan ik persoonlijk getuige van ben. Ook toetreding van de laatste eurolanden is tegen het verdrag in.  Doordat Nederland niet aan die Basda -richtlijnen hield leek de woning nu aantrekkelijker te zijn om te kopen, maar helaas slechts het gulden teken werd verruild voor het Euro teken. In Spanje waar ik verbleef werden tot ver 2004 de prijzen in peseta's en euro's vermeld.Ook was de afspraak dat de zwakke landen later pas zouden toetreden.

Wij zijn er nog niet . De overheid heeft gelijk bij die conversie van NLG naar de Euro gerommeld en het begrotingstekort hiermee afgedekt en alle staatsbedrijven in de etalage gezet. Ook gerommeld met het aantal werklozen.

Conclusie:

Alle verkopende partijen hebben de consument op het verkeerd been gezet tijdens de invoering van de euro. De prijsstijgingen staan niet in schril contrast tot de de lonen, die 4 % stijgen per jaar, heeft de euro gezorgd voor een prijsstijging van 100%, daarkomen nu knogeens de kosten en claims van Brussel er boven op?

De vraag heeft Europa gezorgd voor Nederlandse economie. Nee, voor de Euro was draaide die al doelmatig. Heeft additioneel niets aantoegevoegd alleen verslechtert door bijvoorbeeld door het omvallen van landen als Griekenland.  De Euro heeft juist gezorgd dat binnen de Nederlandse economie forse omzetten werden binnen gehaald door de Overheid en de verkopende partij, ten koste van de burgerij. Hierdoor het economisch verkeer geheel ontwricht raakt. De fors gestegen energie prijzen, de prijzen bij de pom, en de forse stijgen van alle belastingen. 280 miljard binnen de Nederlandse economie aan omgaat dus Nederlandse bestedingen.

Toch om na te denken voor Mark Rutte om zijn woorden om te zetten in daden, want Engeland geen Euro-lid heeft prima gedaan.  Nederland moet het nog Internationaler zoeken bij landen als China, Indonesia en Zuid Amerika ...., de export naar Duitsland zal hier totaal geen invloed op hebben. 

Terug naar de gulden kost ook bakken geld om het organisatorisch en faciltaire technisch, dan de kredietbeoordeling,  maar Nederland heeft de sterke gulden weer terug en haar Imago van toen, en niet die door de andere slechte draaiende landen als Griekenlad, Portugaal etc..... wordt dit imago beschadigd.

De Euro zone is net als communicerende vaten:

De sterke landen worden zwakker, en niet zwakke landen krijgen extra impuls om sterker te worden.

Wie kan zich niet herinneren toen de Berlijnse muur viel, wie die rekening moest betalen . Tot op heden betaald west-Duitsland nog deze "dure rekening".

 

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/11304/Vonk/article/detail/3647210/2014/05/04/We-hebben-onszelf-de-EU-ingerommeld.dhtml#.U2YAq-ni42w.facebook

Lees verder…

Aandacht voor ’buitenkampers’

Aandacht voor ’buitenkampers’

• Premier Rutte bij het Indisch Monument in Den Haag. De ’vergeten’ buitenkampers en slachtoffers van de Bersiapperiode moeten een herdenkingsplaats missen. FOTO: SERGE LIGTENBERG
article17_1.jpg

In de aanloop naar de dodenherdenking vraag ik aandacht voor twee grote groepen helden en slachtoffers van de oorlog in Nederlands-Indië voor wie tot nu toe geen specifieke herdenkingen worden gehouden. Deze mensen dreigen zo onverdiend in de vergetelheid te raken.

Toen Nederlands-Indië door Japan werd bezet kwamen de (Indo-)Europese militairen en hun inheemse collega’s als dwangarbeiders in krijgsgevangenenkampen terecht. Burgers – mannen, vrouwen en kinderen – werden onder erbarmelijke omstandigheden opgesloten in interneringskampen.

Een grote groep Indo-Europeanen kon buiten de kampen blijven als zij ten minste één inheemse (Indonesische) voorouder hadden. Veelal waren dat oudere mannen en moeders, oma’s en tantes wier mannen waren gesneuveld of in kampen zaten.

Zonder baan en inkomen moesten zij zien te overleven, terwijl ook zij in de ogen van de Indonesiërs ’Belanda’s’ waren, vijanden. Om aan voedsel te komen, moesten zij alles wat van waarde was, zoals sieraden en andere bezittingen, te gelde maken. Banktegoeden waren door de bezetter geconfisqueerd. Jonge kinderen moesten het veld in en de straat op om iets eetbaars op te scharrelen.

De duizenden ’buitenkampers’ die zichzelf en hun kroost moedig door de oorlog heen moesten slepen, zijn helden, die in en door Nederland nooit als zodanig zijn bevestigd. Ook in eigen kring werd hun heldenrol na de oorlog genegeerd.

Ook de Bersiapslachtoffers zijn een vergeten groep. Duizenden onschuldige en weerloze (Indische) Nederlanders, mannen, vrouwen en kinderen, en anderen die werden verdacht van Nederlandse sympathieën, werden in het gezagsvacuüm na de capitulatie van Japan door opgehitste en dolgedraaide Indonesische jongeren gemarteld en vermoord onder de kreet Bersiap (’Wees bereid’). Het juiste aantal slachtoffers kan tot op heden niet nauwkeurig worden vastgesteld, maar de schattingen lopen van 3500 tot 22.000. Honderden slachtoffers zijn nooit teruggevonden.

