Reactie van het Veteraneninstituut op het boek van Rémy Limpach

10897338277?profile=originalReactie van het Veteraneninstituut op het boek van Rémy Limpach

De historicus Rémy Limpach haalt momenteel het nieuws met zijn enkele weken geleden verschenen boek “De brandende kampongs van generaal “Spoor”, waarin hij het toepassen van extreem geweld door Nederlandse troepen in voormalig Nederlands-Indië structureel noemt. Als hoofd van het Kennis- en Onderzoeks-centrum van het Veteranen-instituut, vind ik dat dit enige toelichting behoeft. Vooral omdat een groot deel van de Nederlandse militairen zich hieraan niet schuldig heeft gemaakt.

De Nederlandse overheid duidde buitensporig geweld in de jaren 1945 tot 1949 jarenlang aan met de term “excessen”, oftewel iets dat incidenteel voorkwam. De criticasters beweerden juist dat het gebruik van extreem geweld van bovenaf werd opgelegd en onlosmakelijk deel uitmaakte van het optreden van de Nederlandse troepenmacht in zijn geheel en dus systematisch was.

Volgens Limpach ligt de waarheid ergens in het midden. Hij toont met zijn onderzoek aan dat het gebruik van extreem geweld niet systematisch was, maar wel veel vaker voorkwam dan overheid en historici tot nu toe aannamen en toegaven.

Een kritische terugblik   op het eigen militair optreden is belangrijk

Kenners van herinneringsliteratuur van Indië-veteranen en eerder verschenen studies zullen niet helemaal verrast zijn door de conclusies van Rémy Limpach. Vermoedelijk zullen ook veel Indië-veteranen – ongeacht of ze nu zelf wel of niet bij extreem geweld betrokken waren – het beeld dat Limpach schetst van de inzet en strijd in het voormalige Nederlands-Indië herkennen. Het is inmiddels algemeen bekend dat de dekolonisatie van Indië  een keiharde guerrillastrijd was,

waarin tal van Indonesische milities behalve de Nederlanders ook nog eens elkaar en de eigen bevolkingsgroep te lijf gingen.

Alle partijen hebben zich in die jaren schuldig gemaakt  aan extreem geweld. En wij vermoeden al veel langer – juist door de boeken, herinneringen en verhalen van de Indië-veteranen zelf – dat het gebruik van extreem geweld ook aan Nederlandse zijde veel vaker is voorgekomen dat tot nu toe officieel werd onderkend. Bij sommige eenheden was dit zelfs schering en inslag. Echter, aan de andere kant bleef dit bij een aantal eenheden te velde bleef  het wel degelijk beperkt tot incidenten.

Limpach benadrukt niet voor niets in zijn boek dat de conclusie dat het extreme geweld structureel van aars was, beslist níet impliceert dat de meerderheid van de militairen erbij betrokken waren.

Volgens hem heeft de meerderheid van de veteranen zich niet schuldig gemaakt aan het toepassen van extreem geweld.

In Limpachs boek komen verder ook de oorzaken van de gewelddadigheden genuanceerd aan bod. En die lagen vaak buiten de eigen invloedssfeer van de individuele militair. En denk verder ook eens aan de gebrekkige opleidingen en uitrustingen, het gebrek aan inlichtingen en het soms desastreuze effect van jarenlange uitputtende inzet op moreel en discipline. Denk ook aan een overambitieuze leger-leiding, die de “vijand” zwaar onderschatte, in combinatie met troepentekorten.

Dergelijke factoren zijn natuurlijk nooit een excuus voor het plegen van regelrechte oorlogsmisdaden maar hebben het gebruik van extreem geweld onmiskenbaar in de hand gewerkt. Ik denk ook dat Limpachs boek zodoende ook tot meer begrip kan leiden voor de onmogelijke situatie, waarin veel Indië-gangers destijds terecht kwamen.

Een kritische terugblik op de gebeurtenissen is altijd belangrijk. We mogen nooit de ogen sluiten voor zaken die verkeerd zijn gegaan. Juist door te benoemen waar militairen ver over de schreef zijn gegaan, krijg je oog voor het feit dat zoveel militairen zich in ongelooflijk moeilijke omstandig-heden en ondanks grote risico’s zich wél militair correct hebben gedragen. Een kritische terugblik hoeft de waardering voor de Indië veteranen als groep dus beslist niet in de weg te staan. En dat doet het ook niet.

Jaarlijks blijkt dat weer tijdens de Nationale Veteranendag en uit    de publieke opiniecijfers. Hopelijk blijven een eerlijke en kritische terugblik, oog voor de omstandig-heden waaronder de Indië-gangers moesten dienen en de waardering voor hun inzet en offers hand in hand gaan.

Martin Elands, hoofd Kennis- en Onderzoekscentrum Veteranen-instituut.

10897264495?profile=original

ICM. 26.10.16

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives