HAAGSE PLEISTERPLAATS ERKENNING VAN MISKEND LEED

Plek voor Indisch hart

10897362496?profile=original

door Alexander Bakker en Lise Witteman

Eindelijk krijgt de Nederlands-Indische gemeenschap vaste grond onder de voeten. Met de komst van een gezamenlijke ’pleisterplaats’ in Den Haag hoopt het kabinet ’een nieuwe fase’ in te luiden in de vaak moeizame relatie tussen de overheid, de Nederlandse samenleving en de Nederlands-Indische gemeenschap.

De ’Indische Kwestie’ is decennialang een uiterst gevoelig onderwerp geweest. Toen in 1945 Nederland al was bevrijd en feest vierde, gingen de inwoners van het toenmalige Nederlands-Indië nog ruim drie maanden gebukt onder de oorlog. Maanden waarin de Japanners op vaak gruwelijke wijze huis hielden. Daarna volgde de gewelddadige Bersiap-periode en de dekolonisatie. Eenmaal op Nederlandse bodem hadden veel Indische Nederlanders niet het gevoel dat er aandacht was voor hun situatie en achtergrond.

Volgens staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) hebben mensen uit Indië hierdoor in Nederland weinig ruimte gehad om hun verhaal te vertellen. „Nederland was met zichzelf bezig en mensen moesten een nieuw leven opbouwen. Ze vertellen het soms voor het eerst aan nieuwsgierige kleinkinderen die met vragen komen”, ontdekte de bewindsman. „De generatie uit Indië voelde zich lang miskend.”

De pleisterplaats komt in een prachtig gebouw aan de historische Sophialaan in Den Haag en moet een ’brugfunctie’ gaan vervullen tussen de Nederlands-Indische gemeenschap en de Nederlandse samenleving.

Het is de bedoeling dat de verschillende Nederlands-Indische groeperingen samenkomen en er wordt voor het grote publiek aan voorlichting gedaan over onder andere de Japanse bezetting, de Bersiap-periode en de onafhankelijkheidsstrijd. De staatssecretaris ziet de pleisterplaats bovendien als het ’kloppend hart’ van de Nederlands-Indische gemeenschap van waaruit activiteiten in het hele land worden ondersteund, zoals herdenkingen en de zorg voor oudere Indische Nederlanders die nog worstelen met de gevolgen van hun oorlogservaringen.

De steun van de Nederlandse regering is historisch gezien belangrijk, omdat de afspraken gelden als ’collectieve erkenning’. Dat betekent dat de regering, een paar dagen voor de Nationale Indiëherdenking in Den Haag, officieel erkenning geeft aan wat de Nederlands-Indische gemeenschap heeft meegemaakt.

Volgens directeur Yvonne van Genugten van het Indisch Herinneringscentrum is er dan ook „bijzonder lang uitgekeken” naar dit moment. „De Indische gemeenschap is erg divers, maar dit is een plek waar alles samenkomt. Het herdenken, de Indische herinnering en de zorg.”

Van Rijn valt haar bij. „Het is een plek waar ik hoop dat we samen een hoofdstuk openen naar de toekomst.” Tegelijkertijd weet hij één ding zeker: „Het boek gaat nooit dicht. We komen steeds meer te weten, dus er komen ook steeds meer vragen.”

In totaal trekt het kabinet in het kader van de erkenning van de Indische gemeenschap in Nederland de komende jaren 1,5 miljoen euro per jaar uit. Na 2022 wordt dat jaarlijks een miljoen. Het centrum opent in het voorjaar van 2018.

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives