Geschiedenis Rudy Kousbroeks OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM I

10897352498?profile=originalRudy Kousbroeks OOSTINDISCH KAMPSYNDROOM

Commentaar door Pjotr.X.Siccama - deel 1.

En ruisend in de duisternis/juichend mijn eiland prijzen” – “Sneeuw over Sumatra.”, verwijzend naar dé herinneringen oproepend in al hun intensiteit die hier meer dan symbolisch worden bedoeld. Overeenkomsten met het verhaal (en de verfilming) van het werk van James Joyce met dat wat de schrijver in zijn voorwoord had aangegeven zijn er niet.

Alleen “de deur” in het Ierse verhaal bij het begin in zijn voorwoord trof me zeer: die “deur” in dat Ierse verhaal die dicht bleef; ook toen al bij de Japanse inval in Nederlands Indië. Het is opvallend dat “de deur” hier dan het enig vergelijk is met de duistere en pijnlijke werkelijkheid van de Japanse inval in het voormalig Nederlands Indië.

Helder dat het hier ook om de angst gaat van iemand met een post-traumatisch stress syndroom. Het zijn woorden, beelden, geluiden, geuren en herinneringen in alle kleuren die voor een ieder maar moeilijk te omvatten en te beschrijven zijn. En zeker wanneer je in een (voormalig) paradijs bent geboren en hebt geleefd. Wat ik me nog goed kan herinneren uit een van Kousbroeks vele andere werken is, dat hij, net aangekomen in Holland, vanuit zijn kamer naar buiten keek waar het op dat moment vreselijk vroor en de ruiten van de ramen vol ijsbloemen zaten, daarbuiten een troosteloos aanzien gaf en hij bij zichzelf dacht: “… ze hebben mij uit het Paradijs verjaagd.” Een dergelijke zin vergeet je nooit. Beroofd van menselijk geluk, maar gelukkig zijn en blijven, wordt door lieden als politici, stuk gemaakt; zij waren het die alles maar stuk kunnen maken en daar waar men niet in staat is in te grijpen of invloed kon uitoefenen, is ergelijk en frustrerend.

Een samenvatting van dit prachtige werk is bepaald geen sinecure. Het werk is, zoals gezegd, zo omvangrijk en beslaat vrijwel het hele spectrum van wat de Indisch/Nederlandse (en vice versa) literatuur (tot nog toe) in al haar aspecten heeft voortgebracht. Onderworpen aan het kritisch oog van de auteur is in historisch perspectief gezien buitengewoon interessant. Een fenomenaal document dat zeker op de lijst van verplichte literatuur op alle middelbare scholen dient te worden opgenomen.

De Nederlandse geschiedenis over het voormalig Nederlands Indië, is met dit werk hier geheel voltooid.

Kousbroek is groots en heeft evenzo het grote talent om de beschrijvingen tot in de diepten van het menselijke gevoel volledig, in detail en exact weer te geven. Het werk is rijk aan kostbare persoonlijke ervaringen, ook voor lezers die het (voormalig) Nederlands Indië (nog) niet kennen. De gekozen titel is weliswaar triest, maar laat niet alleen de duisternis zien in de spiegel van de auteur. Integendeel. Het boek las ik als een film die zelfs nu nog actueel zou kunnen zijn. Het is niet allemaal treurigheid in het boek.

Hilarisch is (om een passage te noemen), de beschrijving van de portretten van de Gouverneurs-generaal van Nederlands Indië (de zogenoemde GG’s). Met humor beschrijft hij enkelen van hen, met een theatraliteit en voorstellingsvermogen als van een professionele mimograaf. Prachtige beschrijvingen en die in details. Zo ken ik de schrijver nog niet; een verborgen klein talent.

Velen herkennen de beschrijvingen van de repatriatie uit het voormalige Nederlands Indië, waar de evacués naar het moederland moesten worden overgebracht. Maar in de tijd van Kousbroek was de evacuatie direct na de oorlog (1946) vrij formeel geordend geregeld; dat wil zeggen, onder andere, overeenkomstig de conventierichtlijnen van Genève. En dat ging wel heel omslachtig aan toe maar ook curieus.

De evacuatie in 1946 die Kousbroek had meegemaakt leek wel op een MGM-film in de Arabische woestijn uit de 50-er jaren met het vreemdelingenlegioen, wanneer de evacués naar een afgelegen plaats in de woestijn hun winterkleding (voor Europa) in ontvangst moesten nemen. Absurde en even bizarre scènes moesten zich daar hebben afgespeeld. Heel anders ging het met hen die in het begin van de 50-er jaren werden gerepatrieerd: de winterkleding (althans überhaupt de eerste kleren voor het verblijf in het moederland) werd op de boot ter hoogte van de Rode Zee uitgedeeld en bestond uit een soort zwart/donkergrijze jogging outfit met baret (Kousbroek: ijsmuts), sokken en een paar wollen wanten. Meer kregen ze niet.

