Hoe zit het eigenlijk met het trauma Nieuw-Guinea?

  • 10897269492?profile=originalHoe zit het eigenlijk met het trauma Nieuw-Guinea?
    Geplaatst door Dirk-Jan van Baar op 3 november, 2013 - 20:30

    © foto uit 1903 Tropenmuseum of the Royal Tropical Institute (KIT) bron: Wikimedia Commons
    In een klein berichtje in de gedrukte versie van de International New York Times stond dat Nederland troepen gaat zenden naar Mali. Daarin stond ook dat de missie in het land van Dutchbat gevoelig ligt. Er werd weer verwezen naar Srebrenica, waar onder de ogen van de Nederlandse blauwhelmen achtduizend moslims zijn vermoord. In het bericht kwam Mark Rutte ter sprake. Onze premier zei dat het besluit moeilijk was, 'maar dat alle lessen van voorgaande missies zijn geleerd.'

    Laten we het hopen. De Nederlandse troepen zijn in Mali weer aangewezen op Franse steun, en we weten nog allemaal dat de NAVO-luchtsteun die door een Franse VN-generaal moest worden aangevraagd niet kwam. Maar het is waar dat 'Srebrenica' sindsdien een nationaal trauma is. Niet voor het grote publiek, maar voor de Haagse politiek. Dikke rapporten zijn er over volgeschreven en er vinden nog steeds rechtszaken over plaats. In april 2002, bijna zeven jaar na dato, trad het laatste kabinet-Kok er drie weken voor de verkiezingen voor af. Wim Kok vond het toen nodig om de anonieme wereldgemeenschap (de VN) een gezicht te geven. Toch ben ik nooit zo onder de indruk van dat trauma. Begin 2010, toen de commissie Davids met het rapport over de Nederlandse betrokkenheid bij de Irakoorlog kwam, waren maar liefst zes van de negen Ministers van Staat direct of indirect verantwoordelijk geweest voor de uitzending naar Bosnië (Ruud Lubbers, Hans van den Broek, Peter Kooijmans, Hans van Mierlo, Wim Kok en Jos van Kemenade, die het onderzoek leidde naar de verdwenen fotorolletjes - en niks vond). Je hebt trauma's en trauma's. Is een trauma dat achttien jaar later nog steeds bijna routinematig ter sprake wordt gebracht wel een trauma? De politiek verantwoordelijken van toen hebben er emotioneel onder geleden (de gedachten gaan uit naar Joris Voorhoeve, toen minister van Defensie en nu geen minister van Staat), maar dat geldt toch niet voor hun verdere carrières. Misschien bedoelen we dat met 'traumaverwerking'.

    Dat Rutte, zelf historicus, maar wat kletst met zijn opmerking dat alle lessen van voorgaande missies zijn geleerd, wordt misschien het best bewezen (hoewel: wat is bewijs?) doordat het bij dit soort uitzendingen onder vlag van de VN nooit gaat over Nieuw-Guinea. Het kan zijn dat we daar geen trauma over hebben. Wat raar is, want Nederland is over deze kwestie bijna in oorlog gekomen met Indonesië en zond in 1962 nog tienduizend man naar deze achtertuin van ons toen nog uitgestrekte Koninkrijk. Dat is andere koek dan de 368 man naar Noord-Afrika waar de door bezuinigingen uitgeholde krijgsmacht nu al bijna onder bezwijkt. Maar toen ik in de jaren zeventig geschiedenis ging studeren, hoorde je er bijna niks over, al was er in 1969 nog een volksraadpleging onder de Papoea's gehouden dat volgens alle betrokkenen doorgestoken kaart was en ervoor zorgde dat Indonesië het enorme gebied rechtmatig kon inlijven. Dat referendum vond toen plaats onder auspiciën van de VN. En wat de zaak nog veel erger maakt, is dat er toen al een genocide op de Papoea's plaatsvond die in stilte nog steeds gaande is. Er doen getallen van 400.000 doden de ronde, al zijn dat grove schattingen op basis van demografische berekeningen die niet helemaal navolgbaar zijn. Maar zeker is dat deze genocide vele malen groter is dan de slachting in Srebrenica, die 8000 moslimmannen betrof en geen vrouwen en kinderen (is dat dan wel een genocide?). Het gehuil daarover in Den Haag getuigt van een keurig kwaad geweten, maar het zijn krokodillentranen vergeleken met wat er allemaal bij de dekolonisatie van 'Ons Indië' is gebeurd. Daarbij was de kwestie Nieuw-Guinea een langslepend slotakkoord. Pas in 1962 kwam aan de Nederlandse aanwezigheid in dit deel van de wereld, een koloniale geschiedenis van drieënhalve eeuw, een eind en viel er in de trefzekere woorden van toenmalig premier Jan de Quay (wie kent hem nog?) 'een molensteen van ons af'.

