De tweezijdigheid van de Indische Nederlander.

De tweezijdigheid van de Indische Nederlander.

Als je mijn persoonlijke leven beschouwd staat dat denk ik wel model voor een groot deel van ons binnen de Indische gemeenschap. Ik ga het over de Indo hebben in het leven in Indonesië en Nederland, misschien geldt dit ook wel voor andere landen waar Indische mensen zich hebben gevestigd.

In mijn geval dus.

Opgegroeid in het naoorlogse Indonesië, dat zich nog moet gewennen aan de zelfstandige situatie na 300 jaar onderdrukking en kolonisatie.Een Indonesië dat net wakker wordt en de gewenning van het kolonistische nog achter zich moet gaan laten. Ik ben als kind nog een deel van de na kolonisatie periode en groeide ook als zodanig op, kortgeleden zag ik de situatie in Zuid Afrika waar blanke gemeenschappen zich nog steeds afgezonderd houden van de rest van de zwarte en gekleurde bevolking.

Zo was het ook binnen ons gezin en de gemeenschap waarin ik opgroeide. Nu over de tweezijdigheid en de gevoelens die ik persoonlijk bij heb ervaren. Mijn ouders hadden een aantal bedienden. Zij deden de was, zorgeden voor ons als oppas, kookten de maaltijden en het was een drukke baan, ondanks dat er verschillende bedienden rondliepen waren zij druk in de weer met hun taak en taken.Voor de tuin kwam af en toe een jongos of knecht vertaald in Nederlands, die zorgde dat de tuin er behoorlijk uit zag.

De verhouding die wij als gezinsleden hadden met de bevolking had een mate van separatisme in zich, ze waren deel van de gemeenschap binnen de grenzen van ons huis, maar tegelijkertijd behoorden zij tot de Inlanders en dus vreemd volk waar je niet zo maar als kameraden mee om gaat. De Indonesische kinderen met wie je stiekem speelde waren geen kameraadjes in die zin, dat ze als zodanig werden toegelaten. Natuurlijk heb ik als jochie daar vel moeite mee gehad, maar dat komt omdat ik van kleins af aan de eenvoud van het leven zo bewonderde, onbewust in den beginne, maar naarmate ik ouder werd en vergelijken kon, trok het simpele en eenvoudige mij meer dan alle luxe en status wat erom heen bepaald werd door jouw afkomst.

Ik mocht kameraadjes hebben binnen de grenzen van onze gemeenschap van allerlei toenmalige westerse en Indische aanwezigen in dat land, ook Chinese families en rijke Indonesiërs waren daar een deel van, zij het in de minderheid, maar een Indonesisch vriendje of vriendinnetje was niet echt de goed keuze en als kind was je gebonden aan de wetten van jouw ouders. Natuurlijk had ik goede Indonesische vriendjes en vriendinnetjes, die waren veel spontaner en de eenvoud van hun leven was veel kleurrijker dan alle poeha van mijn andere kant vriendjes en vriendinnetjes. Op enkelen na, want ik was al heel vroeg geinteresseerd in het vrouwelijk schoon.

Dus daar hoorde ook intense verliefdheid bij, voor zover je dat als kind kon en mocht hebben. Ik leefde in twee werelden waar ik mij keer op keer moest aanpassen en in werkelijkheid leerde ik mijn tweedeligheid al vroeg toe te passen.

Nederland. In Nederland aangekomen merkte je al gauw dat je de omgedraaide rol toebedeeld had gekregen. Je was de Indonesiër en dus was je voor veel van de Nederlanders niet iemand die zij gelijk in hun gemeenschap op namen. Ik weet nog dat vele schoolvriendjes en vriendinnetjes mij niet mee mochten nemen naar hun verjaardagen en feestjes. Op school was ik toch een buitenbeentje dat voor leraren en leerlingen een impact betekende in hun leven van alle dag. Enerzijds mocht men niet al te duidelijk verschil maken terwijl anderzijds de behoefte bestond om je wat beter te leren kennen.

De acceptatie van jou als vreemdeling moest je bevechten, ik weet nog heel goed dat verkeringen tussen Indische en hollandsche geliefden een bron van problemen gaf. Vaak waren families de oorzaak dat er een romeo en julia situatie ontstond en hoe vaak heb ik op iets volwassenenre leeftijd niet meegemaakt dat mijn Hollandse vrienden die met een Indische meisje verkering kregen het thuis heel moeilijk kregen tot grote ruzies en verwijderingen toe. Ikzelf ervaarde dat ook toen ik mijn eerste blondje aan mijn hart bond en zij dat ook deed. Bij haar thuis komen was niet toegestaan en owee als de buren het zouden merken.

Thuis had ik het probleem dat mijn ouders liever hadden dat ik met een Indisch meisje thuiskwam als ik zo nodig met meisjes om moest gaan. Verder dan kusjes mocht het niet gaan, maar zoals ons de natuur ons leidt, gebeurde er veel meer dan dat. Naarmate de jaren vorderden werden wij wat meer geaccepteerd al is het ook nog wel afhankelijk van in welke streek je als Indo woonde. Ik heb dat niet meer meegemaakt want de Duitsland periode heeft mij meer kansen gegeven om mijzelf te profileren op gebied van liefde en contacten. Je kunt van de Duitsers zeggen dat ze racisten zijn, ik ben daar veel eerlijker geaccepteerd dan hier in mijn eigen vaderland.

Ik werd niet geweigerd door ouders waar ik thuiskwam als vriendje van hun Germaanse dochter, ik werd als vreemde bejegend maar wel met respect en belangstelling naar wie ik werkelijk ben. Ook werd mijn uiterlijk en eventuele cultuur behoedzaam benaderd en niet gelijk geringschattend en afwijzend. Men vroeg belangstellend naar wie ik was, wat ik was, waar ik vandaan kom en of ik het aankon om met hun dochter op de Duitse wijze om te gaan. Verder werd ik gewoon als gast beschouwd en onbevangen toegelaten tot het gezin.

Nu komt dan de tweezijdigheid in het spel die mijn leven heeft beïnvloed, je kunt stellen dat het aanpassen genoemd kan worden. Ik heb er baat bij gehad dat ik mij kon aanpassen en mij kon inleven in de problematiek van de soorten en de acceptatie c.q afwijzing en angsten ervoor. Door mijn jeugd, de komst in Nederland ben ik als het ware geschoold in het begrijpen van de andere. Verschil met Duitsland en Nederland is helaas dat ik de Duitse benadering veel prettiger heb ervaren.

Ik heb dan ook dat volk in mijn hart gesloten en de vele vrienden en vriendinnen die ik daar had mogen hebben en de gezinnen waar ik in ben opgenomen, geven mij nog steeds een warm gevoel van binnen. Ik voel mij dan ook thuis als ik de grens oversteek. De tweezijdigheid in mij en in vele indo’s gaf mij en ons de kans om te overleven en te accepteren.

Wij zijn denk ik om die reden zo makkelijk in het assimileren.

Albert van prehn de tweezijdige Indo-man van het ICM (moderator) 22 juni 2010.

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Opmerkingen

Dit antwoord is verwijderd.

Blog Topics by Tags

Monthly Archives