Worstelend met de lacunes uit zijn herinneringen, flarden van plotseling opkomende historische personages spelen zich af in zijn hoofd. Een van de vele verschijnselen van een (kamp)syndroom. Zelf schreef hij dat je niet per se in een kamp moest hebben gezeten om het te krijgen (..) Mensen die zowel een (kamp)syndroom hebben als (en/of) een Post Traumatische Stress Syndroom hebben exact dezelfde verschijnselen. Velen zullen deze direct herkennen. De herinneringen die fragmentarisch, soms kort en soms lang(durig), zullen heviger en intensiever worden naarmate de tijd verstrijkt en jezelf ouder wordt.

Zoals mijn zielknijper me jaren geleden bij mijn behandeling mij ervoor had gewaarschuwd. De angst, ja die angst die maar niet en nooit helemaal weg zal kunnen gaan“..

De enige en wellicht wel de laatste unieke (overigens grappige) figuur van de Westerse Cultuur fenomeen in de jungle van Nederlands Indië vormde een bijzonder geroemde excentriekeling, een zekere “Iwan de Verschrikkelijke” (vanwege zijn (Slavisch/Russisch) voorkomen, genoemd door B.D. Swanenburg in zijn boek Leven en werk van Stein Callenfels.

Deze man, (hij was 1.92 m. groot en woog 140 kg.) een zekere Dr. Stein Callenfels was archeoloog/paleontoloog; beroemd, bekend en berucht. Beroemd (vooral in Azië) om zijn kennis en archeologische vondsten (ontving vele buitenlandse onderscheidingen voornamelijk in Azië) en berucht om zijn onnoemelijk grote appetijt. Lachwekkende anekdotes die je bij blijven.

Ook rekent Kousbroek hier af met de Hollandse benepenheid wanneer hij het over de (Hollandse) geschiedenis heeft: het “Holland op zijn smalst,” zeg ik dan. Waar is het inzicht van de Hollanders? En waar de grandeur van een Nederlands Imperium? Wat is het? Nooit van gehoord ! Maar die bestaat ook niet.

Een aaneenschakeling van historische feitelijkheden passeert de revue, maar niet zonder dat hij deze historische hoofdrolspelers er flink van langs geeft. Zo ook in de (Indische) literatuur waar de vraag nog steeds in de lucht hangt, (polemieken houden niet op over dit onderwerp) naar wat en vooral wie (in de literatuur) in hemelsnaam het predicaat Indisch mag en/of kan dragen.

Dan de opvatting van Walraven over de Indo‘s (Indo/Europeanen) die werkelijk hypocriet is wanneer de man deze Indo/Europese gemeenschap kwalijk neemt dat zij zich boven de Indonesiër(s) verheven voelt. Absurditeit ten top is het wanneer men bedenkt dat deze man zich immers boven een ieder superieur voelt, niet zozeer als kolonist/ambtsdrager, maar simpel als burger. Bizar.

Deze kaaskoppen veroorloofden zich schijnbaar een asociaal en immoreel gedrag onder een legitimiteit van een illegale bezetting. Sudah. De Indo-Europeanen staan toch ver boven dit soort stupiditeit. Hoewel er ook Indo-Europeanen zijn die zich zelfs verheven voelden en voelen boven de Totok (de blanke), wat een andere oorzaak en implicatie heeft.

Ach, vreemde denkbeelden hield deze mijnheer Walraven op na, waarbij hij en passant toch nog vergeten was, dat de Indo-gemeenschap niet alleen bestond uit Indische Nederlanders, maar ook uit andere Indische Europeanen (uit heel Europa met inbegrip van mensen uit Noord Amerika en Australië en de rest van Zuid/Oost Azië).

Maar voor de Hollander was het Nederlands Indië van toen een soort verlengstuk van het moederland, de kaaskop waande zich kennelijk rijkelijk alleen op de Wereld (in de zin van het enig Hollands Imperium) waar hij (eindelijk in het Paradijs terechtgekomen zonder ook maar één vinger te verroeren) naar believen de vruchten van plukt. Jawel; men plukte, at de vruchten, maar de hand die ze voortbracht, daar had men geen enkele benul noch liefde voor (gegeven). Men had blijkbaar geen idee, laat staan een visie van de eigen omgeving en dat van de Wereld.

Volgende keer deel - II

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Opmerkingen

Dit antwoord is verwijderd.

Blog Topics by Tags

Monthly Archives