dinsdag, 25 januari 2011

Maandelijkse demonstratie stichting japanse Ereschulden

 foto-voorzitter hr J. van Wagtendonk.

Verslag door dhr Ted Hartman.

Dinsdag 11 januari 2011.
Éérste demonstratie in het nieuwe jaar 2011 van de Stichting Japanse Ereschulden. Aanbieding van de 194e petitie, een nieuwjaarspetitie waarin Japan aangemoedigd wordt goede voornemens wáár te maken! Iedereen wenste iedereen uiteraard weer het Beste voor het komend jaar, een beslissend jaar weer, want: Het Indisch Platform streeft ernaar 'De Indische kwestie' nu definitief op te lossen, waarbij in goed overleg met de Regering en de Tweede Kamer als streefdatum augustus 2011 wordt gehanteerd. ONZE HOOP IS IN DIT OPZICHT MEER GERICHT OP DE NEDERLANDSE DAN OP DE JAPANSE REGERING!

 
De opkomst was geweldig, we waren blij elkaar te zien en aldus toch het begin van het nieuwe jaar met elkaar te mogen vieren. In het gebouw Anna waar we nà de demonstratie de loempia en ons broodje eer aandeden, hoorden we dat het onderhoud was meegevallen ondanks de scherpe kantjes van de petitie. Er volgden nog mededelingen over het wel en wee van trouwe betrokkenen. Belangrijke mededeling was de aankondiging dat
de tentoonstelling “Na 65 jaar ...” in Hengelo vrijwel zeker doorgaat. Voorts dat onze steun niet alleen onontbeerlijk is maar zeer op prijs wordt gesteld. Deze betrokkenheid is uiteraard wederzijds, ook de achterban waardeert ten zeerste de ijver van de bestuursleden!

 
Download Petitie_194 <-- PETITIE Nr.194
Zijne Excellentie Naoto KAN. Eerste Minister van Japan. Den Haag, 11 januari 2011.
Onderwerp: Bezinning op het doel voor een oplossing van de Japanse Ereschulden.
Excellentie,
Namens de 300.000 Nederlandse slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands Indië, wensen we u persoonlijk, uw regering en het Japanse volk een gelukkig Nieuw Jaar.


Vorig jaar hebben we vele veranderingen in de wereld waargenomen als gevolg van de ergste crisis sinds de oorlog in Zuid-Oost Azië. Aziatische landen hebben echter beter gepresteerd en zich wonderlijk goed aangepast aan de nieuwe economische en financiële situatie. Het is daarom geen verrassing dat u in de Nieuw Jaars boodschap de noodzaak voor Japan aanhaalde om toe te treden tot de Trans-Pacific vrije handelsgemeenschap om “Japan open te stellen”. Het is interessant op te merken dat de tegenwoordige Trans-Pacific gemeenschap bestaat uit Brunai, Nieuw Zeeland en Singapore, landen die geleden hebben onder Japan’s koloniale oorlog. Niettemin verwelkomen we uw voornemens, maar vergeet niet het verleden van die oorlog. 
 
Eerste Minister.
We waarderen Japan’s moeite om zich te verzekeren van financiële bronnen om de tegenwoordige sociale verzorgingsstaat in stand te houden. Japan en zijn volk genieten een zeer begerenswaardige levensstandaard. In wezen kan Japan zich deze standaard veroorloven daar het gebaseerd is op hard en vernuftig werk, en dankzij de edelmoedige voorwaarden van het 1951 San Francisco vredesverdrag dat Japan vrijstelde van het betalen van rechtmatige compensatie aan individuele slachtoffers van Japan’s bezetting van vele gebieden gedurende de oorlog in Zuid-Oost Azië. Los van het sociale stelsel staat dat Japan aanzienlijk blijft bijdragen aan de stationering van Amerikaanse troepen in Japan. Volgens Associated Press betaalt Japan jaarlijks US$ 2.2 milliard voor onderhoud, inbegrepen het salaris van 20.000 Japanse burgers die op de Amerikaanse basis werken. Ofschoon Japan’s bijdrage aan de Verenigde Staten over de jaren geleidelijk minder werd, is het nog altijd veel meer dan wat Duitsland betaalt voor de zorg van Amerikaanse troepen op zijn grondgebied. Helaas werd het geleidelijk verminderen van Japan’s bijdrage niet besteed aan het verzachten van de pijn en de onrechtmatige behandeling van individuele slachtoffers van Japan’s koloniale oorlogsverleden. De gereduceerde bijdragen zijn jammer genoeg niet besteed aan de afdoening van de Japanse Ereschulden. Aldus lijkt het erop dat Japan de individuele slachtoffers die geleden hebben onder Japan’s militair bewind niet wenst te respecteren. Ook heeft het er de schijn van dat Japan zijn internationale naam in Azië en Europa niet hoog wenst te houden door het niet willen oplossen van de Ereschulden. Men vraagt zich af of Japan de edelmoedige voorwaarden van het San Francisco vredesverdrag wel heeft verdiend, want het blijft weigeren zijn morele verplichtingen in te zien ten aanzien van de individuele slachtoffers van de oorlog die het begon in Zuid-Oost Azië.
 
Eerste Minister.
Als een Nieuw Jaars voornemen voor 2011 hopen wij dat wij en uw ambassadeur in Den Haag, Zijne Excellentie Takashi KOEZUKA, een brug willen bouwen op basis van wederzijds respect om de Japanse Ereschulden op te lossen. Het zal creativiteit en begrip van elkaars positie vereisen. Wij zijn van mening dat de kloof in de beschouwing om de slachtoffers hun respect terug te geven en om hun de genoegdoening te geven dat alles niet tevergeefs was, niet onoverbrugbaar is. Het zal Japan de basis voor vertrouwen en vrede geven in de regio. De Trans-Pacific Gemeenschap toont aan dat het mogelijk is, wat niet zo lang geleden onmogelijk leek.
Wij hopen oprecht dat wij gezamenlijk dit doel in 2011 kunnen bereiken.
 
Wil uw Kabinet Secretaris instrueren om de ontvangst van deze petitie te bevestigen, als punt één in 2011.
 
Namens de Stichting Japanse Ereschulden, J.F. van Wagtendonk, voorzitter.
________________________________

Héél goed, Nelly, onze complimenten weer. Hartelijk dank voor al je moeite, medewerking, bemoediging. I4E is onontbeerlijk bij ons streven naar de oplossing van de Indische perkara. Het is niet dóóóórrr maar minta minta, MAAR PUKUL TERUS!  Groeten van Ted Hartman

______________________

 

 

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives