Bevrijding uit het Jappenkamp

10897291263?profile=originalBevrijding uit het Jappenkamp                 Door:  Reneé van Alphen

De precieze datum weet ik niet meer, ik was toen 14 jaar. In ieder 5 geval was het in augustus 1945. We zaten al twee jaar in dit kamp en daar voor nog een jaar in een ander kamp. Over de toestanden in de kampen hoef ik niet te vertellen, dat weten alle oud-Indisch gasten wel. Nee, het gaat in dit stuk over de bevrijding. Ik had net mijn taak van die dag verricht: het leegscheppen van de open riolen en dat zonder enige bescherming. Met blote voeten, benen vol tropen zweren en met blote handen schepten we de vuiligheid uit de riolen. Na afloop slenterde ik wat door het kamp, lusteloos, moe en hongerig.

Geen koffiemolens

Opeens hoorde ik motorgeronk boven me. Geen Japanse vliegtuigen want dat geluid kenden we, die noemden we koffiemolens. Nee, dit was een nieuw geluid. Verbaasd keek ik naar boven en zag een vliegtuig dat langzaam boven ons kamp en natuurlijk de andere kampen in de omgeving cirkelde. De andere kampgenoten hadden het ook in de gaten en met z’n allen keken we verbijsterd toe. Op de romp van het vliegtuig was de Nederlandse driekleur geschilderd en niet de Japanse rode bol. Toen gaf dat vliegtuig ons opeens een groet door met z’n vleugels op en neer te zwaaien. Daarna verdween het. Nu ik dit opteken, krijg ik daar nog kippenvel van.

Speech van de kamp-commandant

Iedereen die nog kon lopen begon te juichen en te springen, maar toch nog beducht voor de Jappen, die best wel eens met de ketting in de handen naar ons toe zouden kunnen rennen en gaan slaan. Maar gelukkig gebeurde dat niet. Wel moesten we bij elkaar komen en de Japanse kampcommandant hield een speech dat de oorlog voorbij waas en de geallieerde troepen zouden komen om ons te bevrijden.

Douglas C-54 Skymaster

Paar hapjes

Na deze gebeurtenis veranderde er van alles in het kamp. Er kwam – het belangrijkste van alles – meer eten binnen. Ik weet nog dat

mijn moeder de kinderen waarschuwde, dat we niet teveel tegelijk naar binnen mochten schrokken, want dan zouden we ziek worden. Dus iedere keer een paar hapjes, als we langs de bak met rijst liepen. En dat was maar goed ook, want er zijn nog mensen gestorven, die teveel en te gauw aten. De vaders en zonen die in het mannenkamp hadden gezeten en die nog in leven waren, kwamen naar ons terug. Na een korte tijd werden we door de Engelse troepen verhuisd naar een andere wijk, omdat de Javaanse opstandelingen, de Peloppors zoals ze genoemd werden, ons naar het leven stonden. Maar we vonden het prachtig in die nieuwe wijk, want we hadden veel meer bewegingsvrijheid. We kregen er voldoende te eten en we hadden meer ruimte, zij het beperkt, want we zagen de opstandelingen vlakbij ons door het ravijn sluipen. Deze opstandelingen hebben nog velen van ons gevangen genomen, gemarteld en gedood.

Schoenen waren lastig

Er werd een school ,opgericht voor de kinderen. Gedurende de kampjaren was er helemaal geen onderwijs geweest. Het moeilijkste vond ik niet de school, maar de regel dat we schoenen aan moesten. Dat was lastig. Jarenlang hadden we op blote voeten gelopen en nu die schoenen. Het eerste wat we na de schoollessen dan ook deden, was die schoenen uitschoppen. Vanaf Vanaf 1946 kwamen de transporten naar Nederland op gang. Ikzelf vond het vreselijk dat ik weg moest. Op de laatste ochtend voordat de vrachtwagens ons kwamen ophalen, schreef ik nog op de muur: “Lief Indië, ik kom terug!”. Daar is echter nooit iets van terecht gekomen., maar dat kon ik toen niet weten.

Jaren later was er aan het Scheveningse strand een vliegtuigshow. Via een luidspreker gaf een stem inlichtingen over die toestellen die langs kwamen vliegen. Op een gegeven moment zei de stem, dat we nu de vlieg-tuigen zouden zien die in de jaren vlak na de oorlog vlogen. Tot dat ogenblik had ik mij kostelijk vermaakt met het kijken naar al die overkomende vliegtuigen. Maar toen kwam die Skymaster. Ik herkende hem en..... het toestel zwaaide met zijn vleugels als groet.

Opeens stond ik weer in het kamp van jaren geleden en keek naar het vliegtuig dat bij wijze van groet met zijn vleugels zwaaide naar ons, skelet magere mensen. Ter plekke, ingeklemd in een zee van toeschouwers, ben ik toen spontaan in tranen uitgebarsten. Lange tijd kon ik niet ophouden met huilen. Dikke tranen rolden – ondanks mijn schaamte voor de omstanders – over mijn gezicht. Afscheid van Indië.

Bron: De Oud Hagenaar, nr. 19.  

E-mail me wanneer mensen hun opmerkingen achterlaten –

U moet lid zijn van ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025 om opmerkingen toe te voegen!

Doe mee ICM - abonnement 8 euro per maand periode 2024 - 2025

Blog Topics by Tags

Monthly Archives