    Dat moet het zijn dat we er nu vrijwel nooit iets meer over horen. Als geschiedenisstudent in Utrecht was ik in andere dingen geïnteresseerd. Wat historici toen fascineerde was de vraag of Joseph Luns wel de waarheid had gesproken toen hij met een brief schermde van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles, die Nederland in 1958 steun zou hebben beloofd in geval van een confrontatie met Soekarno. De politiek die Nederland in de kwestie Nieuw-Guinea voerde werd vrij algemeen als wereldvreemd afgedaan, als een hobby van Luns die het verlies van Indië niet kon verkroppen. Dat Nederland zich toen sterk maakte voor het lot van de Papoea's gold helemaal als lachwekkend en ongeloofwaardig, en was - volgens de realisten die achteraf het gelijk aan hun kant kregen - 'een onhaalbare zaak'.

    Dat zal best. Mij lijkt die begaanheid met de Papoea's ook een soort vijgeblad (al springen die peniskokers dan nog meer in het oog). Ik ben geen expert en telkens als ik over dit fascinerende hoofdstuk uit onze nationale geschiedenis lees ben ik verbijsterd hoe weinig ik ervan weet. Je klikt wat op Google en dan valt op dat op Wikipedia in grote lijnen de Indonesische kijk op de zaak als vanzelfsprekend wordt voorgesteld en dat er met geen woord (geen woord!) wordt gerept over de genocide op de Papoea's. Wel staat aan het eind dat referendum vermeld dat door de VN is georganiseerd en onder grote druk van het Indonesische leger had plaatsgevonden. Maar dit wordt droogjes voor kennisgeving aangenomen.

    Het kan met de geest van de jaren zeventig te maken hebben. Met de Excessennota (juni 1969) kwam de nadruk op de Nederlandse geweldsontsporingen in Indonesië te liggen. Luns, tot 1971 minister van Buitenlandse Zaken wat hij negentien jaar was geweest, gold ook steeds meer als een seniele oude man (hij zou nog twaalf jaar secretaris-generaal van de NAVO zijn). Er waren toen ook treinkapingen van Zuid-Molukkers. Erg ongemakkelijk allemaal, omdat die Molukkers (hun vaders althans) in het KNIL hadden gezeten en het kolonialisme toen als helemaal fout gold. Daarom moest Suriname ook onafhankelijk worden. In de jaren tachtig begonnen ook de eerste discussies over zwarte piet. Niemand wil ook terug naar koloniale tijden, die nog steeds een slechte naam hebben. In 2005 sprak minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot dat Nederland in Indonesië 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond'. Tja, dat mag je wel zeggen. Maar dat geldt minder voor de Nederlanders, voor wie het verlies van Indië bepaaldelijk niet de gevreesde rampspoed bracht, maar voor de Papoea's, die tot op de dag van vandaag worden uitgeroeid. Zonder dat het de buitenwereld wat kan schelen. Niet alleen uit desinteresse, maar ook omdat we deze geschiedenis zijn vergeten. Wat tevens een ernstige blinde vlek is van Nederlandse historici en de ontmanteling van de bibliotheek van het Tropeninstituut (een collectie die in tweehonderddertig jaar is opgebouwd en voor het grootste deel naar Egypte gaat) tot een nog grotere nationale schande maakt.

    Wel zou ik denken dat je bij Nieuw-Guinea, anders dan bij Srebrenica, van een echt trauma kunt spreken. Echte trauma's worden verdrongen. Daardoor heeft het nageslacht er geen last meer van. Nieuwe generaties politici van het opgeruimde type Mark Rutte kunnen dan op persconferenties over nieuwe missies naar verre streken zeggen dat alle lessen van voorgaande missies zijn geleerd.
E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives