Nederlandse onderzeeër K-XVII signaleerde Japanse Oorlogsvloot

10897336693?profile=originalNederlandse onderzeeër K-XVII signaleerde Japanse Oorlogsvloot 

                                 Tien dagen voor de aanval op Pearl Harbor

 

Op 28 november 1941, om vijf minuten over twaalf in de middag, nadert de Nederlandse onderzeeër de positie op 43.30 NB en 155.20 OL op de Stille Oceaan. Het voer onder bevel van luitenant-ter-zee Besançon ongeveer 280 zeemijl ten noordoosten van de Japanse Takan-baai. Daar ontdekte men een grote vloot van Japanse oorlogsschepen, dat een zigzag-koers volgt. Berekeningen wezen uit dat deze koers in rechte lijn 88 graden bedraagt en de oorlogs-vloot zal voeren naar het 800 mijl verderop gelegen Hawaii en de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor.

 

In de avond van 7 december 1941 is de K-XVII met man en muis in de Stille Oceaan vergaan ten gevolge van sabotage door de Britse geheime dienst. De enige zonde die de Nederlanders hadden begaan, was hun ontdekking dat de Japanse vloot onderweg was naar Pearl Harbor.

 

Dit nieuws moest doelbewust achtergehouden worden, om er zeker van te zijn dat de Amerikanen bij de wereldoorlog betrokken werden. Men achtte het van essentieel belang dat de Nederlanders dit geheim mee-namen in hun zeemansgraf.

Aldus Sir Christopher Creighton, een ex-officier van de Britse geheime dienst (sectie M), die volgens zijn eigen zeggen de K-XVII persoonlijk heeft opgeblazen op gezamenlijk bevel van Churchill en Roosevelt en met nood-zakelijke, moeizaam verkregen toestemming van koningin. Nadat de K-XVII was vernietigd, heeft Creighton de Koningin persoonlijk verslag uitgebracht.

Creighton’s verhaal

Ik realiseer mij dat u dit verhaal niet zult willen geloven. Het enige dat ik u kan zeggen, is dat ik mijn best heb gedaan de waarheid te vertellen over een operatie die meer dan vijftig jaar geleden heeft plaatsgevonden en waarvan - zoals gebruikelijk in dit soort zaken – slechts zeer weinig documenten bewaard zijn gebleven. Ik moet eraan toe-voegen dat mijn fantasie bijzonder gebrekkig is. Ik had het verhaal met geen mogelijkheid kunnen verzinnen en zou niet weten     hoe ik aan de gedetailleerde technische gegevens had moeten komen. Integendeel, ik moest    op mijn eigen herinneringen vertrouwen en op de officiële rapporten van mij en mijn collega's, die na de gebeurtenis werden geschreven. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog vereiste mijn werk als geheim agent de hoogste mate van vertrouwelijk-heid, en ofschoon Sir Winston Churchill en Lord Mountbatten mij zwart op wit toestemming hebben gegeven mijn verhaal te vertellen, heb ik hun moeten beloven daarmee te wachten tot na hun overlijden.

Desondanks heb ik bepaalde incidenten niet aan het papier kunnen toevertrouwen, deels in het belang van mensen die worden genoemd, deels om tegemoet te komen aan de wensen van een aantal belangrijke Europese politici.

Nogmaals, dit is mijn persoonlijk verhaal; u mag het geloven of niet. Want net als Aristoteles    ben ik slechts in de waarheid geïnteresseerd en niet in wat mensen geloven.

Het besluit om de Nederlandse onderzeeër K-XVII te vernietigen, werd om de volgende redenen genomen. Op 28 november 1941, toen luitenant-ter-zee Besançon de Japanse vloot in zicht kreeg, die zich kennelijk in de richting van Pearl Harbor begaf, seinde hij onmiddellijk een gecodeerd bericht naar het Britse marine-opperbevel in het Verre Oosten. Daaronder opereerden ook de Nederlanders. De boodschap werd onderschept door de afdeling cryptologie van de sectie M in Singapore. Binnen enkele uren arriveerden kopieën van het bericht in Washington, uitsluitend bestemd voor generaal Donovan persoonlijk, en in Londen, bij majoor Desmond Morton. Beiden lichtten hun respectieve chefs in, Roosevelt en Churchill. Deze vier personen wisten al dat Japan van plan was Pearl Harbor aan te vallen en hadden gebeden dat er niets tussen zou komen.