Nu, bijna 70 jaar later, is er in Nederland nog geen plek waar de – nog zeer weinige – overlevenden en de nabestaanden van slachtoffers van de ’Bersiap-periode’ hun verloren dierbaren kunnen gedenken. Er is ook geen monument ter ere van de dappere ’buitenkampers’.

Daarom pleiten wij ervoor deze groepen ergens in Nederland een waardige plek te geven waar zij kunnen worden herdacht. Bij voorkeur nabij het Nationaal Indisch Monument in Den Haag, dé Indische stad van Nederland.

Lees verder…

10897255061?profile=originalVerontruste Amerindo's uit Amerika zoeken hun heil in Holland.

Verontruste berichten van Amerindo's uit Amerika.

De laatste tijden ontvang ik veel verontruste bericht van Indo's uit Amerika. Midden in de nacht word ik mijn bed uitgebeld, en ben meestal gelijk klaar wakker, want verder slapen kun je niet meer naar het horen van deze berichten. Ik zie het om heen binnen mijn familie. Komen over uit Australië of Amerika, en blijven dan hier drie / vier maanden hangen. Wij oudjes in Holland of Spanje hebben toch vele kamers over voor je familie als zij komen logeren. Kan mij herinneren in Calpe (Spanje)  keek je toch uit naar je familie, kinderen of kennissen dat ze bij je kwamen logeren, en dan nam je ze op sleep touw.

Zo zit Astrid, mijn vrouw, nadat wij onze casa in Calpe niet meer hebben regelmatig drie/vier maanden in Australië of in Tanzania. Is toch een rijkdom als Indo’s in Spanje, Australië, Amerika en Afrika dat je over en weer bij elkaar kunt verblijven, en is toch weer onze adat. Zeker nu bij het ouder worden.

Deze bewegingen zie ik niet alleen in mijn kringen, maar nadrukkelijk op ICM, want aan de adressen van de abonnee/lid men toch over twee verblijfplaatsen beschikken.  Moesten daarom op ICM in abonnementadminstratie een extra woonplaats implementeren. Zo herkenbaar voor mij ook verbleef op twee plaatsen tot  het jaar2009 , en niiet te vergeten iedere keer je postverzendingen aanpassen bij PTT Post. Want je hebt op je tweede verbliif alle facilitaire voorzieningen. Weliswaar via de Schotel; wij zaten op Canal plus, die in Nederland staat geregistreerd, dan je Internet, en je telefoon. Dan ligt ook voor de hand dat je op dat adres je post ontvangt. Dat je belastingaangifte hierdoor niet mist om het aan te geven.

Maar nu hoor ik links en rechts, The Care in Amerika is onbetaalbaar geworden. Het met Obama Care zet er nog een schepje boven op. Helaas heb ik mij niet verdiept in die materie.

Een gemiddeld gezin met twee kinderen betaalt rond de 900 dollar aan premie in de maand en de reductation (eigen bijdrage) is 10.000 dollar, dus als je chronisch ziek bent dan ben je goed de pisang.. Dus heel snel gerekend zijn de eerste kosten totaal 20.000 dollar voor je eigen rekening.  Hoe ouder je wordt des te meer je wordt geconfronteerd met gebreken en gelukkig worden wij ouder, en dit geldt niet voor iedere helaas; Mijn dochter 45 jaar, en nu mijn schoonzus nog geen 52 jaar. Veel ste vroeg!

 

Nederland bedraagt basispremie per persoon vanaf € 90 plus eigen bijdrage € 378. Staat dit in groot schril contrast met Nederland, naast de pensioenen toch de beste zorg ! Hoe lang dat zo blijft is de vraag, want Brussel wilt zich ook hiermee gaan bemoeien, en dan zal Mark Rutte zijn dreigingen dit keer wel moeten verzilveren in echte daden. Want toen ik in Calpe woonde en de Spaanse / Franse media volgde ergens in 2003 viel mijn ook op de koppen, dat deze vonden dat de pensioenen van Nederland in een soort Euro pensioen fonds gestort dienen te worden, naast de andere lidstaten (die geen cent hebben te makken voor dit fonds). Nu duiken deze stromingen weer op. Misschien dat wij allen op eens wel achter Geert Wilders gaan staan, zelf ben ik geen fan van een Geert Wilders, laat dat duidelijk zijn.

Terug naar de ouderen in Amerika;

Voor de ouderen in Amerika is dit helemaal niet meer op te brengen. Ik vroeg mij al af waarom veel ouderen uit California en overigen nu vaak in Holland zaten? De meesten hebben nog hun Nederlands paspoort behouden, en ontvangen een deel van de AOW. Deze zijn nu gelukkig in Nederland verzekerd, en dan valt Amerika onder de buitenlandse dekking. Dus je moet eerst zelf de rekeningen in Amerika voor The Care betalen en zodra je Holland op je verblijf adres zit kan je het weer declareren bij de zorgverzekeraar.

De betrokken hebben uiteraard vele jaren in Nederland gewoond; want anders ontvangen ze geen AOW. Gelukkig maar dat deze alternatieve oplossing bestaan, maar hoe het kan is voor mij een raadsel, lijkt een beetje op de Pelita constructie als je als Nederlander in Indonesie woont.

 

Editor ICM

Ferry Schwab sr,

 

Lees verder…

Blog Topics by Tags

Monthly Archives