In die tijd nam tachtig procent van de Amerikaanse bevolking een bijzonder isolationistische positie in en was ze sterk gekant tegen een oorlog met Japan of met Duitsland.

Mocht Roosevelt Japan de oorlog verklaren zonder dat er enig Amerikaans doel was aangevallen, dan was de kans groot dat hij zou moeten aftreden. Omgekeerd, wanneer Amerika zich afzijdig   zou houden - zo concludeerden Morton en Donovan - zouden de Japanners vrij spel hebben en ongehinderd India, Australië, Nieuw-Zeeland en tal van andere landen in de Stille en Indische Oceaan kunnen bezetten. Het zou waarschijnlijk onmogelijk zijn om die landen in een later stadium te bevrijden. Bovendien hadden de Britten en hun bondgenoten de hulp van Amerika hard nodig       in hun strijd tegen Duitsland. Wanneer de Japanners Pearl Harbor aanvielen, was het zeker dat Amerika zich in de oorlog zou mengen.

Maar wanneer de Britse en Amerikaanse leiders van de komende aanval op de hoogte waren, waarom waren de Amerikaanse strijdkrachten in Pearl Harbor dan niet in paraatheid gebracht? En waarom kregen de Amerikaanse oorlogs-schepen niet het bevel uit te varen? Op zee waren zij toch veel veiliger en konden zij terug-vechten? Volgens deskundigen had de marinebasis toch met succes verdedigd kunnen worden?

Het antwoord op de vraag waarom er dan niets gebeurde, is eenvoudig. Op Hawaii bevonden zich vele duizenden Japanse emigranten. De meesten stelden zich bijzonder loyaal op ten opzichte van hun nieuwe vaderland, maar anderen hadden voor Japan gespioneerd.

Bovendien bruiste het Japanse consulaat-generaal van de activiteiten. Wanneer de basis in paraatheid was gebracht, zou het Japanse oppercommando dit binnen een paar uur hebben geweten. De aanval zou zijn afgelast door keizer Hirohito, die erop stond dat het een complete verrassing zou zijn. Roosevelt zou geen aanleiding hebben gehad om Amerika bij de oorlog te betrekken, en dat zou rampzalig zijn voor de Geallieerden.

Wat dit alles te maken had met de K-XVII, zal duidelijk zijn. Wanneer bekend was geworden dat Roosevelt en Churchill van de aanval op Pearl Harbor afwisten en niets hadden gedaan om die te voorkomen, zou niet alleen hun carrière ten einde zijn geweest, maar zou waarschijnlijk ook de hele alliantie uiteen zijn gevallen. Dan hadden de Japanners vrij spel en konden zij de halve wereld veroveren en plunderen.

Zodra het bericht van de onderzeeër was ontvangen, werd de hele affaire omgeven met    een muur van absolute geheim-houding. De K-XVII kreeg de opdracht terug te keren naar de basis in Singapore om brandstof te bunkeren. De onderzeeër mocht niet de haven ingaan en in zijn verdere berichtgeving in geen geval toespelingen maken op de Japanse vloot.

Onder de naam van luitenant-ter-zee Paul Hammond, een van mijn schuilnamen, die op de naam-    en ranglijst van Britse marine-officieren voorkwam, reisde ik (Creighton) met een Berwick-vliegboot met speciale extra brandstoftanks via Nova Scotia, San Francisco en het eiland Wake naar de Noordelijke Marianen, waar ik mij de volgens afspraak op 6 december 1941 aan boord van de K-XVII begaf.

In dat stadium van de oorlog opereerden de Nederlandse onderzeeërs in het Verre Oosten onder het Britse marine-opperbevel, en ik was in het bezit van volmachten van het hoofd onderzeebootdienst, admiraal Sir Max Horton, de opperbevelhebber van de vrije Nederlandse marine in Londen en van koningin Wilhelmina, die destijds resideerde in Reading Berkshire. Deze volmachten gaven mij de autoriteit om luitenant-ter-zee Besançon operationele opdrachten te geven in naam van de Britse admiraliteit, hoewel niemand van hen enig idee had waarvoor ik deze autoriteit wilde gebruiken. Dat gold ook voor luitenant-ter-zee Besançon.

Bij een van de kleine Marianen, net ten zuiden van Pagan en ongeveer achthonderd zeemijl ten zuiden van Japan, werden er kratten uit de Berwick-vliegboot overgeladen in de onderzeeër. De bemanning kreeg te horen dat er kerstcadeautjes van hun collega's in Engeland in zaten. De meeste kratten bevatten inderdaad jenever, whisky, bier, champagne en andere kerstmisspullen. Maar in één krat zat cyanidegas en in twee andere kratten explosieven en ontstekingsmechanismen met tijdschakelaars.

Ik wachtte op een gecodeerd radiosignaal. Mocht de Japanse vloot haar aanval op Pearl Harbor afbreken, dan zou mijn operatie voorlopig overbodig zijn en afgelast worden.

De volgende dag, op zondag 7 december 1941, kreeg ik bevel om de operatie voort te zetten. De Japanners hadden Pearl Harbor aangevallen.

Die avond verliet ik de K-XVII en ging ik terug naar de Berwick. Een half uur later kwam het dodelijke cyanidegas vrij en was te zien hoe de bemanning trachtte uit de onderzeeër te ontsnappen. Even later explodeerde het vaartuig en zonk. Ik stelde vast dat er geen overlevenden waren.

Christopher Creighton

Londen, augustus 1996

 

Epiloog

Volgens het Nederlands Instituut voor Maritieme Historie lag de K-XVII op 28 november 1941 in Soerabaja en waren er tot 21 december 1941 nog radio-contacten met de K-XVII en andere boten van de toenmalige vloot in het Verre Oosten.

Geconfronteerd met deze feiten heeft Creighton nog eens duidelijk gemaakt hoe de Britse geheime dienst te werk ging.

Creighton:

Bij de val van Singapore zijn veel documenten verloren geraakt. Alles wat gered werd - logboeken en andere stukken van onderzee-boten en oorlogsschepen - werd naar Engeland gebracht. De overgebleven documenten van de K-XVII werden in het grootste geheim verzameld in het huis van koningin Wilhelmina in Reading, onder beheer van de chef-staf van de Nederlandse Marine en van de geheime dienst van de Britse Marine, in de persoon van commander Flemming.

 

De dossiers werden herschreven, samen met die van andere schepen en onderzeeboten om aan te tonen dat de K-XVII nooit slachtoffer van een aanslag kon zijn geweest.

Mag ik er nogmaals op wijzen dat daar in Reading alleen Flemming en koningin Wilhelmina het echte verhaal kenden - de anderen werd

verteld dat de K-XVII betrokken was geweest bij een geheime missie waar nu eenmaal een dekmantel voor nodig was. Er zijn nogal wat dekmantels gecon-strueerd om deze misdaad aan  het oog te ontrekken. Een van de gemakkelijkste ervan was het uitzenden van radiosignalen, die zogenaamd afkomstig waren van de K-XVII, maar in werkelijkheid van een fake radiostation. In de oorlogvoering van de marine werden dergelijke trucs regelmatig toegepast.

Waar we hiermee te maken hebben zijn mensen, historici, zowel in Londen als in Den Haag, die er in 1941 niet bij waren en die het moeilijk te accepteren vinden dat hun gegevens niet kloppen. Ik was erbij, ik weet wat er gebeurd is. De K-XVII werd opgeblazen op gezamenlijk bevel van Churchill en Roosevelt en met noodzakelijke, zeer moeizaam verkregen toestemming van koningin Wilhelmina. Op haar verzoek heb ik persoonlijk aan de koningin in Reading verslag uitgebracht.

10897264495?profile=original

ICM 26.10.16

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Opmerkingen

Dit antwoord is verwijderd.

Blog Topics by Tags

Monthly Archives